NL8700903A

NL8700903A - Beeldweergeefinrichting met een rastertalomzetter.

Info

Publication number: NL8700903A
Application number: NL8700903A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1987-04-16
Filing date: 1987-04-16
Publication date: 1988-11-16
Also published as: KR960010485B1; FI881710A0; FI84546B; FI84546C; DE3874793T2; US4851907A; JP2790282B2; EP0287168B1; EP0287168A1; FI881710A; KR880013402A; JPS63280587A; DE3874793D1; ES2035240T3

Description

PHN 12.086 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Beeldweergeefinrichting met een rastertalomzetter.

De uitvinding heeft betrekking op een beeldweergeefinrichting met een rastertalomzetschakeling die een eerste televisiesignaal met een eerste rasterfrequentie omzet in een tweede televisiesignaal met een tweede rasterfrequentie, voorzien van een 5 synchronisatiesignaalomzetschakeling die uit eerste horizontale en verticale synchronisatiesignalen van het eerste televisiesignaal tweede horizontale en verticale synchronisatiesignalen van het tweede televisiesignaal afleidt, bevattende: een fasegekoppelde lus met een oscillator die een signaal genereert 10 met een frequentie die een veelvoud is van het eerste horizontale synchronisatiesignaal (Hl) en dat in fase is gekoppeld met dit eerste horizontale synchronisatiesignaal, waarbij het tweede horizontale synchronisatiesignaal (H2) afgeleid wordt van een uitgangssignaal van de oscillator, 15 - een frequentiedeelschakeling met behulp waarvan uit het eerste verticale synchronisatiesignaal (V1) het tweede verticale synchronisatiesignaal (V2) afgeleid wordt, met een ingang die gekoppeld is met een uitgang van de oscillator.

Een dergelijke beeldweergeefinrichting is bekend uit de 20 PCT aanvrage WO 80/02351. De frequentiedeelschakeling van de daar beschreven beeldweergeefinrichting is ingericht voor het verwerken van standaard televisiesignalen met een standaard aantal lijnen per raster.

Indien aan deze schakeling televisiesignalen worden toegevoerd met een van de standaard afwijkend aantal lijnen per raster, zoals 25 televisiesignalen afkomstig van videorecorders en spelletjes, ontstaan storende effecten zoals een lopend of een op- en neerwippend beeld. Het doel van de uitvinding is om ook verwerking van niet-standaard (eventueel geïnterlinieerde) televisiesignalen mogelijk te maken zonder dat de genoemde storende effecten optreden.

30 De beeldweergeefinrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding heeft daarom tot kenmerk, dat de frequentiedeelschakeling een regelbare tellerschakeling is en dat de 67 0 i ^ -· PHN 12.086 2 beeldweergeefinrichting verder bevat: een teller met een wissignaalingang voor het daaraan toevoeren van het eerste verticale synchronisatiesignaal (V1) en met een kloksignaalingang die gekoppeld is met een uitgang van de oscillator, 5 - een opslagschakeling met een ingangscombinatie die gekoppeld is met een uitgangscombinatie van de teller, een kloksignaalingang voor het daaraan toevoeren van het eerste verticale synchronisatiesignaal (V1) en met een uitgangscombinatie die gekoppeld is met een ingangscombinatie van de regelbare tellerschakeling, 10 - een uitgangsschakeling met een ingang voor het daaraan toevoeren van het eerste verticale synchronisatiesignaal (V1) en met een ingang die gekoppeld is met een uitgang van de regelbare tellerschakeling, waarbij het tweede verticale synchronisatiesignaal (V2) wordt verkregen van een uitgang van de uitgangsschakeling.

15 De werking van de maatregel volgens de uitvinding is, dat met behulp van de teller het aantal lijnen per raster van het eerste televisiesignaal kan worden geteld, en dat met het resultaat van de telling de regelbare tellerschakeling kan worden geregeld om na hetzelfde aantal lijnen van het tweede televisiesignaal een puls af te 20 geven van het tweede verticale synchronisatiesignaal V2. Het voordeel van deze maatregel is dat daardoor een veranderend lijnental van het eerste televisiesignaal zeer snel wordt gevolgd door een aanpassing van het lijnental van het tweede televisiesignaal, zodat storende verschijnselen zoals hierboven beschreven sterk worden verminderd.

25 Een verdere uitwerking van de uitvinding heeft tot kenmerk, dat de tweede rasterfrequentie twee maal de eerste rasterfrequentie is. Door deze maatregel is het zowel bij standaard als bij niet-standaard televisiesignalen mogelijk om het rastertal te verdubbelen met behoud van een eventuele interliniëring.

30 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de tekening. In de tekening illustreert figuur 1 met een blokschema een mogelijke uitvoering van een beeldweergeefinrichting met een rastertalomzetschakeling voorzien van een synchronisatiesignaalomzetschakeling volgens de uitvinding, 35 - figuur 2 met·een blokschema een mogelijke uitgangsschakeling voor een tweede verticale synchronisatiesignaal V2 van de synchronisatiesignaalomzetschakeling van figuur 1 volgens een r '· n - PHN 12.086 3 verdere uitvoering van de uitvinding.

In figuur 1 wordt een eerste televisiesignaal toegevoerd aan een ingang 100 van een beeldweergeefinrichting, die verbonden is met een ingang 101 van een synchronisatiesignaalafscheider 103 en met een 5 ingang 113 van een rastertalomzetschakeling 114. De synchronisatiesignaalafscheider 103 heeft een uitgang 105 voor een eerste horizontaal synchronisatiesignaal H en een uitgang 107 voor een eerste verticaal synchronisatiesignaal V. De uitgang 105 van de synchronisatiesignaalafscheider 103 is verbonden met een ingang 5 van 10 een synchronisatiesignaalomzetschakeling 4 en met een ingang 115 van de rastertalomzetschakeling 114. De uitgang 107 van de synchronisatiesignaalafscheider 103 is verbonden met een ingang 7 van de synchronisatiesignaalomzetschakeling 4 en met een ingang 117 van de rastertalomzetschakeling 114.

15 Een uitgang 6 voor een tweede horizontaal synchronisatiesignaal H2 van de synchronisatiesignaalomzetschakeling 4 is verbonden met een ingang 116 van de rastertalomzetschakeling 114. Een uitgang 8 voor een tweede verticaal synchronisatiesignaal V2 van de synchronisatiesignaalomzetschakeling 4 is verbonden met een ingang 118 20 van de rastertalomzetschakeling 114.

Een eventueel meervoudige videosignaaluitgang 120 van de rastertalomzetschakeling 114 is verbonden met een eventueel meervoudige videosignaalingang 122 van een beeldweergeefbuis 124. Een uitgang 126 voor een horizontaal afbuigsignaal H2' van de rastertalomzetschakeling 25 114 is verbonden met een ingang 128 van een afbuiginrichting 130 van de beeldweergeefbuis 124. Een uitgang 132 voor een verticaal afbuigsignaal V2' van de rastertalomzetschakeling 114 is verbonden met een ingang 134 van de afbuiginrichting 130.

De ingang 5 van de synchronisatiesignaalomzetschakeling 30 4 is verbonden met een ingang 9 van een fasegekoppelde lus 11 die verbonden is met een ingang 13 van een fasevergelijkingsschakeling 19.

Een andere ingang 15 van deze fasevergelijkingsschakeling 19 is verbonden met een uitgang 31 van een eerste freguentiedeler 29. Een uitgang 17 van de fasevergelijkingsschakeling 19 is verbonden met een 35 regelsignaalingang 21 van een oscillator 23. Een uitgang 25 van deze oscillator 23 is verbonden met een ingang 27 van de eerste frequentiedeler 29 en met een uitgang 32 van de fasegekoppelde lus 11, £·'· *

'V

PHN 12.086 4 die dus wordt gevormd door de fasevergelijkingsschakeling 19, de oscillator 23 en de eerste frequentiedeler 29.

De uitgang 32 van de fasegekoppelde lus 11 is verbonden met een ingang 33 van een tweede frequentiedeler 35 en met een kloksignaalingang 39 van 5 een als eerste teller 41 uitgevoerde regelbare tellerschakeling. Een uitgang 37 van de tweede frequentiedeler 35 is verbonden met een kloksignaalingang 55 van een tweede teller 57 en levert daaraan het tweede horizontale synchronisatiesignaal H2, dat eveneens toegevoerd wordt aan de uitgang 6 van de synchronisatiesignaalomzetschakeling 4.

10 De ingang 7 van de synchronisatiesignaalomzetschakeling 4 is verbonden met een wissignaalingang 59 van de tweede teller 57, met een kloksignaalingang 51 van een opslagschakeling 45 en met een ingang 63 van een als OF-schakeling 73 uitgevoerde uitgangsschakeling. Een ingangscombinatie 49 van de opslagschakeling 45 is verbonden met een 15 uitgangscombinatie 53 van de tweede teller 57. Een uitgangscombinatie 47 van de opslagschakeling 45 is verbonden met een ingangscombinatie 43 van de eerste teller 41.

Een laadsignaalingang 67 van de eerste teller 41 is gekoppeld met een uitgang 65 van de OF-schakeling 73, die daaraan het tweede verticale 20 synchronisatiesignaal V2 levert dat eveneens toegevoerd wordt aan de uitgang 8 van de synchronisatiesignaalomzetschakeling 4. Een tweede ingang 71 van de OF-schakeling 73 is verbonden met een nulstandsignaaluitgang 69 van de eerste teller 41.

De werking van de schakeling zal nu worden beschreven, 25 waarbij er bij wijze van voorbeeld van wordt uitgegaan dat de tweede rasterfrequentie twee maal de eerste rasterfrequentie is. In de getekende schakeling is het dan mogelijk om de oscillator 23 te laten oscilleren met een frequentie gelijk aan vier maal de frequentie van het eerste horizontale synchronisatiesignaal H1. Het is ook mogelijk om deze 30 oscillator te laten oscilleren met een frequentie die hier weer een veelvoud van is, indien ook verdere onderdelen van de schakeling hieraan aangepast worden. Als de oscillator 23 oscilleert met een frequentie gelijk aan vier maal de frequentie van het eerste horizontale synchronisatiesignaal H1, is de eerste frequentiedeler 29 een vierdeler, 35 en de tweede frequentiedeler 35 een tweedeler.

Omdat de tweede teller 57 aan de kloksignaalingang 55 een signaal krijgt toegevoerd met een frequentie gelijk aan het dubbele van de frequentie #<i. -

J

PHN 12.086 5 van het eerste horizontale synchronisatiesignaal H1, en aan de wissignaalingang 59 het eerste verticale synchronisatiesignaal V1 krijgt toegevoerd, telt deze tweede teller 57 nu tussen elke twee pulsen van het eerste verticale synchronisatiesignaal V1 het dubbele van het aantal 5 lijnen van een raster van het eerste televisiesignaal. Dit aantal wordt bij een puls van het eerste verticale synchronisatiesignaal V1 aan de kloksignaalingang 51 opgeslagen in de opslagschakeling 45. Via de 0F-schakeling 73 wordt dezelfde V1-puls doorgegeven aan de laadsignaalingang 67 van de eerste teller 41, zodat het zojuist in de 10 opslagschakeling opgeslagen aantal ook geladen wordt in de eerste teller 41. Omdat deze eerste teller 41 aan de kloksignaalingang 39 een signaal krijgt toegevoerd met een frequentie gelijk aan het viervoudige van de frequentie van het eerste horizontale synchronisatiesignaal H1, telt deze eerste teller 41 twee maal zo snel terug naar nul vanaf het zojuist 15 in deze eerste teller 41 geladen aantal als de tweede teller 57 het dubbele van het aantal lijnen telde. De eerste teller 41 zal daarom halverwege een raster van het eerste televisiesignaal op nul aangekomen zijn, en dan via de OF-schakeling 73 een puls van het tweede verticale synchronisatiesignaal V2 voor het tweede televisiesignaal afgeven. Omdat 20 de uitgang 65 van de OF-schakeling 73 verbonden is aan de laadsignaalingang 67 van de eerste teller 41, zal deze eerste teller 41 dan opnieuw het in de opslagschakeling 45 opgeslagen aantal laden en opnieuw vanaf dit aantal naar nul terugtellen.

Interliniëring blijft hierbij behouden, zoals aangetoond zal worden 25 met behulp van een getallenvoorbeeld. Als het eerste televisiesignaal 312,5 lijnen per raster bevat, zal de tweede teller 57 tellen tot de stand 625 is bereikt. Omdat de frequentie van het kloksignaal van de eerste teller 41 vier maal de eerste horizontale synchronisatiefrequentie H1 is, zal na 156,25 lijnen van het eerste 30 televisiesignaal een V2-puls afgegeven worden, dus óf midden tussen twee pulsen van het tweede horizontale synchronisatiesignaal H2, óf samenvallend met een H2-puls.

De schakeling is geschikt voor zowel standaard als niet-standaard signalen, omdat als het aantal lijnen tussen twee pulsen van 35 het eerste verticale synchronisatiesignaal V1 afwijkt van het normale aantal, nu ook een puls van het tweede verticale synchronisatiesignaal V2 midden tussen twee pulsen van het eerste verticale 8U- v PHN 12.086 6 synchronisatiesignaal V1 komt te liggen. De reden hiervan is dat met behulp van de tweede teller gemeten is hoeveel halve lijnen een raster van het eerste televisiesignaal telt, en aangezien de eerste teller met de dubbele snelheid telt zal halverwege een raster van het eerste 5 televisiesignaal een V2-puls voor het tweede televisiesignaal afgegeven worden. Als er geen prijs op wordt gesteld dat een eventuele interliniëring wordt behouden, kan worden volstaan met het tellen van het aantal hele lijnen per raster van het eerste televisiesignaal.

In figuur 2 zijn voor overeenkomstige delen dezelfde 10 verwijzingscijfers gebruikt als in figuur 1. De uitgangsschakeling voor het tweede verticale synchronisatiesignaal volgens figuur 2 verschilt daarin met die van figuur 1, dat de laadsignaalingang 67 van de eerste teller 41 hier direct verbonden is met de ingang 7 van de synchronisatiesignaalomzetschakeling 4, en dat de uitgang 65 van de hier 15 eveneens als OF-schakeling 73 uitgevoerde uitgangsschakeling niet langer verbonden is met deze laadsignaalingang 67, zodat het laadsignaal voor de eerste teller 41 niet langer afhankelijk is van het nulstandsignaal aan de nulstandsignaaluitgang 69 van deze eerste teller 41. Tussen twee V1-pulsen van het eerste televisiesignaal telt de eerste teller 41 nu 20 nog maar één maal terug naar nul, om tussen deze twee V1-pulsen één V2-puls af te geven via de OF-schakeling 73. De V1-pulsen zelf worden eveneens via deze OF-schakeling 73 als V2-pulsen doorgegeven.

Als het eerste televisiesignaal sterk afwijkt van een standaard televisiesignaal kan het in de schakeling volgens figuur 1 voorkomen dat 25 twee V2-pulsen kort na elkaar verschijnen, waarvan de eerste puls afkomstig is van het nulstandsignaal aan de nulstandsignaaluitgang 69 van de eerste teller 41 en de tweede puls afkomstig is van het eerste verticale synchronisatiesignaal V1. Dit verschijnsel kan optreden als het aantal lijnen per raster van het eerste televisiesignaal van raster 30 tot raster varieert. De hier beschreven uitvoering voorkomt dat twee V2-pulsen kort na elkaar kunnen optreden zoals hier beschreven. Deze uitvoering is vooral gunstig als de tweede rasterfrequentie het dubbele van de eerste rasterfrequentie is.

Indien de tweede rasterfrequentie een ander veelvoud is van de eerste 35 rasterfrequentie, kan met behulp van een tellerschakeling het aantal pulsen dat door de nulstandssignaaluitgang van de eerste teller wordt afgegeven, worden geteld. Bij een rastertalver-n-voudiging kan dan als h fc 7 PHN 12.086 7 deze tellerschakeling de stand n-1 heeft bereikt, door deze tellerschakeling een signaal afgegeven worden aan een belemmersignaalingang van de eerste teller 41, zodat ook dan voorkomen wordt dat twee V2-pulsen kort na elkaar verschijnen.

5 Zowel in de uitvoering van de uitvinding volgens figuur 1, als in de uitvoering volgens figuur 2, kan in plaats van de nulstandsignaaluitgang 69 van de eerste teller 41 bijvoorbeeld ook een uitgang van een niet-EN-schakeling worden genomen die een ingangscombinatie heeft die verbonden is met een uitgangscombinatie van 10 de eerste teller 41.

Een ander alternatief voor deze nulstandsignaaluitgang 69 van de eerste teller 41 is een uitgang van een vergelijkingsschakeling die een eerste ingangscombinatie heeft die verbonden is met de uitgangscombinatie 47 van de opslagschakeling 45, en een tweede ingangscombinatie die 15 verbonden is aan de uitgangscombinatie van de nu vanaf een nulstand vooruit tellende eerste teller 41. Het signaal dat aan de laadsignaalingang 67 van deze eerste teller 41 werd toegevoerd moet dan aan een wissignaalingang van dezelfde eerste teller 41 worden toegevoerd.

20 Door aanpassing van de oscillatorfrequentie van de oscillator 23 en de frequentieverhoudingen van de frequentiedelers 29 en 35 is het natuurlijk ook mogelijk om synchronisatiesignaalomzetters voor andere rastertalomzetters te realiseren dan alleen voor rastertalverdubbelaars. In het algemeen is een rastertalver-n-voudiging 25 te realiseren door de oscillator 23 te laten oscilleren met een frequentie gelijk aan 2n maal de frequentie van het eerste horizontale synchronisatiesignaal H, en door de eerste frequentiedeler 29 een 2n-deler, en de tweede frequentiedeler 35 een n~deler te laten zijn.

Hierbij moet 2n een geheel getal zijn.

Claims

1. Beeldweergeefinrichting met een rastertalomzetschakeling die een eerste televisiesignaal met een eerste rasterfrequentie omzet in een tweede televisiesignaal met een tweede rasterfrequentie, voorzien van een synchronisatiesignaalomzetschakeling die uit eerste horizontale 5 en verticale synchronisatiesignalen van het eerste televisiesignaal tweede horizontale en verticale synchronisatiesignalen van het tweede televisiesignaal afleidt, bevattende: een fasegekoppelde lus met een oscillator die een signaal genereert met een frequentie die een veelvoud is van het eerste horizontale 10 synchronisatiesignaal (H1) en dat in fase gekoppeld is met dit eerste horizontale synchronisatiesignaal, waarbij het tweede horizontale synchronisatiesignaal (H2) afgeleid wordt van een uitgangssignaal van de oscillator, een frequentiedeelschakeling met behulp waarvan uit het eerste 15 verticale synchronisatiesignaal (V1) het tweede verticale synchronisatiesignaal (V2) afgeleid wordt, met een ingang die gekoppeld is met een uitgang van de oscillator, met het kenmerk, dat de frequentiedeelschakeling een regelbare tellerschakeling is en dat de beeldweergeefinrichting verder bevat: 20. een teller met een wissignaalingang voor het daaraan toevoeren van het eerste verticale synchronisatiesignaal (V1) en met een kloksignaalingang die gekoppeld is met een uitgang van de oscillator, een opslagschakeling met een ingangscombinatie die gekoppeld is met 25 een uitgangscombinatie van de teller, met een kloksignaalingang voor het daaraan toevoeren van het eerste verticale synchronisatiesignaal (V1) en met een uitgangscombinatie die gekoppeld is aan een ingangscombinatie van de regelbare tellerschakeling, een uitgangsschakeling met een ingang voor het daaraan toevoeren 30 van het eerste verticale synchronisatiesignaal (V1) en met een ingang die gekoppeld is met een uitgang van de regelbare tellerschakeling, waarbij het tweede verticale synchronisatiesignaal (V2) wordt verkregen van een uitgang van de uitgangsschakeling.

2. Schakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 35 uitgang van de regelbare tellerschakeling een nulstandsignaaluitgang van deze tellerschakeling is.

3. Schakeling volgens een voorgaande conclusie, met het PHN 12.086 9 kenmerk, dat de tweede rasterfrequentie twee maal de eerste rasterfrequentie is.

4. Schakeling volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de frequentie van de oscillator vier maal de eerste horizontale 5 synchronisatiefrequentie (H1) is. h : · ·