NL8603202A - Constructiesamenstel uit afzonderlijke bouwelementen. - Google Patents

Description

m- * NL 33.408-Vo/hp *

Constructiesamenstel uit afzonderlijke bouwelementen

De uitvinding heeft betrekking op een constructie-samenstel uit afzonderlijke bouwelementen.

Bij bekende constructiesamenstellen van dit type worden bij het samenvoegen van de afzonderlijke bouwelementen 5 koppelorganen toegepast, die met behulp van bevestigingsor-ganen worden vergrendeld. Het toepassen van deze bevesti-gingsorganen is ingewikkeld en tijdrovend. Verder zijn hiertoe speciale gereedschappen vereist. Dit alles maakt de bekende constructiesamenstellen allerminst handig in hun 10 gebruik.

De uitvinding beoogt een constructiesamenstel uit losse bouwelementen te verschaffen, waarbij het samenvoegen van de afzonderlijke bouwelementen op snelle en eenvoudige wijze kan worden uitgevoerd.

15 Hiertoe bezit elk bouwelement ten minste een, aan de ene zijde aangebracht zij-uitsteeksel en ten minste een, aan de tegenovergelegen zijde aangebrachte zij-uitsparing, waarbij het zij-uitsteeksel van het bouwelement losneembaar in een zij-uitsparing van een aangrenzend bouwelement grijpt, 20 terwijl elk bouwelement aan zijn bovenzijde uitsparingen bezit, die elk aansluiten op corresponderende uitsparingen van het aangrenzende bouwelement en waarin zich losneembare, de verbindingsnaad tussen de aangrenzende bouwelementen overlappende, koppeldelen bevinden voor het samenhouden van de bouw-25 elementen.

Het samenvoegen van afzonderlijke bouwelementen tot het constructiesamenstel is aldus volgens de uitvinding uitermate eenvoudig, aangezien slechts de zij-uitsteeksels van het ene bouwelement moeten worden aangebracht in de cor-30 responderende zij-uitsparingen van het aangrenzende bouwelement, waarna de koppeldelen in de uitsparingen worden geplaatst, welke worden gevormd door telkens twee op elkaar aansluitende uitsparingen van twee aangrenzende bouwelementen. Eenmaal aangebracht blijven de koppeldelen onder invloed 35 van de zwaartekracht op hun plaats, zodat de toepassing van een vergrendeling overbodig wordt. Verder vereist het & t r 7 - r> rt V D w ·:' U ά -2- aanbrengen van de koppeldelen geen extra gereedschap.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van het con-structiesamenstel volgens de uitvinding strekt de benedenzij-de van elk zij-uitsteeksel zich in buitenwaartse richting, en 5 de benedenzijde van elke zij-uitsparing zich in binnenwaartse richting schuin omlaag uit.

Op deze wijze wordt bereikt, dat de aangrenzende bouwelementen ook nabij hun benedenzijde zijn geborgd tegen een verplaatsing in dwarsrichting ten opzichte van elkaar.

10 Een dergelijke verplaatsing is nu immers nog slechts mogelijk, wanneer de bouwelementen gelijktijdig een onderlinge verplaatsing in hun grensvlak zouden uitvoeren, hetgeen echter door de zwaartekracht wordt tegengegaan.

Van voordeel is het, wanneer elk bouwelement ten 15 minste twee regelmatig verdeelde zij-uitsteeksels en zij-uit-sparingen bezit en aan elke bovenzijderand ten minste twee regelmatig verdeelde uitsparingen bezit.

Hierdoor is het mogelijk, om de bouwelementen in langsrichting versprongen op elkaar aan te laten sluiten, zo-20 dat het tevens mogelijk wordt, om een constructiesamenstel te verkrijgen, waarbij niet alleen naast elkaar gelegen bouwelementen, maar ook reeksen van telkens in eikaars verlengde gelegen bouwelementen aanwezig zijn.

Een effectieve werking van de koppeldelen wordt 25 verkregen, wanneer volgens een handige uitvoeringsvorm van het constructiesamenstel volgens de uitvinding de uitsparingen zich naar hun uiteinde toe versmallen. Het is bijvoorbeeld mogelijk, dat de uitsparingen T-vormig zijn, waarbij het been van de T zich loodrecht op de respectievelijke bo-30 venzijderand uitstrekt, terwijl elk koppeldeel I-vormig is.

Twee op elkaar aansluitende uitsparingen van aangrenzende bouwelementen vormen aldus een I-vormige uitsparing, waarin het I-vormige koppeldeel passend kan worden opgenomen. De flensdelen van de I-vormige koppeldelen verhin-35 deren hierbij op effectieve wijze, dat de bouwelementen in hun dwarsrichting uit elkaar bewegen.

Verder is het van groot voordeel, wanneer elk bouwelement ter plaatse van de hoekpunten van de van het (de) t v : · : * -3- * * zij-uitsteeksel(s) voorziene zijde, de uitwendige afmetingen van het bouwelement mede bepalende, koppelelementen bezit, terwijl de tegenovergelegen zijde is voorzien van holten voor het opnemen van dergelijke koppelelementen van aangrenzende 5 bouwelementen.

Deze koppelelementen bewerkstelligen, dat de zij-uitsteeksels niet de buitenste begrenzing van de genoemde zijde vormen, en derhalve geen belemmering vormen bij het eventueel op elkaar stapelen van losse bouwelementen.

10 Uit oogpunt van standarisatie geniet het de voor keur, dat de uitwendige afmetingen van het bouwelement overeenkomen met standaardcontainerafmetingen zoals een contai-nerhoogte van 6, 6 3/8, 8 of 85 voet. Op deze wijze kunnen de losse bouwelementen door elk voor containers geschikt trans-15 portsysteem worden getransporteerd of in elke voor containers bemeten ruimte worden opgeslagen, waarbij de koppelelementen kunnen worden aangesloten op standaardaansluitpunten van het transportsysteem of dergelijke.

Wanneer de bouwelementen een drijvend vermogen en 20 een positieve metacenterhoogte bezitten is het op uiterst eenvoudige wijze mogelijk om de bouwelementen samen te voegen tot een drijvend en zeer stabiel constructiesamenstel. Dit constructiesamenstel vormt dan als het ware een ponton, dat een uitermate breed scala aan toepassingsmogelijkheden bezit.

25 Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een ponton voor de vorming van een drijvende kraan.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een bouwelement voor toepassing in een constructiesamenstel volgens de uitvinding.

30 De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het constructiesamenstel volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont een gedeelte van een constructiesamenstel volgens de uitvinding voorafgaande aan het samenvoe-35 gen van twee afzonderlijke bouwelementen; fig. 2 toont een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1;

fig. 3 toont een doorsnede volgens de lijn III-III

f ·: ' · ή ï in fig. 1; -4- fig. 4 toont een bovenaanzicht van een aantal tot een constructiesamenstel samengevoegde bouwelementen, en fig. 5 toont de wijze, waarop twee drijvende bouw-5 elementen worden samengevoegd.

De in fig. 1 getoonde bouwelementen zijn aan een zijde voorzien van zij-uitsteeksels 1, 2 en bezitten aan de tegenovergelegen zijde zij-uitsparingen 3, 4. Aan de bovenzijde van elk bouwelement bevinden zich uitsparingen 5, die 10 T-vormig zijn. Zoals duidelijk uit fig. 1 blijkt, zijn de uitsparingen 5 ter plaatse van beide in lengterichting verlopende bovenzijderanden aangebracht, waarbij van elke uitsparing 5 het been van de T zich loodrecht op de respectievelijke bovenzijderand uitstrekt. Zowel de zij-uitsteeksels 15 1, 2, de zij-uitsparingen 3, 4 en de uitsparingen 5 zijn regelmatig verdeeld op de zijden respectievelijk bovenzijde van het bouwelement aangebracht. De benedenzijde van elk uitsteeksel 1, 2 verloopt (zoals later zal blijken) schuin voor het samenvoegen van aangrenzende bouwelementen.

20 Ter plaatse van de hoekpunten van de van de zi j- uitsteeksels 1, 2 voorziene zijde van het bouwelement bevinden zich koppelelementen 6 waardoor de bouwelementen stan-daardcontainerafmetingen bezitten. Deze koppelelementen kunnen, indien gewenst, losneembaar aan het bouwelement zijn be-25 vestigd, zoals aan de hand van fig. 4 later zal worden toegelicht. Aan de tegenovergelegen zijde van het bouwelement bevinden zich holten 7 voor het opnemen van de koppelelementen 6 van een aangrenzend bouwelement, wanneer deze bouwelementen worden samengevoegd. In plaats van de getoonde uitvoering is 30 het tevens mogelijk, dat deze holten 7 zich ter plaatse van de hoekpunten van de tegenovergelegen zijde bevinden.

Tenslotte toont fig. 1 een koppeldeel 8, dat op de hierna te beschrijven wijze zorgt voor het samenhouden van de bouwelementen nadat deze zijn samengevoegd tot een construc-35 tiesamenstel.

Tijdens het samenvoegen van de beide in fig. 1 getoonde bouwelementen wordt het zij-uitsteeksel 1 in de zi j-uitsparing 4 aangebracht, terwijl twee van de koppelelementen fï i"; fj 7; O n $ V hj itn* kf i-v.

» -5- 6 van het rechter bouwelement de holten 7 van het linker bouwelement voor de helft opvullen. Vervolgens worden koppel-delen 8, waarvan er in fig. 1 slechts een is getoond, aangebracht in de op elkaar aansluitende corresponderende uitspa-5 ringen 5 van de aangrenzende bouwelementen, waarna deze kop-peldelen de verbindingsnaad tussen de aangrenzende bouwelementen overlappen en deze samenhouden.

Aangezien de uitsparingen 5 zich naar hun uiteinden toe versmallen, namelijk een T-vormig verloop bezitten, 10 zal een hierin aangebracht koppeldeel I-vormig zijn en de bouwelementen op effectieve wijze samenhouden zonder extra grendelvoorzieningen.

Op overeenkomstige wijze is het mogelijk om een verder bouwelement in fig. 1 gezien achter het rechter 15 bouwelement aan te sluiten op het linker bouwelement, waarbij een zij-uitsteeksel 2 van dit niet getoonde verdere bouwelement wordt aangebracht in de zij-uitsparing 3 van het linker bouwelement. Op deze wijze kan het constructiesamenstel ongelimiteerd worden uitgebreid, waarbij zowel links van het in 20 fig. 1 linker bouwelement alsmede rechts van het in fig. 1 rechter bouwelement alsmede in het verlengde van deze bouwelementen verdere bouwelementen kunnen worden aangebracht en met koppeldelen 8 kunnen worden samengehouden.

Zoals duidelijk blijkt uit de fig. 2 en 3, welke 25 doorsneden tonen volgens de lijnen II-II en III-III in fig.

1, strekt de benedenzijde 9 van de zij-uitsteeksels 1, 2 zich in buitenwaartse richting schuin omlaag uit. Op overeenkomstige wijze strekt de benedenzijde 10 van de zij-uitsparin-gen 3, 4 zich in binnenwaartse richting schuin omlaag uit.

30 Hierdoor wordt bereikt, dat de bouwelementen in de samengevoegde toestand slechts zijdelings uit elkaar kunnen worden bewogen, wanneer gelijktijdig een verplaatsing in het grensvlak tussen beide bouwelementen wordt uitgevoerd. Een dergelijke verplaatsing wordt echter tegengegaan door de zwaarte-35 kracht. De wijze, waarop een zij-uitsteeksel met schuine benedenzijde wordt aangebracht in een zij-uitsparing met schuine onderzijde wordt later toegelicht aan de hand van fig. 5.

Zoals verder blijkt uit fig. 3 bezit de onderste k' '*· -6- holte 7 een schuin verlopende bovenzijde, hetgeen noodzakelijk is om tijdens het aanbrengen van de zij-uitsteeksels in de zij-uitsparingen het in deze holte 7 plaatsen van het corresponderende koppelelement 6 mogelijk te maken.

5 Het in fig. 4 getoonde constructiesamenstel omvat in de eerste plaats vijf bouwelementen 11, die overeenkomen met de in fig. 1 getoonde bouwelementen. Verder omvat het constructiesamenstel twee bouwelementen 12, die elk als het ware een helft vormen van een in fig. 1 getoond afzonderlijk 10 bouwelement. Duidelijk zichtbaar is, hoe de uitsparingen 5 samenwerken met de koppeldelen 8, en hoe de koppelelementen 6 zijn aangebracht in de holten 7 (overigens is in fig. 4 slechts een koppeldeel 8 volledig weergegeven; de overige zijn schematisch aangeduid). Hieruit blijkt, dat elke holte 7 15 geschikt is voor het opnemen van twee koppelelementen 6 van in eikaars verlengde gelegen bouwelementen. De koppelelementen 6 van de lange bouwelementen 11 kunnen op deze wijze telkens worden opgenomen in de aanwezige holten 7. De bouwelementen 12 kunnen echter slechts ter plaatse van een uiteinde, 20 namelijk in fig. 4 het naar binnen gekeerde uiteinde, zijn voorzien van koppelelementen 6, aangezien ter plaatse van het andere uiteinde geen uitsparing '7 aanwezig is in de op deze bouwelementen 12 aangrenzende bouwelementen 11. Hiertoe zijn ter plaatse van deze buitenste uiteinden van de bouwelementen 25 12 losneembare koppelelementen 6 toegepast die voorafgaande aan het samenvoegen van het constructiesamenstel kunnen worden verwijderd alwaar dit noodzakelijk is. Wanneer het constructiesamenstel uit elkaar wordt genomen, en de bouwelementen 12 als containers moeten worden vervoerd, kunnen de 30 koppelelementen opnieuw ter plaatse van de genoemde uiteinden worden aangebracht, waarna de uitwendige afmetingen van deze bouwelementen 12 opnieuw overeenkomen met standaardcontainer-afmetingen.

In fig. 5 worden twee bouwelementen 13, 14 getoond, 35 die in het water drijven. Wanneer het bouwelement 14 op de getoonde wijze enigszins wordt gekanteld, hetgeen mogelijk is door aan de rechterzijde van dit bouwelement een omlaag gerichte kracht uit te oefenen, is het mogelijk, om het zij- -7- uitsteeksel 15 van dit bouwelement 14 aan te brengen in de zij-uitsparing 16 van het bouwelement 13. (Hierbij is het schuine verloop van de benedenzijde van uitsteeksel 15 tevens van voordeel.) Dit geschiedt onder een gelijktijdige rotatie 5 van het bouwelement 14 in fig. 5 tegen de klok in en het in de richting van het bouwelement 13 verplaatsen hiervan. Om dit samenvoegen te vereenvoudigen, is het mogelijk, dat de zij-uitsparing 16 en het zij-uitsteeksel 15 aan hun bovenzijde een licht gebogen verloop bezitten, of dat een ruime 10 passing wordt toegepast. Verder is het voor het samenvoegen van groot voordeel, wanneer het bouwelement 14 onder het zij-uitsteeksel 15 een enigszins schuin naar binnen lopende zij-onderrand bezit.

Gelijktijdig met het in de zij-uitsparing 16 aan-15 brengen van het zij-uitsteeksel 15 wordt het koppelelement 17 in de holte 18, en het koppelelement 19 in de holte 20 geplaatst. Vervolgens worden de in fig. 5 niet getoonde koppel-delen aangebracht in de eveneens niet weergegeven uitsparingen.

20 De kracht, welke op het bouwelement 14 moet worden uitgeoefend teneinde dit in de in fig. 5 getoonde hellende stand te plaatsen, kan worden opgewekt door een persoon, die boven op het bouwelement 14 ter plaatse van de rechter zijrand staat. Tevens is het mogelijk, dat vanuit een vaartuig 25 met behulp van een hefboom een dergelijke kracht wordt uitgeoefend .

De koppeldelen 8, welke worden toegepast om de bouwelementen samen te houden, bezitten een zodanig gewicht, dat deze onder invloed van de zwaartekracht op betrouwbare 30 wijze in de uitsparingen 5 worden vastgehouden. Tijdens het samenvoegen van de bouwelementen kunnen aanvankelijk lichte koppeldelen worden aangebracht, welke door zwaardere koppeldelen kunnen worden vervangen, wanneer voldoende bouwelementen zijn samengevoegd om een stabiel drijvend constructiesa-35 stel te vormen.

Naast de getoonde en beschreven drijvende uitvoering van het constructiesamenstel is het tevens mogelijk, dat y * - ·· :·, n ‘ · •r -8- het construetiesamenstel als vrijdragende constructie wordt toegepast, die aan zijn uiteinden wordt ondersteund.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der 5 uitvinding op velerlei wijzen kan worden gevarieerd.

l: ' . ; /'

Claims (11)

1. Constructiesaraenstel uit afzonderlijke bouwelementen, met het kenmerk, dat elk bouwelement ten minste een, aan de ene zijde aangebracht zij-uitsteeksel en ten minste een, aan de tegenovergelegen zijde aangebrachte 5 zij-uitsparing bezit, waarbij het zij-uitsteeksel van het bouwelement losneembaar in een zij-uitsparing van een aangrenzend bouwelement grijpt, terwijl elk bouwelement aan zijn bovenzijde uitsparingen bezit, die elk aansluiten op corresponderende uitsparingen van het aangrenzende bouwelement en 10 waarin zich losneembare, de verbindingsnaad tussen de aangrenzende bouwelementen overlappende, koppeldelen bevinden voor het samenhouden van de bouwelementen.

2. Constructiesaraenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de benedenzijde van elk zij-uit- 15 steeksel zich in buitenwaartse richting, en de benedenzijde van elke zij-uitsparing zich in binnenwaartse richting schuin omlaag uitstrekt.

3. Constructiesamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elk bouwelement ten minste 20 twee regelmatig verdeelde zij-uitsteeksels en zij-uitsparin-gen bezit en aan elke bovenzijderand ten minste twee regelmatig verdeelde uitsparingen bezit.

4. Constructiesamenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat twee zij-uitsteeksels en twee zij- 25 uitsparingen zijn toegepast, terwijl zich aan elke bovenzij-derand vier uitsparingen bevinden.

5. Constructiesamenstel volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de uitsparingen zich naar hun uiteinde toe versmallen.

6. Constructiesamenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de uitsparingen T-vormig zijn, waarbij het been van de T zich loodrecht op de respectievelijke bovenzijderand uitstrekt, terwijl elk koppeldeel I-vor-mig is.

7. Constructiesamenstel volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat elk bouwelement ter h : v: 7 & - V x. — y L· -10- plaatse van de hoekpunten van de van het (de) zij-uitsteek-sel(s) voorziene zijde, de uitwendige afmetingen van het bouwelement mede bepalende, koppelelementen bezit, terwijl de tegenovergelegen zijde is voorzien van holten voor het opne-5 men van dergelijke koppelelementen van aangrenzende bouwelementen .

8. Constructiesamenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de koppelelementen losneembaar zijn.

9. Constructiesamenstel volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de uitwendige afmetingen van het bouwelement overeenkomen met standaardcontainerafme-tingen.

. 10. Constructiesamenstel volgens een der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat elk bouwelement een drijvend vermogen en een positieve metacenterhoogte bezit.

11. Bouwelement voor toepassing in een constructiesamenstel volgens een der voorgaande conclusies. H f V ’ O V:- ·. ij.