BE1027931B1 - Droogstapelsysteem - Google Patents

Droogstapelsysteem Download PDF

Info

Publication number
BE1027931B1
BE1027931B1 BE20195888A BE201905888A BE1027931B1 BE 1027931 B1 BE1027931 B1 BE 1027931B1 BE 20195888 A BE20195888 A BE 20195888A BE 201905888 A BE201905888 A BE 201905888A BE 1027931 B1 BE1027931 B1 BE 1027931B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
anchoring
brick
recess
wall tie
stone
Prior art date
Application number
BE20195888A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027931A1 (nl
Inventor
Droogenbroeck Sebastian Van
Rob Mulder
Daas Gert Jan Den
Walter Bierens
Ham Stef Van
Der Pluijm Rob Van
Original Assignee
Wienerberger Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wienerberger Bv filed Critical Wienerberger Bv
Priority to BE20195888A priority Critical patent/BE1027931B1/nl
Priority to ES20212156T priority patent/ES2964935T3/es
Priority to EP20212156.2A priority patent/EP3835503B1/en
Priority to HUE20212156A priority patent/HUE063521T2/hu
Priority to HRP20231304TT priority patent/HRP20231304T1/hr
Priority to PL20212156.2T priority patent/PL3835503T3/pl
Priority to AU2020286309A priority patent/AU2020286309A1/en
Priority to US17/120,070 priority patent/US11391042B2/en
Publication of BE1027931A1 publication Critical patent/BE1027931A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027931B1 publication Critical patent/BE1027931B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2/28Walls having cavities between, but not in, the elements; Walls of elements each consisting of two or more parts kept in distance by means of spacers, all parts being solid
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2/04Walls having neither cavities between, nor in, the solid elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2/04Walls having neither cavities between, nor in, the solid elements
    • E04B2/06Walls having neither cavities between, nor in, the solid elements using elements having specially-designed means for stabilising the position
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2/14Walls having cavities in, but not between, the elements, i.e. each cavity being enclosed by at least four sides forming part of one single element
    • E04B2/16Walls having cavities in, but not between, the elements, i.e. each cavity being enclosed by at least four sides forming part of one single element using elements having specially-designed means for stabilising the position
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/41Connecting devices specially adapted for embedding in concrete or masonry
    • E04B1/4178Masonry wall ties
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2002/0202Details of connections
    • E04B2002/0243Separate connectors or inserts, e.g. pegs, pins or keys
    • E04B2002/0254Tie rods

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een droogstapelsysteem (1), omvattende: - stenen (2, 3, 4, 5), met een vlak bovenvlak (8) en een vlak ondervlak (9) waarin een groef (14, 15) is voorzien, volgens de lengterichting; - een spouwanker (6); en - een verankeringsklemelement (7), dat aanbrengbaar is aan het spouwanker (6) en in aangrenzende groeven (14, 15) van een boven gestapelde steen (2, 3, 4, 5) en een corresponderende hier onder gestapelde steen (2, 3, 4, 5); waarbij minstens één steen (2) als verankeringssteen (2) in zijn bovenvlak (8) en/of in zijn ondervlak (9) één of meerdere uitsparingen (16) omvat, voor het hierin opnemen van het spouwanker (6), waarbij elke uitsparing (16) zich uitstrekt vanaf een achtervlak (10) tot voorbij de corresponderende groef (14). Daarnaast betreft deze uitvinding een verankeringssteen (2) voor een dergelijk droogstapelsysteem (1), een gevel(26) hiermee opgetrokken en een werkwijze voor het optrekken van een dergelijke gevel (26).

Description

DROOGSTAPELSYSTEEM Deze uitvinding betreft een droogstapelsysteem met stenen voor het optrekken van gevels, omvattende: - stenen, waarbij elke steen een bovenvlak en een ondervlak omvat, die vlak zijn uitgevoerd om deze stenen opeen te stapelen met ondervlakken van boven gestapelde stenen bovenop bovenvlakken van onder gestapelde stenen en waarbij in het bovenvlak en in het ondervlak van elke steen een groef is voorzien, die zich hoofdzakelijk volgens de lengterichting van deze steen uitstrekt, zodanig dat de groef in het ondervlak van elke boven gestapelde steen uitmondt in corresponderende groeven in het bovenvlak van hier onder gestapelde stenen; - een spouwanker; en - een verankeringsklemelement, dat aanbrengbaar is aan het spouwanker en dat aanbrengbaar is in de aangrenzende groeven van elke boven gestapelde steen en corresponderende hier onder gestapelde stenen.
De genoemde lengterichting is een richting, evenwijdig aan bovenvlak en ondervlak en evenwijdig aan achtervlak en voorvlak. De afmeting van een dergelijke steen volgens deze lengterichting is typisch de grootste afmeting van een dergelijke steen, maar dit hoeft niet noodzakelijkerwijs het geval te zijn.
Bij optrekken van een gevel met deze stenen, strekken de groeven van de stenen die met behulp van het genoemde verankeringsklemelement onderling gekoppeld zijn, zich ook volgens de lengterichting van deze gevel uit.
Met behulp van het spouwanker kan een gevel opgetrokken met een dergelijk droogstapelsysteem aan een achterliggende constructie verankerd worden om belastingen loodrecht op het vlak van deze gevel af te leiden naar deze achterliggende constructie.
Een dergelijk droogstapelsysteem is bijvoorbeeld gekend uit EP 1 412 588 Bl.
Dergelijke droogstapelsystemen bieden ten opzichte van metselwerk het voordeel dat het systeem circulair inzetbaar is. Dit houdt in dat na het optrekken van een muur met dit droogstapelsysteem, de stenen, de verankeringsklemelementen afzonderlijk en geheel recycleerbaar zijn zonder functieverlies.
De oplossing voor droogstapelsystemen uit EP 1 412 588 B1 is echter enkel toepasbaar bij stenen met vaste afmetingen en wordt in de praktijk enkel toegepast bij strengpersstenen. Dergelijke strengpersstenen hebben na slijpen minimale toleranties op zowel de hoogtemaat als de lengtemaat ervan.
Deze oplossing uit EP 1 412 588 Bl is niet geschikt voor het optrekken van gevels met stenen waarvan de lengtemaat niet vast ligt, zoals bv. handvormstenen of vormbakstenen of wasserstrich stenen, enz.
Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een dergelijk droogstapelsysteem dat ook geschikt is voor het optrekken van gevels met stenen waarvan de lengtemaat niet vast ligt.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een droogstapelsysteem met stenen, omvattende: - stenen, waarbij elke steen een bovenvlak en een ondervlak omvat, die vlak zijn uitgevoerd om deze stenen opeen te stapelen met ondervlakken van boven gestapelde stenen bovenop bovenvlakken van onder gestapelde stenen en waarbij in het bovenvlak en in het ondervlak van elke steen een groef is voorzien, die zich hoofdzakelijk volgens de lengterichting van deze steen uitstrekt, zodanig dat de groef in het ondervlak van elke boven gestapelde steen uitmondt in corresponderende groeven in het bovenvlak van hier onder gestapelde stenen; - een spouwanker; en - een verankeringsklemelement, dat aanbrengbaar is aan het spouwanker en dat klemmend aanbrengbaar is in de aangrenzende groeven van een boven gestapelde steen en een hier onder gestapelde steen;
waarbij minstens één genoemde steen als een verankeringssteen in zijn bovenvlak en/of in zijn ondervlak voorzien is van één of meerdere uitsparingen, voor het hierin opnemen van het spouwanker, waarbij elke uitsparing zich uitstrekt vanaf een achtervlak van deze verankeringssteen tot voorbij de corresponderende groef in het bovenvlak of in het ondervlak.
Bij de stand van de techniek, was bij het optrekken van een gevel met behulp van een dergelijk droogstapelsysteem de plaats van de spouwankers reeds bepaald, dit met gekende tussenmaten.
Het spouwanker kon dan tussen aangrenzende stenen aangebracht worden.
De lengte van dergelijke stenen diende hiertoe dan echter een vaste, gekende maat, met beperkte toleranties te hebben.
Met spouwankers is er een beperkte speling bij het plaatsen ervan.
Met behulp van een verankeringssteen met één of meerdere uitsparingen is het nu volgens de uitvinding mogelijk om een spouwanker in een uitsparing van een dergelijke verankeringssteen aan te brengen, zodat ook bij afwijkende afmetingen van de stenen het spouwanker steeds geplaatst kan worden.
Door de afmeting van de uitsparing in lengte richting of door meerdere uitsparingen te voorzien, zijn er meerdere mogelijkheden om het spouwanker te positioneren in de gevel en te verankeren aan een achterliggende constructie waar dat constructief mogelijk is.
Met de beperkte speling bij het plaatsen van spouwankers kan er voor gezorgd worden dat een dergelijk spouwanker steeds in één van deze uitsparingen geplaatst kan worden.
Deze oplossing met een verankeringssteen met één of meerdere uitsparingen, is geschikt voor het optrekken van droogstapelsystemen met stenen uit gebakken klei, zoals de bovengenoemde handvormstenen, vormbakstenen of wasserstrich stenen, maar is even goed ook inzetbaar bij alle andere soorten stenen waarmee een gevel kan worden vervaardigd, zoals bijvoorbeeld natuurstenen, betonstenen en kalkzandstenen.
Een dergelijk droogstapelsysteem kan uiteraard ook een combinatie van dergelijke stenen omvatten.
De bovenvlakken en ondervlakken van de genoemde stenen van een droogstapelsysteem volgens deze uitvinding kunnen bijvoorbeeld vlak uitgevoerd worden, door deze bijvoorbeeld vlak te slijpen.
De groeven kunnen voordelig gerealiseerd worden door deze uit te voeren als zaagsneden. Alternatief, zouden deze ook gevormd kunnen worden in een mal. Zaagsneden bieden het voordeel dat de breedte van deze groeven op een zekere manier gecontroleerd kan worden, dit met beperkte toleranties, zodat het verankeringsklemelement met grotere zekerheid in dergelijke groeven vastgeklemd kan worden bij aanbrengen ervan in dergelijke groeven.
De groeven strekken zich bij voorkeur uit tussen de kopvlakken van de stenen en monden bij voorkeur uit in deze kopvlakken. Het droogstapelsysteem omvat dan verder bij voorkeur een borgelement dat aanbrengbaar is in aangrenzende groeven van naast elkaar opgestelde stenen, om deze stenen onderling te borgen. Op deze manier kunnen borgelementen in groeven in naast elkaar opgestelde stenen aangebracht worden, om deze stenen onderling te borgen. Bijkomend kan een dergelijk borgelement ook voorzien zijn om zowel aan te grijpen in groeven van boven gestapelde stenen als in groeven van onder gestapelde stenen.
Alternatief kunnen de stenen uit een droogstapelsysteem volgens deze uitvinding ook op andere manieren onderling geborgd worden. Zo kunnen bijvoorbeeld uitsparingen in de kopvlakken voorzien worden om hierin borgelementen aan te brengen voor het onderling borgen van naast elkaar opgestelde stenen. Dergelijke uitsparingen in de kopvlakken kunnen bijvoorbeeld gerealiseerd worden als zaagsneden of als boringen, enz.
Genoemde borgelementen dienen daarbij om de stenen in lijn te kunnen plaatsen en om belastingen op de gevel naar de verankeringsstenen en zo naar de spouwankers af te leiden.
Bij verankeringsstenen die in een vorm vervaardigd worden, worden de één of meerdere uitsparingen bij voorkeur ook in deze vorm vervaardigd. Alternatief kunnen deze bijvoorbeeld ook via frezen gerealiseerd worden.
Het frezen van deze uitsparingen kan vooral toepassing vinden bij bijvoorbeeld natuurstenen.
Naast de verankeringssteen met één of meerdere uitsparingen kan een 5 droogstapelsysteem volgens deze uitvinding bijvoorbeeld ook nog legstenen omvatten zonder dergelijke uitsparingen, die wel voorzien kunnen zijn van soortgelijke groeven voor het met behulp van een borgelement onderling koppelen van deze legstenen of het koppelen van deze legstenen met een hiernaast opgestelde verankeringssteen.
Er kunnen ook afzonderlijke hoekstenen uitgewerkt worden om hoeken in een gevel te vormen.
De genoemde één of meerdere uitsparingen strekken zich elk van het achtervlak van de verankeringssteen gezien naar het voorvlak van deze verankeringssteen toe bij voorkeur tot op een zekere afstand van dit voorvlak uit.
Aan de voorzijde worden de één of meerdere uitsparingen van de verankeringssteen op deze manier begrensd door een voorste opstaande rand van de verankeringssteen.
Met behulp van een dergelijke voorste opstaande rand kan het spouwanker aan het oog onttrokken worden vanaf de voorzijde van deze verankeringssteen gezien.
Afhankelijk van type steen en manier van vormen van de voorste opstaande rand zal deze afstand smaller of breder uitgevoerd kunnen worden.
De breedte van de verankeringssteen zal daarbij dan mede afhangen van de breedte van deze voorste opstaande rand en de diepte waarover het spouwanker zich in de uitsparingen kan uitstrekken om dit spouwanker met behulp van het verankeringsklemelement voldoende in de groef te kunnen verankeren om de nodige belastingen via het spouwanker af te kunnen leiden naar de achterliggende constructie.
Nog meer voorkeurdragend strekken de genoemde één of meerdere uitsparingen zich van het achtervlak van de verankeringssteen naar het voorvlak ervan toe bij voorkeur tot voorbij de helft van het corresponderende bovenvlak of het corresponderende ondervlak uit.
De één of meerdere uitsparingen kunnen allerlei vormen aannemen, maar zijn bij voorkeur elk hoofdzakelijk balkvormig uitgevoerd.
Uiteraard dient een dergelijke balkvorm bij stenen die in een vorm vervaardigd worden, waarbij ook de één of meerdere uitsparingen in deze vorm vervaardigd worden, dan wel voorzien te zijn van een lossingshoek.
Elke genoemde uitsparing van een verankeringssteen van een droogstapelsysteem volgens deze uitvinding is bij voorkeur zijdelings begrensd door opstaande randen van deze verankeringssteen.
Deze opstaande randen zijn daarbij bij voorkeur voorzien om bij aanbrengen van het spouwanker in een genoemde uitsparing en bij klemmend aanbrengen van het verankeringsklemelement in de corresponderende groef, dit verankeringsklemelement aan weerszijden van deze uitsparing in de corresponderende opstaande randen in de corresponderende groef te laten aangrijpen.
Het verankeringsklemelement zal daarbij zodanig in de groef moeten kunnen aangrijpen dat de nodige belastingen via het spouwanker afgeleid kunnen worden naar de achterliggende constructie.
Rekening houdend met de gewenste lengte van de verankeringssteen, met de nodige verankering van het verankeringsklemelement in de groef om de nodige belastingen op te kunnen vangen (en de daarbij gewenste afstand van de groef tot aan de achterzijde van de verankeringssteen), met de spouwafstand (tussen de stenen op te trekken gevel en de achterliggende constructie), met de diameter van het spouwanker en met de maximale hoek van het spouwanker om elk potentieel verankeringspunt in de verschillende uitsparingen in een verankeringssteen te kunnen bereiken, kunnen de verdere afmetingen van de uitsparingen en de opstaande randen, in lengterichting van de verankeringsteen gezien, in functie daarvan eenvoudig verder berekend worden.
Wanneer de groef in een opstaande rand op een uiteinde van een dergelijke verankeringssteen ook uitmondt in het kopvlak van deze verankeringssteen om een genoemd borgelement hierin aan te kunnen laten grijpen, dan zal de breedte van deze opstaande rand ook mee bepaald worden door de afmeting van dit borgelement.
De diepte van elke uitsparing dient zo gekozen te worden dat het spouwanker hierin opgenomen kan worden. Het droogstapelsysteem kan daarbij zo voorzien zijn dat het spouwanker in één enkele uitsparing opgenomen wordt. Alternatief kan het spouwanker ook gedeeltelijk opgenomen worden in een eerste uitsparing in het bovenvlak van een onder gestapelde verankeringssteen en in een tweede uitsparing in het ondervlak van een boven gestapelde verankeringssteen. De diepte van de uitsparingen wordt daarbij in functie van de diameter van het spouwanker en de mogelijke helling van het spouwanker gekozen.
Elke groef heeft bij voorkeur een diepte die dieper is uitgevoerd dan de diepte van elke uitsparing. Deze diepte wordt bij voorkeur in relatie tot de diameter van het spouwanker en de afmetingen van het hieraan aan te brengen verankeringsklemelement gekozen.
Door de groef dieper uit te voeren, is het mogelijk om het verankeringsklemelement niet enkel zijdelings van de uitsparing in de corresponderende groef te laten aangrijpen, maar ook onderaan de uitsparing in de corresponderende groef te laten aangrijpen. Het is ook mogelijk om uitvoeringsvormen te voorzien waarbij het verankeringsklemelement niet zijdelings van de uitsparing in de corresponderende groef aangrijpt, maar enkel onderaan de uitsparing in de corresponderende groef aangrijpt.
De één of meerdere uitsparingen kunnen volgens de uitvinding in het bovenvlak en/of in het ondervlak van een verankeringssteen voorzien zijn. Beide legvlakken van de verankeringssteen kunnen dus voorzien zijn van één of meerdere dergelijke uitsparingen of slechts één van beide legvlakken. Wanneer de één of meerdere uitsparingen in één van beide legvlakken worden voorzien, dan worden deze bij voorkeur in het bovenvlak voorzien. Het bovenvlak 1s als legvlak bij het stapelen zichtbaar om het spouwanker met het hieraan aangebrachte verankeringsklemelement in een uitsparing in dit legvlak te kunnen positioneren.
Het verankeringsklemelement van een droogstapelsysteem volgens deze uitvinding kan meerdere vormen aannemen. Dit kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden als de verankeringsklemelementen uit EP 1 412 588 Bl. Een voorkeurdragende variant hierop is hierna geïllustreerd en nader beschreven.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm is het verankeringsklemelement voorzien van een ankeruitsparing waarin het spouwanker aanbrengbaar is, om het verankeringsklemelement aanbrengbaar aan het spouwanker te voorzien. Meer specifiek kan het verankeringsklemelement daarbij meerdere dergelijke ankeruitsparingen omvatten, waarin het spouwanker aanbrengbaar is, waarbij deze ankeruitsparingen over de lengterichting verspreid zijn opgesteld, zodat het verankeringsklemelement in meerdere corresponderende posities aan het spouwanker aanbrengbaar is voorzien.
In een droogstapelsysteem volgens deze uitvinding kunnen één of meerdere stenen uitgevoerd zijn als handvormsteen of vormbaksteen. Wanneer de verankeringssteen met de één of meerdere uitsparingen als een dergelijke handvormsteen of vormbaksteen is vervaardigd, dan worden de één of meerdere uitsparingen bij voorkeur in slechts één legvlak van deze verankeringssteen voorzien. Het is eenvoudiger om in een vorm enkel één of meerdere dergelijke uitsparingen in één legvlak van een verankeringssteen te voorzien.
Het doel van deze uitvinding wordt verder ook bereikt door te voorzien in een verankeringssteen voor een dergelijk droogstapelsysteem, omvattende een bovenvlak en een ondervlak, die vlak zijn uitgevoerd, waarbij in dit bovenvlak en in dit ondervlak een groef is voorzien, waarbij de groef in het bovenvlak nagenoeg rechtstreeks boven de groef in het ondervlak is opgesteld, waarbij deze groeven zich hoofdzakelijk volgens de lengterichting van deze verankeringssteen uitstrekken en waarbij deze verankeringsteen in zijn bovenvlak en/of in zijn ondervlak voorzien is van één of meerdere uitsparingen, voor het hierin opnemen van het spouwanker, waarbij elke uitsparing zich uitstrekt vanaf een achtervlak van deze steen tot voorbij de corresponderende groef in het bovenvlak of in het ondervlak. Dit met dezelfde voordelen en bijzonderheden als hier boven opgesomd bij een droogstapelsysteem volgens de huidige octrooiaanvraag. Daarnaast wordt het doel van deze uitvinding ook bereikt door te voorzien in een gevel, opgetrokken met een hierboven beschreven droogstapelsysteem volgens deze uitvinding, waarbij het genoemde spouwanker van dit droogstapelsysteem in een genoemde uitsparing is aangebracht en waarbij het genoemde verankeringsklemelement aan het spouwanker is aangebracht en in met de uitsparing corresponderende groeven in boven en onder gestapelde stenen is aangebracht.
Tenslotte wordt het doel van deze uitvinding ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het optrekken van een gevel, met een hier boven beschreven droogstapelsysteem volgens deze uitvinding waarbij de genoemde stenen boven elkaar worden gestapeld, waarbij ter hoogte van het genoemde spouwanker de verankeringssteen met de genoemde uitparingen wordt genomen, waarbij het verankeringsklemelement aan het spouwanker wordt aangebracht, waarbij het spouwanker in een genoemde uitsparing wordt aangebracht en waarbij het verankeringsklemelement in met de uitsparing corresponderende groeven in boven en onder gestapelde stenen wordt aangebracht.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van stenen, droogstapelsystemen, muren en werkwijzen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten. In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in:
- Figuur 1 een deel van een gevel in vooraanzicht is afgebeeld, opgetrokken met een droogstapelsysteem volgens deze uitvinding, met een groef en uitsparingen in verankeringsstenen volgens deze uitvinding afgebeeld in stippellijn en spouwankers aangebracht in uitsparingen van deze verankeringsstenen; - Figuur 2 in perspectief vanaf de achterzijde gezien is afgebeeld hoe een spouwanker met het verankeringsklemelement aangebracht is in een uitsparing van een verankeringssteen van het droogstapelsysteem uit figuur 1; - Figuur 3 een bovenaanzicht is afgebeeld van de verankeringssteen met spouwanker en verankeringsklemelement uit figuur 2; - Figuur 4 een deel van de gevel uit figuur 1 in meer detail is afgebeeld ter hoogte van een verankeringssteen volgens deze uitvinding; - Figuur 5 twee stenen uit figuur 1 in dwarsdoorsnede zijn afgebeeld, doorgesneden doorheen de uitsparing waarin het spouwanker is aangebracht, naast het spouwanker; - Figuur 6 het verankeringsklemelement van het droogstapelsysteem uit figuur 1 afzonderlijk in bovenaanzicht is afgebeeld; - Figuur 7 het verankeringsklemelement van het droogstapelsysteem uit figuur 1 afzonderlijk in achteraanzicht is afgebeeld; - Figuur 8 het verankeringsklemelement van het droogstapelsysteem uit figuur 1 afzonderlijk in zijaanzicht is afgebeeld; - Figuur 9 een tussensteen uit het droogstapelsysteem uit figuur 1 zonder uitsparingen in perspectief is afgebeeld, gezien vanaf de achterzijde; - Figuur 10 een linker hoeksteen uit het droogstapelsysteem uit figuur 1 in perspectief is afgebeeld, gezien vanaf de achterzijde; - Figuur 11 een rechter hoeksteen uit het droogstapelsysteem uit figuur 1 in perspectief is afgebeeld, gezien vanaf de achterzijde; - Figuur 12 een alternatieve hoeksteen voor het droogstapelstysteem uit figuur 1 in perspectief is afgebeeld, gezien vanaf de achterzijde.
Het afgebeelde droogstapelsysteem (1) omvat vier types stenen (2, 3, 4, 5), een eerste basistype steen (3) als tussensteen (3), een tweede type steen (2) als verankeringssteen
(2), een derde type steen (4) als hoeksteen (4) en een vierde type steen (5) als hoeksteen (5).
De afgebeelde stenen (2, 3, 4, 5) zijn uit klei gevormde en gebakken handvormstenen, maar zouden bijvoorbeeld ook uitgevoerd kunnen worden als vormbakstenen of wasserstrich stenen of natuurstenen of betonstenen, enz.
Al deze stenen (2, 3, 4, 5) zijn voorzien van een bovenvlak (8) en een ondervlak (9), die als legvlakken (8, 9) evenwijdig aan elkaar en vlak zijn uitgevoerd. Om deze stenen (2,3, 4, 5) vlak uit te voeren, kunnen deze legvlakken (8, 9) bijvoorbeeld afgeslepen worden.
Daarnaast zijn deze stenen (2, 3, 4, 5) in hun bovenvlak (8) en in hun ondervlak (9) voorzien van een groef (14, 15), waarbij de groef (14) in het bovenvlak (8) nagenoeg rechtstreeks boven de groef (15) in het ondervlak is opgesteld. Deze groeven (14, 15) strekken zich tussen de kopvlakken (12, 13) van deze stenen (2, 3, 4, 5) uit en monden bij de tussenstenen (3) en de verankeringsstenen (2) ook in deze kopvlakken (12, 13) uit. Bij de hoekstenen (4, 5) monden deze niet uit in het kopvlak (12, 13) dat zichtbaar is in een hiermee gevormde gevel (26). Deze groeven (14, 15) strekken zich daarbij telkens volgens de lengterichting van deze stenen (2, 3, 4, 5) uit.
Dergelijke groeven (14, 15) kunnen eenvoudig als zaagsneden uitgevoerd worden.
Door borgelementen in de groeven (14, 15) van aangrenzend gestapelde stenen (2, 3, 4, 5) aan te brengen, kunnen de stenen (2, 3, 4, 5) onderling geborgd worden. Met dergelijke borgelementen kunnen op deze manier zowel naast elkaar gestapelde stenen (2,3,4, 5) als bovenop elkaar gestapelde stenen (2, 3, 4, 5) geborgd worden.
De diepte van de groeven (14, 15) is bij de afgebeelde uitvoeringsvorm zo gekozen dat er nog enige speling is om hierin een dergelijke borgelement aan te kunnen brengen.
De diepte van de groef (14) in het bovenvlak (8) is bijkomend zodanig beperkt dat verzekerd wordt dat een borgelement dat in deze groef (14) aangrijpt steeds ook minstens gedeeltelijk in een groef (15) in het ondervlak (9) van een hier boven gestapelde steen (2, 3, 4, 5) kan aangrijpen.
In plaats van de genoemde groeven (14, 15) in de kopvlakken (12, 13) uit te laten monden, kunnen deze kopvlakken (12, 13) bijvoorbeeld ook alternatief voorzien zijn van corresponderende uitsparingen (16) om dergelijke borgelementen in aan te brengen voor het onderling borgen van aangrenzend opgestelde stenen (2, 3, 4, 5).
Verder zijn deze stenen (2, 3, 4, 5) aan één of meerdere bovenranden, die in gestapelde toestand van deze stenen (2, 3, 4, 5) zichtbaar kunnen zijn, voorzien van een insprong (20), dit voor het vormen van een schijnvoeg tussen op elkaar gestapelde stenen (2, 3, 4, 5). Het wordt namelijk vaak als minder esthetisch ervaren wanneer handvormstenen (2,3, 4, 5), vormbakstenen of andere stenen (2, 3, 4, 5) met onregelmatige vormen, die voorzien zijn van vlakke legvlakken (8, 9) op elkaar gestapeld worden. Door een dergelijk insprong (20) mee in de productiemal te vormen, heeft de rand onder deze schijnvoeg (20) een onregelmatige vorm. Op deze manier wordt de illusie van een voeg met een onregelmatige vorm tussen op elkaar gestapelde stenen (2, 3, 4, 5) gerealiseerd. Een eerste, basistype steen (3), die als tussensteen (3) voorzien is om tussen de andere stenen (3) in gestapeld te worden, is volledig op de hierboven beschreven manier uitgevoerd.
Een tweede type steen (2), die uitgevoerd is als een verankeringssteen (2), is bijkomend voorzien om hierin een spouwanker (6) te verankeren. Hiertoe is de afgebeelde verankeringssteen (2) in zijn bovenvlak (8) voorzien van vier uitsparingen (16), voor het hierin opnemen van dit spouwanker (6). Wanneer bij het stapelen van stenen (2, 3, 4, 5) een spouwanker (6) wordt bereikt kan zo een dergelijke verankeringssteen (2) ter hoogte van dit spouwanker (6) gestapeld worden, waarbij naar keuze dit spouwanker (6) in één van deze uitsparingen (16) kan aangebracht worden. Een dergelijke verankeringssteen (2) kan van één of meer dergelijke uitsparingen (16) voorzien worden. Hoe langer een dergelijke verankeringssteen (2) wordt uitgevoerd, hoe meer van dergelijke uitsparingen (16) men hierin zal wensen te voorzien.
Hoe korter een dergelijke verankeringssteen (2) wordt uitgevoerd, hoe minder van dergelijke uitsparingen (16) men hierin zal wensen te voorzien.
Elk van deze uitsparingen (16) is hoofdzakelijk balkvormig uitgevoerd, dit met een lossingshoek, om deze uitsparingen (16) mee te kunnen vormen in de mal waarin deze handvormsteen (2) gevormd wordt.
Deze uitsparingen (16) strekken zich elk uit vanaf het achtervlak (10) van deze verankeringssteen (2) (waarin deze uitmonden), tot voorbij de corresponderende groef (14) in het bovenvlak (8) van deze verankeringssteen (2). Van het achtervlak (10) van deze verankeringssteen (2) gezien naar het voorvlak (11) toe, strekt elke uitsparing (16) zich daarbij tot voorbij de helft van het bovenvlak (8) uit.
Een voorste opstaande rand (19) van de verankeringssteen (2) begrenst elke uitsparing (16) aan de voorzijde, om deze uitsparing (16) en het eventuele hieraan aangebrachte spouwanker (6) te verbergen.
De breedte van elk van deze uitsparingen (16) is minstens drie keer de diameter d van het spouwanker (6) en maximum vier keer deze diameter d, dit om het spouwanker (6) hier vlot in op te kunnen nemen.
Elke uitsparing (16) is zijdelings begrensd door opstaande randen (17, 18), die voldoende breed zijn uitgevoerd om het hierna beschreven verankeringsklemelement (7) voldoende in deze opstaande randen (17, 18) te kunnen laten aangrijpen.
De diepte van elke uitsparing (16) dient minimaal de diameter van het spouwanker (6) te zijn.
In de afgebeelde uitvoeringsvorm blijft er nog een 5-tal mm speling over om het spouwanker (6) vlot in deze uitsparing (16) aan te kunnen brengen.
Een verankeringsklemelement (7) van het afgebeelde droogstapelsysteem (1) is voorzien van twee (24, 25) ten opzichte van elkaar veerbare benen (24, 25) om deze verend in een groef (14) in het bovenvlak (8) van een verankeringssteen (2) aan te kunnen brengen en hierin te kunnen klemmen.
Verder is deze ook voldoende verend voorzien om deze aan de tegenovergestelde zijde ook in een groef (15) in het ondervlak (9) aan te kunnen brengen en hierin te kunnen klemmen.
Hiertoe kan een dergelijk verankeringsklemelement (7) bij voorkeur uit RVS vervaardigd worden.
Alternatief kan dit verankeringsklemelement (7) bijvoorbeeld ook uit een kunststof vervaardigd worden, dat zo gekozen wordt, dat hiermee de gewenste belastingen opgevangen kunnen worden.
Het afgebeelde verankeringsklemelement (7) is voorzien van een ankeruitsparing (23) voor het hierin opnemen van het spouwanker (6). Alternatief kan een dergelijk verankeringsklemelement (7) bijvoorbeeld ook van meerdere dergelijke ankeruitsparingen (23) voorzien worden, zodat het spouwanker (6), naar keuze in één van deze ankeruitsparingen (23) aangebracht kan worden.
In de afgebeelde uitvoeringsvorm mondt deze ankeruitsparing (23) aan de onderzijde van het verankeringsklemelement (7) uit.
Alternatief zou een dergelijke ankeruitsparing (23) bijvoorbeeld ook aan de bovenzijde of aan één van de laterale zijden van dit verankeringsklemelement (7) kunnen uitmonden.
Na aanbrengen van het spouwanker (6) in een dergelijke ankeruitsparing (23) in het verankeringsklemelement (7) kan dit verankeringsklemelement (7) in de groef (14) in het bovenvlak (8) van de corresponderende verankeringssteen (2) aangebracht worden.
Dit verankeringsklemelement (7) kan daarbij in deze groef (14) aangrijpen zijdelings naast de uitsparing (16) waarin het spouwanker (6) is opgenomen, in de opstaande randen (17, 18), die deze uitsparing (16) begrenzen en in het deel van deze groef (14) dat zich onderaan deze uitsparing (16) dieper uitstrekt dan deze uitsparing (16). Wanneer een steen (2, 3, 4, 5) bovenop deze verankeringssteen (2) aangebracht wordt, ter hoogte van de uitsparing (23) waarin het spouwanker (6) is aangebracht, zal het verankeringsklemelement (7) bijkomend ook aangrijpen in de groef (15) in het ondervlak van deze steen (2, 3, 4, 5). Het afgebeelde verankeringsklemelement (7) kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden als een eerder genoemd borgelement voor het onderling borgen van aangrenzend gestapelde stenen (2, 3, 4, 5). Er kan echter ook een anders uitgevoerd borgelement voorzien worden.
Als alternatief voor het afgebeelde verankeringselement (7) kan bijvoorbeeld ook gekozen worden voor een verankeringselement zoals beschreven en afgebeeld in EP 1 412 588 B1 of een verdere variant hierop.
Een derde type steen (4) en een vierde type steen (5) zijn hoekstenen (4, 5). De groeven (14, 15) in het bovenvlak (8) en in het ondervlak (9) van deze hoekstenen (4, 5), die zich tussen de kopvlakken (12, 13) van deze hoekstenen (4, 5) uitstrekken, monden enkel aan de niet zichtbare zijde van deze hoekstenen (4, 5) in het corresponderende kopvlak (12, 13) uit.
Daarnaast zijn deze hoekstenen (4, 5) in hun bovenvlak (8) en in hun ondervlak (9) voorzien van corresponderende dwarsgroeven (21, 22), die aan de niet zichtbare zijde uitmonden in de strekvlakken (10, 11) van deze stenen (4, 5), dit op een positie waar deze groeven (21, 22) kunnen aansluiten op groeven (14, 15) in tussenstenen (3) of verankeringsstenen (2) die hieraan grenzend gestapeld worden.
Het derde types steen (4) en het vierde type steen (5) zijn uitgevoerd als elkaars spiegelbeeld, dit gespiegeld ten opzichte van een kopzijde van deze steen (4, 5). In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen deze hoekstenen (4, 5) uit figuren 10 en 11 ook gecombineerd worden in één enkele alternatieve hoeksteen (27), die voorzien is van de groeven (14, 15, 21, 22) van beide hoekstenen (4, 5). Deze alternatieve hoeksteen (27) is in figuur 12 voorgesteld.
In deze alternatieve hoeksteen (27) monden de groeven (14) die zich in de lengterichting uitstrekken niet uit in de kopvlakken (12, 13). Om deze hoeksteen (27) met een in zijn lengterichting zijdelings hier naast opgestelde tussensteen (3) of verankeringssteen (2) te verankeren, is het mogelijk om het betreffende uiteinde van deze hoeksteen (27) af te zagen, dit bijvoorbeeld tot een drie- klezoor, waarbij de groeven (14, 15) dan wel in het nieuw gevormde kopvlak uitmonden.
Deze hoeksteen (27) kan daarna met een in zijn lengterichting zijdelings hier naast opgestelde tussensteen (3) of verankeringssteen (2) verankerd worden door het aanbrengen van een borgelement in de aangrenzende groeven (14, 15) van deze stenen (27, 3, 2). Alternatief is het ook mogelijk om deze hoeksteen (27) onrechtstreeks ten opzichte van een hier zijdelings naast opgestelde tussensteen (3) of verankeringssteen (2) te verankeren via een hier boven of een hier onder gestapelde tussensteen (3) of verankeringssteen (2). Hiertoe brengt men enerzijds een eerste borgelement aan in de aangrenzende groeven (14, 15) van deze hoeksteen (27) en de hier boven of hier onder gestapelde tussensteen (3) of verankeringssteen (2) en anderzijds een tweede borgelement in de aangrenzende groeven (14, 15) van de in lengterichting zijdelings hier naast opgestelde tussensteen (3) of verankeringssteen (2) en de hier boven of hier onder gestapelde tussensteen (3) of verankeringssteen (2).

Claims (14)

CONCLUSIES
1. Droogstapelsysteem (1) met stenen (2, 3, 4, 5) voor het optrekken van een gevel (26), omvattende: — stenen (2, 3, 4, 5) , waarbij elke steen (2, 3, 4, 5) een bovenvlak (8) en een ondervlak (9) omvat, die vlak zijn uitgevoerd om deze stenen (2, 3, 4, 5) opeen te stapelen met ondervlakken (9) van boven gestapelde stenen (2, 3, 4, 5) bovenop bovenvlakken (8) van onder gestapelde stenen (2, 3, 4, 5) en waarbij in het bovenvlak (8) en in het ondervlak (9) van elke steen (2, 3, 4, 5) een groef (14, 15) is voorzien, die zich hoofdzakelijk volgens de lengterichting van deze steen (2, 3, 4, 5) uitstrekt, zodanig dat de groef (15) in het ondervlak (9) van elke boven gestapelde steen (2, 3, 4, 5) uitmondt in corresponderende groeven (14) in het bovenvlak (8) van hier onder gestapelde stenen (2, 3, 4, 5); — een spouwanker (6); en — een verankeringsklemelement (7), dat aanbrengbaar is aan het spouwanker (6) en dat klemmend aanbrengbaar is in de aangrenzende groeven (14, 15) van een boven gestapelde steen (2, 3, 4, 5) en een corresponderende hier onder gestapelde steen (2, 3, 4, 5); met het kenmerk dat minstens één genoemde steen (2) als een verankeringssteen (2) is uitgewerkt, die in zijn bovenvlak (8) en/of in zijn ondervlak (9) voorzien is van één of meerdere uitsparingen (16), voor het hierin opnemen van het spouwanker (6), waarbij elke uitsparing (16) zich uitstrekt vanaf een achtervlak (10) van deze verankeringssteen (2) tot voorbij de corresponderende groef (14) in het bovenvlak (8) of in het ondervlak (9).
2. Droogstapelsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke uitsparing (16) hoofdzakelijk balkvormig is uitgevoerd.
3. Droogstapelsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke uitsparing (16) zich van het achtervlak (10) van de verankeringssteen (2) gezien naar een voorvlak (11) van de verankeringssteen (2) toe, tot op een zekere afstand van dit voorvlak (11) uitstrekt.
4. Droogstapelsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke uitsparing (16) zijdelings begrensd 1s door opstaande randen (17, 18) van de verankeringssteen (2), en dat deze opstaande randen (17, 18) en het verankeringsklemelement (7) voorzien zijn om bij aanbrengen van het spouwanker (6) in een genoemde uitsparing (16) en bij klemmend aanbrengen van het verankeringsklemelement (7) in de corresponderende groef (14), dit verankeringsklemelement (7) aan weerszijden van deze uitsparing (16) in de corresponderende opstaande randen (17, 18) in de corresponderende groef (14) klemmend te laten aangrijpen.
5. Droogstapelsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de corresponderende groef (14) een diepte heeft, die dieper is uitgevoerd dan de diepte van elke uitsparing (16).
6. Droogstapelsysteem (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de corresponderende groef (14) en het verankeringsklemelement (7) voorzien zijn om bij aanbrengen van het spouwanker (6) in een genoemde uitsparing (16) en bij klemmend aanbrengen van het verankeringsklemelement (7) in de corresponderende groef (14), dit verankeringsklemelement (7) onderaan deze uitsparing (16) klemmend te laten aangrijpen in de corresponderende groef (14).
7. Droogstapelsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het verankeringsklemelement (7) voorzien is van een ankeruitsparing (23) waarin het spouwanker (6) aanbrengbaar is, om het verankeringsklemelement (7) aanbrengbaar aan het spouwanker (6) te voorzien.
8. Droogstapelsysteem (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het verankeringsklemelement (7) meerdere genoemde ankeruitsparingen (23) omvat, waarin het spouwanker (6) aanbrengbaar is, waarbij deze ankeruitsparingen (23) over de lengterichting verspreid zijn opgesteld, zodat het verankeringsklemelement (7) in meerdere corresponderende posities aan het spouwanker (6) aanbrengbaar is voorzien.
9. Droogstapelsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens één steen (2, 3, 4, 5) uitgevoerd is als handvormsteen of vormbaksteen.
10. Droogstapelsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens één groef (14, 15) uitgevoerd is als een zaagsnede.
11. Droogstapelsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke steen (2, 3, 4, 5) een kopvlak (12, 13) omvat, dat de groeven (14, 15) zich uitstrekken tussen de kopvlakken (12, 13) van de stenen (2, 3, 4, 5) en uitmonden in deze kopvlakken (12, 13) en dat het droogstapelsysteem (1) een borgelement omvat, dat aanbrengbaar is in aangrenzende groeven (14) van naast elkaar opgestelde stenen (2, 3, 4, 5), om deze stenen (2, 3, 4, 5) onderling te borgen.
12. Verankeringssteen (2) voor een droogstapelsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een bovenvlak (8) en een ondervlak (9), die vlak zijn uitgevoerd, waarbij in dit bovenvlak (8) en in dit ondervlak (9) een groef (14, 15) is voorzien, waarbij de groef (14) in het bovenvlak (8) nagenoeg rechtstreeks boven de groef (15) in het ondervlak (9) is opgesteld, waarbij deze groeven (14, 15) zich hoofdzakelijk volgens de lengterichting van deze steen (2) uitstrekken en waarbij deze verankeringssteen (2) in zijn bovenvlak (8) en/of in zijn ondervlak (9) voorzien is van één of meerdere uitsparingen (16), voor het hierin opnemen van het spouwanker (6) van dit droogstapelsysteem (1), waarbij elke uitsparing (16) zich uitstrekt vanaf een achtervlak (10) van deze verankeringssteen (2) tot voorbij de corresponderende groef (14) in het bovenvlak (8) of in het ondervlak (9).
13. Gevel (26) opgetrokken met een droogstapelsysteem (1) volgens één van de conclusies 1 tot 12, waarbij het genoemde spouwanker (6) van dit droogstapelsysteem (1) in een genoemde uitsparing (16) is aangebracht en waarbij het genoemde verankeringsklemelement (7) aan het spouwanker (6) is aangebracht en in met de uitsparing (16) corresponderende groeven (14, 15) in boven en onder gestapelde stenen (2, 3, 4, 5) is aangebracht.
14. Werkwijze voor het optrekken van een gevel (26), met het kenmerk dat een droogstapelsysteem (1) volgens één van de conclusies 1 tot 11 wordt genomen, dat de genoemde stenen (2, 3, 4, 5) boven elkaar worden gestapeld, dat ter hoogte van het genoemde spouwanker (6) de verankeringssteen (2) met de genoemde uitparingen (16) wordt genomen, dat het verankeringsklemelement (7) aan het spouwanker (6) wordt aangebracht, dat het spouwanker (6) in een genoemde uitsparing (16) wordt aangebracht en dat het verankeringsklemelement (7) in met de uitsparing (16) corresponderende groeven (14, 15) in boven en onder gestapelde stenen (2, 3, 4, 5) wordt aangebracht.
BE20195888A 2019-12-11 2019-12-11 Droogstapelsysteem BE1027931B1 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195888A BE1027931B1 (nl) 2019-12-11 2019-12-11 Droogstapelsysteem
ES20212156T ES2964935T3 (es) 2019-12-11 2020-12-07 Sistema de apilamiento en seco para el levantamiento de una fachada
EP20212156.2A EP3835503B1 (en) 2019-12-11 2020-12-07 Dry stacking system for erection of a facade
HUE20212156A HUE063521T2 (hu) 2019-12-11 2020-12-07 Szárazépítési rendszer homlokzat építéséhez
HRP20231304TT HRP20231304T1 (hr) 2019-12-11 2020-12-07 Sustav suhog slaganja za postavljanje fasade
PL20212156.2T PL3835503T3 (pl) 2019-12-11 2020-12-07 System do układania na sucho do montażu elewacji
AU2020286309A AU2020286309A1 (en) 2019-12-11 2020-12-11 Dry stacking system
US17/120,070 US11391042B2 (en) 2019-12-11 2020-12-11 Dry stacking system

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195888A BE1027931B1 (nl) 2019-12-11 2019-12-11 Droogstapelsysteem

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027931A1 BE1027931A1 (nl) 2021-07-27
BE1027931B1 true BE1027931B1 (nl) 2021-08-03

Family

ID=69055623

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195888A BE1027931B1 (nl) 2019-12-11 2019-12-11 Droogstapelsysteem

Country Status (8)

Country Link
US (1) US11391042B2 (nl)
EP (1) EP3835503B1 (nl)
AU (1) AU2020286309A1 (nl)
BE (1) BE1027931B1 (nl)
ES (1) ES2964935T3 (nl)
HR (1) HRP20231304T1 (nl)
HU (1) HUE063521T2 (nl)
PL (1) PL3835503T3 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB562154A (en) * 1943-03-12 1944-06-20 Robert Greenwood Tarran Improvements in bricks, building blocks and the like
FR1008452A (fr) * 1950-01-17 1952-05-19 Procédé de construction de bâtiments par assemblage sans ciment de blocs préfabriqués
EP1412588B1 (en) * 2001-07-19 2011-11-30 G.J. Den Daas Management B.V. System of stackable blocks as well as block and a joining element of the system
WO2016023804A1 (fr) * 2014-08-13 2016-02-18 Techni Process Sarl Paroi double et bloc modulaire pour l'edification de celle-ci

Family Cites Families (31)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1567085A (en) * 1925-01-19 1925-12-29 Valsy E Rowland Building block
US2049907A (en) * 1934-11-01 1936-08-04 Hess System Inc Building block and wall structure
US2225612A (en) * 1936-07-22 1940-12-24 Charles W Allen Structural unit
US2963828A (en) * 1957-06-13 1960-12-13 Philip J Belliveau Building blocks and means for assembling same
US3529390A (en) * 1968-08-09 1970-09-22 Grant Stetter Masonry wall construction
US3546833A (en) * 1968-10-08 1970-12-15 Arnold Perreton Insulated building block construction
US5024035A (en) * 1979-10-18 1991-06-18 Insulock Corporation Building block and structures formed therefrom
US4622796A (en) * 1981-12-30 1986-11-18 Aziz Edward M Structural connection for cavity wall construction
US4498266A (en) * 1982-06-22 1985-02-12 Arnold Perreton Concrete block and hollow insulating insert therefor
US4532747A (en) * 1983-01-20 1985-08-06 Koetje John R Expandable connector and method of using same to form curved structural framework
NL8603202A (nl) * 1986-12-16 1988-07-18 Zwagerman Jan Constructiesamenstel uit afzonderlijke bouwelementen.
US5402609A (en) * 1992-08-13 1995-04-04 Kelley, Jr.; Michael L. Concrete building block system
US5507599A (en) * 1993-03-31 1996-04-16 Societe Civile Des Brevets Henri C. Vidal Modular block retaining wall construction and components
US6065265A (en) * 1997-05-01 2000-05-23 Newtec Building Products Inc. Corner and end block for interlocking building block system
US6189282B1 (en) * 1998-06-24 2001-02-20 Building Works, Inc. Mortarless concrete block
US7591447B2 (en) * 2001-10-18 2009-09-22 Westblock Systems, Inc. Wall block, system and mold for making the same
US7461490B2 (en) * 2003-01-23 2008-12-09 Omar Toledo Construction block system
US7806038B2 (en) * 2004-07-14 2010-10-05 Duke Leslie P Modular polymeric projectile absorbing armor
US9206597B2 (en) * 2006-02-13 2015-12-08 3B Construction Solutions, Inc. Unitized post tension block system for masonry structures
US7762033B2 (en) * 2006-03-29 2010-07-27 Scott Robert E Wall construction system and method
US9206599B2 (en) * 2007-02-02 2015-12-08 Les Materiaux De Construction Oldcastle Canada, Inc. Wall with decorative facing
US20090041552A1 (en) * 2007-08-10 2009-02-12 Westblock Systems, Inc. Retaining wall system
US20180266105A1 (en) * 2008-05-20 2018-09-20 Alberto Augusto RODRIGUEZ CARASSUS Self-locking block
US9441342B2 (en) * 2010-09-28 2016-09-13 Les Materiaux De Construction Oldcastle Canada, In Retaining wall
CL2012003495A1 (es) * 2012-12-11 2013-02-22 Reyes Luciano Héctor Montiel Sitema de bloques que se traban en que cada bloque es un cuerpo de geometria poliedrica y/o cilindrica en cuyas caras superior e inferior posee calces bajo relieve y perforaciones, de geometria poliedrica y/o cilindrica, donde encajan trabas de dimensiones menores a las de calces y perforaciones uniendo los bloques entre si.
US9151051B2 (en) * 2013-02-04 2015-10-06 Andre Cossette 65 db sound barrier insulated block
US20150097312A1 (en) * 2013-09-26 2015-04-09 Keystone Retaining Wall Systems Llc Block, block system and method of making a block
US9182133B1 (en) * 2014-04-23 2015-11-10 Mark R. Weber Wall construction system and component thereof
CA3030708A1 (en) * 2016-07-21 2018-01-25 Keystone Retaining Wall Systems Llc Veneer connectors, wall blocks, veneer panels for wall blocks, and walls
US10190313B1 (en) * 2018-03-16 2019-01-29 Omar Toledo Construction block system
US10458092B1 (en) * 2018-06-06 2019-10-29 Horacio Correia Modular retaining wall system and façade

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB562154A (en) * 1943-03-12 1944-06-20 Robert Greenwood Tarran Improvements in bricks, building blocks and the like
FR1008452A (fr) * 1950-01-17 1952-05-19 Procédé de construction de bâtiments par assemblage sans ciment de blocs préfabriqués
EP1412588B1 (en) * 2001-07-19 2011-11-30 G.J. Den Daas Management B.V. System of stackable blocks as well as block and a joining element of the system
WO2016023804A1 (fr) * 2014-08-13 2016-02-18 Techni Process Sarl Paroi double et bloc modulaire pour l'edification de celle-ci

Also Published As

Publication number Publication date
PL3835503T3 (pl) 2024-01-22
BE1027931A1 (nl) 2021-07-27
HRP20231304T1 (hr) 2024-02-02
EP3835503B1 (en) 2023-09-27
ES2964935T3 (es) 2024-04-10
EP3835503C0 (en) 2023-09-27
US11391042B2 (en) 2022-07-19
AU2020286309A1 (en) 2021-07-01
US20210180318A1 (en) 2021-06-17
EP3835503A1 (en) 2021-06-16
HUE063521T2 (hu) 2024-01-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7850394B2 (en) Paving stone
US6467229B2 (en) Mortarless brick
US7503730B2 (en) Modular block wall system
US20060150559A1 (en) Two piece interlocking block system
US7168218B2 (en) Mortarless fence block system
US7096634B2 (en) Block wall system
CA2771392C (en) Wall block system
US20050108973A1 (en) Wall block, system and mold for making the same
US20070193183A1 (en) Concrete block for forming columns
US8443563B2 (en) Building block having the appearance of wood shake
US20080063480A1 (en) Invertible retaining wall block
BE1027931B1 (nl) Droogstapelsysteem
KR20150034780A (ko) 구조 유닛 및 위치결정부재
BE1025942B1 (nl) Werkwijze voor het verbinden van twee balken
JP2002013226A (ja) ブロック体
JP6945911B1 (ja) 透かしレンガ積み壁材の構築方法
AU2005203188B2 (en) Building element and wall
KR200272112Y1 (ko) 기능성 콘크리트 블록
US20230313525A1 (en) Wall Block
RU2132430C1 (ru) Керамическое изделие для облицовки строительных конструкций
JP3270408B2 (ja) 土留め用ブロック
CA3153615A1 (en) Wall block
NL8304329A (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van een muur en bouwblok toe te passen bij die werkwijze.
BE1013798A3 (nl) Bouwblok en werkwijze voor het vermetselen van dit bouwblok.
NL1015607C2 (nl) Werkwijze voor het bouwen van een spouwmuur.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210803