NL8603025A - Klep, in het bijzonder voor voedingsinrichting van de carburator van een motor met inwendige verbranding. - Google Patents

Description

NO 34147

Klep, ia het bijzonder voor voedingsinrichting van de carburator van een motor met inwendige verbranding.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op kleppen, en in het bijzonder op die welke bestemd zijn om toegepast te worden in voedings-inrichtingen voor gasvormige brandstof, in het bijzonder vloeibaar olie-gas, van de carburator van een motor met inwendige verbranding die ge-5 woonlijk op benzine werkt.

In het Franse octrooi 8216257 is reeds een voedingsinrichting beschreven voor gasvormige brandstof voor een motor met inwendige verbranding bevattende een klep die geregeld wordt door het gaspedaal en bestemd is om de stromingssterkte van het gas te regelen, welke van een 10 toegangsleiding naar een uitgangsleiding loopt die uitmondt in de carburator of onder de carburator. De klep bevat in wezen een vaste schijf voorzien van een opening en een draaiende schijf welke met zijn vlak tegen het vlak van de vaste schijf geplaatst is en voorzien van een opening met variabele hoogte. Door de vaste schijf te doen draaien ten op-15 zichte van de beweegbare schijf, vallen de gaten min of meer samen*

De opening van de beweegbare schijf is traanvormig. Zijn hoogte neemt geleidelijk aan toe van het ene uiteinde naar het andere zodanig dat het gedeelte dat samenvalt lineair toeneemt al naar gelang dat de beweegbare schijf verdraaid wordt door op het pedaal te drukken.

20 Gebleken Is nu dat deze lineaire toename van de samenvallende op pervlakken van de twee openingen niet overeenkomt met optimale voedings-toestanden. Op verrassende wijze moeten de samenvallende oppervlakken, afhankelijk van de onderdruk die stroomafwaarts van de klep heerst, soms op niet lineaire wijze toenemen.

25 Doel van de uitvinding is derhalve een klep te verschaffen waarmee een motor met inwendige verbranding op optimale wijze gevoed kan worden met gasvormige brandstof.

Doel van de uitvinding is een klep te verschaffen bevattende een vaste plaat voorzien van een opening, een beweegbare plaat die met zijn 30 vlak tegen het vlak van de vaste plaat aangebracht is en voorzien is van een opening met een variabele hoogte, en middelen voor het verplaatsen van de beweegbare plaat ten opzichte van de vaste plaat volgens een gegeven richting zodanig dat de opening van de beweegbare plaat min of meer samenvalt met die van de vaste plaat, met het kenmerk, dat 35 de hoogte, gerekend loodrecht op de richting van de verplaatsing, van een gedeelte van de opening van de beweegbare plaat kleiner is dan die van de twee aangrenzende gedeelten.

8603025 ¢. * -2-

Het profiel van de opening van de beweegbare plaat is afhankelijk van het soort motor. Het profiel dat een optimale voeding verschaft komt echter overeen met een zodanige uitsnijding van de opening van de beweegbare plaat dat de hoogten van de verschillende stukken kleiner zijn 5 dan die van de stukken die daar respectievelijk aan grenzen.

Voor bepaalde motoren is het gunstig gebleken dat de hoogte van de twee stukken aan de uiteinden van de opening van de beweegbare plaat alle twee kleiner zijn dan de hoogte van de rest van de opening van de beweegbare plaat.

10 Nog beter is, met het oog op de stroming van de fluïda, dat een denkbeeldige lijn evenwijdig aan de verplaatsingsrichting de opening van de beweegbare plaat verdeelt in twee delen die in wezen dezelfde oppervlakken bezitten.

De theoretische profielen van de opening van de beweegbare plaat, 15 zoals die gevonden worden bij een testopstelling, verschaffen stukken die gevormd worden door toppen en dalen met een breedte die kleiner is dan 1 mm en met een verhouding van de hoogte ten opzichte van de breedte die groter is dan ongeveer 10. Afgezien van het feit dat het uitsnijden van de opening daardoor moeilijk zo niet onmogelijk zou worden, passen 20 deze smalle pieken niet bij een goede stroming van het fluïdum, aangezien zij tot te hoge ladlngsverliezen leiden. Derhalve wordt een breedte groter dan 1 mm en een verhouding groter dan 10 aangenomen, waarbij het profiel zodanig glad gemaakt wordt dat op een naburig stuk de afname of de toename van de hoogte geleidelijk aan wordt gecompenseerd.

25 Het profiel van de opening van de beweegbare plaat hangt af van de voorrand van de opening van de vaste plaat. Het profiel wordt vereenvoudigd en daardoor wordt de mogelijkheid verschaft om een opening uit te snijden met een werkelijk profiel dat nauwkeuriger overeenkomt met het theoretische profiel, dat minder glad behoeft te worden uitgevoerd, wan-30 neer de opening van de vaste plaat één kant, en bijvoorkeur twee tegenoverliggende kanten, bezit die loodrecht staan op de verplaatsingsrichting. Daarom worden, voor de vaste plaat, geen cirkelvormige openingen genomen maar openingen in de vorm van een cirkelsector of met een rechthoekige vorm» Bijvoorkeur bezit de opening van de vaste plaat twee kan-35 ten die evenwijdig lopen aan de verplaatsingsrichting, waardoor eveneens het profiel van de opening van de vaste plaat vereenvoudigd wordt en bovendien een grotere symmetrie wordt verkregen. De stroming van het fluïdum is beter wanneer de denkbeeldige as evenwijdig aan de verplaatsingsrichting ook de opening van de vaste plaat in twee delen verdeelt met in 40 wezen dezelfde oppervlakken.

i __ 8603025 * * -3-

De eenvoudigste en meest nauwkeurig door een gaspedaal te regelen klep is een klep waarin de platen schijven zijn en waarin de beweegbare plaat draait om zijn middelpunt.

Oe bijgevoegde tekening is slechts als voorbeeld gegeven.

5 Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief, gedeeltelijk weggenomen, van een gedeelte van de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een uiteengenomen aanzicht van deze inrichting.

Fig. 3 toont een gedeeltelijk bovenaanzicht van een beweegbare schijf.

10 Fig. 4 toont een bovenaanzicht van een vaste schijf.

Fig. 5 toont een gedeeltelijk aanzicht van een variant van de beweegbare schijf.

De in fig. 1 afgebeelde inrichting bevat een gesloten lichaam 1 in de vorm van een cilinder. Op het zijvlak van het lichaam 1 mondt een 15 aansluiting 2 uit voor de toevoerleiding van het gas afkomstig uit een vergassingsinrichting. Uit een van de bases 3 van het lichaam steekt een excentrische aansluiting 4. Aan de aansluiting 4 is het uiteinde bevestigd van een soepele leiding 5. Aan het andere uiteinde van de soepele leiding 5 is een voedingsflens 6 bevestigd, hetzij met een ringvormige 20 diffusor danwel met een verwisselbare diffusor 7. De flens 6 wórdt tussen de basis 8 van de carburator 9 en het inlaatspruitstuk 10 van het mengsel geklemd.

Een beweegbare schijf 11, voorzien van een opening 12, is vast op een tap 13 gezet met een aandrukveer 18 en kan zodoende draaien in het 25 inwendige van het lichaam 1 waarbij hij aangedrukt wordt tegen de inwendige wand van de vaste schijf 3. Tijdens het draaien valt de opening 12 steeds verder samen met een opening 19 aangebracht in de vaste schijf 3 en omgeven door de omtrek van de aansluiting 4. De tap 13 loopt door de basis 14 heen, tegenover de vaste schijf 3, en is, bij het uitwendige 30 van het lichaam 1, in draairichting vastgezet op een van de uiteinden van een drijfstangetje 15, waarvan het andere uiteinde een koppelingsko-gel draagt. Deze kogel werkt samen met een kogelscharnier 16 dat bevestigd is aan êén van de uiteinden van een kabel 17· De kabel 17 is gemonteerd op de trommel 21 voor het regelen van de carburator door middel 35 van een drijfstangetje 22 en een kogelscharnier 23. Het drijfstangetje 22 wordt bediend door een kabel die geregeld wordt door het gaspedaal (niet afgeheeld).

Wanneer op het gaspedaal gedrukt wordt, wordt de schijf 11 verdraaid door middel van de overbrenging 15 tot en met 23 en zodoende 40 bedekken de openingen 12 en 19 elkaar steeds meer. Wanneer het pedaal 860 3 02 5- -4- * > losgelaten wordt brengt de veer 18 de opening 12 weer terug zodat hij niet samenvalt met de opening 19.

In fig. 3 zijn door middel van stralen van de schijf 11 stukken van de opening 12 bepaald. Het stuk 24 gelegen tussen de stralen 25 en 26 5 bezit een hoogte, gerekend in radiale richting, die kleiner is dan zowel die van het stuk 27 gelegen tussen de stralen 25 en 28 alsmede die van het stuk 29 gelegen tussen de stralen 26 en 30. Net zo is het stuk 31, gelegen tussen de stralen 32 en 33, minder hoog dan het stuk 34 gelegen tussen de stralen 33 en 35 en dan het stuk 36 gelegen tussen de stralen 10 32 en 37 ·

De twee aan het uiteinde gelegen stukken 38, 39 bezitten een hoogte die kleiner is dan de gehele rest van de opening 12.

Een denkbeeldige cirkelboog 40 verdeelt de opening 12 in twee delen 41 uitwendig en 42 inwendig met in wezen hetzelfde oppervlak.

15 De in de vaste schijf 3 uitgesneden opening 19 afgebeeld in fig. 4 bezit de vorm van een cirkelsector met twee tegenover elkaar liggende kanten 45, 46 die zich uitstrekken volgens de stralen, en twee tegenover elkaar liggende kanten 43, 44 die zich uitstrekken volgens cirkelbogen die koncentrisch zijn ten opzichte van de omtrek van de schijf 3. De 20 denkbeeldige cirkelboog 40 verdeelt de opening 19 in twee delen 47, 48 met hetzelfde oppervlak.

Fig. 5 toont een beweegbare schijf 11 met opening 12 geschikt voor een carburator met twee lichamen. Daarin zijn de stukken 49, 50 met een kleinere hoogte terug te vinden, geplaatst tussen de stukken 51, 52, 53 25 met een grotere hoogte.

< i 8603025

Claims (12)

1. Klep met een vaste plaat voorzien van een opening, een beweegbare plaat die met zijn vlak aangebracht is tegen het vlak van de vaste plaat en voorzien van een opening met variabele hoogte en middelen voor het verplaatsen van de beweegbare plaat ten opzichte van de vaste plaat 5 volgens een gegeven richting zodanig dat de opening van de beweegbare plaat min of meer samenvalt met die van de vaste plaat, met het kenmerk, dat de hoogte, gerekend loodrecht op de richting van het verplaatsen, van het stuk (24) van de opening (12) van de beweegbare plaat (11) kleiner is dan die van de twee aangrenzende stukken (27, 29).

2. Klep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoogten van verschillende stukken van de opening van de beweegbare plaat kleiner zijn dan die van de stukken die daar respectievelijk aan grenzen.

3. Klep volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de hoogten van de twee aan de uiteinden gelegen stukken (38, 39) van de opening van 15 de beweegbare plaat allebei kleiner zijn dan de hoogte van de rest van de opening van de beweegbare plaat·

4. Klep volgens een van de conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat een denkbeeldige lijn (40) evenwijdig aan de verplaatsings-richting de opening van de beweegbare plaat in twee delen (41, 42) deelt 20 met in wezen dezelfde oppervlakken·

5. Klep volgens een van de conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat elk dal of elke top van het profiel dat de opening van de beweegbare plaat bepaalt een breedte bezit die groter is dan ongeveer 1 mm·

6. Klep volgens een van de conclusies 1 tot en met 5, met het ken merk, dat de verhouding van de hoogte tot de breedte van elke top of elk dal van het profiel dat de opening bepaalt van de beweegbare plaat kleiner is dan ongeveer 10.

7. Klep volgens een van de conclusies 1 tot en met 6, met het ken- 30 merk, dat de opening (19) van de vaste plaat (3) een kant (43) bezit die loodrecht staat op de verplaatsingsrichting.

8. Klep volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de opening (19) van de vaste plaat (3) twee kanten (43, 44) bezit die tegenover elkaar liggen en loodrecht staan op de verplaatsingsrichting.

9. Klep volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de opening (19) van de vaste plaat (13) twee kanten (45), (46) bezit die evenwijdig lopen aan de verplaatsingsrichting.

10. Klep volgens een van de conclusies 4 tot en met 9, met het kenmerk, dat de denkbeeldige lijn (40) die evenwijdig loopt aan de 860 3 025 < -6- verplaatsingsrichting ook de opening (19) van de vaste plaat (3) in twee delen (47, 48) deelt met in wezen dezelfde oppervlakken.

11. Klep volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beweegbare plaat een draaibare schijf is.

12. Voedingsinrichting voor gasvormige brandstof, in het bijzonder voor vloeibaar oliegas, van de carburator van een inwendige verbrandingsmotor met een gaspedaal, bevattende een klep geregeld door het gaspedaal en bestemd om de stromingssterkte van het gas te veranderen dat door een toegangsleiding loopt naar een uitgangsleiding (4) die uitmondt 10 in de carburator of onder de carburator, met het kenmerk, dat de klep er één is zoals bepaald in de voorgaande conclusies. ( { 8603025