NL8502369A - Wig en wigverloopstuk. - Google Patents

Description

» i · , -1- 24956/CV/tj

Korte aanduiding: Wig en wigverloopstuk.

De uitvinding heeft betrekking op wiggen en wigverloopstukken en meer in het bijzonder, ofschoon niet uitsluitend op automatische gren-5 delwigverloopstukken bijzonder geschikt voor het aanbrengen van camera’s of dergelijke zoals op koppen van driepoten of schotel en kantelonder-steuningen.

Basiswigverloopstukken zijn algemeen bekend in het gebied van het werken met televisie-camera’s en worden vaak ook op andere gebieden 10 gebruikt waar het gewenst is dat een uitrustingsstuk snel wordt aangebracht in of vrijgemaakt uit een vaste stand. In het laatste geval wordt een aan-passtuk of verloopstuk met een wigvorraige sleuf en bij voorkeur hellend op de randen van de wig verlopende zijdengebruikelijk aangebracht op bijv. een wand, luik of dergelijke en het aan te brengen uitrustingsstuk heeft 15 een wigvormige plaat met overeenkomstig hellende rand welke past in een sleufvormig deel van het wigverloopstuk en op zijn plaats wordt tegengehouden door zwaartekracht en de hellend verlopende wigranden. Soms zijn grendels aangebracht om de wig in het verloopstuk vast te houden maar in het algemeen is zwaartekracht alleen voldoende om de wigplaat tegen te 20 houden.

In het geval van het aanbrengen van een televisiecamera of dergelijke is de wigplaat bevestigd aan de camera en is het verloopstuk of aanpasstuk bevestigd aan de kop van een driepoot of aan eer schotel en kan-telondersteuning. In het geval van een kantelbare ondersteuning is zwaar-25 tekracht alleen onvoldoende om de wigplaat in de wig van het verloopstuk vast te houden en w’ordt in het algemeen een grendelorgaan aangebracht. Dit grendelorgaan vereist ten alle tijde althans een hand voor zijn bediening, waardoor de bediener nog slechts een hand over heeft om de camera te hanteren indien de camera moet worden aangebracht of verwijderd.

30 Daarbij is het algemeen bekend, dat camera’s niet de gemakke lijkste uitrustingsstukken zijn om te bedienen en/of te hanteren met een hand.

Een verder algemeen bekende werkwijze van soortgelijk type is die van een plaat waarvan beide einden hellend verlopen en welke past in 35 een overeenkomstig gevormde verloopstuk en in de gewenste positie wordt vergrendeld door de werking van een juiste passing. Dit type aanpas- of verloopstuk heeft ook zijn nadelen, daar de plaat ten alle tijde moet worden aangebracht onder de camera, d.w.z. op zijn basis en niet gemakkelijk te 8502 36 £ > < i -2- 24956/CV/tj zien is uit een normale hoek indien aangekoppeld, en daar de plaat onvermijdbaar vierkant of langgestrekt is wordt een nauwkeurige passing vereist en worden moeilijkheden ondervonden bij het aanbrengen van de camera.

Sommige wigverloopstukken zijn beschikbaar, welke voorzien in 5 een zekere mate van vergrendeling bij passend aanbrengen, maar de vergrendeling is niet bijzonder positief en de passing laat veel te wensen over tijdens een kantelbeweging, d.w.z. dat de camera niet stevig is bevestigd aan de camera-ondersteuning en neigt tot slippen of tuimelen gedurende normale verplaatsingen om de kantelas. Deze beweging wordt overgebracht op 10 het scherm van de kijker waar het beeld lijkt rond te springen.

Zoals uit bovenstaande duidelijk zal zijn bestaat er, ofschoon wigverloopstukken en gewone verloopstukken algemeen bekend zijn, een probleem bij de verschillende in de techniek bekende vormen, en het is het oogmerk van de huidige uitvinding een wigverloopstuk te verkrijgen waarin 15 deze problemen zijn opgeheven of althans gedeeltelijk geëlimineerd.

Volgens de uitvinding wordt voorzien in een wig en wigverloopstuk voorzien van een basisplaat, welke een veerbelast grendelorgaan opneemt, welk grendelorgaan tegen te houden is in een onvergrendelde stand door een veerbelast bedieningsorgaan, dat is voorzien van een bedienings- t 20 pen, waarop kan worden ingewerkt door een scharnierend op de basisplaat aangebrachte pal en die in ingrijping te brengen is onder belasting met genoemd veerbelast grendelorgaan om een ontgrendelde wrijvingsstand te verkrijgen voorafgaand aan genoemde ontgrendelde stand, evenals een wig-ingrijpingsorgaan op het veerbelaste bedieningsorgaan om het veerbelaste 25 bedieningsorgaan vrij te geven naar zijn grendelstand bij ingrijping van een passende wig en een grendelorgaan op genoemd veerbelast grendelorgaan in ingrijping te brengen met een uitsparing in de genoemde wig in genoemde vergrendelde stand.

De uitvinding zal, slechts bij wijze van voorbeeld, nu worden 30 beschreven in samenhang met de bijgaande tekeningen waarin overeenkomstige verwijzingscijfers zijn gebruikt om overeenkomstige elementen aan te duiden.

Figuur 1 toont een onderaanzicht van het wigverloopstuk met afdekking verwijderd.

35 Figuur 2 toont een bovenaanzicht van het wigverloopstuk.

Figuur 3 toont een onderaanzicht van de wig.

Figuren 4, 5 en 6 tonen de werking van de pal, bedieningsorgaan en grendelstaaf.

8502 369

• I

-3- 24956/CV/tj I *

Zoals weergegeven in fig. 1 heeft een basisplaat 1 een dwars-sleuf voor opname van een grendelstaaf 2 en een langssleuf voor opname van een bedieningsorgaan 3. Hen aan de basisplaat 1 bevestigde brug 4 houdt de grendelstaaf 2 in schuifbare toestand binnen de basisplaat 1 tegen en 5 geleidingen 5 en 6 voor bedieningsorgaan die op geschikte wijze aan de basisplaat 1 zijn bevestigd voorzien in een verschuifbare opstelling voor het bedieningsorgaan 3 in de basisplaat 1. Een tong 7 op de grendelstaaf 2 voorziet in een bevestigingsstand voor een grendelveer 8, die bij zijn andere einde wordt tegengehouden op een pen 9, die is geplaatst in de ba- 10 slsplaat 1. Het bedieningsorgaan 3, dat verschuifbaar is in de geleidingen 5 en 6 staat onder de veerspanning van een tweede veer 10, die aan een einde wordt tegengehouden door een op geschikte wijze in het bedieningsorgaan 3 geplaatst tapeinde 11 en bij zijn ander einde is verbonden met een pal 12, die verzwenkbaar is cm een pen 13, die op geschikte wijze is geplaatst 15 bij een einde in de basisplaat 1 en bij zijn ar.der einde in een tong 14 op de brug 4. Een op het bedieningsorgaan 3 aangebrachte bedieningspen 15 is in ingrijping te brengen met de staart van pal 12 in een wrijvingsontgren-del en volledige ontgrendeltoestand. De kop 16 van de pal. 12 is afgerond en grijpt in een uitsnijding 17 in grendelstaaf 2 in de wrijvingsontgrendel-20 stand. Om een gelijkmatige wrijvingsweerstand tegen beweging van de pal 12 te handhaven is de passende rand van uitsnijding 17 tangentieel ten opzichte van de afgeronde kop. Een tong 18 op bedieningsorgaan 3 is in ingrijping te brengen in een tweede uitsnijding 19 in grendelstaaf 2 in de volledig ontgrendelde stand. Uitsnijdingen 17 en 19 zijn duidelijker weergegeven in 25 de figuren 4, 5 en 6.

Nu verwijzend naar fig. 2, welke een bovenaanzicht toont van het wigverlocpstuk in de vergrendelde stand heeft een wigvormig gedeelte 20 zijkanten 21 en 22, die onder een hoek van ongeveer 30° ten opzichte van de basisplaat 1 verlopen voor het opnemen van een in fig. 3 afgebeelde wig-30 plaat 23. Een langgestrekte sleuf 24 in de basisplaat neemt een aanslag 25 op het bovenvlak van bedieningsorgaan 3 op. en beweegt bedieningsorgaan 3 daardoor de spanning in veer 10 vergrotend bij insteken van de in fig. 3 afgebeelde wigplaat. Een nagel 26, die bij voorkeur aan grendelstaaf 2 is geklonken of geschroefd grijpt in in een passende uitsnijding 27 op de wig-35 plaat 23 in positie om het wigverloopstuk tegen te houden.

Getapte gaten 28 en gaten 29 voorzien in een reeks bevestigings-organen voor het plaatsen en vastzetten van de basisplaat 1 op bijv. een ondersteuningskop en bouten 30 in samenhang met langgestrekte sleuf 31 op 8502369 -4- 24956/CV/tj i β 4 fe de wigplaat 23 voorzien in geschikte bevestigingsmiddelen voor het plaatsen en bevestigen van de wigplaat 23 op bijv. een camera.

Verwijzend naar figuren 1 en 2 heeft de grendelstaaf 2 een duim-knop 32 voor het bewegen van de grendelstaaf naar de ontgrendelde standen 5 en wordt naar buiten gedrongen naar de vergrendelde stand door veer 8. Om onbeoogde werking gedurende gebruik te vermijden wordt een veiligheidsgren-del 33, die verschuifbaar is op de zijkant van basisplaat 1, naar voren geduwd naar grendelstaaf 2 om te grijpen in een veiligheidsvergrendelings-uitsnijding 34 in de grendelstaaf 2.

10 Ofschoon een zekere mate van druk wordt vereist om de grendel staaf in Zijn ontgrendelde standen te duwen zouden in de nabijheid gelegen elektrische kabels mogelijk kunnen worden gedrukt tegen de duimknop 32 en zo onbeoogd de aangebrachte belasting, welke mogelijk zou kunnen zijn gevormd door een camera, vrijgeven.

15 Tijdens gebruik dringt insteken van de wigplaat in het vrouw- tjesgedeelte op de basisplaat de aanslag 25 op het bedieningsorgaan 3 naar voren tegen de spanning van de veer 10 welke de bedieningsorgaan tong 18 uit de tweede uitsnijding 19 trekt en de grendelstaaf 2 vrijgeeft,, welke langs de dwarssleuf wordt getrokken onder de werking van veer 8 om nagel 20 26 in te steken in de passende uitsnijding 27, daardoor de wig 23 in de basisplaat 1 opsluitend. De veiligheidsgrendel 33 kan nu naar voren worden verschoven om een einde van de veilingheidsgrendel 33 in uitsnijding 34 in de grendelstaaf 2 in te steken.

Vrijmaken van de veiligheidsgrendel 33 en het duwen van gren-25 delstaaf 2 in de basisplaat 1 trekt de nagel of tap 26 terug uit de wigplaat 23 maar de aan de wigplaat 23 bevestigde belasting, werkende op de wigvormige sleuf van de basisplaat, staat de kop 16 van de pal 12, onder veerspanning van veer 10, toe om te worden gedrongen in uitsnijding 17 waar de afgeronde kop aanligt tegen de tangentiële rand van uitsnijding 30 17 en de grendelstaaf 2 in deze stand, bekend als de wrijvingsontgrendel- stand, tegenhoudt. De bediener heeft nu twee handen vrij om de belasting, d.w.z. bijvoorbeeld de camera en de daaraan bevestigde wig, op te heffen. Zodra als de op de basisplaat 1 rustende belasting wordt verminderd wordt de afgeronde kop 16 van pal 12 vrijgemaakt van de tangentiële zijkant van 35 uitsnijding 17 door de gecombineerde werking van veren 8 en 10. Veer 8 dringt de grendelstaaf 2 naar de buitenste stand en veer 10 dringt de kop 16 van pal 12 weg van de grendelstaaf 2 door de werking van pen 15 op de staart van pal 12. Indien de kop van pal 12 vrijgemaakt is van de tangen- 8502 3 6 9 • * -5- 24956/CV/tj tiële zijkant van uitsnijding 17 wordt de tong 18 ingestoken in uitsnijding 19 van de grendelstaaf 2. De breedte van uitsnijding 19 en de lengte van tong 13 zijn.zodanig dat de tong 18 de uitsnijding 19 binnentreedt voordat de afgeronde kop geheel vrij is, waardoor wordt gewaarborgd, dat 5 de volledig ontgrendelde stand niet wordt omgaan.

8502369

Claims (6)

1. Wig en wigverloopstuk voorzien van een basisplaat, welke een veerbelast-grendelorgaan opneemt, welke grendelorgaan tegen te houden is 5 in een ontgrendelde stand door een onder veerbelasting staand bedienings-orgaan dat is voorzien van een bedieningspen die te bedienen is door een pal, die scharnierend op de basisplaat is aangebracht en in ingrijping te brengen is onder belasting met genoemd veerbelast grendelorgaan voor het verkrijgen van een wrijvingsontgrendelstand voorafgaand aan genoemde ont-10 grendelstand, en wigaangrijpingsmiddelen om genoemd veerbelast bedienings-orgaan voor het vrijgeven van genoemd veerbelast grendelorgaan naar zijn vergrendelde stand bij ingrijping van een passende wig en een grendelorgaan op genoemd veerbelast grendelorgaan in ingrijping te brengen met een uitsparing in genoemde wig in genoemde vergrendelde stand.

2. Wig en wigverloopstuk volgens conclusie 1 waarin genoemd veer belast bedieningsorgaan ingrijpt in een uitsnijding in genoemd veerbelast grendelorgaan in genoemde ontgrendelde stand.

3. Wig en wigverloopstuk volgens conclusie 1, waarin genoemde veer of genoemd veerbelast-bedieningsorgaan een gekromde kop van genoemde pal 20 in ingrijping dringt met een uitsnijding in genoemd veerbelast grendelorgaan.

4. Wig en wigverloopstuk volgens conclusie 3, waarin genoemde uitsnijding in genoemd veerbelast grendelorgaan althans een vlak tangentieel verlopend ten opzichte van de gekromde kop van genoemde pal heeft.

5. Wig en wigverloopstuk volgens een der voorgaande conclusies 25 voorzien van een veiligheidsgrendelorgaan voor het stoppen van onbeoogde werking van genoemd veerbelast grendelorgaan naar genoemde wrijvingsont-grendel of genoemde ontgrendelde stand.

6. Wig en wigverloopstuk althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en/of is afgebeeld in bijgaande figuren. 30 850 2 3 5 9