NL8401531A - Systeem voor het waarschuwen van een piloot voor een gevaarlijk vluchtprofiel gedurende laag-niveau manoeuvrering. - Google Patents

Systeem voor het waarschuwen van een piloot voor een gevaarlijk vluchtprofiel gedurende laag-niveau manoeuvrering. Download PDF

Info

Publication number
NL8401531A
NL8401531A NL8401531A NL8401531A NL8401531A NL 8401531 A NL8401531 A NL 8401531A NL 8401531 A NL8401531 A NL 8401531A NL 8401531 A NL8401531 A NL 8401531A NL 8401531 A NL8401531 A NL 8401531A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
height
warning
aircraft
providing
ground
Prior art date
Application number
NL8401531A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sundstrand Data Control
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sundstrand Data Control filed Critical Sundstrand Data Control
Publication of NL8401531A publication Critical patent/NL8401531A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01CMEASURING DISTANCES, LEVELS OR BEARINGS; SURVEYING; NAVIGATION; GYROSCOPIC INSTRUMENTS; PHOTOGRAMMETRY OR VIDEOGRAMMETRY
    • G01C5/00Measuring height; Measuring distances transverse to line of sight; Levelling between separated points; Surveyors' levels
    • G01C5/005Measuring height; Measuring distances transverse to line of sight; Levelling between separated points; Surveyors' levels altimeters for aircraft
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01PMEASURING LINEAR OR ANGULAR SPEED, ACCELERATION, DECELERATION, OR SHOCK; INDICATING PRESENCE, ABSENCE, OR DIRECTION, OF MOVEMENT
    • G01P1/00Details of instruments
    • G01P1/07Indicating devices, e.g. for remote indication
    • G01P1/08Arrangements of scales, pointers, lamps or acoustic indicators, e.g. in automobile speedometers
    • G01P1/10Arrangements of scales, pointers, lamps or acoustic indicators, e.g. in automobile speedometers for indicating predetermined speeds

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Radar, Positioning & Navigation (AREA)
  • Remote Sensing (AREA)
  • Emergency Alarm Devices (AREA)
  • Radar Systems Or Details Thereof (AREA)
  • Traffic Control Systems (AREA)
  • Navigation (AREA)
  • Alarm Systems (AREA)

Description

IE 5560-30 Ned gb/hv ^ - *
P & C
Sundstrand Data Control/ Inc.
Titel: Systeem voor het waarschuwen van een piloot voor een gevaarlijk vlucht-profiel gedurende laag-niveau manoeuvrering.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op grondnadering -waarschuwingssystemen/ en meer in het bijzonder op een systeem dat een vliegtuig 5 gedurende manoeuvres op geringe hoogte beveiligt, als het vliegtuig daalt beneden een voorafbepaalde minimale hoogte boven de grond, of als het vliegtuig een voorafbepaalde daalsnelheid overschrijdt, terwijl het vliegtuig wendings-manoeuvres of andere manoeuvres, die een rolling vereisen, uitvoert. Duidelijke specifieke waarschuwingen worden gegeven om de piloot de te ondernemen speci-10 fieke actie mede te delen, om zich te herstellen van een gevaarlijk vlucht-profiel.
Grondnadering -waarschuwingssystemen, die een piloot waarschuwen voor een gevaarlijk vluchtprofiel, zijn bekend. Deze systemen verschaffen waarschuwingen aan de piloot van een vliegtuig onder verschillende onveilige 15 yluchttoestanden, die vliegen beneden een vooraf ingestelde minimale hoogte bevatten, en die toestaan dat het vliegtuig een te grote daalsnelheid na opstijgen of bij een landingsnadering verkrijgen. Een voorbeeld..van een systeem, dat de piloot voorziet van een waarschuwing, als hij daalt beneden een voorafbepaalde minimaal vereiste hoogte, is eeii systeem, dat de radiohoogte vergelijkt met 20 de gekozen minimale hoogte-instelling, of " fout"-instel ling op de radiohoogte-meter, en verschaft een stem- of visuele waarschuwing, als de radiohoogte daalt beneden de ingestelde gekozen minimale hoogte. Voorbeelden van systemen, die een waarschuwing aan de piloot verschaffen gedurende een opstijg-of een mislukte landingsnaderingsfase van de operatie, als het vliegtuig daalt met 25 een te grote barometrische snelheid of een voorafbepaalde hoeveelheid barometrische hoogte.verliest, zijn bevat in de Amerikaanse octrooischriften 3.946.358; 3.947.808; 3.947.810 en 4.319.218 toegeschreven aan dezelfde aanvrager als van de onderhavige uitvinding.
Hoewel deze systemen waarschuwingen verschaffen aan de piloot in het 30 geval dat het vliegtuig daalt beneden een vooraf ingestelde minimale verlangde hoogte boven de grond, of als het vliegtuig daalt in een te grote mate na opstijgen of een mislukte landingsnadering, zijn dergelijke systemen primair ontworpen voor transportvliegtuigen, die normaal niet vliegen op geringe hoogten en die geen draaibewegingen of andere scherpe of hevige manoeuvres vlak bij 35 de grond uitvoeren. Dergelijke systemen zullen daarom normaal geen adequate waarschuwing verschaffen aan de piloot van een sterk manoeuvreerbaar vliegtuig, zoals bijvoorbeeld een gevechts/aanvalsvliegtuig, die tactische manoeuvres vlakbij de grond uitvoert.
Het is bijgevolg een doel van de onderhavige uitvinding om een 40 waarschuwingssysteem te verschaffen, dat menig nadeel van de bekende waarschuwings- 8 4 n i s 7 i " · · V? N,’ 1 -2- S' * systemen overwint, gedurende hoge snelheid, laag niveau manoeuvreringsfasen van een vliegtuigoperatie.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van 5 een waarschuwingssysteem,; ontworpen voor het verschaffen van een waarschuwing aan de piloot van een sterk manoeuvreerbaar vliegtuig, zoals een gevechts/ aanvalsvliegtuig kruisend op geringe hoogten,waarbij de waarschuwing voor een gevaarlijke vluchtconditie op tijd aangegeven wordt, om de piloot in staat te stellen corrigerende acties te ondernemen.
10 Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een waarschuwing voor een gevaarlijke toestand, zoals een té grote daalsnelheid^ aan de piloot van een vliegtuig, dat draaiings-en hellingsmanoeuvres uitvoert vlakbij de grond, waarbij de waarschuwing op tijd aangegeven wordt, om de piloot in staat te stellen corrigerende acties te ondernemen.
15 Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een waarschuwing voor een te groot radiohoogteverlies gedurende het opstijgen in heuvelachtig terrein.
Het opdracht vluchtprofiel van een gevechts/aanvalsvliegtuig bevat lage hoogte kruis en aanvalsségmenten, en als de piloot afgeleid of van de 20 wijs gebracht wordt, is er een gevaar voor onbewuste daling naar het terrein of vliegen in langzaam opklimmend terrein. Het gevaar van vliegen in opklimmend terrein bestaat in het bijzonder gedurende het opstijgen, en gedurende kruisen oPg?rfg!oogten. Het gevaar van onbewuste daling is het grootst gedurende laag niveau manoeuvres, die grote rolhoeken vereisen, zoals ondervonden 25 worden gedurende een aanvalsgedeelte van een vlucht, omdat de piloot gemakkelijk afgeleid en van de wijs gebracht kan worden gedurende dergelijke manoeuvres, en omdat het vliegtuig de nèiging heeft te dalen, wanneer het onderworpen wordt aan grote rolhoeken.
Overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt 30 er een waarschuwingssysteem verschaft, dat de hoogte van het vliegtuig boven de grond waarneemt, gebruik makend van een radiohoogtemeter of dergelijke, en dat een specifieke stemwaarschuwing verschaft aan de piloot, zoals "TE LAAG", als het vliegtuig daalt beneden een voorafbepaalde minimale verlangde hoogte boven de grond, waardoor er gedurendeger/ngÊoogte kruisfasen van de operatie 35 een beveiliging verschaft wordt. De voorafbepaalde minimale verlangde hoogte is kenmerkend voor de minimale gekozen hoogte, die met de hand ingesteld wordt door de minimale gekozen hoogte-aanduider of hoogtemeter-"alarm", aanwezig op een radiohoogtemeter-indicator.
Voor het verschaffen van een waarschuwing gedurende het opstijgen 40 in klimmend terrein, of gedurende hen onbewuste daling, voordat de minimale 8401531 #- i -3- gekozen hoogte bereikt is, is het systeem eveneens voorzien van een accumulator, die de radiohoogte na opstijgen controleert en de maximaal bereikte hoogte na opstijgen opslaat. In het geval dat het vliegtuig daalt beneden een vooraf 5 bepaald percentage van de maximaal bereikte radiohoogte,voor het bereiken van de minimale gekozen hoogte, wordt eveneens een waarschuwing opgewekt. Deze waarschuwing is in het bijzonder dezelfde "TE LAAG" - waarschuwing, die wordt opgewekt, als de minimale gekozen hoogte doordrongen wordt, voor het aangeven aan de piloot, dat hij te laag vliegt.
10 Het systeem controleert ook de - rolhoek van het vliegtuig en wekt een tweede specifieke waarschuwing op in het geval, dat het vliegtuig zich beneden een tweede voorafbepaalde hoogte bevindt, en een voorafbepaalde daalsnelheid overschrijdt, die varieert als een functie van de r°lhoek van het vliegtuig, om de piloot te waarschuwen, dat het vliegtuig daalt met een te 15 hoge snelheid gedurende een draaimanoeuvre. De gegeven waarschuwing moet specifiek genoeg zijn, om de piloot in staat te stellen het probleem snel te constateren, en in de onderhavige uitvoeringsvorm wordt een waarschuwing, zoals de "ROL UIT"-waarschuwing of soortgelijke term verschaft.
Bovenstaande en andere doelen en voordelen van de.onderhavige uit-20 vinding zullen duidelijk worden na beschouwing van de volgende beschrijving en bijbehorende tekening, waarin: o
Figuur 1 een logisch blokschema van het waarschuwingssysteem volgens de uitvinding is?
Figuur 2 een grafiek is, die het verband tussen vluchtsnelheid en 25 radiohoogte illustreert en waar waarschuwingen opgewekt kunnen worden; en
Figuur 3 een grafiek is, die het verband tussen barometrische hoogte-snelheid en draaihoek toont, die vereist is voor het opwekken van een waarschuwing, die aangeeft dat het vliegtuig daalt met een te grote snelheid gedurende een draaimanoeuvre.
30 Figuur 1 toont een uitvoe ringsvorm van een grcndnadering“waarschuwings systeem volgens de uitvinding, in het bijzonder bruikbaar voor het verschaffen van waarschuwingen voor onveilige vluchttoestanden, gedurende het manoeuvreren op geringe hoogte, in het algemeen aangeduid met het referentienummer 10.
Het systeem 10 volgens de uitvinding is in Figuur 1 weergegeven in een functioneel 35 of logisch blokschema vorm, als een serie van poorten, vergelijkingsinrichtingen, flip-flops en dergelijke voor illustratie doeleinden; er dient echter opgemerkt te worden, dat de werkelijke uitvoering van de logische schakeling anders kan zijn dan getoond in Figuur 1, waarbij verschillende digitale en analoge uitvoeringsvormen mogelijk zijn. De door het beschreven waarschuwingssysteem 40 gebruikte signalen bevatten radiohoogte, barometrische hoogtesnelheid., vlucht- 8401531 -4- snelheid, motor TPM, rol hoek van het vliegtuig, de gekozen min imumhoogte en signalen, die de positie van het landingsgestel van het vliegtuig aangeven, naast verschillende bekrachtigingssignalen. Afhankelijk van het type vliegtuig, 5 waarin het waarschuwingssysteem geïnstalleerdiis, kunnen de in Figuur 1 getoonde signalen verkregen worden van individuele instrumenten, zoals een barometrische hoogtemeter 12, een barometrische hoogte-snelheidsschakeling 14, een radio-hoogtemeter 16 en een gyroscoop platform 18, bovendien van verschillende discrete schakelelementen, zoals een discreet element, dat de positie van 10 het landingsgestel aangeeft. Deze signalen kunnen eveneens verkregen worden van een digitale databus in bepaalde nieuwere vliegtuigen.
Zoals boven opgemerkt werd, is het systeem volgens de uitvinding ontworpen voor het verschaffen van verschillende waarschuwingen gedurende verschillende fasen van vliegtuig operaties. Het systeem is bijvoorbeeld ont-15 worpen voor het verschaffen van een eerste waarschuwing, zoals een gehoor-of stemwaarschuwing "TE LAAG", als het vliegtuig daalt beneden de gekozen minimum hoogte gedurende laag niveau kruisen. Deze waarschuwing wordt eveneens opgewekt als het vliegtuig een voorafbepaald percentage van de na hfet opstijgen bereikte hoogte, maar voordat de gekozen minimumhoogte bereikt is, verliest. Het systeem 20 is eveneens ontworpen voor het verschaffen van een tweede specifieke waarschuwing, zoals bijvoorbeeld het gehoor-of stemsignaal "ROL UIT", wanneer het vliegtuig te snel daalt gedurende een rolmanoeuvre- Hiervoor wordt een logische schakeling verschaft die de vluchtfase^waarin het vliegtuig opereert^ aangeeft aan het systeem, d.i., opstijgen, laag niveau kruisen of laag niveau manoeuvreren, 25 zodat de juiste waarschuwing opgewekt wordt, wanneer bepaalde vluchtparameters overschreden worden. Deze functie wordt verschaft door de logische schakeling, die EN-poorten 20, 22, 24, 26. en 28, een OF-poort 30, een paar instel/terugstel-flip-flops 32 en 34, een overgangsdetector 36 en een door de flip-flop 34 gestuurde schakelaar 38 bevat.
30 Aangezien het systeem ontworpen is om waarschuwingen te verschaffen gedurende opstijg-, laag niveau kruis-en laag niveau mamaeuvreringsfasen van de vlucht, moeten zekere vaststellingen gedaan worden., om te bepalen of het vliegtuig zich inderdaad in één van de hiervoor genoemde fasen bevindt. De begin vaststellingen worden gemaakt door de EN-poort 20, die een in werking 35 stellingssignaal verschaft aan de EN-poorten 22 en 24, alleen als aan zekere condities is voldaan. Deze condities zijn, er is geen gewicht op de wielen, aangevend dat het vliegtuig werkelijk vliegt, het landingsgestel is ingetrokken en het vliegtuig vliegt niet langzamer dan 100 m/s, daarmede aangevend dat het vliegtuig zich niet in een landingsconfiguratie bevindt. Om het systeem 40 operationeel te laten zijn, moeten de'barometrische hoogtemeter 12, de baro- '84 0 1 5 3 1 ^ air -5- metrische sneIheidsschakeling 14 en de radiohoogtemeter goed werken. Signalen die aangeven dat de barometrische hoogtemeter en de radiohoogtemeter niet belemmerd worden, en bovendien een signaal, dat aangeeft dat de verandering van 5 de radiohoogte niet te groot is, worden toegevoerd aan de poort 20, die de poort 20 in staat stelt om de poorten 22 en 24 in werking te stellen, alleen als de signalen van de barometrische hoogtemeter 12, de barometrische snelheids-schakeling 14 en de radiohoogtemeter 16 geldig zijn.
Voor het bepalen of het vliegtuig vliegt in een configuratie anders 10 dan een landingsconfiguratie en dat de instrumenten goed werken, is het noodzakelijk om te bepalen of het vliegtuig zich in een naderingsfase bevindt, of in een opstijg- of een rondvlucht na mislukte naderingsfase. Deze vaststelling wordt gemaakt door de EN-poorten 26 en 28, de OF-poort 30 en de instel/terug-stel flip-flop 32. In de getoonde uitvoeringsvorm, wordt een opstijgfase of een 15 rondvlucht na een mislukte nadering alleen aangegeven, als aan de condities, dat opstijgvermogen aanwezig is en dat het landingsgestel ingetrokken is, voldaan is. Als aan beide condities voldaan is, wordt de instel/terugstel flip-flop 32 teruggesteld. De aan de poort 26 toegevoerde en het opstijgvermogen voorstellende signalen kunnen verkregen worden van verschillende bronnen, 20 bijvoorbeeld van een comparatorschakeling, die een in werking stellings-signaal verschaft aan de poort 26, wanneer de TPM van de motor voldoende hoog is om opstijgvermogen aan te geven, of van een discreet element, die de kleppositie aangeeft. Een motor tachometer, die bijvoorbeeld de TPM van de primaire compressor van een straalmotor aangeeft, kan gebruikt worden voor het verschaffen 25 van het motor TPM-signaal, en een voorafbepaalde TPM, bijvoorbeeld 90% van het maximum motor TPM, kan gebruikt worden voor het aangeven van opstijgvermogen. Het gestel in-signaal kan gemakkelijk verkregen worden van een ander discreet element, zoals van een schakelaar bestuurd door het landingsgestel of door de landingsgestel-stuurhendel in de cockpit.
30 Een naderingsconditie wordt aangegeven door de poorten 30 en 28, wanneer het gestel niet ingetrokken is of het vliegtuig beneden 30 meter is en de motor geen opstijgvermogen produceert en de snelheid van het vliegtuig beneden 100 m/s is. Een naderingsconditie aanduiding van de poort 28 zorgt voor het instellen van de flip-flop 32.
35 Gedurende de opstijgfase van de vlucht wordt de instel/terugstel flip-flop 32 teruggesteld, waardoor de Q-uitgang van de flip-flop 32 overgaaf van een hoge toestand naar een lage toestand. Deze overgang wordt gedetecteerd door de overgangsdetector 36, die een uitgangspuls opwekt in antwoord op de overgang en stelt een instel/terugstel flip-flop 34 in. Dit 40 doet de Q-uitgang van de flip-flop 34 de schakelaar 38 overgaan naar de in 840153! . -6-
V
Figuur 1 getoonde positie, waardo'or één ingang van de poort 22 verbonden wordt met de schakfeling, die bevat een te laag-vergelijkingsinrichting 40, een schalings· schakeling 142;.eh-éen radiohoogte accumulator 44. Deze inrichtingen bepalen 5 wanneer een "TE LAAG"-waarschuwing opgewekt dient te worden door een generator 46 gedurende de opstijgmode van werking.
Nadat het vliegtuig zijn opstijging heeft beëindigd, hetgeen blijkt doordat de radiohoogte de minimale gekozen hoogte (MGH) overschrijdt, verschaft een MGH-vergelijkingsinrichting 50 een signaal, dat aangeeft dat het vliegtuig . 10 de minimale gekozen hoogte heeft overschreden, voor het terugstellen van de ingang van de flip-flop 34, daardoor de flip-flop 34 terugstellend. Wanneer de flip-flop 34 teruggesteld wordt, wordt de schakelaar 38 in werking gesteld, om de verbinding van de poort 22 met de te laag-vergelijkingsinrichting 40 te verbreken en te verbinden met een "MINDER DAN MGH"-uitgang van de MGH-15 vergelijkingsinrichting 50, waardoor het systeem reageert op elke daling beneden de minimum gekozen hoogte. Als het vliegtuig daalt beneden de minimum gekozen hoogte wanneer het systeem in deze mode is, wekt de waarschuwings-generator 46 de "TE LAAG"-waarschuwing op en voert het toe aan de omzetter 48.
Zolang de hoogte van het vliegtuig beneden de minimum gekozen hoogte 20 plus een voorafbepaalde vermeerdering, bijvoorbeeld 30 meter, maar niet beneden de minimum gekozen hoogte is, wordt de EN-poort 24 in werking gesteld door de vergelijkingsinrichting 50f via de aan twee van zijn ingangen toegevoerde "GROTER DAN MGH" en "MINDER DAN MGH + 30 METER"-signalen. Op deze wijze in werking gesteld, reageert de EN-poort 24 op een paar van vergelijkingsinrichtingen 25 52 en 54,voor het in werking brengen van een tweede waarschuwingsgenerator 56, die een tweede waarschuwing opwekt, zoals bijvoorbeeld "ROL UIT", wanneer de daalsnelheid van het vliegtuig een voorafbepaald niveau voor een gegeven rol hoek overschrijdt.
De werking van het systeem wordt hieronder in meer detail besproken.
30 Wanneer het vliegtuig opstijgt, wordt de flip-flop 32 teruggesteld, waarbij de overgangsdetector 36 een uitgangspuls doet verschaffen voor het instellen van de flip-flop 34, waardoor de poort 22 verbonden wordt met de vergelijkingsinrichting 40. De uitgangspuls van de overgangsdetector 36 stelt eveneens de radiohoogte accumulator terug naar nul, of naar een voorafbepaalde lage waarde 35 instelling, zoals bijvoorbeeld 15 meter. De radiohoogte accumulator ontvangt de hoogte signalen van de radio hoogtemeter 16, en houdt de hoogst bereikte hoogte na opstijgen vast. Deze na opstijgen bereikte maximum waarde van de radiohoogte wordt toegevoerd aan een schalingsschakeling, die vermenigvuldig met een schaalfactor, bijvoorbeeld 75% en voert deze waarde toe aan de te laag-40 vergelijkingsinrichting 40, die de werking van de te laag-waarschuwingsgenerator 8401531 A £ \ -7- 46 bestuurt, gedurende de opstijgfase.
Het radio hoogtemeter signaal wordt eveneens toegevoerd aan de te laag-vergelijkingsinrichting 40, en zolang de radiohoogte boven de maximum g radiohoogte vermenigvuldigd met de schaalf actor blijft, wordt er geen waarschuwing opgewekt, als de radiohoogte echter daalt benéden de gewogen maximum hoogte, bijvoorbeeld beneden 75% van de bereikte maximum hoogte gedurende de vlucht, verschaft de vergelijkingsinrichting 40 een signaal aan de poort 22.
Dit signaal doet de poort 22 een signaal verschaffen aan de "TE LAaG“-waarschuwings 2Q generator 46 en doet de generator 46 de "TE LAAG"-waarschuwing opwekken en voert het toe, direct of indirect, aan de omzetter 48, er voor zorgend dat de andere ingang van de poort 22 in werking gesteld wordt door de poort 20.
Het radio hoogte signaal van de hoogtemeter 16 wordt eveneens toegevoerd aan de MGH-vergelij kings inrichting 50, die het radiohoogtesignaal ^5 van de radiohoogtemeter 16 controleert en die een "GROTER DAN MC®"-signaal verschaft aan de flip-flop 34, wanneer de radiohoogte de minimum gekozen hoogte overschrijdt. Dit signaal stelt de flip-flop 34 terug en doet de schakelaar 38 de poort 22 verbinden met de MGH-vergelijkingsinrichting 50, zodat elke opgewekte waarschuwing gecontroleerd wordt door MGH-vergelijkingsinrichting 50.
2Q De MGH-vergelijkingsinrichting 50 blijft de radiohoogte controleren, en er wordt geen waarschuwing opgewekt zolang de radiohoogte boven de minimum gekozen hoogte blijft. Als de hoogte echter daalt beneden de minimum gekozen hoogte en de poort 22 in werking gesteld wordt door de poort 20, verschaft de MGH-vergeli jkingsinrichting een "MINDER DAN MGH"-signaal aan de poort 22, om de 25 poort 22 de "TE LAAG"-waarschuwing te doen opwekken door de waarschuwings-generator 46,
Als het vliegtuig stijgt boven de minimum gekozen hoogte, maar beneden de minimum gekozen hoogte plus een voorafbepaalde vermeerdering (bijvoorbeeld 30 meter) blijft en zolang de poort 20 een in werking stellings-signaal verschaft, 2q staat de poort 24 onder controle van een fol-uit vergelijkingsinrichting 52 en een rolhoek-vergelijkingsinrichting 54. De functie van de vergelijkings- inrichtingen 52 en 54 is het controleren van de rolhoek en barometrische daalsnelheid van het vliegtuig, en er voor te zorgen dat de poort 24 de waar-schuwingsgenerator 56 aanleiding geeft voor een waarschuwing, als een onveilige 25 combinatie van daalsnelheid en draaihoek optreedt.
Zoals eerder besproken, heeft het vliegtuig de neiging om te dalen als de rolhoek vergroot wordt. Deze neiging is echter niet belangrijk totdat de rolhoek een voorafbepaald niveau overschrijdt, zoals bijvoorbeeld 45^ voor moderne gevechts/aanvals-vliegtuigen, zoals de Fairchild AIO. De rolhoek 4Q vergelijkingsinrichting 54 controleert daarom het rolhoeksignaal, opgewekt door 8401531 -8- het gyro platform 18, of soortgelijke inrichting, die de · rol hoek van het vliegtuig aangeeft, en verschaft een in werking stellings signaal aan de poort bereUcti 24, wanneer de rolhoek een waarde tx»r waarbij het vliegtuig de neiging heeft 5 te dalen. Hierdoor kan de "ROL UIT"-waarschuwing opgewekt worden door de generator 56, als de barometrische daalsnelheid de maximum toegestane snelheid voor een gegeven rolhoek overschrijdt, hetgeen bepaald wordt door de draai-uit vergelijkingsinrichting 52. De voor het opwekken van de "ROL UIT"-waarschuwing benodigde condities worden verder besproken in verband met de 10 bespreking van Figuur 3,
Figuur 2 toont een grafiek, waarin de voor het opwekken van de "TE LAAT "-waarschuwing en voor het in werking stellen van de "ROL UIT"-waarschuw: als een functie van vluchtsnelheid en hoogte, noodzakelijke condities weergegeven worden. Deze condities worden weergegeven door de twee gearceerde gebieden 15 in de grafiek. Uit Figuur 2 blijkt, dat er geen waarschuwing opgewekt kan worden, zolang de vluchtsnelheid van het vliegtuig beneden een voorafbepaalde waarde is, in deze uitvoeringsvorm 100 m/s. Zolang de vluchtsnelheid van het vliegtuig 100 m/s overschrijdt, en aan de andere eerder besproken condities voldaan is, wordt de "TE LAAG"-waarschuwing gegeven, steeds wanneer het vliegtuig 20 daalt beneden de minimum gekozen hoogte, of beneden een voorafbepaald percentage, bijvoorbeeld 75% van de maximaal bereikte hoogte na opstijgen of een rondvlucht voor het bereiken van de minimum gekozen hoogte.
Wanneer de hoogte van het vliegtuig de minimum gekozen hoogte overschrijdt, maar lager is dan de minimum gekozen hoogte plus een voor afbepaalde 25 vermeerdering· (bijvoorbeeld 30 meter), wordt de "ROL UIT"-waarschuwing in werking gesteld. De "ROL UIT"-waarschuwing wordt echter niet automatisch opgewekt wanneer de in Figuur 2 weergegeven "ROL UIT"-waarschuwingsgrens doordrongen wordt, zoals het geval is wanneer de "TE LAAG"-waarschuwingsgrens doordrongen wordt. De "ROL UIT"-waarschuwingsmode woaidt alleen in werking 30 gesteld, maar de werkelijke waarschuwing wordt alleen dan geproduceerd, als de .rolhoek een voorafbepaalde hoek overschrijdt, bijvoorbeeld 45°, en als de daalsnelheid de grens doorbreekt van de daalsnelheidscurve (Figuur 3), die de maximum toegestane daalsnelheid als een functie van de rol hoek definieert.
Een in het bijzonder bruikbare daalsnelheidscurve voor gebruik in 35 gevechts/aanvalsvliegtuïgen wordt getoond in Figuur 3. Het gearceerde gebied toont het verband tussen. rolhoek en barometrische daalsnelheid, noodzakelijk voor het opwekken van de " ROL UIT"-waarschuwing. Zoals te zien is in Figuur 3 wordt de "'ROL (UIT"-waarschuwing niet opgewekt totdat de rolhoek 45° bereikt .is, waarbij de " ROL UIT"-waarschuwing opgewekt wordt, als de barometrische hoogte 40 daalsnelheid een waarde overschrijdt van 0,5 m/s. Als de rolhoek toeneemt tot 8401531 _9~ Λ 60°, is er maar een waarde van de daalsnelheid van 0,25 m/s vereist voor het teweegbrengen van een waarschuwing, en wanneer de tolheek 90° bereikt, kan er geen daling toegelaten worden, omdat de door de vleugels verschafte opwaartse 5 kracht onder deze condities praktisch nul is.
10 15 20 25 30 35 40 8401531

Claims (10)

1. Een waarschuwingssysteem voor het waarschuwen van de piloot van een 5 vliegtuig voor een gevaarlijke vluchttoestand na het opstijgen en gedurende het manoeuvreren op geringe hoogte, gekenmerkt door: middelen voorrhet controleren van de hoogte van het vliegtuig boven de grond na opstijgen en het opslaan van een aanduiding van de hoogst bereikte hoogte boven de grond gedurende de vlucht; middelen voor het selecteren van een verlangde minimum hoogte 10 boven de grond; en middelen, die reageren op een de hoogte van het vliegtuig boven de grond voorstellend signaal, op de hoogte aanduidingsopslagmiddelen en op de minimum hoogte selecteringsmiddelen, voor het verschaffen van een eerste specifieke waarschuwing, als de hoogte van. het vliegtuig daalt beneden de minimum verlangde hoogte of beneden een voorafbepaald percentage van de 15 hoogst bereikte hoogte boven de grond, gedurende de vlucht, als het vliegtuig nog niet de voorafbepaalde minimum verlangde hoogte heeft bereikt.
2. Een waarschuwingssysteem volgens conclusie 1, gekenmerkt door middelen, die reageren op een de motor vermogensuitgang voorstellend signaal en op de positie van het landingsgestel, voor het in werking stellen van het systeem, 20 voor het verschaffen van de waarschuwingsaanduiding, als de hoogte daalt beneden het voorafbepaalde percentage van de hoogst bereikte hoogte, als het landingsgestel ingetrokken is en de motor opstijgvermogen heeft.
3. Een systeem voor het waarschuwen van de piloot van een vliegtuig voor een gevaarlijke vluchttoestand gedurende het manoeuvreren op geringe 25 hoogte, gekenmerkt door:middelen voor het opwekken van een eerste specifieke waarschuwing, als het vliegtuig daalt beneden een minimum hoogte; en middelen voor het opwekken van een tweede specifieke waarschuwing boven de minimum hoogte, als een functie van de rolhoek en daalsnelheid van het vliegtuig.
4. Een systeem volgens conclusie 3, gekenmerkt door middelen voor het 30 in werking stellen van de tweede specifieke waarschuwingsopwekkingsmiddelen, alleen nadat de rolhoek een voorafbepaalde waarde overschrijdt.
5. Een systeem voor het verschaffen van een waarschuwing aan de piloot van een vlakbij de grond manoeuvrerend vliegtuig, gekenmerkt door: middelen, die reageren op een de .rolhoek van het vliegtuig voorstellend signaal en 35 op een de daalsnelheid van het vliegtuig voorstellend signaal, voor het opwekken van een waarschuwing aan de piloot, wanneer de combinatie van rolhoek en daalsnelheid een voorafbepaald niveau overschrijdt.
6. Een systeem volgens conclusie 5, gekenmerkt door: middelen voor het voorkomen van de opwekking van een waarschuwing, als de hoogte van het vliegtuig 40 een voorafbepaald niveau overschrijdt. 8401531 * -11-
7. Een waarschuwingssysteem voor het waarschuwen van de piloot van een vliegtuig voor een gevaarlijke vluchttoestand na het opstijgen en gedurende het manoeuvreren op geringe hoogte, gekenmerkt door: middelen voor het ver- 5 schaffen van een de hoogte van het vliegtuig boven de grond voorstellend signaal? middelen, die reageren op de hoogte boven de. grond signaal verschaffende middelen, voor het opslaan van een aanduiding van de hoogst bereikte hoogte boven de grond na opstijgen? en middelen, die reageren op de hoogte boven de grond signaal verschaffende middelen en op hoogte aanduiding opslag middelen, 10 voor het verschaffen van een waarschuwing, als de door de hoogte aanduiding • verschaffende middelen verschafte hoogte^signaal daalt naar een voorafbépaald percentage van de hoogst bereikte hoogte na opstijgen.
8. Een waarschuwingssysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk,' dat de hoogte signaal verschaffende middelen een radiohoogtemeter bevatten.
9. Een waarschuwingssysteem voeg. het waarschuwen van de piloot van een vliegtuig voor een gevaarlijke vluchttoestand na opstijgen en gedurende het manoeuvreren op geringe hoogte, gekenmerkt door: middelen voor het verschaffen van een de hoogte van het vliegtuig boven de grond voorstellend signaal? middelen, die reageren op de hoogte boven de grond signaal verschaffende middelen 20 voor het opslaan van een aanduiding van de hoogst bereikte hoogte door het vliegtuig na opstijgen? middelen voor het met de hand instellen van een minimum hoogte? middelen voor het verschaffen van een de daalsnelheid van het vliegtuig voorstellend signaal? middelen voor het verschaffen van een de rol hoek van het vliegtuig voorstellend signaal? middelen, die reageren op de hoogte 25 signaal verschaffende middelen, op de met de hand instelbare minimum hoogte instellingsmiddelen en op de maximum hoogte opslag middelen, voor het verschaffen van een eerste specifieke waarschuwing, als het vliegtuig daalt beneden een voorafbepaald percentage van de maximaal beréikte hoogte voor het bereiken van de met de hand ingestelde minimumhoogte, en voor het opwekken van de 30 eerste specifieke waarschuwing, als het vliegtuig daalt beneden de met de hand ingestelde minimumhoogte, nadat het eerst overschreden is? en middelen, die reageren op de rol hoeksignaal verschaffende middelen en de daalsnelheids-signaal verschaffende middelen, voor het verschaffen van een tweede specifieke waarschuwing, wanneer het vliegtuig boven de minimumhoogte is en de daalsnelheid 35 een voorafbepaalde snelheid overschrijdt, die een functie is van de rolhoek.
10. Een waarschuwingssysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tweede specifieke waarschuwing alleen dan opgewekt wordt, als de rol.hoek een voorafbepaalde waarde overschrijdt. 40 8401531
NL8401531A 1983-05-13 1984-05-11 Systeem voor het waarschuwen van een piloot voor een gevaarlijk vluchtprofiel gedurende laag-niveau manoeuvrering. NL8401531A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US49459083A 1983-05-13 1983-05-13
US49459083 1983-05-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401531A true NL8401531A (nl) 1984-12-03

Family

ID=23965099

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401531A NL8401531A (nl) 1983-05-13 1984-05-11 Systeem voor het waarschuwen van een piloot voor een gevaarlijk vluchtprofiel gedurende laag-niveau manoeuvrering.

Country Status (15)

Country Link
JP (1) JPS59216795A (nl)
AU (2) AU548709B2 (nl)
BE (1) BE899643A (nl)
CA (1) CA1234417A (nl)
CH (1) CH660156A5 (nl)
DE (1) DE3417884A1 (nl)
ES (2) ES8506523A1 (nl)
FI (1) FI74251C (nl)
FR (1) FR2550334B1 (nl)
GB (2) GB2139588B (nl)
GR (1) GR82062B (nl)
IL (1) IL71348A (nl)
IT (1) IT1177721B (nl)
NL (1) NL8401531A (nl)
SE (1) SE8402467L (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5001476A (en) * 1983-05-13 1991-03-19 Sundstrand Data Control, Inc. Warning system for tactical aircraft
CA1243405A (en) * 1985-02-22 1988-10-18 Michael M. Grove Configuration responsive descent rate warning system for aircraft
CA1243119A (en) * 1985-02-22 1988-10-11 Michael M. Grove Aircraft terrain warning system with configuration modified warning and improved mode switching
DE3621052A1 (de) * 1986-06-24 1988-01-07 Aerodata Flugmesstechnik Gmbh Vorrichtung zur automatischen flugbahnfuehrung von flugzeugen laengs eines leitstrahls
CH671555A5 (nl) * 1986-09-10 1989-09-15 Zermatt Air Ag
US4916448A (en) * 1988-02-26 1990-04-10 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Air Force Low altitude warning system for aircraft
US5864307A (en) * 1996-02-19 1999-01-26 Gec Marconi Limited Aircraft terrain advisory system
FR2749676B1 (fr) * 1996-06-11 1998-09-11 Sextant Avionique Procede et systeme de gestion d'altitude pour aerodyne
DE102007048956B4 (de) * 2007-10-12 2019-02-14 Airbus Operations Gmbh Vorrichtung und Verfahren zum Bereitstellen eines Flugstatussignals
US8155804B2 (en) 2007-10-12 2012-04-10 Airbus Operations Gmbh Device and method for providing a flight status signal
US8086361B2 (en) * 2007-12-12 2011-12-27 Honeywell International Inc. Advisory system to aid pilot recovery from spatial disorientation during an excessive roll
EP2592381A1 (en) * 2011-11-08 2013-05-15 EADS Construcciones Aeronauticas, S.A. Discrete signal consolidation device and method and aircraft with said device

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3946358A (en) * 1974-06-19 1976-03-23 Sundstrand Data Control, Inc. Aircraft ground proximity warning instrument
US3947810A (en) * 1975-01-13 1976-03-30 Sundstrand Data Control, Inc. Negative climb rate after take-off warning system with predetermined loss of altitude inhibit
US3947808A (en) * 1975-01-13 1976-03-30 Sundstrand Data Control, Inc. Excessive descent rate warning system for aircraft
GB1567553A (en) * 1976-06-14 1980-05-14 Litton Industries Inc Digital ground proximity warning systems
US4319218A (en) * 1980-01-04 1982-03-09 Sundstrand Corporation Negative climb after take-off warning system with configuration warning means

Also Published As

Publication number Publication date
DE3417884C2 (nl) 1990-04-19
FI74251C (fi) 1988-01-11
IT8448181A0 (it) 1984-05-11
ES532430A0 (es) 1985-08-01
CH660156A5 (fr) 1987-03-31
CA1234417A (en) 1988-03-22
ES8607158A1 (es) 1986-05-16
FI841910A (fi) 1984-11-14
IT1177721B (it) 1987-08-26
FR2550334A1 (fr) 1985-02-08
JPS59216795A (ja) 1984-12-06
BE899643A (fr) 1984-11-12
SE8402467D0 (sv) 1984-05-08
AU2668784A (en) 1984-11-15
ES8506523A1 (es) 1985-08-01
ES541246A0 (es) 1986-05-16
FI74251B (fi) 1987-09-30
GB8411768D0 (en) 1984-06-13
GB2175264B (en) 1987-04-15
GR82062B (nl) 1984-12-13
GB2139588A (en) 1984-11-14
SE8402467L (sv) 1984-11-14
FI841910A0 (fi) 1984-05-11
DE3417884A1 (de) 1984-12-13
AU548709B2 (en) 1986-01-02
GB2175264A (en) 1986-11-26
AU5506786A (en) 1986-08-14
GB2139588B (en) 1987-04-15
FR2550334B1 (fr) 1988-04-15
GB8611002D0 (en) 1986-06-11
IL71348A (en) 1989-09-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4939513A (en) System for alerting a pilot of a dangerous flight profile during low level maneuvering
US12033526B2 (en) Aircraft flight envelope protection and recovery autopilot
US6043759A (en) Air-ground logic system and method for rotary wing aircraft
US4728951A (en) Vertical windshear detection for aircraft
US4319219A (en) Automatic approach landing and go-around control system for aircraft
US5225829A (en) Independent low airspeed alert
US5746392A (en) Autopilot/flight director underspeed protection system
NL8401531A (nl) Systeem voor het waarschuwen van een piloot voor een gevaarlijk vluchtprofiel gedurende laag-niveau manoeuvrering.
EP0743242A1 (en) Autopilot/flight director stall protection system
US8547252B2 (en) Adapting selective terrain warnings as a function of the instantaneous maneuverability of a rotorcraft
EP1303737B1 (en) Detecting a low performance takeoff condition for aircraft for use with ground proximity warning systems
US4797674A (en) Flight guidance system for aircraft in windshear
EP0235962B1 (en) Windshear detection and warning system
JPS63503010A (ja) 戦術航空機用警報方式
US6675076B1 (en) System, autopilot supplement assembly and method for increasing autopilot control authority
NL8401530A (nl) Negatieve-stijging-na-opstijgen waarschuwingssysteem.
NL8401855A (nl) Waarschuwingssysteem voor hefschroefvliegtuigen voor te groot hoogteverlies na opstijgen.
US4863120A (en) Optimal flight guidance for aircraft in windshear
CA1241081A (en) Excessive terrain closure warning system
CA1241082A (en) Warning system for tactical aircraft
NL8401535A (nl) Waarschuwingssysteem voor vliegtuiglanding met het landingsgestel ingetrokken.
EP1727012B1 (en) Aircraft tailstrike avoidance system
CA1241083A (en) System for alerting a pilot of a dangerous flight profile during low level maneuvering
NL8401532A (nl) Waarschuwingssysteem voor een te grote daalsnelheid in tactische vliegtuigen.
EP0317678B1 (en) Optimal flight guidance for aircraft in windshear

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed