NL8500152A - Registratiedragerlichaam voorzien van vooraf aangebrachte en optisch detekteerbare servospoorgedeelten en sektoradressen. - Google Patents

Registratiedragerlichaam voorzien van vooraf aangebrachte en optisch detekteerbare servospoorgedeelten en sektoradressen. Download PDF

Info

Publication number
NL8500152A
NL8500152A NL8500152A NL8500152A NL8500152A NL 8500152 A NL8500152 A NL 8500152A NL 8500152 A NL8500152 A NL 8500152A NL 8500152 A NL8500152 A NL 8500152A NL 8500152 A NL8500152 A NL 8500152A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier body
record carrier
areas
track
radiation
Prior art date
Application number
NL8500152A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8500152A priority Critical patent/NL8500152A/nl
Priority to DE8686200023T priority patent/DE3685886T2/de
Priority to EP86200023A priority patent/EP0190774B1/en
Priority to JP61009052A priority patent/JPH07118099B2/ja
Publication of NL8500152A publication Critical patent/NL8500152A/nl
Priority to US07/257,360 priority patent/US4949330A/en
Priority to US07/467,696 priority patent/US5038339A/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/24Record carriers characterised by shape, structure or physical properties, or by the selection of the material
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/0057Intermediate mediums, i.e. mediums provided with an information structure not specific to the method of reproducing or duplication such as matrixes for mechanical pressing of an information structure ; record carriers having a relief information structure provided with or included in layers not specific for a single reproducing method; apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/007Arrangement of the information on the record carrier, e.g. form of tracks, actual track shape, e.g. wobbled, or cross-section, e.g. v-shaped; Sequential information structures, e.g. sectoring or header formats within a track
    • G11B7/00745Sectoring or header formats within a track
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/08Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
    • G11B7/09Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
    • G11B7/0938Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following servo format, e.g. guide tracks, pilot signals
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/12Heads, e.g. forming of the optical beam spot or modulation of the optical beam
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/12Heads, e.g. forming of the optical beam spot or modulation of the optical beam
    • G11B7/14Heads, e.g. forming of the optical beam spot or modulation of the optical beam specially adapted to record on, or to reproduce from, more than one track simultaneously

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Optical Recording Or Reproduction (AREA)
  • Optical Record Carriers And Manufacture Thereof (AREA)
  • Optical Head (AREA)

Description

* -* PHN 11.260 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven Registratiedragerlichaam voorzien van vooraf aangebrachte en optisch detekteerbare servospoorgedeelten en sektoradressen.
De uitvinding heeft betrekking op een registratiedragerlichaam waarin een gebruiker met behulp van optische straling informatie kan inschrijven, welk registratiedragerlichaam bevat een substraat en een daarop aangebrachte registratielaag en voorzien is van een 5 vooraf aangebrachte en optisch detekteerbare reliëfstrukfcuur van servospoorgedeelten en sektoradressen waarin adresinformatie over bijbehorende inschrijfbare gedeelten van het registratiedragerlichaam zijn vastgelegd in de vorm van optisch detekteerbare gebiedjes die afwisselen met tussengebiedjes, waarbij de gebiedjes in de sektor-10 adressen een andere fasediepte hebben dan de servospoorgedeelten. De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het inschrijven van een struktuur overeenkomstig de reliëfstruktuur van sektoradressen en servospoorgedeelten van dit registratiedragerlichaam.
Het registratiedragerlichaam kan bestaan uit een rond plaat-15 vormig substraat met daarop aangebracht een registratielaag waarin een stralingsbundel van voldoend hoge intensiteit een optisch detekteerbare verandering kan veroorzaken. De servospoorgedeelten kunnen bestaan uit in het substraatoppervlak verzonken groeven of uit op het substraatoppervlak gelegen ribbels, en de sektoradresgebiedjes uit in 20 het substraatoppervlak verzonken putjes of uit op dit oppervlak gelegen heuveltjes. De sektoradressen zijn gelegen tussen, in de spoorrichting gezien, opeenvolgende servospoorgedeelten, zodat één samengesteld spoor aanwezig is. Dit spoor strekt zich uit over het hele oppervlak van de registratielaag en is bij voorkeur een spiraalvormig spoor, maar kan 25 ook opgebouwd zijn uit een groot aantal quasi-koncentrische sporen.
Bij het belichten van de sektoradressen en servospoorgedeelten met een tot een kleine stralingsvlek gefokusseerde stralingsbundel wordt deze bundel gesplitst in een nulde orde deelbundel, eerste orde deel-bundels en deelbundels van hogere orden. Onder de fasediepte wordt 30 verstaan het faseverschil tussen de nulde orde deelbundel en een eerste orde deelbundel. Deze fasediepte wordt bepaald door de geometrie van de sektoradresgebiedjes en van de servospoorgedeelten, onder andere door de diepte of de hoogte van deze gebiedjes en spoorgedeelten.
8 5 U S 1 5 2 PHN 11.260 2
Een dergelijk registratiedragerlichaam is bekend uit onder andere het Amerikaanse octrooischrift no. 4.363.116. Zoals in dit octrooischrift beschreven is, wordt tijdens het inschrijven van informatie door de gebruiker van de servospoorgedeelten gebruik ge-5 maakt om de radiële positie van een door een stralingsbundel op de registratielaag gevormde stralingsvlek te detekteren en bij te regelen. Daardoor kunnen de eisen die gesteld worden aan de aandrijvings- en geleidingsmechanismen, voor het ten opzichte van elkaar bewegen van de inschrijfbundel en het registratiedragerlichaam, verminderd worden, 10 waardoor de inschrijfinrichting eenvoudiger en goedkoper uitgevoerd kan worden.
De radiële positie van de stralingsvlek ten opzichte van een servospoorgedeelte wordt bij voorkeur gedetekteerd met behulp van de zogenaamde "Push-pull" of differentiële methode. Daarbij wordt gebruik 15 gemaakt van twee, in de weg van een van het registratiedragerlichaam afkomstige stralingsbundel geplaatste, stralingsgevoelige detektoren, welke detektoren radieel verschillende gedeelten van deze bundel opvangen. Het verschil tussen de uitgangssignalen van de twee detektoren bevat informatie over de radiële positie van de stralingsvlek ten 20 opzichte van het servospoorgedeelte. Indien de genoemde uitgangssignalen gelijk zijn valt het centrum van de stralingsvlek samen met de hartlijn van het servospoorgedeelte. De differentiële spoorvolgmethode kan alleen worden toegepast indien de servogroeven, respektievelijk de servo-ribbels, een dusdanige diepte, respektievelijk hoogte, hebben dat hun 25 fasediepte in de orde van 90° is.
De sektoradresgebiedjes worden uitgelezen met de zogenaamde "Central-Aperture" of integrale methode. Daarbij wordt de variatie van de totale intensiteit van de van het registratiedragerlichaam afkomstige en door een objektiefstelsel tredende straling gedetekteerd 3Q door middel van een enkele, op de optische as geplaatste, detektor of door middel van de twee voor de spoorvolging gebruikte detektoren waarvan de uitgangssignalen dan worden opgeteld. Voor een optimale uitlezing van de sektoradressen moeten de gebiedjes daarin een fasediepte in de orde van 180° hebben.
35 Er is gebleken dat behalve de fasediepte ook de breedte, gemeten in een richting dwars op de spoorrichting, van de servospoorgedeelten en de sektoradresgebiedjes een grote invloed heeft op de amplituden van de signalen die tijdens het inschrijven van de gebruikers- 8500152 f « PHN 11.260 3 informatie verkregen worden. In het registratiedragerlichaam volgens het Amerikaanse octrooischrift na. 4.363.116, dat bestemd is om afgetast te worden met een stralingsvlek waarvan de halfwaarde-breedte ongeveer 800 nm. is, hebben de servospoorgedeelten en de sektoradres-5 gebiedjes een breedte van ongeveer 600 nm. terwijl de periode, dwars op de spoorrichting, van de sporenstruktuur ongeveer 1600 nm. is. 0e halfwaardebreedte van een stralingsvlek is, in het geval deze vlek een Gaussische intensiteitsverdeling heeft, gelijk aan de afstand tussen twee punten waar de intensiteit gelijk is aan 1/e van de 10 intensiteit in het centrum van de stralingsvlek. Met het bekende registratiedragerlichaam kan een differentieel spoorvolgsignaal verkregen worden waarvan de signaal-amplitude redelijk goed is.
De onderhavige uitvinding heeft ten doel een registratiedragerlichaam te verschaffen dat bij aftasting ten behoeve van de j 15 informatie-inschrijving een verbeterd differentieel spoorvolgsignaal j en een goed integraal sektoradressignaal levert en dat bovendien bij ! uitlezing volgens de integrale methode van de door een gebruiker in de servospoorgedeelten ingeschreven informatiegebiedjes een informatie-signaal met een goede signaalamplitude levert.
20 Het registratiedragerlichaam volgens de uitvinding vertoont als kenmerk, dat de maximale breedte van de servospoorgedeelten en de sektoradresgebiedjes minstens in. de orde van de halve periode van de sporen in een richting dwars op de spoorrichting is.
Het gebruik van het begrip "maximale breedte" hangt samen 25 met het feit dat de servogroeven - of -ribbels en de sektoradresputjes - of -heuveltjes geen loodrechte wanden behoeven te hebben, maar in de praktijk meestal schuine wanden hebben. De maximale breedte is dan de breedte ter plaatse van het van het substraat afgekeerde oppervlak van de registratielaag. De servogroeven en sektoradresputjes hebben naast 30 een maximale breedte ook een effektieve breedte. De ondiepe servogroeven hebben meestal een V-vorm. Voor een dergelijke groefvorm is de effektieve breedte de helft van de maximale breedte. De diepere putjes in de sektoradressen hebben vaak een trapezium-vorm. Voor dergelijke putjes is de effektieve breedte gelijk aan de helft van de som van de 35 maximale breedte en de minimale breedte.
De uitvinding berust op het inzicht dat, 1. voor een optimaal spoorvolgsignaal volgens de differentiële methode, de effektieve breedte van de servospoorgedeelten ongeveer gelijk 85 0 0 1 5 2 PHN 11.260 4 aan de halve spoorperiode moeten zijn, 2. de sektoradresgebiedjes optimaal met de integrale methode kunnen worden uitgelezen indien de effektieve breedte van deze gebiedjes ongeveer gelijk is aan een derde van de spoorperiode, en dat 5 3. voor een optimale uitlezing volgens de integrale methode van in een servospoorgedeelte ingeschreven informatiegebiedjes, in de vorm van weggesmolten gedeelten van de registratielaag, de servospoor-gedeelten zo breed mogelijk moeten zijn.
Verrassenderwijs is gebleken dat voor een waarde van de 10 effektieve spoorbreedte gelegen tussen de helft en een derde van de spoorperiode een aanzienlijk verbeterd spoorvolgsignaal verkregen wordt, terwijl het signaal van de sektoradresgebiedjes nog voldoende diep gemoduleerd is.
Een tweede aspekt van de uitvinding betreft de inrichting 15 voor het inschrijven van de struktuur van de servospoorgedeelten en de sektoradressen op een zogenaamde master-plaat, van welke plaat op bekende wijze een groot aantal afdrukken vervaardigd kunnen worden.
Een dergelijke inrichting, die bevat een stralingsbron, een modulator voor het schakelen van de intensiteit van de door de bron geleverde 20 stralingsbundel en een objektiefstelsel voor het fokusseren van de stralingsbundel tot een stralingsvlek op de registratiedrager, vertoont als kenmerk, dat tussen de stralingsbron en het objektiefstelsel optische middelen aangebracht zijn voor het in een van twee onderling loodrechte richtingen begrenzen van de het objektiefstelsel binnen-25 tredende bundel tot een breedte kleiner dan de breedte van de intree-pupil van dit stelsel. Doordat in de bedoelde richting de pupil van het objektiefstelsel niet volledig gevuld wordt, is de afmeting van de door dit stelsel gevormde stralingsvlek in deze richting groter dan in de richting loodrecht daarop, zodat de stralingsvlek langwerpig is.
3Q De bedoelde middelen kunnen gevormd worden door bekende elementen, zoals een diafragma, een cylinderlens en dergelijke.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin tonen:
Figuur 1 een registratiedragerlichaam in bovenaanzicht, 35 Figuur 2 eveneens in bovenaanzicht, een klein gedeelte van twee naast elkaar gelegen sektoradressen van dit registratiedragerlichaam,
Figuur 3 een gedeelte van de registratiedrager volgens de 8500152 ! i i PHN 11.260 5 uitvinding in radiële doorsnede,
Figuur 4 een gedeelte van dit registratiedragerlichaam 1 in tangentiële doorsnede, en
Figuur 5 een inrichting volgens de uitvinding voor het 5 inschrijven van een struktuur van servospoorgedeelten en sektoradres-gebiedjes.
De registratiedrager 1 volgens Figuur 1 is voorzien van een, bijvoorbeeld spiraalvormig spoor 2, waarvan in Figuur 1 slechts enkele van de zeer vele omwentelingen zijn aangegeven. Dit spoor is 10 verdeeld in een groot aantal sektoren 5, bijvoorbeeld 64 of 128 per omwenteling. Elke sektor bestaat uit een servospoorgedeelte 7, waarin door een gebruiker informatie ingeschreven kan worden, en een sektor-adres 6 waarin, onder andere, het adres van het bijbehorende servospoorgedeelte 7 in digitale vorm gekodeerd is in optisch uitleesbare 15 gebiedjes 8 die in Figuur 2 zijn aangegeven. Zowel deze gebiedjes als de servospoorgedeelten 7 kunnen langs optische weg gedetekteerd worden zodat, vóórdat een blok informatie ingeschreven wordt, het verlangde adres opgespoord kan worden en, zowel vóór als tijdens het inschrijven, er voor gezorgd kan worden dat een inschrijfvlek nauwkeurig de servo-20 spoorgedeelten valgt. Het registratiedragerlichaam is voorzien van een registratielaag die, indien zij belicht wordt met straling van voldoende hoge intensiteit, een optisch detekteerbare verandering ondergaat.
De wijze waarop en de inrichting waarmee, tijdens het inschrijven van de informatie door de gebruiker, de adressen worden 25 uitgelezen en de servospoorgedeelten worden gevolgd en de wijze waarop de ingeschreven gebruikersinformatie kan worden uitgelezen vormen geen onderwerp van de onderhavige uitvinding en zullen hier niet besproken worden. Volstaan wordt met te verwijzen naar het Amerikaanse octrooi-schrift no. 4.363.116.
30 In Figuur 2 zijn gedeelten van twee in radiële richting naast elkaar gelegen sektoren van het spoor 2 weergegeven. Zoals deze figuur laat zien worden de sektoradressen gevormd door gebiedjes 8 die in de spoorrichting afwisselen met tussengebiedjes 9. Tussen de opeenvolgende omwentelingen van het spoor 2 bevinden zich stroken 11 die op hetzelfde 35 niveau liggen als de tussengebiedjes 9. De servospoorgedeelten kunnen gevormd worden door op het oppervlak van de tussengebiedjes 9 en stroken 11 gelegen ribbels of, zoals Figuur 3 toont, door in dit oppervlak verzonken groeven. In het laatste geval bestaan de sektoradres- 850015? PHN 11.260 6 gebiedjes uit in het genoemde oppervlak verzonken putjes die dieper gelegen zijn dan de servogroeven, zoals Figuur 4 laat zien.
Opgemerkt wordt dat, duidelijkheidshalve, in Figuur 1 de breedte van het spoor 2 en van de tussenstroken 11 overdreven groot 5 ten opzichte van het totale oppervlak van het registratiedragerlichaam is voorgesteld. In werkelijkheid heeft bijvoorbeeld het registratiedragerlichaam een diameter van ongeveer 30 cm. terwijl de radiële periode P , dus de periode van de sporenstruktuur in de radiële richting r bijvoorbeeld 1600 nm. is. Ook is de lengte van de sektor-10 adressen overdreven groot ten opzichte van de servospoorgedeelten 7 voorgesteld. In de praktijk is de lengte van de gedeelten 7 bijvoorbeeld 10 maal de lengte van de sektoradressen 6.
In Figuur 3 is een. gedeelte van de radiële doorsnede van het registratiedragerlichaam, volgens de lijn 3-3' in Figuur 1, waar 15 zich alleen spoorgedeelten 7 bevinden, weergegeven. De servospoorgedeelten 7 bestaan uit in het oppervlak van de tussenstroken 11 verzonken groeven die geschikt zijn om met behulp van de differentiële methode gevolgd te kunnen worden. Zoals uiteengezet in het Britse octrooischrift no. 2.034.097 hebben deze groeven een fasediepte in de orde van 90°.
20 Deze groeven zijn ondiep en hun wanden hebben een grote hellingshoek Θ, bijvoorbeeld 0 /in de orde van 80 , Op het substraat 12 is een dunne registratielaag 13 aangebracht. Deze laag kan een reflekterende laag zijn en bijvoorbeeld als belangrijkste element Bismuth of Tellurium bevatten. Dan wordt de sporenstruktuur afgetast met een bundel die van beneden komt 25 en door het substraat heengaat, zoals met de pijl 15 is aangegeven. Op de registratielaag 13 kan nog een beschermlaag 14 aangebracht zijn.
Figuur 4 toont een gedeelte van het registratiedragerlichaam in tangentiële doorsnede volgens de lijn 4-4' in Figuur 1. Zoals Figuur 4 laat zien bestaat elk sektoradres uit een adresgedeelte 6a en een gg synchronisatiegedeelte 6b die beide opgebouwd zijn uit een aantal in het substraat verzonken putjes 8 van uniforme afmetingen. Daarbij representeert de opeenvolging van putjes in het gedeelte 6a de adresinformatie. De putjes in het gedeelte 6b hebben een vaste ruimte-frequentie en leveren bij uitlezing een kloksignaal waarmee bijvoorbeeld 35 de klokfrequentie van een signaalbron, die dient voor het moduleren van de amplitude van de inschrijfbundel waarmee de gebruiker zijn informatie inschrijft, kan worden geregeld.
Door een overeenkomstig de in te schrijven gebruikersinformatie 8500152 PHN 11.260 7 in intensiteit gemoduleerde inschrijfbundel kunnen gaatjes 16 in de registratielaag ter plaatse van de spoorgedeelten 7 gesmolten worden, waardoor informatiegebiedjes ontstaan die een andere reflektie hebben dan hun omgeving. Na het inschrijven van zijn informatie verkrijgt de | 5 gebruiker een registratiedrager waarin de servospoorgedeelten 7 en de sektoradressen 6 een fasestruktuur vormen terwijl de gebruikers-informatie in de vorm van een amplitudestruktuur is ingeschreven.
Volgens de uitvinding is, zoals Figuur 3 laat zien, de maximale breedte Wmgx van de servospoorgedeelten 7, dus de breedte ter 10 hoogte van het vlak van de stroken 11, groter dan de helft van de radiële periode Pf, bijvoorbeeld in het geval van een spoorperiode Pf = 1600 nm. gelijk aan of groter dan 900 nm. De sektoradresgebiedjes 8 hebben dezelfde breedte. Door deze waarde van de breedte van de gebiedjes 8 en de spoorgedeelten 7 wordt bereikt enerzijds dat het 15 differentiële spoorvolgsignaal een betere signaalamplitude heeft dan het spoorvolgsignaal verkregen van de tot nu toe bekende registratie-dragerliehamen waarin de maximale spoorbreedte bijvoorbeeld 600 nm. is bij een spoorperiode Pf = 1600 nm., en anderzijds dat de gebiedjes 8 van de sektoradressen nog steeds goed met de integrale methode uitge-20 lezen kunnen worden. Een belangrijk voordeel is bovendien dat voor de aangegeven breedte van de servospoorgedeelten 7 de door de gebruiker ingeschreven informatiegebiedjes 16 beter met de integrale methode uitgelezen kunnen worden dan indien de spoorgedeelten 7 minder breed zouden zijn. Het laatstgenoemde effekt kan verklaard worden uit het 25 feit dat de informatiegebiedjes 16, die zich van hun omgeving onderscheiden doordat zij een andere reflektiecoëfficiënt hebben, beter waargenomen kunnen worden naarmate de groefgedeelten 7 breder zijn en meer op vlakke gedeelten van de registratielaag gaan lijken.
De door de uitvinding verschafte, voor het differentiële 30 spoorvolgsignaal en het integrale uitleessignaal van de sektoradresgebiedjes optimale, waarde van de maximale breedte is het resultaat van een inventief gebruik van de uit vektoriële diffraktie berekeningen verkregen inzichten dat, naarmate het servospoorgedeelte breder wordt de amplituden van de tweede en hogere buigingsorden kleiner worden, en 35 bij gelijkblijvende spoordiepte de amplitude van een eerste orde deel-bundel groter wordt vanwege het grotere volume van de servogroef of -ribbel en dat naarmate de maximale spoorbreedte meer in de buurt komt van de radiële periode van de sporenstruktuur zelfs voor grotere 8500152
« V
♦ PHN 11.260 8 diepten van het servospoor de fasediepte meer in de buurt van de optimale waarde van 90° komt te liggen. Gebleken is dat er een bepaalde waarde voor de maximale spoorbreedte aan te geven is waarboven de amplitude van het differentiële spoorvolgsignaal nauwelijks nog 5 toeneemt. Voor een registratiedragerlichaam met een periode Pp in de orde van 1600 nm. dat afgetast wordt met een stralingsvlek waarvan de halfwaardebreedte ongeveer 800 nm. is ligt de bedoelde waarde op ongeveer 1200 nm.
Zouden nu echter ook de putjes of heuveltjes van de sektor-10 adressen deze maximale breedte hebben, dan zou de effektieve breedte, die vanwege de grotere wandsteilheid van de putjes dichtbij de maximale breedte ligt, te groot zijn voor een goede uitlezing van deze putjes met de integrale methode. Er moet derhalve een kleinere waarde voor de maximale spoorbreedte gekozen worden. Gebleken is dat 15 voor een registratiedragerlichaam met een periode Pr = 1600 nm., dat afgetast wordt met een stralingsvlek met een halfwaardebreedte van ongeveer 800 nm. goede signalen verkregen worden voor een maximale spoorperiode gelegen in het gebied van ongeveer 800 nm. tot ongeveer 1000 nm. In het algemeen geldt dat de maximale breedte minstens in de 20 orde van de halve spoorperiode moet zijn voor een goed differentieel spoorvolgsignaal en een goed integraal uitleessignaal van de sektor-adresgebiedjes.
Deze gebiedjes 8 en de servospoorgedeelten 7 kunnen op het registratiedragerlichaam aangebracht worden met behulp van een enkele 25 stralingsvlek waarvan de intensiteit tussen verschillende niveaus geschakeld kan worden. In Figuur 5 is een uitvoeringsvorm van een inrichting waarmee de sektoradressen en de servospoorgedeelten op een zogenaamde master-plaat ingeschreven kunnen worden weergegeven. In deze figuur is 20 het, bijvoorbeeld glazen, substraat van de master-30 plaat. Op dit substraat is een fotogevoelige laag 21 aangebracht waarvan de dikte zodanig gekozen is dat de na het ontwikkelen van de fotogevoelige laag gevormde sektoradresgebiedjes een aan de golflengte van de bundel waarmee het registratiedragerlichaam naderhand afgetast wordt aangepaste diepte of hoogte hebben ter verkrijging van de juiste 35 fasediepte. Element 23 in Figuur 5 is een stralingsbron, bijvoorbeeld een Argon-Ion laser die een bundel b met een-golflengte van bijvoorbeeld 457,9 nm. levert. De nauwe bundel wordt verbreed bijvoorbeeld door een teleskoop bestaande uit de lenzen 26 en 27. Door een spiegel 29 8500152 PHN 11.260 9 wordt de bundel gereflekteerd naar een objektiefstelsel 30 met een hoge numerieke apertuur, bijvoorbeeld 0,4 of 0,5. Dit objektiefstelsel fokusseert de bundel b tot een kleine stralingsvlek V. De bundel kan ook worden verbreed met behulp van een lens tussen de spiegel 29 en 5 het objektiefstelsel.
Door de plaat te laten roteren om de as 22 beschrijft de stralingsvlek V een omwenteling op de plaat. Voor het schrijven van een spiraalvormig spoor of van een aantal koncentrische sporen moeten de stralingsvlek V en de plaat in radiële richting ten opzichte van tO elkaar bewogen worden met konstante snelheid of stapsgewijs. Daartoe kunnen de spiegel 29 en het objektiefstelsel 30 aangebracht zijn in een behuizing die in de richting van de pijl 31 bewogen wordt.
In de stralingsweg van de bundel b is een, bijvoorbeeld akousto-optische, modulator 24 aangebracht waarmee de intensiteit 15 van de bundel geschakeld wordt overeenkomstig het aan de klemmen 25 en 25' aangelegde stuursignaal. Voor het inschrijven van de sektor-adressen wordt de intensiteit geschakeld tussen een hoog niveau en een nul-niveau, terwijl tijdens het inschrijven van de servospoor-gedeelte de intensiteit van de bundel een tussen-niveau heeft.
20 Door de belichting verkrijgt de fotogevoelige laag plaatselijk een verhoogde oplosbaarheid. Het verlangde reliëfpatroon wordt verkregen door een selektieve verwijdering van het belichte fotogevoelige materiaal in een ontwikkelproces. De diepte, respektievelijk de breedte, van de servogroef worden daarbij bepaald door de intensiteit van de 25 bundel, respektievelijk de breedte van de stralingsvlek V. Na het ontwikkelen van de master-plaat kan deze bedekt worden met bijvoorbeeld een Zilverlaag. Van deze plaat kunnen vervolgens op bekende wijze matrijzen vervaardigd worden, welke matrijzen gebruikt worden voor het vervaardigen van een groot aantal afdrukken.
3Q Zoals in Figuur 5 getoond wordt heeft de stralingsvlek V
een langgerekte vorm waarbij de lengterichting dwars op de spoorrichting is. In Figuur 5 strekt de spoorrichting zich uit in de richting Y loodrecht op het vlak van de tekening. Een dergelijke stralingsvlek wordt verkregen door het objektiefstelsel asymmetrisch te belichten 35 zodanig dat in de richting X de pupil van het objektiefstelsel niet volledig gevuld wordt, terwijl in de richting Y de pupil wel volledig gevuld wordt. Van de door het objektiefstelsel gevormde stralingsvlek V is dan de afmeting in de X-richting groter dan die in de Y-richting.
8500152 PHN 11.260 10
De asymmetrische pupilvulling kan tot stand gebracht worden met 32 behulp van een diafragma/tussen de spiegel 29 en het objektiefstelsel, welk diafragma de bundel in de X-richting begrenst. Het is ook mogelijk in plaats van een diafragma een cylinderlens te gebruiken 5 waarvan de cylinderas in de Y-richting verloopt. De cylinderlens zorgt er voor dat in het XZ-vlak de bundel b wordt gekonvergeerd, terwijl in het YZ-vlak de bundel evenwijdig blijft.
10 15 20 25 30 35 8500152

Claims (2)

1. Registratiedragerlichaam waarin een gebruiker met behulp van optische straling informatie kan inschrijven, welk registratiedragerlichaam bevat een substraat en een daarop aangebrachte registra-tielaag en voorzien is van een vooraf aangebrachte een optisch 5 detekteerbare reliëfstruktuur van servospoorgedeelten en sektoradressen waarin adresinformatie over bijbehorende inschrijfbare gedeelten van het registratiedragerlichaam zijn vastgelegd in de vorm van optisch detekteerbare gebiedjes die afwisselen met tussengebiedjes, waarbij de gebiedjes in de sektoradressen een andere fasediepte hebben dan de 10 servospoorgedeelten, met het kenmerk, dat de maximale breedte van de servospoorgedeelten en van de sektoradresgebiedjes minstens in de orde van de halve periode van de sporen in een richting dwars op de spoor-richting is.
2. Inrichting voor het inschrijven van een struktuur overeen-15 komstig de reliëfstruktuur van servospoorgedeelten en sektoradressen van het registratiedragerlichaam volgens conclusie 1, welke inrichting bevat een stralingsbron, een modulator voor het schakelen van de intensiteit van de door de bron geleverde stralingsbundel en een objektiefstelsel voor het fokusseren van de stralingsbundel tot een 20 stralingsvlek op de registratiedrager, met het kenmerk, dat tussen de stralingsbron en het objektiefstelsel optische middelen aangebracht zijn voor het in een van twee onderling loodrechte richtingen begrenzen van de het objektiefstelsel binnentredende bundel tot een breedte kleiner dan de breedte van de intreepupil van het objektiefstelsel. 25 30 8500152 35
NL8500152A 1985-01-22 1985-01-22 Registratiedragerlichaam voorzien van vooraf aangebrachte en optisch detekteerbare servospoorgedeelten en sektoradressen. NL8500152A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500152A NL8500152A (nl) 1985-01-22 1985-01-22 Registratiedragerlichaam voorzien van vooraf aangebrachte en optisch detekteerbare servospoorgedeelten en sektoradressen.
DE8686200023T DE3685886T2 (de) 1985-01-22 1986-01-09 Aufzeichnungstraeger mit vorgepraegten optisch detektierbaren fuehrungsspurteilen und sektoradressen.
EP86200023A EP0190774B1 (en) 1985-01-22 1986-01-09 Record carrier body provided with preformed optically detectable servo-track portions and sector addresses
JP61009052A JPH07118099B2 (ja) 1985-01-22 1986-01-21 予じめ形成された光学的に検出可能なサーボトラツク部分とセクタアドレスを有する記録担体及びこの記録担体構造を記録するための装置
US07/257,360 US4949330A (en) 1985-01-22 1988-10-12 Apparatus for pre-forming servo-track portions and sector addresses having the same predetermined width
US07/467,696 US5038339A (en) 1985-01-22 1990-02-20 Record carrier having servo-track portions and sector addresses having the same predetermined width

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500152A NL8500152A (nl) 1985-01-22 1985-01-22 Registratiedragerlichaam voorzien van vooraf aangebrachte en optisch detekteerbare servospoorgedeelten en sektoradressen.
NL8500152 1985-01-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500152A true NL8500152A (nl) 1986-08-18

Family

ID=19845399

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500152A NL8500152A (nl) 1985-01-22 1985-01-22 Registratiedragerlichaam voorzien van vooraf aangebrachte en optisch detekteerbare servospoorgedeelten en sektoradressen.

Country Status (5)

Country Link
US (2) US4949330A (nl)
EP (1) EP0190774B1 (nl)
JP (1) JPH07118099B2 (nl)
DE (1) DE3685886T2 (nl)
NL (1) NL8500152A (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4862439A (en) * 1987-01-19 1989-08-29 Sony Corporation Recording device that identifies recordable areas of a disk record
EP0311372A3 (en) * 1987-10-05 1990-07-04 Hitachi Maxell Ltd. Optical apparatus for optical information recording medium
JP2764960B2 (ja) * 1988-11-16 1998-06-11 松下電器産業株式会社 記録再生方法
GB8906353D0 (en) * 1989-03-20 1989-05-04 Dewar Productions Inc Semi-timing optic lathe
JP2589370B2 (ja) * 1989-04-13 1997-03-12 シャープ株式会社 光ディスク装置
US5191563A (en) * 1989-06-29 1993-03-02 Digital Equipment Corporation Method for increasing track density of magneto-optical storage media
JP2698784B2 (ja) * 1989-07-21 1998-01-19 シャープ株式会社 情報記録再生装置
US5327408A (en) * 1990-09-07 1994-07-05 International Business Machines Corporation Optical disk with sector servo patterns compensating for variations in pattern size and/or radial velocity
US5508995A (en) * 1993-07-15 1996-04-16 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Optical disk capable of recording information on both groove and land tracks
US5452285A (en) * 1993-09-30 1995-09-19 Polaroid Corporation Uniformly distributed servo data for optical information storage medium
DE69714790T2 (de) 1996-02-08 2003-04-10 Matsushita Electric Ind Co Ltd Optische Platte, optische Plattenvorrichtung und Verfahren zur Wiedergabe von Informationen auf der optischen Platte
KR100281947B1 (ko) * 1996-04-11 2001-02-15 모리시타 요이찌 광 디스크
US6549511B1 (en) * 1999-02-24 2003-04-15 Hewlett Packard Development Company, L.P. Optical disk medium having features for radial tilt detection and apparatus for measuring radial tilt
JP2003529175A (ja) * 2000-03-28 2003-09-30 コーニンクレッカ フィリップス エレクトロニクス エヌ ヴィ サーマリー・アシステッド磁気記録用の記憶媒体
US7701813B2 (en) * 2004-10-19 2010-04-20 Panasonic Corporation Method for recording to and reproducing from an optical recording medium, optical recording medium, and recording and reproduction apparatus for the same

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3983317A (en) * 1974-12-09 1976-09-28 Teletype Corporation Astigmatizer for laser recording and reproducing system
JPS5266405A (en) * 1975-11-29 1977-06-01 Victor Co Of Japan Ltd Optical recording system of information recording discs
JPS5926362Y2 (ja) * 1976-11-30 1984-07-31 大日本スクリ−ン製造株式会社 画像走査記録装置における露光用アパ−チヤ−
US4209793A (en) * 1977-12-17 1980-06-24 Victor Company Of Japan, Limited Apparatus for optically recording signals on a recording medium
NL187413C (nl) * 1978-03-16 1991-09-16 Philips Nv Registratiedragerlichaam, ingeschreven registratiedrager, werkwijze voor het inschrijven van het registratiedragerlichaam en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze en voor het uitlezen van een ingeschreven registratiedrager.
NL7809227A (nl) * 1978-09-11 1980-03-13 Philips Nv Registratiedrager met een optisch uitleesbare, stra- lingsreflekterende informatiestruktuur.
NL7810463A (nl) * 1978-10-19 1980-04-22 Philips Nv Registratiedrager waarin informatie is aangebracht in een optisch uitleesbare informatiestruktuur.
CA1165871A (en) * 1978-11-08 1984-04-17 Kornelis Bulthuis Optically inscribable record carrier
NL7902363A (nl) * 1979-03-27 1980-09-30 Philips Nv Registratiedrager met een optisch uitleesbare informa- tiestruktuur.
NL7906576A (nl) * 1979-09-03 1981-03-05 Philips Nv Registratiedrager waarin informatie is aangebracht in een optisch uitleesbare informatiestruktuur, alsmede uitleesinrichting daarvoor.
NL8000121A (nl) * 1980-01-09 1981-08-03 Philips Nv Schijfvormige, optische uitleesbare registratiedrager als opslagmedium voor datainformatie, inrichting voor het vervaardigen van zo'n registratiedrager, inrichting voor het optekenen van datainformatie in zo'n registratiedrager en inrichting voor het uitlezen van zo'n registratiedrager.
FR2481501B1 (fr) * 1980-04-25 1985-09-13 Philips Nv Porteur d'enregistrement comportant une structure d'information lisible par voie optique et dispositif pour la lecture d'un tel porteur d'enregistrement
US4385372A (en) * 1981-05-01 1983-05-24 Drexler Technology Corporation Reflective optical data storage and laser recording media having grooved dielectric encoded prerecorded information
US4535439A (en) * 1981-12-01 1985-08-13 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Optical having index mark and sector mark
EP0100995A3 (en) * 1982-08-10 1985-10-16 Kabushiki Kaisha Toshiba Optical disk
US4665512A (en) * 1983-09-29 1987-05-12 Kabushiki Kaisha Toshiba Optical head for erasing
JPS61151852A (ja) * 1984-12-26 1986-07-10 Hitachi Ltd 光デイスク記録担体

Also Published As

Publication number Publication date
EP0190774B1 (en) 1992-07-08
JPH07118099B2 (ja) 1995-12-18
US4949330A (en) 1990-08-14
DE3685886T2 (de) 1993-02-18
DE3685886D1 (de) 1992-08-13
EP0190774A1 (en) 1986-08-13
JPS61172232A (ja) 1986-08-02
US5038339A (en) 1991-08-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500153A (nl) Registratiedragerlichaam voorzien van een reliefstruktuur van optisch detekteerbare servospoorgedeelten en sektoradressen en inrichting voor het aanbrengen van deze struktuur.
US4587648A (en) Optical disk
US5448551A (en) Optical information recording media and optical information read/write device
NL8500152A (nl) Registratiedragerlichaam voorzien van vooraf aangebrachte en optisch detekteerbare servospoorgedeelten en sektoradressen.
NL8100098A (nl) Registratiedrager met optisch uitleesbare informatiestruktuur.
GB2058434A (en) Optically readable record and read apparatus therefor
EP0108258A1 (en) A master disk for optical disk manufacture, and a method and the system for manufacturing the same
NL8801960A (nl) Inrichting voor het met een sensor-array detecteren van een optische scherpstelling.
US6229771B1 (en) Method and apparatus for generating focus error signals in a multi-beam optical disk drive
JPH0127493B2 (nl)
JP2550051B2 (ja) 光カード,光カードの記録再生方法,及び,光カード記録再生装置
EP0468468B1 (en) Optical disk reproducing method and optical disk reproducing apparatus
JP2506642B2 (ja) 情報記録原盤記録方法
EP0737964A1 (en) An apparatus for and method of reproducing information from different types of optical disks and an optical disk recording/reproducing apparatus
EP0241267A1 (en) Optical recording medium
EP1003163A1 (en) Optical recording medium
KR20060110282A (ko) 다중 빔 광학 주사 장치
KR100568376B1 (ko) 포커스에러 보정 기능을 갖는 광픽업장치 및 포커스에러 보정방법
JP2619850B2 (ja) 情報記録媒体
KR100234255B1 (ko) 디스크 경사에 의한 수차를 보정하는 방법과 이를 이용한 기록 재생용 광픽업
JP3736812B2 (ja) 光学式ピックアップ装置
JPH0555937B2 (nl)
JPH0426933A (ja) マルチビーム光ディスク装置
JPH0520691A (ja) 光デイスク再生方法および光検出器
JPS6244329B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed