NL8403054A - Werkwijze en inrichting voor het automatisch afnemen van de zak van buseinden en dergelijke voorwerpen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het automatisch afnemen van de zak van buseinden en dergelijke voorwerpen. Download PDF

Info

Publication number
NL8403054A
NL8403054A NL8403054A NL8403054A NL8403054A NL 8403054 A NL8403054 A NL 8403054A NL 8403054 A NL8403054 A NL 8403054A NL 8403054 A NL8403054 A NL 8403054A NL 8403054 A NL8403054 A NL 8403054A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bag
station
objects
bags
stack
Prior art date
Application number
NL8403054A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fleetwood Syst Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fleetwood Syst Inc filed Critical Fleetwood Syst Inc
Publication of NL8403054A publication Critical patent/NL8403054A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B69/00Unpacking of articles or materials, not otherwise provided for
    • B65B69/0033Unpacking of articles or materials, not otherwise provided for by cutting
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G59/00De-stacking of articles
    • B65G59/02De-stacking from the top of the stack
    • B65G59/026De-stacking from the top of the stack with a stepwise upward movement of the stack

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Control And Other Processes For Unpacking Of Materials (AREA)
  • Stacking Of Articles And Auxiliary Devices (AREA)
  • De-Stacking Of Articles (AREA)

Description

^ NL-32.401-tM/f. ^
Werkwijze en inrichting voor het automatisch afnemen van de zak van buseinden en dergelijke voorwerpen.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het automatisch hanteren van voorwerpen en meer in het bijzonder voor het automatisch uit een zak halen van buseinden.
5 Tweedelige en driedelige bussen worden overal toegepast voor het verpakken van dranken, levensmiddelen, petroleum en een groot aantal andere producten. Bij de fabricage van deze houders is het gebruikelijk een busfabri-cage- of sluitmachine te voorzien van een toevoer van bus-10 lichamen en van een toevoer van afzonderlijke voorgevormde buseinden. De einden worden gewoonlijk toegevoerd aan de machine in langwerpige stapels en de stapels worden geleverd aan de inblik- of verwerkingsfabriek in langwerpige zakken van kraftpapier.
15 Het fabriceren of sluiten van bussen geschiedt met hoge snelheid en zo wordt gewoonlijk een groot aantal buseinden in korte tijd verbruikt. Een op doelmatige wijze eindloze toevoer van buseinden moet dus worden verschaft aan de fabricage- of sluitmachine door een toevoereenheid of 20 dergelijke. Een buseindtoevoer of toevoereenheden, die algemeen in de bedrijven zijn aanvaard, zijn afgebeeld in het Amerikaanse octrooischrift 3,722.741 en maken gebruik van een aantal afzonderlijke ligplaatsen voor het opnemen en bewaren van een stapel einden ter voorbereiding van de af-25 levering aan de fabricagemachine.
Voordat de stapels buseinden kunnen worden toegevoerd aan de fabricagemachine, moeten de zakken worden afgenomen van de stapels. Het verwijderen van deze zakken werd uitgevoerd met de hand, waarbij een zak wordt geplaatst 30 in de ligplaats van de toevoereenheid en de zak dan met de hand van de stapeleinden wordt afgestroopt. Een eerder mechanisme om automatisch stapels buseinden uit de zakken te halen, is afgebeeld in het Amerikaanse octrooischrift 4.245.946, maar deze inrichting is niet op uitgebreide 35 schaal ingevoerd.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zakafneeminrichting, waarin een zak, die een 34 0 30 5 4 * * -2- stapel einden bevat, wordt georiënteerd, bij voorkeur in vertikale positie in een transportbak of ligplaats. Vervolgens wordt de zak ingeklemd zonder tegelijk de einden voldoende in te klemmen om een relatieve beweging te verhin-5 deren. De einden worden dan ten opzichte van de bodem van de zak bewogen om een spleet of ruimte daartussen te verschaffen. Een snijmechanisme wordt vervolgens gebruikt dat aangrijpt op de zak in de zone van de spleet of ruimte om het zakeind af te snijden en te verwijderen. De nu af-10 gesneden zak wordt afgevoerd of verwijderd van de stapel einden, die achterblijven in de transportbak of ligplaats.
Uiteindelijk wordt de uit de zak gehaalde stapel einden overgebracht van de zakafneeminrichting voor aflevering aan een' huseindtoevoereenheid of voor aflevering 15 direct aan de verwerkings- of fabricagemachine.
' De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking in de afgebeelde uitvoering op een ontpalleti-seerinrichting voor het afnemen van een palet, dat een aantal lagen opgezakte buseinden draagt. Deze inrichting omvat 20 een duworgaan, dat een enkele laag van de opgezakte einden duwt van het pallet op een opneemtafel. De tafel wordt dan gekanteld om de opgezakte einden te bewegen naar een echappement, dat elke zak met einden afvoert naar de zakafneeminrichting .
25 De voordelen en verbeteringen, die worden verkregen met de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden bij het lezen van de volgende gedetailleerde beschrijving aan de hand van de tekenig. In de tekening verwijzen gelijke referentiecijfers naar gelijke onderdelen. 30 Fig. 1 is een schematisch bovenaanzicht en toont een eerste uitvoeringsvorm van de nieuwe ontpal-letiseer- en zakafneeminrichting in zijn algemene aanblik.
Fig. 2 is een bovenaanzicht en toont meer in detail het ontpalletiseergedeelte van de inrichting.
35 Fig. 3 is een zijaanzicht en toont de ontpalletiseerinrichting meer in detail.
Fig. 4 is een gedeeltelijk zijaanzicht zoals fig. 3 maar toont de ontpalletiseerinrichting, zoals deze verschijnt wanneer een bovenste laag van buseindsta-40 pels van het pallet op een opneemtafel wordt geduwd voor 8403054 -3- & * aflevering aan de zakafneeminrichting.
Fig. 5 is een zij aanzicht en toont een opneemtafel en bijbehorende apparatuur van de ontpalleti-seerinrichting.
5 Fig, 6 is een gedeeltelijk zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, volgens het vlak 5"--5" in fig.
10 en toont een echappementmechanisme van de ontpalleti-seerinrichting in een eerste werkstand.
Fig. 7 is een gedeeltelijk zijaanzicht, 10 gedeeltelijk in doorsnede zoals fig. 6, maar toont het echappementmechanisme in een tweede werkstand.
Fig. 8 is een bovenaanzicht en toont het echappementmechanisme verder in detail.
Fig. 9 is een perspectivisch aanzicht 15 en toont de zakafneeminrichting in zijn totale of algemene aanblik, samen met het deel. van het bijbehorende ontpalle-tiserende echappementmechanisme, waarbij het ontpalleti-seermechanisme duidelijkheidshalve is verplaatst ten opzichte van de afbeelding in fig. 1-8.
20 Fig. 10 is een zijaanzicht en toont verder in detail de zakafneeminrichting en het bijbehorende ontpalletiserende echappementmechanisme, waarbij duide-lijkshalve delen van de ontpalletiseerinrichting zijn verplaatst .
25 Fig. 11 is een doorsnede volgens de lijn 11- 11 in fig. 12 en toont het stapelorienteermechamisme." aan een eerste station.
Fig. 12 is een doorsnede volgens de lijn 12- 12 in fig. 10 en toont andere delen van het stapelorien-30 teer- en ruimtevormmechanisme.
Fig. 13 is een gedeeltelijke doorsnede volgens de lijn 13-13 in fig. 12 en toont meer in detail delen van het ruimtevormmechanisme.
Fig. 14 is een soortgelijke gedeeltelijke 35 doorsnede als fig. 13 volgens de lijn 13-13 van fig. 12, maar toont het ruimtevormmechanisme in een andere gedaante.
Fig. 15 is een gedeeltelijk zijaanzicht van het snijmechanisme met een roterend mes volgens de lijn 15-15 in fig. 1.
40 Fig. 16 is een zijaanzicht volgens de 34Ö3C-54- yg if -4- lijn 16-16 in fig. 1 en toont meer in detail de middelen om de afgesneden zak af te stropen van de stapel buseinden aan een tweede station van de inrichting.
Fig. 17 is een gedeeltelijke doorsnede 5 volgens de lijn 17—17 van fig. 16 en toont meer in detail het zakafstroopmechanisme.
Fig. 18 is een zijaanzicht volgens de lijn 18—18 en toont het buseindstapeloverbrengmechanisme aan een derde station van de inrichting.
10 Fig. 19 is een gedeeltelijke doorsnede volgens de lijn 19-19 in fig. 18 en toont het buseindsta-peloverbrengmechanisme meer in detail, waarbij delen van de inrichting duidelijkheidshalve zijn omgekeerd.
Fig. 20-28 zijn schematische gedeelte-15 lijke zijaanzichten, gedeeltelijk in doorsnede, en tonen de werkvolgorde van de inrichting, te beginnen met de aanvankelijke plaatsing van de gevulde zak, via de stappen, waarbij ruimte wordt gevormd, de zak wordt afgesneden, verwijderd en overgebracht naar de bewaarbakken van de 20 toevoerinrichting.
Fig. 29 is een soortgelijk bovenaanzicht volgens fig. 1 maar toont een andere uitvoering van de inrichting, waarbij de gevulde zakken aanvankelijk worden bewaard in een toevoereenheid van bekend ontwerp en dan worden 25 verwijderd voor het afnemen van de zakken en voor toevoer aan de toevoergoot van een verwerkingsmachine.
Hoewel de uitvinding, wordt beschreven in verband met de afgebeelde voorkeursuitvoeringen zal het duidelijk zijn, dat de uitvinding daartoe niet beperkt is 30 maar alle wijzigingen en equivalenten binnen het kader van de uitvinding omvat.
Zoals in het bijzonder in fig. 1 en 9 is afgeheeld, omvat de inrichting in het algemeen een ontpalle-tiseerinrichting 10 en een zakafneeminrichting 12. Palletten 35 met opgezakte voorwerpen, zoals buseinden worden afgeleverd door een vorkhefwagen (niet afgebeeld) aan de ontpalletiseer-inrichting 10. Hier worden de zakken met einden geontpalle-tiseerd voor aflevering aan de zakafneeminrichting 12. Eenmaal uit de zakken gehaald worden de stapels voorwerpen 40 zoals buseinden dan toegevoerd aan een stroomafwaartse ver- 84 0 3 ö54 -5- * werkings- of bewaarinrichting door de zakafneeminrichting 12.
De ontpalletiseerinrichting 10 omvat een heffende palletsteuntafel 52, waarvan lagen van opgezakte voorwerpen worden afgeleverd aan een opneemtafel 86. De opneemta-5 fel 86 op zijn beurt levert deze zakken met voorwerpen af aan een echappementmechanisme 96, dat de zakken op afstand van elkaar in volgorde aflevert aan een kantel- of toevoerbak 202, die deel uitmaakt van de zakafneeminrichting 12.
De zakafneeminrichting 12 omvat in het 10 algemeen een basis of steun 16, waarop een roteerbaar frame % 18 is gemonteerd met afzonderlijke secties of poten 20, 22 en 24, die 120° uit elkaar liggen. Dit frame 18 wordt ondersteund door een geschikte bovenconstructie 26. Elke poot eindigt aan een langwerpige vertikale opstaande zakafneem-15 ligplaats 28, 30 en 32. Aan de bodem van elke zakafneemlig-plaats bevindt zich een stel tegeoverliggende klemmen 34, 36 en 38. Door het frame 18 te roteren worden deze ligplaatsen 28-32 en de bijbehorende vasthoudklemmen 34-38 in volgorde bewogen van een eerste of laadstation 40 langs een 20 snijpunt 42 naar een tweede of zakafneemstation 44 en van dat zakafneemstation 44 naar een derde of afleverstation 46.
Aan het afleverstation 46 kunnen de uit de zakken gehaalde voorwerpen worden overgebracht uit de zak-afneem- of overbrengligplaatsen 30, 32 of 34 naar een stroom-25 afwaartse machine of naar een toevoerbuseindbewaareenheid 47 zoals is afgebeeld in fig. 1 en 9. Een regelpaneel 48, fig.
9, is aangebracht en bevat de regelapparatuur en logische schakelingen voor het bedienen, bewaken en regelen van het gehele systeem of elk van zijn onderdelen. 'Set zal duidelijk 30 zijn, dat de vereiste handelingen kunnen worden uitgevoerd aan alle drie stations tegelijk: opgezakte voorwerpen kunnen worden geladen in een opneem- of transportligplaats 28 aan het eerste station 40, terwijl het afstropen van de zak plaatsvindt aan het tweede station 44 en terwijl het af-35 leveren van de voorwerpen plaatsvindt aan het derde station 46.
De ontpalletiseerinrichting.
Zoals boven is toegelicht is het de bedoeling, dat buseinden of andere voorwerpen op een voorafbepaalde 84 0 3 0 5 4 4 a -6- wijze zijn gerangschikt als ze worden aangebracht naar de verwerkingsmachine volgens de onderhavige uitvinding. Zoals is afgeheeld in fig. 2-4 wordt hier aangenomen, dat stapels buseinden E worden vervoerd in'langwerpige zakken B van 5 kraftpapier. Verder wordt aangenomen, dat de opgezakte stapels buseinden zijn gerangschikt in een rangschikking A van vertikaal opgestapelde horizontale lagen L op een beweegbaar pallet P van· gewoon ontwerp. Deze rangschikking A van opgezakte buseindestapels wordt in de gewenste rangschikking 10 gehouden door één of meer langwerpige stroken van industriële band, die zijn gewonden op een serpetinewijze door de rangschikking A van opgezakte buseindestapels. Een inrichting voor het verkrijgen van een dergelijke rangschikking van ge-palletiseerde opgestapelde en door band vastgehouden gevulde 15 zakken is aangegeven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 459.978 , ingediend 21 januari 1983.
Met verwijzing naar fig. 3 kan een pallet P, dat een rangschikking A van zakken met buseinden draagt, worden gebracht naar een rollenstand 50 door een vork-hefwagen 20 of andere geschikte inrichting (niet afgebeeld). Eenmaal geplaatst op de beginrollenstand 50 kan het gehele pallet P en de rangschikking A met de hand of mechanisch worden geduwd over de rol 51 van de vaste rollenstand 50 naar een heffende rollentafelstand 52. In een voorkeursuitvoering van de uit-25 vinding zullen de rollen 51 aan de stand 50 worden aangedreven om zonodig het pallet P voort te bewegen.
Deze heffende tafel 52 ligt direct onder een bandverwijderingsmechanisme 54, zoals in het bijzonder is afgebeeld in fig. 2, 3 en 4. Het mechanisme 54 kan een ge-30 schikt gewijzigde versie van het bandafvoermiddel zijn, dat is beschreven en afgebeeld in de Amerikaanse octrooiaanvrage 459.978, ingediend op 21 januari 1983. Meer in het bijzonder omvat het bandverwijderingsmechanisme 54 hier een serie band-opneemrollen 56, 58, 60, die zijn gemonteerd op bijbehorende 35 transportinrichtingen 62, 64, 66, zoals fluldumkrachtcilinder-inrichtingen of andere geschikte mechanismen. De transportinrichtingen bewegen, de opneeminrichtingen 56-60 heen en weer over de voorwerpstapel A om de stroken van band T op te nemen en te verwijderen van de gepalletiseerde stapel zakken in de 40 volgorde van laag voor laag. Elke opneemrol wordt aangedreven 8403054 -7 "* * *» door een pneumatisch of elektrisch bekrachtigde motor 55, 57, 59 met klein vermogen. Tijdens de werking zullen de motoren 55, 57 en 59 de band onder spanning zetten en daardoor trachten de bovenste laag L van zakken op te lichten 5 van de gepalletiseerde stapel, hetgeen de afvoer van de laag door het duwstangmechanisme, dat nog besproken zal worden, vergemakkelij kt.
Het zal natuurlijk duidelijk zijn, dat dit verwijderen en opnemen van de band niet in ëên keer te-10- gelijk geschiedt. Daarentegen wordt een enkele laag band T verwijderd en dus een enkele laag opgezakte buseindstapels vrijgemaakt voor afvoer van het pallet. Wanneer deze bovenste laag is weggewerkt, zoals hierna toegelicht wordt, beweegt de heffende tafel, die de vorm heeft van een schaar-15 lift, een stap omhoog en voert het bandverwijderingsmecha-nismë 54 weer een cyclus uit om de volgende laag van opgezakte voorwerpen van band te ontdoen en klaar te maken voor aflevering. Wanneer het pallet P volledig ontladen is, wordt het heftafelmechanisme 52 teruggebracht naar zijn onderste 20 stand en wordt het pallet P van de heftafel 52 geduwd op een palletopneemtafel 69· of andere bewaarinrichting om te worden afgevoerd.
Zoals in het bijzonder is afgebeeld in fig. 2-4 wordt de bovenste, nu bandloze laag L van opgezakte 25 voorwerpen, uit de rangschikking A geduwd naar een stroomafwaartse opneemtafel 86. Deze handeling wordt verricht nadat de steunband is verwijderd en de onderliggende secties band op spanning zijn gebracht om de bovenste laag L iets boven de onderliggende laag op te heffen. Het verwijderen van de 30 laag L wordt uitgevoerd door een duwmechanisme 70. Het duw-mechanisme omvat hier een verlengde duwstang 72, die door schuiven 74 is gemonteerd op een tussenliggende geleidings-stanginrichting 76. Deze geleidingsstanginrichting 76 zelf kan worden verlengd omdat deze is gemonteerd op schuiven 78, 35 die worden gedragen op een hoofdgeleidingssteunmechanisme 80. Geschikte fluïdumkrachtcilinders (niet afgebeeld) worden toegepast om de duwstang 72 in werking te stellen. De duwstang 72 is afgebeeld in zijn teruggetrokken stand in fig.
2 en 3 en in een gedeeltelijk uitgezette stand in fig. 4.
40 Deze beweging van de duwstang 72 dient om de bovenste laag 8453054 “8- L van gevulde zakken B los te maken uit de rangschikking A en deze laag L over te brengen naar een punt op de over-brengtafel 86.
Zoals in het bijzonder is afgeheeld 5 in fig. 5 omvat de overbrengtafel 86 een steunconstructie 88 en een tafeltop 90 ,. die geschikt is voor het opnemen, van de zakken B van de verplaatste laag L. Een hydraulische cilinder of andere geschikte inrichting 92 is verbonden met de tafeltop 90. Op commando wordt de cilinder 92 geactiveerd 10 en wordt de tafeltop 90 gezwenkt om een zwenkpen 94, die dient om de tafel 90 te verbinden met de steunconstructie 88. Wanneer de tafel kantelt rollen of glijden de gevulde zakken B langs de· tafeltop 90 omlaag van de tafel 86 af, zoals te zien is in fig. 5. Om vloerruimte te sparen is de 15 overbrengtafel 90 hier aangebracht om de opgezakte voorwerpen B af te voeren in een richting loodrecht op die waaruit de voorwerpen of zakken worden geduwd door de duwstang 72, zoals is aangegeven door de pijlen 91 en 93 in fig. 2.
De voorwerpen, die van de overbreng- 20 tafel 90 afkomen worden afgenomen in een echappementstand 96.
Deze echappementstand 96 maakt het mogelijk, dat elke zak met voorwerpen B in volgorde op het juiste tijdstip wordt afgevoerd voor verdere manipulatie. Voor dit doel, zoals fig v is afgebeeld m25-8 omvat de echappementstand 96 een hellend 25 steunvlak 98, waarover tegenhoudstaven 100 zijn gemonteerd. Middelen om deze staven 100 boven de tafel 96 te monteren, kunnen bestaan uit gewone ijzeren profielen 102, 104, zoals is afgebeeld in fig. 6.
Met. verwijzing naar fig. 6-8 worden 30 <je zakken B, die rollen of glijden over het hellende, vlak 98 tegengehouden door de eerste stopstaaf 110 van een echappe-mentmechanisme 112. Zoals in het bijzonder in fig. 6 en 7 is afgebeeld, omvat dit heen en weer zwenkende echappementme-chanisme 112 de eerste staaf 110 en een tweede staaf 114, 33 die onderling vast zijn. verbonden door een Y-vormig steunmechanisme 116. Dit Y-vormige mechanisme 116 is zwenkbaar gemonteerd op een langwerpige as of pen 118, die onder het steunvlak 98 ligt. De eerste en tweede stopstaaf 110, 114 liggen op een vaste afstand uit elkaar, die voldoende is 40 om toe te laten, dat een enkele gevulde zak B zichzelf tussen 8403054 -9~ de staven plaatst zoals is afgeheeld in fig. 7. Wanneer een bedieningsfluxdumcilinder 120 op de juiste wijze in bedrijf wordt gesteld, wordt de tweede stopstaaf 114 boogvormig omlaag bewogen uit de stand van fig. 7 naar de stand van fig.
5 6 door een gat 119, waardoor een zak B vooruit in de opneem- bak 202 kan rollen of glijden. Tegelijk echter wordt de eerste staaf 110 omhoog bewogen of gezwenkt door een opening 121 in de tafel 98 om een volgende zak B te grijpen en zijn verdere beweging te verhinderen. Als de cilinder 120 het 10 echappementmechanisme 112 terugstelt uit de stand van fig.
6 in die van fig. 7 plaatst de voorste zak met voorwerpen B zichzelf in de afgebeelde stand gereed voor afvoer. Zoals is afgebeeld in fig. 8 kunnen verschillende echappement-mechanismen 122, 124 zijn aangebracht om op zekere wijze 15 aan te grijpen en de beweging van een enkele zak met voorwerpen, die langwerpig is, te regelen.
De ontpalletiseerinrichting 10 kan dus automatisch een vol palet met opgezakte voorwerpen B hanteren en automatisch de zak B verwijderen van de rang-20 schikking A en de zakken B afzonderlijk afleveren aan een opneembak 202 (fig. 1 en fig. 6), die samenwerkt met de zakafneeminrichting 12. Verder zal het bandverwijderings-mechanisme 54 van de ontpalletiseerinrichting 10 automatisch elke steunwikkel opnemen, die is toegepast om de rangschik-25 king van zakken B in positie op het pallet P te houden. De zakken B zijn dus nu gereed voor het verwijderen van de zakken door de zakafneeminrichting 12 , zoals hierna besproken zal worden. Opgemerkt wordt in verband met de beschrijving van de inrichting 12, die volgt aan de hand van fig. 1 en 30 9-28, dat de oriëntatie van de ontpalletiseerinrichting 10 is omgekeerd ten opzichte van fig. 2-8. Dit is gedaan ter willen van een duidelijke afbeelding.
De zakafneeminrichting.
Elke afzonderlijke geontpalletiseerde 35 zak B wordt overgebracht naar de zakafneeminrichting 12, die is afgebeeld in fig. 9, 10 en elders. Zoals in het bijzonder is afgebeeld in fig. 9 wordt de afgeleverde zak B met opgestapelde buseinden of andere voorwerpen afgeleverd aan 8403054 -1Ό~ een opneem— en oriënteerbak 202, die zwenkbaar is gemonteerd op het frame 203 van de zakafneeminrichting 12.
Deze zwenkbeweging van de bak 202 beweegt de opgenomen zak met voorwerpen B uit een in het algemeen horizontale stand 5 in een in het algemeen vertikale stand, zoals is aangegeven door de pijl 201. Geschikte middelen (niet afgebeeld) zoals een fluïdumkrachtcilinder of andere inrichting kunnen op geschikte tijdstippen worden toegepast in de werkcyclus van de machine om de bak 202 te zwenken tussen de vertikale 10 en horizontale standen.
Wanneer.de zak B met voorwerpen de in fig. 10 afgebeelde vertikale stand bereikt/wordt deze door de bak 202 geduwd in een langwerpige opneem- of trans-portligplaats 28, die door de framepoten 20 langs de zak-15 afneeminrichting wordt bewogen. Terwijl de zak met voorwerpen wordt gedragen in deze ligplaats 28 worden ze continu in de vertikaal georiënteerde stand gehouden. Om te bevorderen, dat de zak B en de daarin opgenomen voorwerpen E soepel overgaan van de oriënteerbak 202 naar de 20 in vertikale richting langwerpige ligplaats 28, vormt een schuine afvoertong 212 een bodemaanslagdeel van de bak 202. Als de artikelen worden gezwenkt in de ligplaats 28 worden ze vasthoudend aangegrepen door de zwenkende veerbelaste zijden 214, 216, die de ligplaats 28 vormen, zoals is af-25 gebeeld in fig. 11 en 12. Als de zak B met de voorwerpen E wordt geduwd naar en in de ligplaats 28, worden de wand-lippen 218, 220 het eerst aangegrepen en daarna worden de wanden uit elkaar gespreid tegen de werking van de veren 222, 224. Wanneer de voorwerpen volledig zijn ingeschoven 30 in de ligplaats 28 in de stand, die is afgebeeld in fig.
12 drukken de veren 222, 224 de wanden 214, 216 terug in de afgebeelde grijpstand rondom de voorwerpen. Wanneer de bak 212 heen en weer wordt gezwenkt ten opzichte van de ligplaats 28, zoals is afgebeeld in fig. 11 glijden de 35 voorwerpen soepel van de bodemtong 212 af en vallen ze omlaag om tijdelijk te rusten op een verhoogd stilstaand steun-platform 254.
Nadat, de zak met voorwerpen B vast gehouden is aangebracht in de in vertikale richting lang-40 ^e^pig^ positie in de ligplaats 28 en voorafgaand aan het -11. - ' ‘ verwijderen van de zak B wordt een lege ruimte gevormd tussen de zak en de in de zak opgenomen voorwerpen in de nabijheid van het ondereind van de zak. Dit geschiedt door de inrichting, die is afgeheeld in fig. 12, 13 en 14 op de wijze, die 5 is afgebeeld in fig. 2G en 21, zoals nu zal worden besproken. Om deze lege ruimte in de zak en tussen de zak en de daarin opgenomen voorwerpen volgens de uitvinding te vormen, is de ligplaats 28 voorzien, van een klemsamenstel 34, dat is voorzien van tegenovergestelde op de zak aangrijpende mechanismen 10 230, 232 aan de bodem van de ligplaatswanden 214, 216. Hier omvat elk klemmechanisme 230, 232 een montagedeel 234, 236, dat is vastgezet op de ligplaats 28 en een heen en weer beweegbare kop 238, 240. Wanneer de klemkoppen 238, 240 worden bewogen in voorwaartse standen, zoals is afgebeeld 15 in fig. 14, grijpen aangrijpvlakken 242, 244 vasthoudend op het buitenvlak van de zak B vanuit tegenoverliggende richtingen. Deze druk waarmee de zak wordt gegrepen en de voorwerpen worden aangedrukt, wordt geleverd door klemveren 246, 248, die de koppen 238, 240 en de op de zak aangrijpende 20 vlakken 242, 244 in aanraking met de zak B drukken.
Opgemerkt wordt, dat de door het klemmechanisme 230, 232 uitgeoefende druk wordt geregeld en zo is gekozen, dat terwijl de einden van voorwerpen E worden gegrepen, ze omhoog kunnen worden gedrukt ten opzichte van 25 de zakbodem 245. Nadat de klemkoppen 238, 240 aangrijpen op de zak B zoals is afgebeeld in fig. 14 en 21, worden de einden E dus omhoog geduwd in de zak om een lege ruimte V tussen de bodem van de zak en het onderste eind E te vormen.
Dit geschiedt door een kleine voorwerpplaatsingspen 205, die 30 omhoog wordt gedrukt door een gat 252 in het platform 254.
Het platform 254 en de bijbehorende constructie staat stil en soortgelijke platformen zijn aangebracht aan het afstroop-station 44 en het overbrengstation 46. De opwaartse beweging van de pen 250 wordt veroorzaakt door een kleine hydraulische 35 cilinder 258 zoals is afgebeeld in fig. 14, 20 en 21. Het zal duidelijk zijn, dat terwijl de pen 250 de einden E omhoog beweegt in de zak B, de pen 250 zelf bij voorkeur niet binnendringt in die zak B. Inplaats daarvan duwt de pen de voorwerpen E tot in een voorafbepaalde stand vanaf een punt buiten 40 de zak B zonder in de zak binnen te dringen. Als de voorwerpen 8403054 '♦ a -12 ·“ E omhoog worden bewogen door de pen 250, wordt de zak op zijn plaats gehouden door de binnenwaartse of aangrijpbeweging van de klemgrijpvlakken 242, 244. Nadat de einden E omhoog zijn bewogen, zal het klemmechanisme 230, 232 de einden E in de 5 stand van fig. 14 houden, die op een afstand ligt van de bodem van de zak.
Zoals boven is toegelicht, is een klemmechanisme 34, 36 of 38 aangebracht aan de bodem van elke beweegbare ligplaats 28, 30 en 32. Aan elk station 40, 44 en 10 46 moeten de klemmen worden bediend tussen de open stand en de klemstand. Bijvoorbeeld, aan het eerste of laadstation 40, zoals is afgebeeld in fig. 12 en 13, moeten de klemkoppen 242, 244 worden teruggetrokken om het laden van de ligplaats toe te laten. Voor dat doel is een noksysteem aangebracht 15 voor elke klemkop, zoals is afgebeeld in fig. 13, 14 en elders. Zoals is afgebeeld, is elke klemkop 238, 240 verbonden met een nokjuk 262, 264 door een volgpen 266, 268. Deze pennen 266, 268 bewegen heen en weer door de klembasis 234, 236 en verschaffen de gewenste rechtlijnige heen en weer-20 gaande beweging aan de koppen 238 en 240. Elk nokvolgjuk 262, 264 is voorzien van een nokvolger of rol 272, 274. De koppen, jukken, pennen, nokrollen en bases worden alle gedragen door de ligplaatsconstructies 28, 30 en 32.
Om de klemmen 230, 232 te openen, worden 25 de volgrollen 272, 274 aangegrepen door armnokken 276, 278, die permanent zijn aangebracht aan het eerste station 40 en ook aan elk van de tweede en derde stations 44, 46. Zoals te zien is bij vergelijking van fig. 13 met fig. 14, kunnen de armnokbedieningsorganen 276, 278 omhoog worden gezwenkt om 30 aan te grijpen op de nokvolgrollen 272, 274. De vorm van de armnokvlakken 282, 284 is zodanig, dat ze de volgrollen 272, 274 grijpen en de rollen 272, 274 en de daarmee verbonden klemkoppen 242, 244 radiaal naar buiten drukken als de armnokken 276, 278 omhoog bewegen tegen de kracht van de veren 35 246, 248. De armnokken 276, 278 zijn op geschikte wijze gelegerd op de aangrenzende bovenconstructie 280 door pennen 283, 285.
De rotatiebeweging van de armnok wordt hier veroorzaakt door een enkele fluïdumkrachtzuigerstang 288,, 40 die werkt in vertikale richting, zoals is afgebeeld in fig.
8403054 -13- 13, welke stang 288 deel uitmaakt van een fluïdumbedienings-orgaan (niet afgebeeld), dat in werking wordt gesteld door de regelschakeling van het systeem. Deze zuigerstang 288 is verbonden met een verlengarm 290 en pennen 292, 294, die door 5 iegerblokken 296, 298 zijn verbonden met de armnokken 276, 278. Zoals te zien is,veroorzaakt een opwaartse beweging van de zuigerstang 288 een opwaartse rotatiebeweging van de armnokken 276, 278 en het terugtrekken van de klemkoppen 238, 240.
De neerwaartse beweging van de zuigerstang 288 laat toe, dat 10 de nokkoppen 238, 240 voorwaarts bewegen en de. aangrijpvlakken 242, 244 de zakken B grijpen. Desgewenst kunnen veren 300 worden aangebracht om een positieve terugtrekking van de armnokken buiten ingrijping met de nokvolgers te verzekeren zoals is afgebeeld in fig. 14.
15 Zoals te zien is in fig. 9, 13 en 14, wanneer de armnokken 276 en 278 worden teruggetrokken onder het platform 254, worden de zakklemkoppen 238 en 240 naar elkaar toe gedrukt onder de werking van de veren 246, 248 om de zak te grijpen. Wanneer de pen 250 omhoog wordt bewogen 20 wordt dan de lege ruimte V gevormd in de zak B tussen de bodem van de zak 245 en het onderste eind E.
Als nu de lege ruimte V is gevormd, wordt het frame 18 (fig. 1) over althans nagenoeg 120° gedraaid om de ligplaats 28 en de zak B uit het eerste station 25 40 langs het snijstation 42 naar het tweede station 44 te brengen. Tijdens deze beweging worden de zak B en de voorwerpen of einden E in de ligplaats 28 gehouden door de druk-werking van het klemmechanisme 34 en de wandzijden 214, 216.
Het snijstation 42 is afgebeeld in 30 fig. 15 en 22. Als de zak B en de daarin opgenomen voorwerpen E worden gezwenkt langs dit snijpunt 42, snijdt een snij-mechanisme 310 de bodem 245 van de zak B van de rest daarvan af. In de afgeheelde uitvoeringsvorm heeft dit snijmechanisme 310 de vorm van een roterend mes 312. Het roterende mes 312 35 wordt aangedreven in een huis 314 door een geschikte motor 316 of andere inrichting. Hier is de motor 316 gemonteerd onder de tafeltop 16 van de zakafneeminrichting. De snij-inrichting 310 kan ook de vorm hebben van een laser of ander geschikt afsnijmiddel van bekend ontwerp.
8403054 * · '* -14-
Wanneer de zak is afgesneden valt de zak-bodem 24.5 weg. Zoals is af geheeld in fig. 22, kan de bodem 245 langs een geschikte goot 318 omlaag vallen naar een afvoer inrichting, zoals een papierversnipperaar. Desgewenst 5 kan een scheidingsinrichting, zoals een luchtstraal 320, zijn geplaatst, zoals is afgeheeld in fig. 22 om het afscheiden van de afgesneden delen van de zak B en 245 van elkaar te bevorderen.
Nadat de zakbodem 245 is verwijderd,.
10 worden de zak B en de daarin opgenomen voorwerpen E overgebracht naar het tweede of zakafstroopstation 44, zoals is afgeheeld in fig. 16 en 17. Tijdens de beweging van het op-neemstation 40 langs het snijorgaan 42 naar het afstroop-station 44 worden de einden E op hun plaats gehouden door 15 het klemmechanisme. Bij het bereiken van het afstroopstation 44 wordt de beweging van het frame 18 stilgezet en wordt de bak 28 geplaatst over een stilstaand platform 321, dat gelijk is- aan het platform 254, dat besproken is in verband met het eerste station 40. Meer in het bijzonder omvat het platform 20 321, fig. 16, nokarmorganen 322, 324 en bedieningsmiddelen, die in het algemeen zijn aangegeven bij 325. Wanneer de bak 28 eenmaal op zijn plaats ligt, zal het regelsysteem de bedieningsmiddelen 325 bekrachtigen, waardoor de armnokinrich-tingen 322, 324 de eerste klemmen 230, 232 aangrijpen om de 25 klemkoppen 238, 240 en aangrijpvlakken 242, 244 weer van de zak B en de voorwerpen E af te trekken tot in teruggetrokken standen, die zijn afgebeeld in fig. 17. Als de klemmen 238, 240 zich terugtrekken, wordt een kleine luchtcilinder 366 bediend om een steunpen 368 uit te zetten, die de einden E 30 op hun plaats ondersteunt, fig. 23 en 24, of de einden E kunnen direct rusten op het bovenvlak van het platform 321.
Deze armnokinrichtingen 322, 324 kunnen gelijk zijn aan de armnokmechanismen 276-290 van het eerste station, die boven zijn beschreven. Terwijl de klemkoppen 35 238, 240 worden teruggetrokken, vallen de voorwerpen E en de afgesneden zak B tijdelijk op een platform 321, waarop ze worden ondersteund.
Als de op de eerste bak gemonteerde klemmen 230, 232 worden teruggetrokken, wordt een tweede 40 klemmechanisme, dat in het algemeen is aangeduid met 300, 8403054 -15- - , in positie gezwenkt om zachtjes aan te grijpen op de afgesneden zak B. Dit tweede klemmechanisme 300 is gemonteerd op een zwenkarm 326 voor beweging tussen de met volle lijnen aangegeven stand en de met streepjeslijnen aangegeven stand 5 in fig. 17. Op een afgelegen eind van deze zv^karm 326 is een kolomvormige constructie 330 gelast, waarop een bijzondere fluidumkrachtcilinder 332 is gemonteerd. Deze bijzondere fluïdumkrachtcilinder 332 kan op geschikte wijze een ORIGA cilinder zijn, die wordt verkocht door ORIGA International 10 A.B., Kungsor, Zweden. De ORIGA cilinder 332 is voorzien van een sleuf 333 langs zijn lengte. Een lip 334 steekt door de sleuf 333 uit vanaf een vrij zwevende zuiger (niet afgeheeld) in de cilinder en een dunne stalen band dekt de sleuf 30 aan de binnenvlakken van de cilinder. Door op geschikte 15 wij ze het boven- of ondereind van de cilinder'onder druk te zetten, worden de zuiger met de daaraan bevestigde lip 334 langs de cilinder 332 omhoog of omlaag bewogen.
Verdergaand met een beschrijving van het tweede zakafstroperklemmechanisme 300 is aan de lip 334 20 een dwarsstang 336 bevestigd, die een tweede stel zakgrijp-klemmen 338, 340 draagt. Deze zakgrljpklemmen 338 en 340 zijn voorzien van zakoppervlakaangrijpkoppen of -kussens 342, 344, die heen en weer kunnen worden bewogen naar en in ingrijping met de zak B, zoals in het bijzonder is afgeheeld 25 in fig. 17 en 24. Door de ORIGA cilinder 332 te bekrachtigen worden de dwarsstang 336 en de zakgrijpklemmen 338, 340 omhoog bewogen langs de stapel buseinden E waarbij ze de zak B omhoog trekken, zoals is afgeheeld in fig. 16 en 25. Geleidingsstangen 350 kunnen zijn aangebracht om een soepele j 30 rechtlijnige beweging van de klemmen 338, 340 te verzekeren j als de klemmen omhoog worden bewogen uit een eerste of onder- i ste stand, die in volle lijnen is afgeheeld in fig. 25 naar een tweede of bovenste stand, die met streepjeslijnen is af-gebeeld.
35 Zoals is afgeheeld in fig. 25 bewerk stelligen de zakgrijpklemmen 342, 344 van de afgebeelde uitvoering slechts gedeeltelijk het verwijderen van de zak B. üiteindelijk verwijderen wordt bewerkstelligd door éen zak-aftrekmechanisme, dat in het algemeen is aangegeven met 350.
40 Meer in het bijzonder, om het afstropen van de zak B te be- 8403054 # ' -16- vorderen, zijn een paar samenwerkende zaktrekrollen 356, 358 aangebracht, die zijn gemonteerd boven het platform 321. De zak wordt door de klemmen 342 en 344 omhoog gedreven om het boveneind van de zak B in ingrijping met de kneep 360 van de 5 rollen te brengen. De rollen 356 en 358 roteren tegen elkaar in en drukken de zak B in aanraking met een zakgeleiding 362, waarin de zak wordt geleid naar een afvoermechanisme, zoals een vacuümafvoersysteem 364, dat kan leiden naar een papierversnipperaar of dergelijk afvoersysteem. Als het boveneind 10 van de zak B wordt aangegrepen door de rollen 356, 358, zal het regelsysteem de klemmen 342, 344 vrijmaken. Nadat de zak B is verwijderd en afgevoerd, drukt de luchtcilinder 366 de pen 368 omhoog in aanraking met de buseinden E en worden de bodemklemmechanismen 238, 240 weer in ingrijping gebracht 15 om de einden E in de ligplaats 28 te grijpen, zoals is af-gebeeld in fig. 26.
De pen 361 wordt teruggetrokken en de ingeklemde stapel einden E is gereed voor het transport. De nu uit de zak gehaalde en ingeklemde stapel einden E wordt 20 vervolgens geroteerd naar het derde of afleverstation 48.
Het overhrengstation 48 omvat een stilstaand platform 371, dat gelijk is aan het platform 354 en 321 aan de stations 40 en 44 in zoverre er een nokmechanisme is aangebracht voor het terugtrekken van de klemmen 230, 232, die de einden E 25 grijpen. Zoals is afgebéeld in fig. 18, 19, 27 en 28 worden de klemmen 230, 232 weer teruggetrokken door een nokmechanisme 369, dat blijvend is verbonden met het derde station 48 maar dat in zijn ontwerp gelijk kan zijn aan het bovenbeschreven nokmechanisme 276-2.90. Bij het vrijmaken van de 30 klemmen wordt de stapel einden E afgezet op de van groeven voorziene vloer van het station 371. Een duwstaaf 372, fig.
19, 27 en 28 is gemonteerd achter het platform 371 van het station 48 en wordt in werking gesteld, zodat deze aangrijpt op de stapel einden E en de stapel uit de ligplaats 28 naar 35 de stroomafwaarts gelegen verwerkingsmachine 47 duwt. De duwstaaf wordt geleid door een geleidingsconstructie 374 en wordt bewogen door de fluldumkrachtcilinder 376, zoals is afgeheeld in fig. 18.
Zoals in het bijzonder in fig. 1, 19 en 28 40 is afgeheeld, kan de stroomafwaarts gelegen verwerkingsmachi- 84 0 30 54' r- " *· -17- ne 47, die de einden E opneemt, een roterende carroussel-toevoer-inrichting 47 zijn met een serie bewegende ligplaatsen 378, die dienen voor het opnemen van de uit de zak gehaalde einden E. Deze ligplaatsen kunnen worden bepaald 5 door wanden 380, 382, die door veren 384, 386 in de afgeheelde stand voor het vasthouden van de voorwerpen worden gedrukt. De verschillende stapels einden E worden bewaard in de inrichting 47 voor toevoer aan de fabricage- of busmontage-machine (niet afgeheeld).
10 Als variant van het systeem van fig. t kan een systeem volgens fig. 29 worden toegepast in samenhang met de hierin beschreven zakafneeminrichting 12. Meer in het bijzonder worden de zakken met einden aanvankelijk bewaard in een roterende toevoereenheid 390 van het type, 15 dat beschreven is in het bovengenoemde octrooischrift en vandaar worden ze aan het toevoerstation 40 toegevoerd aan de ligplaatsen 28, 30 en. 32 om de zak te verwijderen. Bij deze uitvoering kan de roterende toevoerinrichting 390 zelf worden opgevat als het oriënteermiddel en is geen zwenkbak 20 202 nodig. De zakken kunnen worden gesneden aan het snij punt 42 en verwijderd aan het zakafneemstation 44, zoals boven is beschreven. De uit de zak gehaalde voorwerpen worden dan getransporteerd naar het overbrengstation 46 voor aflevering aan de inlaat 392 van een stroomafwaarts gelegen bus-25 sluit- of andere verwerkingsmachine.
De besturingsinrichting voor de machine 10, 12 omvat bekende microprocessors en andere schakelingen.
De bijzondere details van de besturingsinrichting worden niet critisch geacht of nodig voor een begrip van de onderhavige 30 uitvinding, daar de deskundigen op dit gebied talrijke besturingssystemen kunnen bedenken om de gewenste werking te verkrijgen. Daarom zijn hier alleen die details opgenomen , die nodig zijn voor een volledig begrip van de uitvinding. Verder wordt opgemerkt, dat de zakafneeminrichting 12 bij'voorkeur 35 opvolgend werkt, doordat terwijl een zak B met einden E wordt geladen aan het toevoerstation 40, de zak wordt afgestroopt van een tweede stapel einden E aan het station 44 en dienovereenkomstig een uit de zak gehaald stapel einden E wordt overgebracht van het station 46 naar de stroomafwaarts gele-40 gen inrichting. Hoewel de werkvolgorde duidelijk wordt ge- 8403054 > -18- acht uit de voorgaande bespreking, geven de fig. 20-28 de opeenvolgende stappen weer die worden uitgevoerd op de opgezakte voorwerpen E.
De uitvinding is niet beperkt tot de be-5 schreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de uitvinding gewijzigd kunnen worden.
' \ 8403054

Claims (16)

1. Inrichting voor het afnemen van de zak van voorwerpen, zoals een stapel buseinden, die in de zak zijn opgenomen, welke inrichting is voorzien van middelen voor het oriënteren van de zak in een voorafbepaalde 5 stand en een afstroopmechanisme, dat op de zak aangrijpt en de zak in de langsrichting verwijdert van de stapel buseinden, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van middelen (.34; 36? 38 en 250), die op de zak (B) aangrijpen en de einden (E) in de langsrichting 10 van de zak (B) bewegen om een lege ruimte (V) te vormen tussen de einden (E) en de bodem van de zak (B) en een snijmechanisme (310), dat de zak (B) aan de ruimte (V) afsnijdt voordat de zak (B) wordt aangegrepen en verwijderd door het afstroopmechanisme (44; 300) om de zak (B) 15 te verwijderen van de stapel einden (E).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de oriënteermiddelen zijn voorzien van een bak (202), die roteerbaar is tussen in horizontale richting langwerpige stand, waarbij de 20 bak (202) de zak (B) opneemt met de daarin zich bevindende voorwerpen (E) en de in de vertikale richting langwerpige stand, waarbij de bak de zak met de voorwerpen aflevert aan een roteerbare transportligplaats (28) ,
3. Inrichting volgens conclusie 1, 25 met het kenmerk, dat deze is voorzien van een aantal roteerbaar gelegerde transportligplaatsen (28) en i de middelen (34; 36; 38; 250) die een ruimte tussen de zak. (B) en de voorwerpen (E) vormen, zijn voorzien van klem-middelen (34; 36; 38), die door elke transportligplaats 30 (28) worden gedragen en voorwerpplaatsingsmiddelen (250) , die de voorwerpen (E) bewegen binnen de geklemde zak (B), waarin de ruimte (V) wordt gevormd bij een eind van de zak (B), waarbij de klemmiddelen (34; 36; 38) deze ruimte handhaven, wanneer de zak wordt aangegrepen door het snijme-35 chanisme (310).
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de voorwerpplaatsingsmiddelen (250) zijn voorzien van een pen (250), die de j 8403054 -20- voorwerpen (E) in een voorafbepaalde stand duwt vanaf een punt buiten de zak (B) zonder in de zak (B) binnen te dringen . 5.Inrichting volgens conclusie 3, m e t 5 het kenmerk, dat deze is voorzien van een rij stations (40; 44; 46), waarbij de roteerbare ligplaatsen (28) achter elkaar naar en uit de stations beweegbaar zijn, waarbij de voorwerpplaatsingsmiddelen (250) liggen aan een eerste station (40) , het afstroopmechanisme voor het ver- 10 wijderen van de zak ligt aan een tweede station (44), waarbij de beweging van de ligplaats (28) van het eerste station (40) naar het tweede station (44) de zak in ingrij-ping met het snijmechanisme (310) brengt om een eind van de zak te verwijderen. 15 6.. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat het snijmechanisme (310) is voorzien van een roteerbaar mesblad (312), dat is geplaatst (42) tussen het eerste en tweede station (40; 46) en dat in aanraking komt met het eind (245) van de zak (B) en dit 20 afsnijdt, wanneer de transportligplaats (28) beweegt van het eerste station (40) naar het tweede station (44).
7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat het snijmechanisme (310) is voorzien, van middelen voor het afvoeren van een afgesneden 25 zakeind (245) , omvattende een vacuümgoot (318) en een luchtstraal (320) , die het afgesneden zakeind (245) in de goot (318) richt (fig. 22).
8. Inrichting volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat deze is voorzien van 30 een derde station (46), waarin de uit de zak gehaalde einden (E) worden overgebracht van de transportligplaats (28) naar een buseindbewaareenheid (47).
9. Inrichting volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het afstroopmechanis- 35 me (300) is voorzien, van een klemdeel (338; 340), dat aanvankelijk aangrijpt op de zak (B) en deze aanvankelijk in de langsrichting. van de stapel einden (E) beweegt, en een paar rollen (356; 358), die daarna het niet afgesneden eind van de zak (B) grijpen en het verwijderen voltooien.
10. Inrichting volgens een der conclusies 8 4 0 3 0 5 4 -21- * 1-9, met het kenmerk, dat het afstroopmechanisme (300) is voorzien van een zwenkbaar gelegerde am (326), een paar grijperklemmen (338; 340), die worden gedragen door de am en zijn voorzien van zakgrijpkoppen (342; 344), die de 5 zak (B) tussen zijn einden grijpen, welke klemmen (338; 340) beweegbaar zijn langs de zwenkbaar gelegerde arm (326), waarbij aandrijf middelen (332) de klemmen (338; 340) langs de am (326) bewegen om de zak (B) langs de einden (E) te bewegen om het verwijderen van de zak (B) te beginnen. 10 11 inrichting volgens een der conclu sies 1-10, met het ken me r k, dat in combinatie met deze inrichting een palletontlaadinrichting (52; 70) is aangebracht, waarin zakken (B-) met einden, die zijn gerangschikt op een pallet (P) in vertikaal opgestapelde horizon- 15 tale lagen (L) worden verwijderd en afgeleverd aan de zak-afneeminrichting (12), waarbij de palletontlaadinrichting is voorzien van een overbrengtafel (86), die een laag (L) zakken van het pallet (P) opneemt, een duwmechanisme (70), dat een laag (L) zakken afvoert naar de overbrengtafel (86) 20 en een echappementmechanisme (112), dat één zak (B) tegelijk toevoert aan de zakafneeminrichting (12).
12. Inrichting volgens conclusie 11, verder voorzien van een vertikaal beweegbare palletsteun-tafel (52), die de bovenste laag (L) zakken zo plaatst, dat 25 deze kunnen worden gegrepen door het duwmechanisme (70).
13. Werkwijze voor het afnemen van de zak van voorwerpen, zoals een stapel buseinden, die in de zak zijn geplaatst met toepassing van de inrichting volgens een der conclusies 1-12, gekenmerkt door 30 de stap, waarbij de zak (B) en de daarin opgenomen voorwerpen worden georiënteerd in een voorafbepaalde stand (fig. 20), een ruimte (V) wordt gevormd tussen de zak (B) en de voorwerpen (E) op een voorafbepaald punt in de zak (fig. 21), de zak (B) aan de gevomde ruimte (V) wordt af gesneden (fig. 25 22) en de afgesneden zak (B) wordt afgestroopt van de sta pel voorwerpen (E), (fig. 24 en 25).
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de stap waarbij de zak (B) wordt afgesneden, de verdere stap omvat, waarbij een zak (B) wordt bewogen van een eerste station (40) naar een tweede 8403054 -22- i N station (44) en tijdens deze beweging de zak (B) in aanraking wordt gebracht met een snijmechanlsme (310).
15. Werkwijze volgens conclusie 13 en 14, m e t het kenmerk, dat de zak wordt aangebracht 5 in een beweegbare transportligplaats (28) voor de snijstap en de stap, waarbij de afgesneden zak- (B) wordt afgestroopt, wordt uitgevoerd, terwijl de voorwerpen (E) blijven in de transportligplaats (28).
16. Inrichting voor het ontladen van 10 een pallet, dat een rangschikking van lagen van verpakte voorwerpen of dergelijke bevat, welke verpakkingen in vertikaal gestapelde horizontale lagen zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een heftafel (52), die een pallet (P) met lagen (L) van gevulde zakken (B) 15 opneemt, een opneemtafel (86) en een duwmechanisme (70) met een duwstang (72), die de bovenste laag (L) van gevulde zakken (B) losmaakt van de stapel (A) en de gehele laag (L) overbrengt naar het opneemplatform (86) , waarna de heftafel wordt bediend om de volgende laag (L) van gevulde zakken te plaat-20 sen voor overbrenging naar de overbrengtafel (86).
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de opneemtafel (86) is voorzien van afvoermiddelen (90; 92) omvattende een zwenkbare tafeltop (90) en een bedieningscilinder (92).
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat de opneemtafel (86) verder is voorzien van een echappementmechanisme (112), dat de afgevoerde zakken (B) in volgorde van de opneemtafel (86) vrijlaat (fig. 6-8). 30 19.. Inrichting volgens een der conclu sies 16-18, met het kenmerk, dat het duwmechanisme (70) is voorzien van een eerste stel schuiven (74) , waarop dé duwstaaf (72) is gemonteerd, waarbij het eerste stel schuiven (74) wordt gedragen door een tussenliggende gelei-35 dingsstaafinrichting (76) , die wordt gedragen door een tweede stel schuiven (78), die zijn gemonteerd op een hoofdgeleidings-steun (80) , waarbij een fluïdumkrachtcilinder aanvankelijk de tussenliggende geleidingsstaafinrichting (76) en daarna de duwstaaf (72) uitzet, waardoor de duwstaaf (72) over een 40 werkzame- slaglengte beweegt, die groter is dan de lengte van 8403054 -23- de duwstaaf(72). 2Q.Inrichting volgens conclusie 16-19, met het kenmerk, dat een bandverwij der ings inrichting (54) is aangebracht om de steunband (T) te verwijderen, 5 die is gebruikt om de lagen (L) in opgestapelde rangschikking in positie op het pallet (P) vast te binden.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de bandverwijderingsinrichting (54) tenminste één opwikkelsamenstel (56 of 58 of 60) 10 en een opwikkelsamensteltransportmiddel (62, 64 of 66) omvat, dat het opwikkelsamenstel (56 of 58 of 60) horizontaal over de stapel zakken (B) beweegt om de vastbindband (T) laag voor laag te verwijderen. j 8403054
NL8403054A 1983-10-12 1984-10-08 Werkwijze en inrichting voor het automatisch afnemen van de zak van buseinden en dergelijke voorwerpen. NL8403054A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US54136283 1983-10-12
US06/541,362 US4580938A (en) 1983-10-12 1983-10-12 Method and apparatus for automatically de-bagging can ends and like articles

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403054A true NL8403054A (nl) 1985-05-01

Family

ID=24159259

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403054A NL8403054A (nl) 1983-10-12 1984-10-08 Werkwijze en inrichting voor het automatisch afnemen van de zak van buseinden en dergelijke voorwerpen.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4580938A (nl)
JP (1) JPS6099838A (nl)
DE (1) DE3437508A1 (nl)
FR (1) FR2560173A1 (nl)
GB (2) GB2148234B (nl)
IT (1) IT1178128B (nl)
NL (1) NL8403054A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4583884A (en) * 1983-06-22 1986-04-22 Snow Brand Milk Products Co., Ltd. Transport apparatus for flat articles
DE3443362A1 (de) * 1984-11-28 1986-05-28 Kodak Ag, 7000 Stuttgart Kopiergeraet
FR2583396B1 (fr) * 1985-06-12 1987-09-04 Rossi Anne Procede et dispositif pour le chargement dans un conteneur et le dechar
JP2529626B2 (ja) * 1991-07-30 1996-08-28 麒麟麦酒株式会社 包装材切開除去装置
US5375961A (en) * 1993-05-07 1994-12-27 Fleetwood Systems, Inc. Apparatus and method for debagging articles
SE509045C2 (sv) * 1996-02-14 1998-11-30 Nordisk Plaatindustri Benetec Sätt, anordning, förpackning och system för att packa och packa upp burklock
US8567031B1 (en) * 2012-04-16 2013-10-29 Airtrim, Inc. Method and apparatus for removing a tubular flexible bag from a stack of articles
ES2965373T3 (es) * 2018-10-04 2024-04-15 Bd Kiestra Bv Un dispositivo para sujetar artículos para retirar el embalaje de los mismos
JP7101997B2 (ja) * 2019-05-24 2022-07-19 匠技研株式会社 食品原木供給機
CN112109992A (zh) * 2020-09-18 2020-12-22 吴皎阳 一种公共安全用材料下料装置

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2944702A (en) * 1956-03-12 1960-07-12 Beacon Production Equipment Co Pallet unloading machine
GB988990A (en) * 1963-12-03 1965-04-14 George Edward Von Gal Unstacking machine
DE1511847A1 (de) * 1965-04-23 1970-01-08 Lars Wiking Einrichtung zum OEffnen von Verpackungen aus einem hitzeempfindlichen Material
US3441156A (en) * 1967-02-03 1969-04-29 American Can Co End feeding apparatus and method
USRE30742E (en) * 1968-02-11 1981-09-15 Wyard Industries, Inc. Container depalletizing apparatus
DE1815573A1 (de) * 1968-12-19 1970-06-25 Junker Gmbh O Vorrichtung zum selbsttaetigen Transport von metallischen Werkstuecken
US3686820A (en) * 1970-04-16 1972-08-29 Nat Can Corp Automated handling system for articles
NL7012949A (nl) * 1970-09-01 1972-03-03
US3722741A (en) * 1971-03-22 1973-03-27 Fleetwood Syst Inc Indexing carousel infeed unit for can ends
US3724686A (en) * 1971-08-23 1973-04-03 Gerber Prod Glass jar handling system
SU447342A1 (ru) * 1973-03-19 1974-10-25 Головное Конструкторское Бюро По Проектированию Деревообрабатывающего Оборудования Устройство дл поштучной выдачи пиломатериалов из наклонного пакета
US3869049A (en) * 1973-05-29 1975-03-04 Continental Can Co Can depalletizer
US3940014A (en) * 1974-04-29 1976-02-24 Phillips Petroleum Company Feeding method and apparatus for containers
US4000709A (en) * 1975-07-03 1977-01-04 Fleetwood Systems, Inc. Carousel can end feed unit
JPS5268594A (en) * 1975-12-05 1977-06-07 Toyo Seikan Kaisha Ltd Method and device for cutting open rattannlike package
GB1596789A (en) * 1977-07-01 1981-08-26 Depallorator Corp Ltd Depalletisers and palletisers
US4148169A (en) * 1977-07-14 1979-04-10 Pomona Service & Supply Co., Inc. Turret bagger
JPS5485894A (en) * 1977-12-17 1979-07-07 Toyo Seikan Kaisha Ltd Packing materials cutting depriving treating method of cylindrical package and its machine
US4245946A (en) * 1978-09-05 1981-01-20 Adolph Coors Company Apparatus for removing bags from stacked can ends
US4297067A (en) * 1980-01-14 1981-10-27 Outokumpu Oy Method and apparatus for handling packed layers of support rods in an electrolytic refining plant
JPS5918975Y2 (ja) * 1980-03-14 1984-06-01 大和製缶株式会社 円柱状包装体の紙袋切開装置
NL8104384A (nl) * 1981-09-23 1983-04-18 Staalkat Bv Werkwijze voor het ontladen van een met stapels gevulde container, alsmede inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

Also Published As

Publication number Publication date
GB8625274D0 (en) 1986-11-26
IT8448991A0 (it) 1984-10-11
IT8448991A1 (it) 1986-04-11
DE3437508A1 (de) 1985-05-02
GB2148234B (en) 1988-06-02
GB2180519B (en) 1988-06-02
GB8425355D0 (en) 1984-11-14
GB2180519A (en) 1987-04-01
FR2560173A1 (fr) 1985-08-30
JPS6099838A (ja) 1985-06-03
GB2148234A (en) 1985-05-30
US4580938A (en) 1986-04-08
IT1178128B (it) 1987-09-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4979870A (en) Automatic tray loading, unloading and storage system
US20080019819A1 (en) Palletizer apparatus and method
US20080014074A1 (en) Off-the-bottom Depalletizer apparatus and method
BE1023378B9 (nl) Verplaatsingsinrichting
US3682338A (en) Combination depalletizer and palletizer
US5607278A (en) Automatic tray loading, unloading and storage system
NL8403054A (nl) Werkwijze en inrichting voor het automatisch afnemen van de zak van buseinden en dergelijke voorwerpen.
US4560057A (en) Packet handling apparatus
JP2982643B2 (ja) 袋自動解荷供給方法並びにその装置、及び該装置で使用される袋輸送コンテナ、解束装置、トレー
JP2002104658A (ja) 容器供給装置
EP2432717B1 (en) A palletizer and a method of palletizing items
JPH04308152A (ja) 照合用機器
US3730357A (en) Automatic stacking apparatus
US4681507A (en) Method of automatically de-bagging can ends and like articles
US5158424A (en) Automatic tray loading, unloading and storage system
JPH07300229A (ja) 移載搬送装置
JP2002249225A (ja) ワークの段積み装置及びその装置を用いた段積み方法
JPH0566300B2 (nl)
US3502231A (en) Material handling system
GB2103168A (en) Packet handling apparatus
JP2001080736A (ja) 物品切出装置および物品1列払出機
JP3232978B2 (ja) 個装単位切出し装置
BE1002612A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het stapelen van platte pakketten van cilindrische voorwerpen,met name muntrollen.
KR19980067058A (ko) 면용기를 포장상자에 포장하는 방법
NL1000966C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het beladen van een houder.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed