NL8403094A - Brandgevoelige steelvasthoudinrichting. - Google Patents

Brandgevoelige steelvasthoudinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8403094A
NL8403094A NL8403094A NL8403094A NL8403094A NL 8403094 A NL8403094 A NL 8403094A NL 8403094 A NL8403094 A NL 8403094A NL 8403094 A NL8403094 A NL 8403094A NL 8403094 A NL8403094 A NL 8403094A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
stem
sleeve
inner cap
fire
lid
Prior art date
Application number
NL8403094A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Smith International
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Smith International filed Critical Smith International
Publication of NL8403094A publication Critical patent/NL8403094A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K17/00Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves
    • F16K17/36Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves actuated in consequence of extraneous circumstances, e.g. shock, change of position
    • F16K17/38Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves actuated in consequence of extraneous circumstances, e.g. shock, change of position of excessive temperature
    • F16K17/383Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves actuated in consequence of extraneous circumstances, e.g. shock, change of position of excessive temperature the valve comprising fusible, softening or meltable elements, e.g. used as link, blocking element, seal, closure plug
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K41/00Spindle sealings
    • F16K41/14Spindle sealings with conical flange on the spindle which co-operates with a conical surface in the housing
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/1624Destructible or deformable element controlled
    • Y10T137/1797Heat destructible or fusible
    • Y10T137/1819Safety cut-off

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Safety Valves (AREA)
  • Indication Of The Valve Opening Or Closing Status (AREA)
  • Details Of Valves (AREA)
  • Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)
  • Valve-Gear Or Valve Arrangements (AREA)

Description

NL 32413 tM/ed - 1 - *
Brandgevoelige stee1vasthoudinrichting.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op kleppen en meer in het bijzonder op een brandgevoelige steel-vasthoudinrichting voor een klep met een niet stijgende steel die onder normale omgevingsomstandigheden werkt zonder dat de 5 klepsteel op een achterzitting steunt en bij brand wordt bediend onder invloed van zeer grote hitte om de steel te laten steunen op een achterzitting in het klepdeksel.
Brand is altijd een risiko geweest bij het verwerken van olie en gas en daarom is het belangrijk dat apparatuur 10 die wordt gebruikt bij de opsporing en winning van olie en gas zijn werkzaamheid behoudt bij brand om verslechtering of uitbreiding van de brand te voorkomen. Kleppen behoren bij de apparatuur die soms worden blootgesteld aan brand en die daarom moeten voldoen aan de eisen van de "API Recommended 15 Practice Fire Test for Valves” van het American Petroleum Institute, aangeduid als API RP6F, tweede editie, december 1980. Samengevat houden deze eisen in het geval van een klep van nominaal 5000 psi bij voorbeeld in het aanhouden van een stroomopwaartse druk van 3750 psi (258,6 bar) in een proef-20 vlam tussen 140Q-160QeF (761-871°C), een stroomopwaartse druk van 5000 psi (345 bar) na afkoeling en de geschiktheid om de klep te bedienen tegen de volle nominale druk nadat deze is afgekoeld. Een minimale hoeveelheid doorgaande lekkage en uitwendige lekkage is toegestaan door de API RP6F-eisen.
25 Hoewel de API RP6F-kriteria gunstig zijn gebleken bij het ontwerpen en ontwikkelen van brandbestendige kleppen, geven sommige maatschappijen, in het bijzonder die binnen de Shellgroep, als hun mening te kennen dat de brandproef gedefinieerd in API RP6F niet de ware temperaturen weergeeft die 30 worden ondervonden tijdens een olie- of gasbrand. Deze maatschappijen hebben ook bedenkingen over de lekkage die is toe-gestaan in de API RP6F-proef. Een strengere brandproef werd daarom ontwikkeld door de Shellgroep voor de kwalifikatie van brandbestendige putkopapparatuur met inbegrip van kleppen.
35 Deze strengere brandproef wordt aangeduid als de "verbeterde" API RP6F-proef en is op brede schaal aangenomen zowel bij 8403094 * . . Λ - 2 - fabrikanten als gebruikers van putkopapparatuur als hulp bij het ontwerpen en beproeven van dergelijke apparatuur om de brandbestendige eigenschappen daarvan te verbeteren. De "verbeterde” API RP6F-brandproef omvat bij voorbeeld het bloot-5 stellen van de apparatuur aan een hogere vlamtemperatuur van 2000°F (1100®C) dan voorgeschreven in API RP6F en het weglaten van de toelaatbare doorgaande en uitwendige lekkage onder voorgeschreven proefomstandigheden. De "verbeterde” API RP6F-brandproef was bedoeld om strenger te zijn dan de werkelijke 10 temperaturen die optreden, in een typische putbrand. Voor een bespreking van sommige recente pogingen bij het ontwerpen van brandbestendige putkopapparatuur met inbegrip van kleppen en een vergelijking van de belangrijkste brandproefomstandighe-den voor de API RP6F en "verbeterde" API RP6F-procedures kan 15 worden verwezen naar "Development of Fire-Resistent Wellhead and Christmas Tree Equipment" door R. Hartley, P. Hamer en R. van Dort, Offshore South East Asia 8.2 Conference, februari 1982 en "Fire Resistant Wellhead Equipment for Statfjord 'B' Platform" door Allen Millmaker en Manfred Leiser, Paper OTC 20 4371, Offshore Technology Conference, mei 1982.
In een gebruikelijke doorgaande schuifklep met niet-stijgende steel heeft het kleplichaam een stromingsweg waardoor de pijplijnfluxdums passeren en een kamer die de stromingsweg binnen het kleplichaam snijdt. Een schuif is aange-25 bracht in de kamer om heen en weer te bewegen over de stromingsweg waarbij in de bovenste stand bij voorbeeld een stro-mingspoort in de schuif in lijn ligt met de stromingsweg om pijpleidingsfluXdums te laten stromen door de klep en in de onderste stand de schuif de stroming door de stromingsweg 30 blokkeert. De schuif wordt heen en weer bewogen in de klep-kamer door mechanische middelen zoals een handwiel dat is gemonteerd op een steel die is verbonden met de schuif, waardoor de schuif over de stromingsweg beweegt om de klep te openen en te sluiten. De schuif wordt heen en weer bewogen 35 op en afgedicht tegen een schuifzitting in de klepkamer en de schuifzitting is gemonteerd in en afgedicht ten opzichte van het kleplichaam. Een deksel sluit de steelopening van de klepkamer. Een steelpakking dicht af tussen de steel en het 8403094 ^——- — — — _ — 3 — #t «> deksel.
Bij brand kan een dergelijke gebruikelijke schuif-klep worden omspoeld door vlammen die de klep kunnen verhitten tot temperaturen in de buurt van 2000°F (1100°C) . Deze extreme 5 hitte veroorzaakt dat de klepzittingen met inbegrip van de steelpakking slechter worden en ook dat de klepfluïdums verdampen. Het verlies van de afdichtingen veroorzaakt uitwendige en doorgaande lekkage. De verdamping van opgesloten klep-fluldums veroorzaakt gevaarlijk hoge drukken in de klepkamer 10 die soms het verlies van de verslechterende afdichtingen kan versnellen.
Smeltbare elementen zijn in het verleden toegepast voor veiligheidskleppen en dergelijke die zijn ontworpen om open te blijven onder normale omgevingsomstandigheden en de 15 stroming van fluïdums door de klep :toe- te laten en die sluiten bij brand waarbij deze stroming wordt afgesloten.
Het Amerikaanse octrooischrift 3.842.853 bij voorbeeld beschrijft een warmtegevoelige veiligheidsklep in een uitvoering waarvan de schuif in de open stand wordt gehouden 20 door een eindkap die is bevestigd op een nippel rondom het boveneind van de steel door een smeltbare bus die een opwaartse beweging van de steel verhindert. Wanneer de smeltbare bus smelt houdt deze niet langer de kap tegen de steel en de steel beweegt omhoog onder invloed van een veerkracht om de 25 klep te sluiten. In een andere uitvoering is een buitenhuis geschroefd op de nippel en een binnenkap is teleskopisch geschoven in de buitenhuis en wordt verhinderd omhoog te bewegen ten opzichte daarvan door grendelkogels die zijn aangebracht in poorten in de binnenkap en een uitsparing in de 30 buitenhuis. Een steelvasthouddeel is aangebracht op de steel en een smeltbare schijf is aangebracht tussen het boveneind van het vasthouddeel en de binnenkap. Het vasthouddeel dat wordt vastgehouden door de smeltbare schijf verhindert dat de grendelkogels naar binnen bewegen. Een bovenwaartse bewe-35 ging van het vasthouddeel, de binnenkap en de steel wordt daardoor verhinderd tijdens de normale werking, zodat de schuif in de open.stand wordt gehouden. Wanneer de smeltbare schijf smelt zoals bij brand, wordt het smeltbare materiaal 8403094 * - * - 4 - afgevoerd door een poort in de binnenkap en kan het vasthoud-deel omhoog bewegen. Een ringvormige uitsparing in het vast-houddeel kan in uitlijning komen met de grendelkogels waardoor deze naar binnen worden gedrukt, waarbij de binnenkap vrij-5 komt van de buitenhuis en het vasthouddeel, de binnenkap en de steel omhoog kunnen bewegen zodat de klep sluit. In een andere uitvoering is een kap met een inwendige ringvormige uitsparing geschroefd op de nippel en een ring van smeltbaar materiaal is aangebracht in het radiaal buitenwaartse eind 10 van de uitsparing. Een schijf die meerdere grendelklauwen draagt is aangebracht boven het boveneind van de steel, waarbij de klauwen naar buiten zijn voorgespannen, gedeeltelijk tot in 'de uitsparing en tegen de smeltbare ring, door de opwaartse steelkracht tegen de schijf. Onder normale omstandig-15 heden verhinderen de grendelklauwen èen opwaartse beweging van de schijf en houden ze dus de steel omlaag en de klep in de open stand. Bij brand smelt de smeltbare ring waarbij het smeltbare materiaal wegvloeit door poorten in de kap, zodat de klauwen geheel in de uitsparing in de kap naar buiten kun-20 nen worden gedrukt waardoor de schijf vrij wordt gelaten om omhoog te bewegen en uit de kap wordt geworpen. De steel kan dan omhoog bewegen zodat de klep sluit. Volgens het Amerikaanse octrooischrift 3842853 is er geen voorziening voor achterste steunafdichtingen in het geval de CHringsteelaf-25 dichting slechter wordt bij de brand, en aldus kan uitwendige lekkage langs de O-ringsteelafdichting optreden zelfs als de klep gesloten is. Dit is onaanvaardbaar bij een brandbesten-dige klep. Bovendien, in het Amerikaanse octrooischrift 3842853 kunnen de elementen die onder normale omstandigheden 30 de steel omlaag houden met kracht vrij worden uitgeworpen uit de klep tijdens een brand, hetgeen buitengewoon gevaarlijk is voor andere apparatuur en het personeel dat in de buurt is.
Dit is ook onaanvaardbaar.
Smeltbare elementen zijn ook toegepast in kleppen 35 in het verleden, die onder normale omstandigheden intact blijven om de klep normaal te laten werken en bij brand smelten om een secundaire brandbestendige typische metaal-op-me-taalafdichting te vormen om verlies van fluïdum door een 8403094 - 5 - slechter wordende of vernietigde primaire afdichting te verhinderen .
Het Amerikaanse octrooischrift 2.647.721 beschrijft een smeltbare ring om een klepsteel tussen een pakkingbus en 5 leger die is uitgevoerd om te smelten onder hoge temperaturen zodat het leger en de steel, axiaal omhoog kunnen bewegen zodat een ringvormige schouder op de steel aangrijpt op een overeenkomstige zitting in het kleplichaam en een metaal-op-me-taalafdichting vormt, 10 Het Amerikaanse octrooischrift 3.788.600 beschrijft een schuifklep met een tweedelige steel, waarvan de buitensek-tie teleskopeert ten opzichte van de binnensektie. De buiten-sektie heeft een metalen afdichtingsschouder die apart van een metalen zitting in de dekselkap wordt gehouden door een 15 smeltbare ring. In het geval brand smelt de smeltbare ring zodat de bovenste steelsektie omhoog kan bewegen en zijn afdichtingsschouder in aangrijping komt met de zitting in de dekselkap en een metaal-op-metaalafdichting vormt.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.082.105 beschrijft.
20 een klep met ringvormige elementen die in een vervormde stand (zie figuur 2 van het Amerikaanse octrooischrift 4.082i105) worden gehouden door middel van soldeer. Wanneer de klep wordt blootgesteld aan voldoende hitte smelt het soldeer en de ringvormige elementen ontspannen zich naar een 25 stand zodat hun binnenste randen bijten in de klepsteel om een secundaire afdichting te vormen zoals is afgebeeld in figuur 3 van het Amerikaanse octrooischrift 4.082.105.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.214.600 beschrijft een smeltbare ring in een klepdekselkap tussen een bovenste 30 steelleger en het binneneind van de kap die tijdens normale omstandigheden het leger en· ide. klepsteel ondersteunt zodat een schouder op de steel op een afstand ligt van een overeenkomstige achterzitting in het deksel. Wanneer de smeltbare ring wordt blootgesteld aan brand smelt deze en loopt deze 35 uit het kleplichaam. Als de smeltbare ring smelt, ondersteunt j deze niet langer het leger en de klepsteel, zodat de steel-schouder in metaal-op-metaalafdichtende aanraking kan bewegen met de achterzitting van het deksel.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.245.661 beschrijft 8403094 * · 4 - 6 - een hittegevoelige achterzittinguitvoering voor een klep-steel. Een bovenste steelleger wordt ondersteund van boven door een smeltbare ringvormige schijf met uitlaatpoorten om het smeltbare materiaal te laten ontsnappen wanneer het smelt.
5 Wanneer de smeltbare ringvormige schijf smelt, zoals bij brand, kunnen de. klepsteel en zijn legers omhoog bewegen ten opzichte van het deksel, waardoor een schouder op de steel in aangrijping komt met een achterzitting in het deksel om een metaal-op-metaalafdichting te vormen.
10 Het Amerikaanse octrooischrift 4.371.857 beschrijft een klepbedieningsinrichting op een klepdeksel met inbegrip van een zuigeraanslaghuls die wordt ondersteund in een normale stand door een smeltbare ring die een bovenste bewegings-aanslag vormt voor de bedieningsinrichtingzuiger en steel 15 onder normale werkomstandigheden en verhindert dat een schouder op de steel komt te steunen tegen een achterzitting in het deksel. Wanneer de smeltbare ring smelt zoals bij brand wordt het smeltbare materiaal afgevoerd door een poort en de aanslaghuls kan omhoog bewegen, waardoor de bedieningszuiger 20 en steel omhoog bewegen voorbij de normale aanslagstand en de steelschouder komt te steunen tegen een achterzitting en een metaal-op-metaalafdichting vormt.
Zie ook de twee boven aangehaalde technische artikelen waarin een bespreking voorkomt betreffende de toepassing 25 van een Cameronschuifklep, die is gewijzigd door het opnemen van een afstandsring van eutectisch materiaal onder het steelleger zodat de steel bij brand kan steunen tegen een achterzitting'met metaal op metaal.
Verschillende problemen bestaan bij de bovenbespro-30 ken bekende inrichtingen die soms leiden tot. onjuist gedrag van de apparatuur bij brand. Behalve de nadelen bij de uitvoering volgens het Amerikaanse octrooischrift 3842853 dat boven is besproken leidt het betrekkelijk grote volume van smeltbaar materiaal dat wordt toegepast bij de bekende smelt-35 bare elementen tot een langzamere reaktietijd van de smeltbare elementen bij brand, wanneer een snelle reaktie van de inrichtingen uiterst kritisch is om verergering of uitbreiding van de brand tegen te gaan. Bovendien liggen de smelt- 8403094 - 7 - ^ * bare elementen op een zodanige plaats dat de warmtegeleiding naar de smeltbare elementen betrekkelijk slecht is waardoor de reaktietijd nog langzamer wordt* Bovendien vereist het betrekkelijk grote volume van smeltbaar materiaal dat wordt toege-5 past in de smeltbare elementen vaak het verschaffen van speciale afvoergaten in de klep om het gesmolten materiaal te laten weglopen. Als een dergelijk afvoergat verstopt raakt, kan de inrichting niet werken of niet vlug genoeg werken. Het smeltbare materiaal kan weer stollen in de legers waardoor de klep 10 onwerkzaam wordt. Speciaal bij de inrichtingen die zijn ontworpen om een secundaire achterste afdichting van metaal op metaal te verkrijgen bij een slechter wordende of vernietigde primaire afdichting is het niet gemakkelijk duidelijk voor een waarnemer of het smeltbare materiaal wel of niet is ge-15 smolten bij de brand en of dus het opnieuw monteren van het deksel nodig is.
Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een brandgevoelige steelvasthoudinrichting met toepassing van smeltbare materialen voor een brandbestendige 20 klep met niet-stijgende steel die onder normale omstandigheden de klep laat werken zonder dat de klepsteel tegen een achter-zitting steunt en bij brand de klepsteel tegen een achter-zitting in het deksel laat steunen, waarbij een secundaire brandbestendige afdichting van metaal op metaal of anderszins, 25 zoals met samengepakt grafiet, wordt gevormd als achterste steun voor de primaire steelafdichting en waarbij de bovenbeschreven problemen die optreden bij de bekende inrichtingen zijn overwonnen.
De brandbestendige steelvasthoudinrichting volgens 30 de onderhavige uitvinding is ontworpen om op betrouwbare snellere wijze te reageren op brand door de toepassing van een kleiner volume van smeltbaar materiaal dan in de bekende inrichtingen en een inniger kontakt tussen het smeltbare materiaal en de aan de brand blootgestelde delen van de klep, 35 hetgeen leidt tot een verbeterde warmtegeleiding naar het smeltbare materiaal. Door toepassing van een kleiner volume van smeltbaar materiaal vereist de inrichting volgens de onderhavige uitvinding geen speciale afvoergaten om het 8403094 - ' * - 8 - smeltbare materiaal te laten weglopen wanneer het smelt, en ook kan het smeltbare materiaal niet het leger vervuilen of de steel vastsolderen aan het deksel. De inrichting volgens de onderhavige uitvinding verschaft ook een van buiten ge-5 makkelijk zichtbare aanwijzing van de toestand van het smeltbare materiaal en laat dus zien of het opnieuw monteren van het deksel wel of niet nodig is. Ook is een doel van de onderhavige uitvinding het verschaffen van een dergelijke brand-gevoelige steelvasthoudinrichting voor een overigens brand-10 bestendige klep waardoor deze met succes door de brandproeven kan komen die zijn vastgesteld in de API RP6F en "verbeterde" API RPöïi’-procedures.
Andere doelen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende gedetailleer-15 de beschrijving.
Volgens de bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat een brandgevoelige steelvasthoudinrichting een buitenste holle huls die is bevestigd op een deksel rondom een klepsteel. Een binnenkap is opgenomen 20 in de buitenste holle huls en. past dicht ten opzichte daarvan, Een bovenste en onderste steelleger met een legerhouder daartussen zijn opgenomen in. de binnenkap om de steel. De binnenkap heeft een schouder die éen bovenste steun vormt voor het bovenste steelleger. Onder normale omstandigheden is de 25 binnenkap gesoldeerd aan de buitenste holle huls met een dunne laag van smeltbaar materiaal zoals blikslagerssoldeer of dergelijke, waarbij de bovenzijde van de binnenkap althans nagenoeg glad ligt met het buiteneind van de buitenste holle huls. Het bovenste steelleger, de legerhouder en de steel 30 worden verhinderd door de schouder op de binnenkap omhoog te bewegen en daardoor wordt een ringvormige schouder op de steel verhinderd in aanraking te komen met een achterzitting in het deksel. Bij brand smelt de dunne laag van smeltbaar materiaal tussen de binnenkap en de buitenste holle huls snel 35 ten gevolge van zijn kleine volume en zijn innig kontakt met zowel de binnenkap als de buitenste holle huls. Wanneer het smeltbare materiaal smelt kan de binnenkap vrij omhoog bewegen en het bovenste leger, de legerhouder en de steel worden 8403094 - 9 - * niet langer van boven ondersteund door de schouder op de binnenkap. Het bovenste leger, de legerhouder en de steel bewegen dus omhoog door de inwendige klepdruk totdat de schouder op de steel zit tegen de achterzitting in het deksel en een 5 brandbestendige secundaire, afdichting vormt voor de steel en lekkage van fluidums langs de steel naar de buitenzijde verhindert .
Een schroef die uitsteekt buitenwaarts van de wand van de binnenkap loopt in een sleuf in de buitenste holle 10 huls om te verhinderen dat de .binnenkap geheel uit het boveneind van de buitenste huls wordt gedrukt. De stand van de schroef in de sleuf en het verband tussen de boveneinden van de binnenkap en de buitenste holle huls verschaffen een gemakkelijk zichtbare aanwijzing of het smeltbare materiaal 15 wel of niet is gesmolten.
Voor een gedetailleerde beschrijving van een bij voorkeur toegepaste uitvoering van de onderhavige uitvinding zal nu worden verwezen naar de bijgaande tekeningen waarin:
Figuur 1 is een vertikale doorsnede van een klep 20 met de brandgevoelige steelvasthoudinrichting volgens de onderhavige uitvinding,·
Figuur 2 is een vertikale doorsnede op grotere schaal van de brandgevoelige steelvasthoudinrichting volgens de onderhavige uitvinding met zijn onderdelen en de klepsteel 25 en legers in hun respektievelijke standen wanneer de in figuur 1 afgebeelde klep wordt bediend onder normale omstandigheden;
Figuur 3 is een vertikale doorsnede op grotere schaal van de brandgevoelige steelvasthaudinrichting volgens 30 de onderhavige uitvinding met zijn onderdelen en de klepsteel en legers in hun respektievelijke standen wanneer de in figuur' 1 afgebeelde klep is blootgesteld aan een brand.
Aanvankelijk verwijzende naar figuur 1 is een doorgaande schuifklep 1 met niet-stijgende steel afgeheeld waarin 35 de brandgevoelige steelvasthoudinrichting 3 volgens de onderhavige uitvinding is aangebracht. De klep 1 omvat een klep-lichaam of huis 10 met tegenoverliggende stroompoorten 12, 14 die een stroomweg 16 vormen waardoorheen pijpleidingfliiidums 8403094 * ' a - 10 - kunnen passeren. Het kleplichaam 10 kan machinaal zijn vervaardigd uit een blok staal, bij voorbeeld zoals is afgeheeld in figuur 1, maar geschikte gietstukken of smeedstukken kunnen bruikbaar zijn voor sommige toepassingen. Het lichaam 10 kan 5 bestaan uit 4130-staal bij voorbeeld. Zoals afgeheeld is de stroompoort 12 het stroomopwaartse of inlaateind van de klep en de stroompoort 14 is het stroomafwaartse of uitlaateind.
De binneneinden van de stroompoorten 12, 14 zijn voorzien van co-axiale tegenboringen 18 respektievelijk 20 die de stroom-10 poorten 12, 14 omringen.
Een schuifkamer 22 snijdt de stroomweg 16 in het huis 10 in het algemeen volgens een rechte hoek ten. opzichte daarvan. De schuifkamer 22 en stroompoorttegenboringen 18, 20 zijn geschikt voor het opnemen van een paar tegenovergestelde 15 zittingen 24, 26. Elke zitting 24, 26 heeft een buitenwaarts gekeerd vlak. dat althans, nagenoeg· complementair met de vorm van· de tegenboringen 18, 20 en schuifkamer 22 is gevormd. De zittingen 24, 26 omvatten elk reen hals of naaf 28, 30 die is opgenomen door de tegenboringen-18 respektievelijk 20. Elke 20 zitting 24, 26 is voorzien van een dwarsopening die co-axiaal is met en aansluit op de stroompoorten 12, 14 en de stroomweg 16 en in het algemeen dezelfde diameter heeft. Het binnenwaarts gekeerde vlak van elk zittingdeel 24, 26 is gevormd om samen te werken in glijdende aanraking met het aanliggen-25 de buitenvlak van een schuifsegment 32 of 34 zoals hierna zal worden beschreven.
De zittingen 24, 26 en hun bijvoegsels zijn gelijk in constructie en symmetrisch aangebracht aan tegenovergestelde zijden van de schuifkamer 22 zodat de beschrijving van 30 een toepasbaar zal zijn op de andere.
Een schuif 36 tussen de zittingen 24, 26 vormt een sluitdeel om naar keuze de verbinding tussen de stroomopwaartse en stroomafwaartse stroompoort 12, 14 af te sluiten en te openen. De schuif 36 is bij voorkeur geconstrueerd als 35 een paar bijpassende schuifsegmenten 32, 34 die zijn aangebracht tussen de zittingen 24, 26 in de schuifkamer 22 om heen en weer te bewegen over de stroomweg 16. De schuifsegmenten 32, 34 en de zittingen 24, 26 zijn gemaakt van 410-roest-vrijstaal bij voorbeeld. De schuifsegmenten 32, 34 van de 8403094 - 11 - schuif 36 zijn voorzien nabij hun boveneinden van een sluit-sektie 35 die geschikt is om de fluldumstroraing door de stroomweg 16 te verhinderen wanneer de schuif is neergelaten naar de gesloten stand zoals is afgebeeld in figuur 1, en 5 poorten 38 bij hun boveneinden die geschikt zijn om een dergelijke stroming toe te laten wanneer de schuif is omhoog bewogen naar de open stand. Afdichtmateriaal voor het verschaffen van een afdichting tussen de zittingnaven 28, 30 en tegen-boringen 18, 20 en tussen de schuifsegmenten 32, 34 en zittin-10 gen 24, 26 wordt geleverd uit reservoirs 37, 39 op een bekende wijze zoals bij voorbeeld is afgebeeld in het Amerikaanse oc-trooischrift 2.657.898. Bovendien kunnen de aanliggende oppervlakken van de schuifsegmenten en zittingen zijn gelapt om te verzekeren dat zonder afdichtmiddel een droge afdichting daar-15 tussen mogelijk is in het geval van verlies of falen van het afdichtmiddel bij brand. Een afvalring 43 die kan bestaan uit 302-roestvrijstaal bij voorbeeld is aangebracht tussen de schuifsegmenten 32, 34 om de poorten 38 en meerdere veren 45 die zijn aangebracht in dwarse blinde boringen 46 in het bo-20 ven- en ondereind en in het midden van de schuifsegmenten 32, 34 drukken de schuifsegmenten naar buiten weg van elkaar en naar de zittingen 24 respektievelijk 26 toe.
Het boveneind van de schuifkamer 22 in het huis 10 is afgesloten door een wand die een deksel 40 omvat en de 25 brandgevoelige steel vasthoudinrichting 3 volgens de onderhavige uitvinding die vollediger hieronder wordt beschreven.
Het deksel 40 dat kan bestaan uit-4130-staal bij voorbeeld is bevestigd op het huis 10 door middelen zoals tapeinden 5Q en moeren 52 die bij voorkeur zijn gemaakt uit materiaal met een 30 hoge treksterkte onder extreme hitte zoals Inconel 718 of 660-roestvrijstaal bij voorbeeld. Het deksel 40 omvat een opwaarts uitstekende van schroefdraad voorziene naaf 54 voor ingrijping met de schroefdraden op het onderste deel van de brandgevoelige steelvasthoudinrichting of dekselkap 3. Een 35 dekselpakking 41 die bij voorbeeld een spiraalvormig gewikkelde pakking van Inconel 718 en grafiet kan zijn, is aangebracht tussen en dicht af tegen het deksel 40 en het huis -10.
De schuif 36 is heen en weer beweegbaar gemonteerd i j- 8403094 . , - 12 - tussen de zittingen 24 en 26 door een steel 60 en steelmoer 62. De steel 60 kan zijn gemaakt uit K-manel of. ander geschikt materiaal. De 'moer 62 grijpt met schroefdraad aan op de uitwendige schroefdraad 64 op de steel 60 en is bevestigd 5 aan de bovendelen van de schuifsegmenten 32, 34 door schroefdraad 66 in van schroefdraad voorziene uitsparingen 68. De moer 62 kan zijn gemaakt van 413.0-staal of een ander geschikt materiaal. Bij rotatie van de steel 60 wordt de steelmoer 62 met de daaraan bevestigde schuif 36 omhoog of omlaag bewogen 10 in de schuifkamer 22 om de klep te openen of te sluiten. De schuifsegmenten 32, 34 vormen een inwendige kamer 70 voor het opnemen van de steel 60 als de schuif 36 omhoog wordt bewogen naar de open stand.
Het deksel 40 heeft een axiale boring 56 waardoor-15 heen de steel 60 uitsteekt. De steel 60 heeft een ringvormige achterzittingflens 72 die zich radiaal buitenwaarts uitstrekt van en een geheel vormt met de steel 60 boven de uitwendige schroefdraad 64. De achterzittingflens 72 heeft een omhoog gekeerde ringvormige afgeknot kegelvormige schouder 74 op zijn 20 bovenzijde.
De axiale boring 56 omvat een tegenboring 78 die groot genoeg is in diameter om daarin de achterzittingflens 72 op te nemen en een grotere tegenboring 80 onder de tegenboring 78. De tegenboring 80 heeft een diameter die groter is 25 dan de buitendiameter van de moer 62. De tegenboring 78 eindigt aan zijn boveneind in een inwendige omlaag gerichte af-gekrot kegelvormige schouder of achterzitting 84. Een aanslag-huls 82 die een buitendiameter kleiner dan de diameter van de tegenboring 78 heeft is aangebracht op de steel 60 boven de 30 moer 62. De aanslaghuls 82 kan zijn gemaakt van 4130-staal of een ander geschikt materiaal. Wanneer de schuif 36 omhoog wordt bewogen om de klep te openen, wordt de aanslaghuls 82 opgenomen in de tegenboring 78 en komt aan te liggen tegen de onderzijde van de achterzittingflens 72 wanneer de klep ge-35 heel open is en vormt daardoor een bovenste bewegingsgrens voor de moer 62 en de schuif 36. Wanneer de klep in de geheel open stand staat, is de moer 62 opgenomen in de grotere tegenboring 80 en ligt deze op een voldoende afstand van het boven- 840 3 09 4 - 13 - .
eind 81 van de tegenboring 80 om de steel 60 omhoog te laten bewegen en om de achterzittingflens 72 in aanraking te laten komen met de achterzitting 84, wanneer de klep wordt blootgesteld aan een brand en de brandgevoelige steelvasthoudin-5 richting of dekselkap 3 volgens de onderhavige uitvinding als reaktie daarop in werking treedt zoals hieronder wordt beschreven. Dit in aanraking komen met de achterzitting wordt ook toegelaten bij brand, wanneer de kiep in zijn geheel gesloten of omlaag bewogen stand staat of in elke stand tussen geheel 10 geopend of omhoog bewogen en geheel gesloten of omlaag bewogen. De flens 72 kan dus op de achterzitting 84 komen te zitten bij brand ongeacht in welke stand de schuif toevallig staat als de brand optreedt.
Thans verwijzend naar figuur 2 en 3, zullen het bo-15 venste deel van de in figuur 1 afgeheelde klep en de brandt gevoelige steelvasthoudinrichting of dekselkap 3 volgens de onderhavige uitvinding worden beschreven. Zoals is afgeheeld, strekt het boveneind van de steel 60 boven de achterzittingflens 72 zich uit door een pakkingbus 88 in het deksel 40 en 20 de dekselnaaf 54. De pakkingbus bevat een stel pakkingringen 90 om de steel 60 dat dient als de primaire afdichting tussen de steel 60 en het deksel 40. Een pakkingaanpasring 93 is opgenomen in de pakkingbus 88 om de steel 60 boven en inraking met het pakkingringstel 90 * Een pakkingvasthoudring 95 is 25 aangebraeht op de boveneinden van de dekselnaaf 54 en de pakkingaanpasring 93 om de steel 60. De afdichtring 96 die een vierkante Pioneer Nu-Lipring kan zijn bij voorbeeld, is aangebracht om de steel 60 in een ringvormige groef in het bovenvlak van de pakkingvasthoudring 95.
30 Een onderste steelleger 97 is aangebracht boven de pakkingvasthoudring 95 om de steel 60. Een gespleten leger- j houder of bus 99 is aangebracht boven het onderste steel- j leger 97 om een met gereduceerde diameter uitgevoerd deel of groef 101 van de steel 60. De legerhouder 99 wordt verhinderd 35 axiaal te bewegen op de steel 60 door de bovenste en onderste ringvormige oppervlakken van de groef 101* De legerhouder 99 omvat een onderste flensdeel 103 en een bovenste uitstekend halsdeel 105 boven het flensdeel 103. Een bovenste steelleger 107 rust op het flensdeel 103 om het halsdeel 105 van de le- 840 309 4 - - 14 - gerhouder 99. Een afdichtring 96 beschermt de legers tegen mogelijke korrosieve putfluïdums en houdt vet vast in de le- i ! gers. Het boveneind van de steel 60 is voorzien van platte vlakken 109 of andere geschikte middelen voor aangrijping met 5 een handwiel, een sleutel of ander klepbedieningsorgaan.
De brandgevoelige steelvasthoudinrichting of deksel-kap 3 volgens de.onderhavigé uitvinding omvat een buitenste holle huls 111 die is bevestigd op de dekselnaaf 54 met schroefdraad 113 op het onderste binnenvlak van de huls 111 10 die grijpt in de uitwendige schroefdraad op de naaf 54. De buitenste holle huls 111 is in het algemeen cilindrisch met open boven- respektievelijk ondereinden 115, 117 en een zijwand 119. De huls 111 kan zijn gemaakt van hetzelfde materiaal als het kleplichaam 10 bij voorbeeld 41'30-staal of derge-15 lijke. De zijwand 119 is afgeschuind aan zijn buitenranden bij 121, 123 bij het boven- respektievelijk ondereind 115, 117 en bij 124 aan zijn bovenbinnenrand. Tussen de schroefdraad 113 en het boveneind 115 heeft de zijwand 119 van de huls 111 een glad binnenvlak 125. De huls 111 omvat ook meer-20 dere ringvormige groeven 127 in het bovenbuitenvlak van de zijwand 119 bij het boveneind 115 waarbij meerdere ribben 129 daartussen gevormd zijn. Onder de ribben 129 heeft de huls 111 een in axiale richting langwerpige sleuf 131 die bij voorbeeld ovaalvormig of rechthoekig kan zijn door de zijwand 119.
25 De brandgevoelige steelvasthoudinrichting of deksel- kap 3 omvat verder een binnenkap 133 die is opgenomen in de buitenste holle huls 111. De binnenkap 133 heeft in het algemeen een holle cilindrische vorm met een gesloten boveneind 135 en een open ondereind 137. De binnenkap 133 kan ook zijn 30 gemaakt van hetzelfde materiaal als het kleplichaam 10 zoals 4130-staal of ander geschikt materiaal. De binnenkap 133 heeft een lagere inwendige boring 139, een tussenliggende met gereduceerde diameter uitgevoerde boring 141 boven de boring 139 zodat daartussen de schouder 143 is gevormd, en een bovenste 35 verder gereduceerde centrale boring of opening 145 in de bovenzijde 135 waardoorheen de steel 60 uitsteekt. De binnenkap 133 heeft een gladde cilindrische buitenzijwand 147 die dicht maar niet vast past in de boring 125 van de huls 111. Bij 8403094 - 15 - ....
voorbeeld kan de binnendiameter van de boring 125 van de huls 111 2,642 inch zijn met een tolerantie van plus 0,003 inch en de buitendiaraeter van de kap 133 kan ongeveer 2,637 inch zijn met een tolerantie van minus 0,002 inch. De radiale speling 5 tussen de binnenkap 133 en de buitenhuis 111 kan dus bij voorbeeld van de orde van 0,005 tot 0,010 inch zijn. Het zal duidelijk zijn dat deze afmetingen alleen illustratief en niet beperkend zijn.
De buitenbovenrand van de zijwand 147 is afgeschuind 10 zoals is afgeheeld bij 150. Een schroef 149 die ook een vet-nippel kan zijn is aangebracht in een van schroefdraad voorziene dwarsboring 148 in de zijwand 147 en steekt radiaal naar buiten uit de binnenkap 133 en loopt in de sleuf 131 van de buitenhuis 111.
15 Onder normale omstandigheden zal de binnenkap 133 zijn geplaatst zoals is afgebeeld in figuur 2 met zijn bovenzijde 135 althans nagenoeg glad met het boveneind 115 van de buitenhuis 111 waarbij zijn ondereind 136 bovenop de pakking-vasthoudring 95 ligt. De schroef of vetnippel 149 zal liggen 20 aan het ondereind van de sleuf 131. Het bovenste leger 107 zal aan zijn bovenvlak worden aangegrepen door de schouder 143 van de kap 133. In deze stand is de binnenkap 133 gesoldeerd aan de buitenhuis 111 met een dunne laag bij voorbeeld in de orde van 0,005 tot 0,010 inch in radiale dikte, van 25 smeltbaar materiaal 151 dat zich langs althans nagenoeg de gehele verbinding tussen de binnenkap 133 en de buitenhuis 111 uitstrekt om aan de verbinding de sterkte te geven die nodig is om de steelkracht te weerstaan bij de lichaamstest-druk (tweemaal de werkdruk) zonder afschuiving. Wanneer de 30 binnenkap 133 en de buitenhuis 111 aldus met elkaar zijn verbonden door een dunne laag van smeltbaar 151 worden onder normale omstandigheden het bovenste leger 107, de legerhouder 99 en de steel 60 verhinderd omhoog te bewegen door de schouder 143 van de binnenkap 133. De achterzittingflens 72 op de 35 steel 60 wordt dus verhinderd aan te grijpen op de achter-zitting 84 in het deksel 40 onder deze normale omstandigheden.
Het smeltbare materiaal 151 kan worden gemaakt uit elke geschikte laag smeltende materialen zoals legeringen van
K
8403094 * - 16- bismuth , antimoon, tin, lood of zink, waarvan vele op dit gebied bekend zijn en hier niet behoeven te worden beschreven. Deze· smeltbare materialen moeten zodanig zijn dat ze althans nagenoeg hun sterkte behouden bij gewone· werktemperaturen dus 5 onder normale omstandigheden zelfs in situaties waar de klep kan zijn blootgesteld aan de zon in de woestijn. Het smeltbare materiaal 151 zal goede sterkte-eigenschappen bezitten tot 100°C. Een smeltbaar materiaal dat bevredigend werkt is ' zacht blikslagersoldeer gemaakt uit maximaal 95,5% tin, maxi-10 maal 5,25% antimoon en maximaal 0,07% lood, dat goede sterkte-eigenschappen heeft tot 200°C en volledig vloeibaar is bij 243°C.
Wanneer de klep 1 wordt blootgesteld aan een brand, wordt de extreme hitte van de brand geleid door de zijwand 15 119 van de buitenhuis 111 en de top 135 van de binnenkap 133 naar de dunne laag van smeltbaar materiaal 151. De warmtege-leiding door de zijwand 119 wordt bevorderd door de groeven 127 en de ribben 129, die het oppervlak dat is blootgesteld aan de brand vergroten en de wanddikte aan de binneneinden 20 van de groeven verminderen. De hitte van de brand komt dus direkt in kontakt met het smeltbare materiaal 151 tussen het boveneind 115 van de huls 111 en de top 135 van de binnenkap 133. Het kleine volume van de dunne laag van smeltbaar materiaal 151 dat is gesoldeerd in de verbinding tussen de binnen-25 kap 133 en de buitenkap 111 en dat in innig kontakt zowel met de binnenkap als de buitenkap is langs de gehele gesoldeerde verbinding, bereikt uiterst snel zijn smeltpunt en smelt voordat de afdichting 90 voldoende verslechterd is om lekkage daaruit te veroorzaken, waardoor de binnenkap 133 vrijkomt 30 van de buitenhuis 111, Wanneer de dunne .laag van smeltbaar materiaal 151 voldoende is gesmolten, drukt de inwendige klepdruk de steel 60 omhoog waarbij de legerhouder 99, het bovenste leger 107 en de binnenkap·133 tevens omhoog worden gedrukt totdat de achterzittingflens 72 aangrijpt op de ach-35 terzitting 84. De respektievelijke posities van de steel, binnenkap, legerhouder en bovenste leger bij brand zijn afgeheeld in figuur 3. Wanneer de achterzittingflens 72 in aan-grijping komt met de achterzitting 84, wordt een secundaire afdichting gevormd die verhindert dat fluïdums ontsnappen 3403094 - 17 - - * tussen de steel 60 en het deksel 40 in het geval dat de primaire afdichting 90 uiteindelijk verslechtert of wordt vernietigd bij de brand. De aanraking van de schroef of vetnippel 149 met het boveneind van de sleuf 131 verhindert dat de bin-5 nenkap 133 geheel uit de buitenhuis 111 wordt gedrukt of geblazen.
Het steunen van de steelflens 72 op de achterzitting 84 kan een brandbestendige metaal-op-metaalafdichting vormen bij voorbeeld door direkte aangrijping van de flens 72 op de 10 achterzitting 84 of kan een brandbestendige afdichting vormen door middel van een geschikt afdichtingdeel dat is geplaatst tussen de flens 72 en de achterzitting 84. Een dergelijk af-dichtdeel kan bij voorbeeld een ring 153 van samengepakt grafiet zijn die wordt gedragen op de achterzitting 84 van het 15 deksel 40 en die wordt samengedrukt tussen de flens 72 en de achterzitting 84 in afdichtende aanraking met de steel 60 en het deksel 40 wanneer de steel 60 omhoog beweegt na het smelten van het smeltbare materiaal 151.
Het kleine volume van de dunne laag van smeltbaar 20 materiaal 151 dat wordt toegepast om de binnenkap 133 op de buitenhuis 111 te houden onder normale omstandigheden reageert niet alleen door uiterst snel te smelten bij brand maar vereist ook geen speciale afvoergaten waardoorheen het zou moeten passeren wanneer het gesmolten is om de binnenkap vrij te laten 25 bewegen naar zijn bovenstand. De posities van de schroef 149 die omhoog is bewogen in de sleuf 131 en van de top 135 van de binnenkap 133 die is omhoog bewogen boven het eind 115 van de huls 111 vormen een gemakkelijk van buiten zichtbare aanwijzing dat smeltbaar materiaal 151 is gesmolten en daarom 30 het opnieuw monteren van het deksel na de brand nodig is.
De brandgevoelige steelvasthoudinrichting volgens de onderhavige uitvinding kan worden beschouwd als een brandgevoelige veiligheidsinrichting met een normale werktoestand die is afgebeeld in figuur 1 en 2 en overeenkomt met de wer-35 king bij normale omgevingsomstandigheden, en een noodveilig-heidstoestand die is afgebeeld in figuur 3 die overeenkomt met de werking bij brand. In de normale werktoestand is het ! cilindrische buitenvlak van de binnenkap 133 verbonden met 8403094 - 18 - het., .cilindrische binnenvlak van de buitenhuis 111 door de dunne laag van smeltbaar materiaal 151. Wanneer de buitenhuis wordt blootgesteld aan brand geleidt deze de warmte naar de dunne laag van smeltbaar materiaal waardoor deze smelt en de vei-5 ligheidsinrichting de noodveiligheidstoestand van figuur 3 kan aannemen door relatieve beweging van de binnenkap en buitenhuis.
Omdat vele verschillende uitvoeringen binnen het kader van de uitvinding mogelijk zijn en vele wijzigingen 10 kunnen worden aangebracht in de hierin toegelichte uitvoeringsvormen zal het duidelijk.zijn dat de hierin beschreven details moeten worden geïnterpreteerd als illustratief en niet in een beperkende zin.
Bij voorbeeld is de bij voorkeur toegepaste uit-15 voeringsvorm van de onderhavige uitvinding bijzonder nuttig in verband met het vasthouden van een steel in een. klep met een niet-stijgende steel in zijn normale werktoestand waarbij de achterzittingflens van de klepsteel op een afstand ligt van de achterzitting van het klepdeksel en de steel kan 20 komen te steunen op de achterzitting wanneer een brand optreedt zoals in detail in dit verband is beschreven. Opgemerkt wordt, dat de onderhavige uitvinding kan worden toegepast bij elke andere inrichting die gebruik maakt van een werksteel die passeert door een drukvatwand en is blootgesteld 25 aan brand, waarbij gewenst wordt de steel in een normale werk-stand onder normale omgevingsomstandigheden te houden en deze te doen bewegen naar een veilige noodtoestand bij brand. De onderhavige uitvinding kan bij voorbeeld worden toegepast bij rams voor een pomppijpkop of eruptie-afsluiter op een spuit-30 kruis.
840 309 4

Claims (18)

1. Brandgevoelige steelvasthoudinrichting voor een klep met een kleplichaam met een stroomkanaal daardoorheen en een open boveneind, een klepkamer die het stroomkanaal in het kleplichaam snijdt, een deksel dat het boveneind van het klep-5 lichaam sluit met een boring daardoorheen en een ringvormige achterzitting in de boring, een steel die zich bevindt in de klepkamer en uitsteekt door de deksalboring boven het deksel, legermiddelen die zijn gemonteerd op de steel boven het deksel, steelpakkingmiddelen in het deksel om de steel, een schuif 10 die is gemonteerd op de steel in de klepkamer en langs de steel op en neer beweegbaar is over het stroomkanaal om afwisselend het stroomkanaal te openen en te sluiten bij rotatie van de steel en een achterzittingflens op de steel in de dekselboring, welke achter zittingf lens. onder normale omstan-15 digheden op een afstand van de achterzitting van het deksel ligt, gekenmerkt door een buitenste holle huls die vast is gemonteerd bovenop het. deksel rondom de steel, een binnenkap die is aangebracht om het legermiddel en nauwpassend is opgenomen in de huls, waarbij de binnenkap een schouder heeft die ' 20 aangrijpt op het bovenvlak van het legermiddel, waarbij de binnenkap met de buitenhuis onder normale omstandigheden is verbonden door een dunne laag van smeltbaar materiaal tussen de binnenkap en de buitenhuis, welke verbinding een opwaartse beweging van de binnenkap in de huls en daardoor een opwaart-25 se beweging van het legermiddel en de steel verhindert en de achterzittingflens op de steel op een afstand van de achterzitting van het deksel houdt, waarbij de dunne laag van smeltbaar materiaal onder invloed van extreme hitte zoals bij brand smelt waarbij de binnenkap vrijkomt van de buitenhuis 30 en een opwaartse beweging van de kap binnen de huls wordt toegelaten en daardoor een opwaartse beweging van het legermiddel en de steel en een afdichtende aanraking van de achter zittingf lens op de steel met de achterzitting van het deksel wordt toegelaten om een secundaire brandbestendige afdich-35 ting als steunafdichting voor de steelpakking tot stand te brengen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t h e t 8403094 - 20- kenmerk, dat de buitenhuis is voorzien van meerdere groeven in zijn bovenste buitenste zijoppervlak die meerdere ribben daartussen vormen althans nagenoeg aangrenzend aan de dunne laag van smeltbaar materiaal.
3. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de· buitenhuis is voorzien van een sleuf in zijn zijwand en de binnenkap is voorzien van een naar buiten uitstekende pen in zijn zijwand die in de sleuf loopt.
4. Brandgevoelige steelvasthoudinrichting voor een 10 klep met een niet-stijgende steel met een deksel met een boring daardoorheen, een achterzitting in de.dekselboring, een steel die uitsteekt door de dekselboring en boven het deksel, legermiddelen die zijn gemonteerd op de steel boven het deksel en een achterzittingflens op de steel onder de achter-15 zitting van het deksel en op een afstand' daarvan onder normale werktemperaturen, gekenmerkt door een holle huls 4 die is verbonden met de bovenzijde van het deksel rondom de dekselboring en zich opwaarts daarvan uitstrekt rondom de steel, welke huls een inwendige boring en een open boveneind 2Ό heeft, waarbij een binnenkap met een zijwanddeel nauwkeurig past in de inwendige boring van de huls en daarmee verbonden is onder normale werktemperaturen door een dunne laag van smeltbaar materiaal tussen het buitenvlak van het zijwanddeel van de binnenkap en de wand van de inwendige boring van de 25 huls, alsmede een topdeel dat is verbonden met het zijwanddeel boven en in aanraking met de legermiddelen en gedeeltelijk het boveneind van de huls sluit voor het verschaffen van een bovenste steun voor en het verhinderen van een opwaartse beweging van de legermiddelen en de steel onder deze normale 30 werktemperaturen en voor het ondersteunen van de achterzitting-flens onder en op een afstand van de achterzitting van het deksel, waarbij de dunne laag van smeltbaar materiaal smelt wanneer de klep wordt blootgesteld aan hoge temperaturen zoals bij brand waardoor de verbinding tussen de binnenkap en 35 de buitenhuis vrijkomt en de bovenste steun voor het legermid-del en de steel wordt verwijderd, waardoor het legermiddel en de steel omhoog kan worden bewogen door de inwendige klepdruk totdat de achterzittingflens op afdichtende wijze in aanra- 840 3 09 4 - 21 - king komt met de achterzitting van het deksel.
5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de huls een zijwand heeft, waarbij op het buitenvlak van.de zijwand van de huls middelen zijn aange- 5 bracht om de warmtegeleiding door de zijwand van de huls naar de dunne laag van smeltbaar materiaal te bevorderen.
6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk, dat deze middelen meerdere ringvormige groeven omvatten die meerdere ribben daartussen vormen.
7. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de binnenkap is voorzien van middelen die-in ingrijping komen met overeenkomstig gevormde middelen in de huls om het verwijderen van de binnenkap uit de huls te verhinderen wanneer de dunne laag van smeltbaar materiaal is 15 gesmolten.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat onder normale werktemperaturen de binnenkap . is geplaatst met het bovenvlak van het bovenste deel van de binnenkap althans nagenoeg glad met het boveneind van de 20 huls en wanneer de dunne laag van smeltbaar materiaal smelt bij brand, de binnenkap omhoog wordt gedrukt door de steel en het legermiddel zodat het bovenvlak van het bovenste deel van de binnenkap boven het boveneind van de huls ligt.
9.Inrichting volgens conclusie 8, m e t het 25kenmerk, dat de middelen voor het verhinderen van het verwijderen van de binnenkap uit de huls zijn voorzien van een pen in de binnenkap of de huls die loopt in een sleuf in de huls of de binnenkap.
10. Inrichting volgens conclusie 4,methet 30- kenmerk, dat de huls is voorzien van meerdere groeven in zijn buitenste zijvlak die meerdere ribben daartussen vormen om de warmtegeleiding door de huls naar de dunne laag van smeltbaar materiaal te bevorderen, en een in axiale richting langwerpige sleuf door de huls onder de groeven en ribben, 35 waarbij de binnenkap is voorzien van een vasthoudschroef die radiaal buitenwaarts daaruit steekt en in de sleuf in de huls loopt.
11. Inrichting volgens conclusie 10,met het % 8403094 - 22 - kenmerk, dat de dunne laag van smeltbaar materiaal van de orde van tussen 0,005 en 0,010 inch in radiale dikte is.
12. Inrichting volgens conclusie 11, i e t het kenmerk, dat de dunne laag van smeltbaar materiaal een 5 materiaal omvat dat goede sterkte-eigenschappen heeft tot 100°C.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de dunne laag van smeltbaar materiaal maximaal 95,5% tin, maximaal 5,25% antimoon en maximaal 0,07% 10 lood bevat.
14. Brandgevoelige veiligheidsinrichting met een normale werktoestand onder normale omgevingsomstandigheden en een veilige noodtoestand bij brand, gekenmerkt door een buitendeel met een cilindrisch binnenvlak, een binnendeel 15 met een cilindrisch buitenvlak, welk binnendeel is opgenomen in het buitendeel, een dunne laag van smeltbaar materiaal die is aangebracht tussen en normaal het buitenvlak van het binnendeel verbindt met het binnenvlak van het buitendeel in een stand die overeenkomt met de normale werktoestand, waarbij 20 het buitendeel bij blootstelling.aan brand de warmte geleidt naar het smeltbare materiaal zodat dit smelt, waardoor de veiligheidsinrichting de veilige noodtoestand kan aannemen door relatieve beweging van het binnen- en buitendeel.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het 25 k e n m e r k, dat het binnendeel is voorzien van middelen die kunnen aangrijpen op het buitendeel om het verwijderen van het binnendeel uit het buitendeel te verhinderen wanneer het smeltbare materiaal is gesmolten.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het 30 kenmerk, dat het buitendeel is voorzien van een sleuf in zijn zijwand en het binnendeel is voorzien van een naar buiten uitstekende pen in zijn zijwand die in de sleuf loopt.
17. Inrichting volgens conclusie 14,met het ' kenmerk, dat het buitendeel een zijwand heeft en is 35 voorzien van middelen op het buitenvlak van de zijwand voor het bevorderen van de geleiding van warmte naar het smeltbare materiaal bij blootstelling aan brand.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het ! 8403094 5 - 23 - k e n m e r k, dat het buitendeel meerdere groeven op het buitenvlak van de zijwand heeft die meerdere ribben daartussen vormen. i 8403094
NL8403094A 1983-10-13 1984-10-11 Brandgevoelige steelvasthoudinrichting. NL8403094A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US54145183 1983-10-13
US06/541,451 US4540013A (en) 1983-10-13 1983-10-13 Fire responsive stem retention apparatus

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403094A true NL8403094A (nl) 1985-05-01

Family

ID=24159651

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403094A NL8403094A (nl) 1983-10-13 1984-10-11 Brandgevoelige steelvasthoudinrichting.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4540013A (nl)
JP (1) JPS60132190A (nl)
CA (1) CA1221000A (nl)
DE (1) DE3437562C2 (nl)
FR (1) FR2553491B1 (nl)
GB (1) GB2148458B (nl)
NL (1) NL8403094A (nl)
NO (1) NO155944C (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5201336A (en) * 1992-02-10 1993-04-13 Cooper Industries, Inc. Fire safe valve
US6202668B1 (en) * 1998-03-20 2001-03-20 North American Corporation Valve with fire-resistant seal
US6883776B2 (en) * 2002-08-20 2005-04-26 Asm America, Inc. Slit valve for a semiconductor processing system
JP2006312981A (ja) * 2005-05-09 2006-11-16 Smc Corp 2ポート弁のロッドシール部保護構造
KR100978061B1 (ko) * 2008-06-05 2010-08-25 조광아이엘아이주식회사 극저온 밸브
US8672290B2 (en) 2012-03-13 2014-03-18 Vetco Gray Inc. Self aligning spherical backseat assembly for a valve
US20140138082A1 (en) * 2012-11-16 2014-05-22 Vetco Gray Inc. Thermally-sensitive triggering mechanism for selective mechanical energization of annular seal element
AU2018363943B2 (en) * 2017-11-07 2024-01-18 Kitz Corporation Valve
US11137093B2 (en) 2017-12-20 2021-10-05 Cameron International Corporation Annular sleeves for fluid-handling components
CN111536291A (zh) * 2018-07-11 2020-08-14 王欣 一种控水阀门
CN113007434A (zh) * 2021-03-22 2021-06-22 苏州孚杰机械有限公司 一种用于高温状态下自洁式阀座组件

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2956574A (en) * 1960-10-18 Fusible valve
DE673810C (de) * 1937-04-16 1939-03-30 Alexander Laszlo Bei Waermeeinwirkung selbsttaetig schliessendes Ventil
US2647721A (en) * 1947-10-06 1953-08-04 Alexander S Volpin Arrangement for repacking valve stems under pressure
US2817349A (en) * 1955-05-19 1957-12-24 Scovill Manufacturing Co Safety device for fire valves
GB1218769A (en) * 1968-06-26 1971-01-13 Hydrovane Compressor Improvements relating to gas compressors incorporating safety devices
US3842853A (en) * 1970-04-06 1974-10-22 Otis Eng Corp Fire safety valve
US3659624A (en) * 1970-04-06 1972-05-02 Otis Eng Co Fire safety valve
US3771540A (en) * 1971-11-19 1973-11-13 Acf Ind Inc Safety device for gate valve actuator
US3788600A (en) * 1972-08-24 1974-01-29 Cameron Iron Works Inc Gate valve
US3958592A (en) * 1974-02-06 1976-05-25 Willis Oil Tool Co. Safety shut-off valve
US4082105A (en) * 1976-12-17 1978-04-04 Carmeron Iron Works, Inc. Valve stem packing assembly with temperature responsive seal
US4245661A (en) * 1978-10-27 1981-01-20 Combustion Engineering, Inc. Heat responsive back seat arrangement for valve operator
US4307745A (en) * 1978-10-27 1981-12-29 Combustion Engineering, Inc. Backseating and stop for valve operator
US4214600A (en) * 1979-02-15 1980-07-29 Cameron Iron Works, Inc. Valve
US4271857A (en) * 1979-04-30 1981-06-09 Cameron Iron Works, Inc. Fire safe valve
DE3116267C2 (de) * 1981-04-24 1984-11-22 Combustion Engineering, Inc., Windsor, Conn. Abdichtungsvorrichtung für eine drehbar gelagerte Spindel eines Ventils
DE3131943C2 (de) * 1981-08-12 1983-09-01 Combustion Engineering, Inc., 06095 Windsor, Conn. Absperrschieber mit bei der Betätigung im Normalbetrieb axial feststehender Gewindespindel

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0583793B2 (nl) 1993-11-29
NO844092L (no) 1985-04-15
GB8425660D0 (en) 1984-11-14
DE3437562A1 (de) 1985-04-25
FR2553491B1 (fr) 1988-05-13
GB2148458B (en) 1987-09-30
CA1221000A (en) 1987-04-28
NO155944B (no) 1987-03-16
DE3437562C2 (de) 1994-01-27
GB2148458A (en) 1985-05-30
JPS60132190A (ja) 1985-07-15
US4540013A (en) 1985-09-10
FR2553491A1 (fr) 1985-04-19
NO155944C (no) 1987-06-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4658847A (en) Bimetallic C-ring seal
US5275194A (en) Fire control valve with replaceable locking pin assembly
NL8403094A (nl) Brandgevoelige steelvasthoudinrichting.
US3842853A (en) Fire safety valve
US4682757A (en) Secondary backseat for gate valve
EP0247275B1 (en) Fire resistant gate valve
IE49968B1 (en) Packing assembly for sealing a movable shaft to a housing
US5743285A (en) Gas cylinder thermal relief valve
US4082105A (en) Valve stem packing assembly with temperature responsive seal
NL7905734A (nl) Schuifafsluiter.
US4271857A (en) Fire safe valve
EP0143258B1 (en) Valve stem-to-bonnet backseat
US4515174A (en) Gate valve with internal pressure relief means
EP0189526B1 (en) Uni-directional/bi-directional gate valve
US4214600A (en) Valve
EP0225435B1 (en) Heat sensitive valve
US4160460A (en) Fire-safe valve structure
JPS602555B2 (ja) 火災時安全密封装置
EP0088077B1 (en) Fire safe valve
EP0053983A1 (en) Composite ball valve seal assembly
US3730204A (en) Temperature responsive safety valve stems
US4393889A (en) Fire-safe valve structure
AU550473B2 (en) Improved fire-safe valve structure
CA1121792A (en) Valve
GB2096280A (en) Safety relief of valve cavity pressure in the event of fire

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: CAMERON IRON WORKS USA, INC.

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed