NL8602506A

NL8602506A - Stoel met beweegbare zitting en rugleuning.

Info

Publication number: NL8602506A
Application number: NL8602506A
Authority: NL
Original assignee: Ahrend Groep Nv
Priority date: 1986-10-06
Filing date: 1986-10-06
Publication date: 1988-05-02
Also published as: JPS6395008A; EP0263535A3; DE3778631D1; ATE75381T1; EP0263535A2; US4789203A; EP0263535B1

Description

‘ - 1 - r i

Stoel met beweegbare zitting en rugleuning.

De uitvinding heeft betrekking op een stoel omvattende een ondersteuningselement, een zitting en een rugleuning, waarbij de zitting bestaat uit een voorste star met het ondersteuningselement verbonden deel en ' * 5 uit een achterste deel dat nabij de, op het voorste deel aansluitende, voorrand scharnierend met het ondersteuningselement is verbonden, waarbij het achterste zittingdeel en de rugleuning door ten minste êên veer-element naar die stand worden gedrukt die deze delen 10 in de onbelaste toestand innemen.

Een dergelijke stoel is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.533.177. Bij deze bekende stoel vormen het achterste zittingdeel en de rugleuning een integraal geheel, zodat een eventuele verdraaiing van 15 deze delen ten opzichte van elkaar slechts plaats kan vinden door elastische vervorming van het constructie-element.

Verder is bij deze bekende stoel het veerelement uitgevoerd in de vorm van twee telescopisch in elkaar 20 verschuifbare delen, die door middel van een schroefveer uit elkaar worden gedrukt. Bij belasting van een dergelijk veerelement zal de er door uitgeoefende kracht nagenoeg lineair toenemen. Om een dergelijke stoel geschikt te maken voor personen van verschillend gewicht en 25 postuur is dan ook het veerelement zodanig uitgevoerd, dat de effektieve lengte van de schroefveer instelbaar is. Na instelling van het veerelement kan deze bekende stoel een redelijk zitcomfort bieden aan een bepaalde persoon, zodat een dergelijke stoel als bureaustoel bruik-30 baar is. In het genoemde octrooischrift wordt dan ook aangegeven, dat in het algemeen het ondersteuningselement zodanig zal zijn uitgevoerd, dat de zitting en rugleuning verzwenkbaar zijn om een vertikale as en in hoogte verstelbaar zijn.

35 De uitvinding beoogt nu een stoel te verschaffen met een dusdanig zitcomfort, dat een dergelijke stoel kan worden gebruikt in publieke ruimten, kantines, 8602506 * t - 2 - wijkcentra enz., waarbij de stoel onder wisselende omstandigheden wordt gebruikt en door personen met een zeer verschillend gewicht en postuur. De stoel moet daarbij degene die er op zit tijdens de diverse gebruiks-5 omstandigheden, dus zithoudingen, een optimaal zitcomfort bieden.

Volgens de uitvinding wordt dit nu bereikt, doordat het achterste zittingdeel op enige afstand van de scharnieras daarvan steunt op een zich op enige af-10 stand onder de zitting en in hoofdzaak evenwijdig daaraan uitstrekkende arm, die de rugleuning draagt en die scharnierend is verbonden met het ondersteuningselement in een punt dat zich onder de zitting bevindt en, gezien in vertikale projectie, inligt tussen de t 15 scharnieras van het achterste zittingdeel en het punt waar dit zittingdeel steunt op de am, waarbij het veerelement wordt gevormd door een progressief werkend veerelement, dat inwerkt op de arm.

Bij toepassing van de bovenbeschreven maat-20 regelen kan worden bereikt, dat de stoel het gewenste zitcomfort biedt voor zowel lichte als zware personen.

In beide gevallen zal door het gewicht van de persoon via het achterste zittingdeel een kracht op de, de rugleuning dragende, am worden uitgeoefend,waardoor de 25 am over een zekere hoek zal trachten te draaien, welke verdraaiing wordt tegengegaan door het progressief werkende veerelement. Het progressief werken van het veerelement is van bijzonder belang, daar een veerelement met een lineaire veerkarakteristiek niet het 30 gewenste effekt op zou kunnen leveren.

In het bijzonder zal het progressief werkende veerelement worden gevormd door ten minste één blok microcellulair polyurethaan, dat zich bevindt tussen de arm en een vast met de ondersteuning verbonden onder-35 deel.

Doordat het scharnierpunt van de arm die de rugleuning draagt, zich bevindt tussen de scharnieras van het achterste zittingdeel en het punt waar dit zittingdeel op de arm rust, zal de rugleuning steeds 40 een grotere hoekverdraaiïng uitvoeren dan het zitting- 8602506 - 3 - deel. Dit betekent dus dat bij het achterover leunen de rugleuning meer verdraait dan het zittingdeel. Dit is van veel belang, daar uit ergonomisch oogpunt bij verschillende zithoudingen een bepaalde hoek tussen zitting 5 en rugleuning gewenst is.

Voor een optimaal zitcomfort is gebleken, dat de verhouding tussen de hoekverdraaixngen van het achterste zittingdeel en van de rugleuning moet liggen tussen 1:1,8 en 1:2,2. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm 10 van een stoel volgens de onderhavige uitvinding zal de breedte van het voorste, vaste zittingdeel, gemeten in horizontale richting, vanaf de voorrand tot aan het scharnierpunt van het tweede zittingdeel liggen tussen 130 en 200 mm, terwijl de afstand tussen het genoemde 15 scharnierpunt en het punt waar de arm die de rugleuning draagt scharnierend is verbonden met het ondersteunings-element nagenoeg gelijk zal zijn aan de afstand tussen het scharnierpunt van de arm en het punt waar het achterste zittingdeel steunt op de arm, welke afstanden zullen 20 liggen tussen 100 en 120 mm.

Bij voorkeur zal daarbij het progressief werkende veerelement zijn aangebracht tussen de scharnierpunten van zittingdeel en arm.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan 25 de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een zijaanzicht toont van een stoel volgens de uitvinding, waarbij ter wille van de duidelijkheid bepaalde delen zijn weggelaten; en 30 fig. 2 een aanzicht toont overeenkomstig fig. 1 maar met het achterste zittingdeel en de rugleuning in een verzwenkte stand.

De weergegeven stoel omvat een ondersteunings-element 1, een zitting 2 en een rugleuning 3. Het onder-35 steuningselement 1 is samengesteld uit vier poten 4, die met elkaar zijn verbonden door de balken 5 en 6.

De zitting 2 bestaat uit het voorste deel 7, dat vast op de ondersteuning 1 is aangebracht, en uit het achterste deel 8. Het zittingdeel 8 is nabij de 40 voorrand, die aansluit op het zittingdeel 7, voorzien van 8602506 c - 4 - oren 9, waar doorheen de scharnieras 10 loopt, die anderzijds gaat door oren 11, verbonden met de ondersteuning 1.

Het zittingdeel 8 is verder voorzien van een 5 nok 12, die rust op een arm 13, die vast is verbonden met de rugleuning 3. De arm 13 is verzwenkbaar om de as 14, die op niet nader weergegeven wijze met de ondersteuning 1 is verbonden.

Tussen het voorste deel 15 van de arm 13 en 10 een vast met de ondersteuning 1 verbonden deel 16 is het veerelement 17 aangebracht. Dit element bestaat uit éên of meer blokken microcellulair polyurethaan, dat een progressieve veerkarakteristiek oplevert.

Zoals reeds boven vermeld zal de breedte 15 a van het vaste voorste zittingdeel 7 in het bijzonder liggen tussen 130 en 200 mm. De afstand b tussen de scharnierpunten 10 en 14 zal bij voorkeur nagenoeg gelijk zijn aan de afstand c tussen het scharnierpunt 14 en de nok 12. De afstanden b en c zullen daarbij liggen tussen 20 100 en 120 mm en zullen bij voorkeur gelijk zijn aan 110 mm. De afstand c is daarbij gemeten in de onbelaste toestand van het zittingdeel 8 en zal iets kleiner worden wanneer het zittingdeel 8 in de richting van de pijl P gaat verdraaien, wanneer een persoon op het zittingdeel 8 25 plaatsneemt.

Afhankelijk van de houding die de betreffende persoon in gaat nemen zal het zittingdeel 8 meer of minder gaan verdraaien, zoals bijvoorbeeld naar de stand als weergegeven in fig. 2, waarbij de rugleuning 3 over een 30 grotere hoek zal verdraaien, en wel over een hoek die ongeveer tweemaal zo groot is als de hoek waarover het zittingdeel 8 verdraait. Door het progressief werkende veerelement 17 zal de verdraaiing van het zittingdeel 8 en van de rugleuning 3 worden begrensd.

35 Het zal duidelijk zijn dat slechts een moge lijke uitvoeringsvorm van een stoel volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven is besproken en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen. Zo is het 40 bijvoorbeeld mogelijk de ondersteuning 1 op geheel andere 8602506 * - 5 - i wijze uit te voeren, bijvoorbeeld in de vorm van een kolom met aan het ondereinde daarvan zijdelings uitstekende poten. Al deze mogelijkheden zullen echter voor de deskundige duidelijk zijn en behoeven geen nadere toelichting.

- conclusies - 8602506

Claims

1. Stoel omvattende een ondersteuningselement, een zitting en een rugleuning, waarbij de zitting bestaat uit een voorste, star met het ondersteuningselement verbonden deel en uit een achterste deel dat nabij de, 5 op het voorste deel aansluitende, voorrand scharnierend met het ondersteuningselement is verbonden, waarbij het achterste zittingdeel en de rugleuning door ten minste ëên veerelement naar die stand worden gedrukt die deze delen in de onbelaste toestand innemen, met het 10 kenmerk, dat het achterste zittingdeel (8) op enige afstand van de scharnieras (10) daarvan steunt op een zich op enige afstand onder de zitting (2) en in hoofdzaak evenwijdig daaraan uitstrekkende arm (13) , die de rugleuning (3) draagt en die scharnierend is verbonden met 15 het ondersteuningselement (1) in een punt (14) dat zich onder de zitting (2) bevindt en, gezien in vertikale projectie, inligt tussen de scharnieras (10) van het achterste zittingdeel (8) en het punt waar dit zittingdeel (8) steunt op de arm (13), waarbij het veerelement wordt 20 gevormd door een progressief werkend veerelement (17), dat inwerkt op de arm (13).

2. Stoel volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het progressief werkende veerelement (17) wordt gevormd door ten minste êên blok microcellulair 25 polyurethaan, dat zich bevindt tussen de arm (13) en een vast met de ondersteuning (1) verbonden onderdeel (16).

3. Stoel volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de verhouding tussen de hoekverdraaiïngen van het achterste zittingdeel (8) en van de rugleuning 30 (3) . ligt tussen 1:1,8 en 1:2,2.

4. Stoel volgens êên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte (a) van het voorste, vaste zittingdeel (7), gemeten in horizontale richting, vanaf de voorrand tot aan het scharnierpunt 35 (10) van het tweede zittingdeel (8) ligt tussen 130 en 8602506 \ - 7 - 200 mm, terwijl de afstand (b) tussen het genoemde scharnierpunt (10) en het punt (14) waar de arm (13), die de rugleuning (3) draagt, scharnierend is verbonden met het ondersteuningselement (1) nagenoeg gelijk is aan 5 de afstand (c) tussen het scharnierpunt (14) van de arm (13) en het punt waar het achterste zittingdeel (8) steunt op de arm (13), welke afstanden zullen liggen tussen 100 en 120 mm.

5. Stoel volgens één der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat het progressief werkende veerelement (17) is aangebracht tussen de scharnierpunten (10,14) van zittingdeel (8) en arm (13).

6. Stoel als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 8602506