NL8601828A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8601828A
NL8601828A NL8601828A NL8601828A NL8601828A NL 8601828 A NL8601828 A NL 8601828A NL 8601828 A NL8601828 A NL 8601828A NL 8601828 A NL8601828 A NL 8601828A NL 8601828 A NL8601828 A NL 8601828A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
roller
machine according
soil cultivation
frame
Prior art date
Application number
NL8601828A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8601828A priority Critical patent/NL8601828A/nl
Priority to EP19870201304 priority patent/EP0254350B1/en
Priority to DE8787201304T priority patent/DE3767240D1/de
Publication of NL8601828A publication Critical patent/NL8601828A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/02Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
    • A01B49/022Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven
    • A01B49/025Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven about a substantially vertical axis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B29/00Rollers
    • A01B29/04Rollers with non-smooth surface formed of rotatably-mounted rings or discs or with projections or ribs on the roller body; Land packers
    • A01B29/045Rollers with non-smooth surface formed of rotatably-mounted rings or discs or with projections or ribs on the roller body; Land packers the soil-pressing body being a drum

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

i i C. van der Lely N.V., Maasland
GRONDBEWERKINGSMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gesteIdee1 waarin naast elkaar een aantal motorisch aangedreven bewerkingsorganen zijn ondersteund en achter de bewerkingsorganen door middel van 5 verzwenkbare armen een rol is aangebracht die tijdens het bedrijf ten opzichte van het gestel om een althans nagenoeg horizontale dwarsas beweegbaar is en is uitgevoerd als pak-kerrol met aan de achterzijde door middel van een drager aangebrachte afschraapelementen.
10 Bij grondbewerkingsmachines van deze soort kan het gesteldeel dat de bewerkingsorganen draagt, indien de bewerkingsorganen op een zich in de grond bevindend obstakel stoten, ten opzichte van de armen en de rol om de schar-nieras voor de armen in hoogterichting bewegen, zodat be-15 schadiging van de bewerkingsorganen wordt voorkomen.
In de praktijk is echter gebleken dat, indien een op afstand van het midden gelegen bewerkingsorgaan op een obstakel stoot, een beweging in hoogterichting van het gesteldeel via de armen door de daarmee star verbonden drager 20 voor de afschraapelementen van de pakkerrol wordt tegengewerkt, waarbij zelfs de rol voor een deel van de grond kan worden gelicht. Een en ander betekent dat voor de bewerkingsorganen bij de bekende constructie een onvoldoende bescherming aanwezig is tegen beschadiging bij het stoten op 25 zich in de grond bevindende obstakels.
Met behulp van de constructie volgens de uitvinding kan dit nadeel nu worden opgeheven doordat middelen aanwezig zijn met behulp waarvan de drager voor de afschraapelementen tijdens het bedrijf ten opzichte van de 30 armen voor de rol in ten minste één richting beweegbaar is.
Door toepassing van deze voorziening kan de drager voor de afschraapelementen bij een omhoogbewegen van het gesteldeel tijdens het bedrijf een relatiefbeweging ten opzichte van de armen voor de rol uitvoeren waardoor de beweging in hoogte- 8601828 ï i - 2 - richting van het gesteldeel niet langer wordt belemmerd.
Een verder facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine' voorzien van een gesteldeel waarin naast elkaar een aantal motorisch aangedreven bewerkingsor-5 ganen is ondersteund en achter de bewerkingsorganen door middel van verzwenkbare armen een rol is aangebracht, die ten opzichte van het gestel om een althans nagenoeg horizontale dwarsas beweegbaar is en is uitgevoerd als pakkerrol met aan de achterzijde door middel van een drager aangebrachte afschraapelementen, Door deze voorziening kan men bij een verandering van de stand van de rol ten opzichte van het gesteldeel een automatische aanpassing van de stand van de afschraapelementen verkrijgen.
Aan de hand van enkele in de tekeningen weergege-
X V
ven uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Fig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine weer voorzien van een constructie volgens de 2Q uitvinding;
Fig. 2 geeft een aanzicht weer volgens de pijl II in figuur 1;
Fig. 3 geeft in bovenaanzicht een gedeelte weer· van een machine voorzien van een tweede uitvoeringsvoorbeeld 22 volgens de uitvinding, terwijl
Fig. 4 een. aanzicht weergeeft volgens de pijl IV in figuur 3;
Fig. 5 geeft een aanzicht weer volgens figuur 4 van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een constructie vol-2Q gens de uitvinding, terwijl
Fig. 6 een aanzicht weergeeft volgens figuur 4 van een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een constructie volgens de uitvinding.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft 22 een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
De machine omvat een kokervormig gesteldeel 1, dat zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en waarin op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm 860 1 828 > i - 3 - de zich in opwaartse, bij voorkeur verticale, richting uitstrekkende assen 2 van bewerkingsorganen 3 zijn ondersteund.
Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een althans nagenoeg horizontale drager 4 die op het onder uit het gesteldeel 1 5 stekende einde van de as 2 is aangebracht en aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkings-elementen 5 in de vorm van tanden. De einden van het kokervormige gesteldeel 1 zijn afgesloten door middel van platen 6, die zich althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewe-^ Agings richting A uitstrekken. Elk van de platen 6 is nabij de voor- en bovenzijde voorzien van een bout 7 die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt. Om de bout 7 is een zich langs de binnenzijde van een plaat 6 naar achteren uitstrekkende arm 8 vrij verzwenkbaar. Elk van de armen 8 is 15 aan het achtereinde voorzien van een zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende plaatvormige steun 9. Elk van de steunen 9 is nabij de onderzijde voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 10, een en ander zodanig dat de langshartlijnen van de assen 20 10 in eikaars verlengde zijn gelegen. Op de assen 10 is vrij draaibaar een rol 11 aangebracht welke rol is uit gevoerd als een pakkerrol. De pakkerrol 11 omvat een cylindervormige drager 12 waarop op onderling gelijke afstand van elkaar kransen tanden 13 zijn aangebracht. Tussen de kransen tanden 25 13 zijn plaat vormige af schraape lemen ten 14 aangebracht. De afschraapelementen 14 nemen tijdens het bedrijf een stand in zoals in figuur 2 nader is weergegeven, waarbij het vrije vooreinde van een afschraapelement zich althans nagenoeg nabij de onderzijde van de op de grond rustende cylindervor-30 mige drager 12 bevindt. Elk van de plaatvormige afschraapelementen 14 is aangebracht aan de onderzijde van een schuin naar boven en naar achteren gerichte arm 15. De armen 15 zijn bevestigd aan een drager 16 die zich dwars.op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en althans nagenoeg even-3 5 wijdig is gelegen aan de rotatieas van de rol 11. De einden van de drager 16 zijn door middel van een arm 17 die schuin naar beneden en vervolgens naar voren is gericht (fig. 2) vrij verzwenkbaar om de assen 10 die de rol 11 dragen. Nabij 860 1 828 - 4 - ^ de einden is de drager 16 aan de bovenzijde voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen lippen 18 waartussen door middel van een kogelscharnier alzijdig beweegbaar een einde is aangebracht van een als stang uitgevoerd verbindingsele-5
ment 19 dat met het andere einde door middel van een kogel-scharnier alzijdig beweegbaar is aangebracht tussen twee lippen 20 aan de achterzijde van het gesteldeel 1. De lippen 20 op de achterzijde van het gesteldeel 1 bevinden zich ter hoogte van een van een einde van het gesteldeel 1 gerekend, ^ vierde bewerkingsorgaan 3 (fig. 1). De respectieve verbindingselementen 19 waarvan de lengte instelbaar is, zijn zodanig aangebracht dat in bovenaanzicht gezien zij een hoek van ongeveer 50° insluiten met de voortbewegingsrichting A
van de machine. Aan de achterzijde van elk van de platen 6 15 is een steun 21 aangebracht die aan de boven- en onderzijde is voorzien van een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkend haaks omgebogen deel 22 dat naar binnen is gericht en dienst doet als aanslag die met een arm 8 kan samenwerken. De delen 22 zijn met elkaar verbonden door 20 middel van een strip 23, een en ander zodanig dat de arm 8 tussen de strip 23 en de steun 21 beweegbaar is. De achterzijde van de steun 21 en de strip 23 is gekromd, een en ander zodanig dat de kromming verloopt volgens een deel van een cirkel met middelpunt op de langshartlijn van een tap. 25
De achterzijde van de steun 21 en de strip 23 zijn beide tussen de delen 22 voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen rijen gaten 24 die zich evenwijdig aan de achterzijde van de steun respectievelijk die strip uitstrekken en . door een waarvan een pen 25 kan worden gestoken, een en 30 ander zodanig dat de pen tijdens het bedrijf van de machine op de bovenzijde van de arm 8 komt te rusten zodat door middel van de rol 11 de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 wordt bepaald. Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is elke as 2 voorzien van een tandwiel 26 met rechte vertanding, een 35 en ander zodanig, dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 naar boven verlengd en reikt met deze 8601828
φ X
- 5 - ^ verlenging in een tandwielkast 27 waarin de verlenging door middel van een conische tandwieloverbrenging en een aan de achterzijde van de tandwielkast aanwezige toerenvariator 28 in aandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbe-^ wegingsrichting A uitstrekkende as 29 die aan de voorzijde buiten de tandwielkast 27 uitsteekt. Het buiten de tandwielkast uitstekende einde van de as kan door middel van een tussenas met de aftakas van een trekker worden verbonden. Nabij de voorzijde is het gesteldeel 1 nabij het midden voorzien van een bok 30 voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker.
De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt:
Tijdens het bedrijf kan de machine, die via de bok 15 met de driepuntshefinrichting van een trekker is gekoppeld, worden voortbewogen in een richting volgens pijl A, waarbij vanaf de aftakas via de tussenas en de in het voorgaande beschreven overbrenging elk van de bewerkingsorganen 3 in draaiing brengbaar is, een en ander zodanig dat naast elkaar 20 gelegen bewerkingsorganen in tegengestelde zin roteren, waarbij zij met hun naar beneden gerichte bewerkingselemen- ten 5 tenminste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken.
Zoals reeds bemerkt, kan de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 worden ingesteld met behulp van de rol 25 11 doordat men de pen 25 in één van de gaten 24 kan brengen, een en ander zodanig dat de op de bovenzijde van de armen 8 rustende pen een verder naar beneden bewegen van het de bewerkingsorganen dragende gesteldeel 1 voorkomt.
Met behulp van de aan de achterzijde van de rol 11 30 door middel van de drager 16 en de armen 15 aangebrachte afschraapelementen 14 kan men tijdens het bedrijf tussen de kransen tanden 13 geraakte aarde in een zeer vroegtijdig stadium afschrapen, waardoor wordt voorkomen dat op het te bereiden zaaibed kluiten van ongewenste grootte terecht 35 komen. Indien tijdens het bedrijf één of meerdere bewerkingsorganen 3 op een zich in de grond bevindend obstakel stoten, kan het kokervormig gesteldeel 1 ten opzichte van de rol 11 en de armen 8 om de bout 7 naar boven verzwenken.
860 1 82 8 -6--
Hierbi] wordt deze verzwenkmg niet belemmerd door de aanwezigheid van de drager 16 voor de afschraapelementen 14 daar deze drager door middel van de armen 17 vrij verzwenkbaar is om de assen 10 die een scharnieras vormen en tevens een draaiingsas voor de rol 11.
De verbindingselementen 19 zorgen er tijdens het bedrijf voor dat de af schraapelementen 14 een juiste stand ten opzichte van de rol 11 behouden. Indien het kokervormig gesteldeel 1 bijvoorbeeld aan één einde omhoog wordt bewogen 10 doordat de bewerkingsorganen 3 op een obstakel in de grond stoten, dan kan het verbindingselement 19 een verzwenking van de drager 16 voor de afschraapelementen 14 om de scharnieras 10 naar voren teweeg brengen, waardoor de uitwijkbe- weging van het kokervormig gesteldeel met de er in onder-15 steunde bewerkingsorganen niet wordt belemmerd.
Door toepassing van de verbindingselementen 19 wordt verder bereikt dat bij een verstelling van de rol 11 ten opzichte van het kokervormige gesteldeel 1 voor het instellen van de werkdiepte, de stand van de afschraapele- 20 menten 14 automatisch wordt aangepast aan de nieuwe stand. Zo zullen bij een naar beneden bewegen van de rol ten opzichte van het gesteldeel, dat wil zeggen bij een stand van de rol waarbij ondieper gaat worden gewerkt, de verbindingselementen 19 de drager 16 door middel van de armen 17 25 zodanig om de scharnieras 10 verzwenken dat de afschraapelementen 14 langs de omtrek van de cylindervormige drager 12 naar. boven bewegen.
Bij een naar boven bewegen van de rol ten opzichte van het gesteldeel, dat wil zeggen het instellen van een 30 diepere werkstand, zorgt de relatiefbewegmg tussen de rol 11 en het gesteldeel 1 ervoor dat de verbindingselementen 19 de drager 16 via de armen 17 zodanig om de scharnieras 8 verzwenken dat de af schraapelementen 14 naar beneden bewegen. De stand van de afschraapelementen kan men verder 35 wijzigen door de lengte van de verbindingselementen 19 te veranderen.
In de figuren 3 en 4 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven, waarbij slechts één verbindingselement 31 tus- $60 1 82 8 --7- ♦ ' Λ ^ sen het in hoogterichting beweegbare gesteldeel 1 en de.
drager 16 voor de afschraapelementen 14 aanwezig is. Hierbij is het verbindingselement 31 aangebracht tussen lippen 32 nabij het midden van de drager 16 en steunen 33 nabij het ^ midden aan de bovenzijde van het gesteldeel 1. Bij deze constructie hebben de einden van de drager 16 een maximale bewegingsmogelijkheid waardoor het gesteldeel 1 bij het ontmoeten van obstakels in de grond, vooral indien deze obstakels aan de einden van het gesteldeel de bewerkingsor- ^ ganen treffen, een maximale bewegingsmogelijkheid wordt gegeven. De lengte van het verbindingselement 31 is eveneens verstelbaar. Ook bij deze constructie wordt automatisch een aanpassing van de stand van de afschraapelementen verkregen bij een hoogteverstelling van de rol 11.
15
In figuur 5 is een uitvoenngsvoorbeeld weergegeven waarbij tussen een oor 34 aan de einden van de drager 16 voor de afschraapelementen 14 en de bovenzijde van een arm een flexibel verbindingselement 35 in de vorm van een ketting is aangebracht. Het ondereinde van de armen 17 voor de 20 drager 16 is voorzien van een naar voren gerichte steun 36 - die door middel van een trekveer 37 met de onderzijde van een arm 8 is verbonden, een en ander zodanig dat tijdens normaal bedrijf het flexibel verbindingselement 35 gespannen wordt gehouden. Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld kan bij een 25 eventueel uitwijken van het gesteldeel dit gesteldeel onafhankelijk van de drager 16 voor de afschraapelementen 14 bewegen, zodat deze drager een eventuele beweging van het gesteldeel in hoogterichting niet belemmert. Een automatische aanpassing van de stand van de afschraapelementen bij 30 een verstelling van de rol is ook hier aanwezig. Ook kan de lengte van het verbindingselement instelbaar zijn.
Bij het in figuur 6 weergegeven uitvoeringsvoor- beeld is een arm 38 voor de drager 16 nabij het midden door middel van een as 39 scharnierend aangebracht aan de onder-35 zijde van een steun 40 van een arm 8. Bij dit uitvoe-ringsvoorbeeld zijn de rol 11 en de drager 16 tesamen om de scharnieras 39 verzwenkbaar. De einden van de drager 16 of het midden kunnen door middel van een in het voorgaande £601828 * - 8 - ^beschreven verbindingselement met het gesteldeel 1, respectievelijk de einden van de armen 8 zijn verbonden. De armen 17, resp. 38 voor de drager 16 voor de afschraapelementen 14 zijn voor het opnemen van de scharnieras die in het ene 5 geval wordt gevormd door de assen 10 voor de rol 11 en in het andere geval door de tussen de draaiingsas van de rol 11 en een drager 16 gelegen scharnieras 39, voorzien van een zodanige uitsparing dat de as met speling in deze uitsparing is gelegen.. Hierdoor wordt bereikt dat bij een omhoog bewe-^ gen van het gesteldeel 1 een ruime bewegingsmogelijkheid tussen de armen 17, resp. 38 en de respectieve scharnieras-sen 10 en 39 aanwezig is. Met behulp van de in het voorgaande beschreven constructie wordt bereikt dat middelen gevormd door de respectieve scharnierassen en verbindingselementen 15 aanwezig zijn met behulp waarvan de drager 16 voor de af-schraapelementen 14 bij een omhoog bewegen van het gesteldeel 1, indien een bewerkingsorgaan 3 op een zich in de grond bevindend obstakel stoot, deze beweging niet kan belemmeren; de drager 16 kan bij dit omhoog bewegen nl. een 20 relatiefbewegmg uitvoeren ten opzichte van de armen 8 met behulp waarvan de rol 11 is aangebracht. Op deze wijze wordt, ook indien een obstakel de aan de. einden van het gesteldeel gelegen' bewerkingsorganen treft, een effectief omhoog bewegen van het gesteldeel mogelijk.
25
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
30 35 §60 1 82 8

Claims (21)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gesteldeel waarin naast elkaar een aantal motorisch aangedreven bewer-kingsorganen is ondersteund en achter de bewerkingsorganen 3 door middel van verzwenkbare armen een rol is aangebracht, die tijdens het bedrijf ten opzichte van het gestel om een althans nagenoeg horizontale dwarsas beweegbaar is en is uitgevoerd als pakkerrol met aan de achterzijde door middel van een drager aangebrachte afschraapelementen, met het υ kenmerk, dat middelen aanwezig zijn met behulp waarvan de drager voor de afschraapelementen tijdens het bedrijf ten opzichte van de armen voor de rol in ten minste één richting beweegbaar is.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met 15 het kenmerk, dat de middelen een verbindingselement omvatten dat tussen het gestel en de drager voor de afschraapelementen is aangebracht en met behulp waarvan bij een hoogtever-stelling van de rol ten opzichte van het gestel zich de stand van de afschraapelementen ten opzichte van de cylin- 20 dervormige drager van de rol wijzigt.
3. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gesteldeel waarin naast elkaar een aantal motorisch aangedreven bewerkingsorganen is ondersteund en achter de bewerkingsorganen door middel van verzwenkbare armen een rol is aangebracht, 25 die ten opzichte van het gestel om een althans nagenoeg horizontale dwarsas beweegbaar is en is uitgevoerd als pakkerrol met aan de achterzijde door middel van een drager aangebrachte afschraapelementen, met het kenmerk, dat tussen het gestel en de drager voor de afschraapelementen een 30 verbindingselement is aangebracht met behulp waarvan bij een beweging van de rol ten opzichte van het gestel, de stand van de afschraapelementen zich ten opzichte van de cylinder-vormige drager van de rol wijzigt.
4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat de middelen tevens ten minste één scharnieras omvatten met behulp waarvan de drager voor de afschraapelementen ten opzichte van de armen die de rol ondersteunen, verzwenkbaar is. 860 1 828 ν' .-10-
^5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de scharnieras zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegingsrichting van de machine en althans nagenoeg horizontaal uitstrekt.
6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij elk van de einden van de drager voor de afschraapelementen een scharnieras voor de drager aanwezig is.
^ 7. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies· 4-6, met het kenmerk, dat de scharnieras is aangebracht op een arm met behulp waarvan de rol verzwenkbaar is ten opzichte van het gestel.
8. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 4 - 7, met het kenmerk, dat de rol tesamen met de drager 15 voor de afschraapelementen tijdens het bedrijf om de scharnieras verzwenkbaar is.
9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 4-8, met het kenmerk, dat de scharnieras samenvalt met de rotatieas van de rol. 20
10. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 4 - 8, met het kenmerk, dat de scharnieras zich bevindt , tussen de rotatieas van de rol en de drager voor de af-schraapelementen. 2^
11. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies .4.. - 8, met het. kenmerk, dat de scharnieras wordt gevormd door een tap die met speling is gelegen in een uitsparing in een steun voor de rol resp. de drager voor de afschraapele-menten.
12. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 1 - 11, met het kenmerk, dat de middelen een star verbindingselement omvatten dat tussen een einde van de drager voor de afschraapelementen en een punt tussen de einden van het de bewerkingsorganen ondersteunende gestel is bevestigd. 22
13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het verbindingselement zich onder een hoek • ' van ongeveer 50° met de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekt.
14. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 860 1 82 8 * Λ ^ - 11 - 1 1 - 11, met het kenmerk, ' dat een enkel verbindingselement aanwezig is dat zich nabij het midden van de drager en het gestel bevindt.
15. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 5 12 - 14, met het kenmerk, dat de einden van het verbindingselement alzijdig beweegbaar met de drager, resp. het gestel zijn verbonden.
16. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 12 - 15, met het kenmerk, dat de lengte van het verbin- 10 dingselement instelbaar is.
17. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 1 - 11, met het kenmerk, dat de middelen een flexibel verbindingselement omvatten dat tussen de drager voor de af-schraapelementen en de armen voor de ondersteuning van de 15 rol is aangebracht.
18. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie’ 17, met’ het kenmerk, dat een verend- mechanisme aanwezig is met behulp waarvan het flexibel orgaan tijdens het bedrijf onder spanning wordt gehouden.
19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het verend mechanisme een trekveer omvat die met de drager, voor de af schraape lemen ten is verbonden en zich vóór de draaiingsas van de rol bevindt.
20. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de bewerkingsorganen om opwaarts gerichte assen draaibaar zijn en het de bewerkingsorganen dragende gestel is voorzien van een driepunt sbe vestiging voor aankoppeling aan de hefinrichting van een trekker.
21. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. 35 860 1 82 8
NL8601828A 1986-07-14 1986-07-14 Grondbewerkingsmachine. NL8601828A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8601828A NL8601828A (nl) 1986-07-14 1986-07-14 Grondbewerkingsmachine.
EP19870201304 EP0254350B1 (en) 1986-07-14 1987-07-09 A soil cultivating machine
DE8787201304T DE3767240D1 (de) 1986-07-14 1987-07-09 Bodenbearbeitungsmaschine.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8601828A NL8601828A (nl) 1986-07-14 1986-07-14 Grondbewerkingsmachine.
NL8601828 1986-07-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8601828A true NL8601828A (nl) 1988-02-01

Family

ID=19848311

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8601828A NL8601828A (nl) 1986-07-14 1986-07-14 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0254350B1 (nl)
DE (1) DE3767240D1 (nl)
NL (1) NL8601828A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4238603A1 (de) * 1992-11-16 1994-05-19 Amazonen Werke Dreyer H Stützwalze

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3431333A1 (de) * 1984-08-25 1986-03-06 Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen Bodenwalze fuer die ackerbestellung
DE3513797A1 (de) * 1985-04-17 1986-10-23 Karl 3181 Bahrdorf Markgraf Landwirtschaftliches arbeitsgeraet zur bodenbearbeitung

Also Published As

Publication number Publication date
DE3767240D1 (de) 1991-02-14
EP0254350A1 (en) 1988-01-27
EP0254350B1 (en) 1991-01-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500396A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
JPS592241B2 (ja) 回転ハロ−
NL8501109A (nl) Landbouwwerktuig.
EP0199406B1 (en) A plough
NL8402540A (nl) Ploeg.
NL8601828A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8800800A (nl) Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid.
NL8101017A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL193084C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL193433C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192594C (nl) Combinatie van een grondbewerkingsmachine en een daarmee te koppelen verdere machine.
EP0305601B1 (en) A soil cultivating machine
NL9200243A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192364C (nl) Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine.
NL8402323A (nl) Ploeg.
EP0666015B1 (en) An agricultural machine
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0305600B2 (en) A soil cultivating machine
NL8300177A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8902832A (nl) Landbouwmachine.
NL8006776A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8601943A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8700952A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL193395C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8701582A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed