NL8300800A - Maaiinrichting met verbeterde aandrijving en/of gewasscheidingstrommel. - Google Patents

Maaiinrichting met verbeterde aandrijving en/of gewasscheidingstrommel. Download PDF

Info

Publication number
NL8300800A
NL8300800A NL8300800A NL8300800A NL8300800A NL 8300800 A NL8300800 A NL 8300800A NL 8300800 A NL8300800 A NL 8300800A NL 8300800 A NL8300800 A NL 8300800A NL 8300800 A NL8300800 A NL 8300800A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drum
frame
mowing
annular element
members
Prior art date
Application number
NL8300800A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Multinorm Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Multinorm Bv filed Critical Multinorm Bv
Priority to NL8300800A priority Critical patent/NL8300800A/nl
Priority to DK133084A priority patent/DK158813C/da
Priority to ES530250A priority patent/ES530250A0/es
Priority to BR8401110A priority patent/BR8401110A/pt
Priority to US06/585,543 priority patent/US4575997A/en
Priority to DE8484200306T priority patent/DE3466158D1/de
Priority to EP84200306A priority patent/EP0118952B1/en
Priority to JP59040614A priority patent/JPS59198910A/ja
Priority to YU00401/84A priority patent/YU40184A/xx
Publication of NL8300800A publication Critical patent/NL8300800A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/63Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
    • A01D34/64Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
    • A01D34/66Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D57/00Delivering mechanisms for harvesters or mowers
    • A01D57/30Rotating attachments for forming windrows
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S56/00Harvesters
    • Y10S56/01Crusher

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Description

i w n \
Hw/Mv/425 Multinorm
Maalinrichting met verbeterde aandrijving en/of gewasscheiding s trommel !
De uitvinding heeft betrekking op een maalinrichting in hoofdzaak bestaande uit een over hét veld voort-beweegbaar gestel, en een door het gestel gedragen maaibalk met een aantal, middels een in de balk opgenomen transmissie, 5 om staande assen draaibaar aangedreven maaiorganen, welk gestel geschikt is om hoger dan de maaibalk, aan te brengen draaibare gewaskneuzende middelen op te nemen waarbij een gemeenschappelijk hoofdaandrijving via een in de afscherming opgenomen tussenaandrijving één der buitenste maaiorganen in 10 rotatie brengt en zonodig de aangebrache kneusmiddelen.
Een maalinrichting van het in de aanhef beschreven type dient qua gewicht zo licht mogelijk te worden uitgevoerd, hetgeen met zich meebrengt dat de verschillende gesteldelen weliswaar sterk doch niet stijf kunnen zijn. Dit 15 heeft tot gevolg dat er tijdens bedrijf maatveranderingen tussen maaibalk en het gestel ontstaan, wat een nadelige invloed heeft op de levensduur van de diverse aandrijforganen.
De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar op te heffen en verschaft daartoe een maalinrichting, waarbij de 20 tussenaandrijving lengtekompenserende middelen vertoont. Met deze lengtekompenserende middelen is aldus elke maatverande-ring opneembaar, waardoor extra spanningen in de diverse samenstellende delen worden voorkomen.
In een uitvoeringsvorm is de tussenaandrijving 25 uitgevoerd als een as met één of meer axiaal verschuifbare delen.
Bovendien kan de tussenaandrijving flexibel zijn uitgevoerd teneinde gewenste, respectievelijk ongewenste hoekverdraaiingen tussen maaibalk en gestel te kunnen opnemen 30 of uitvoeren.
8300600 *' > -2-
De hierboven bedoelde afscherming van de tus-senaandrijving kan als vaste plaat in het gestel zijn opgenomen, maar kan ook zijn uitgevoerd als meedraaiende trommel.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een 5 maalinrichting waarbij althans één der buitenste maaiorganen is voorzien van een dergelijke trommel.
De bekende trommels bij dergelijke maalinrichtingen vertonen het nadeel dat bij het opstarten, dat wil zeggen bij lage toerentallen, het gewas zich gémakkelijk om 10 de trommel kan wikkelen. De trommel mag derhalve geen kleine diameter vertonen maar ook niet een te grote vanwege de optredende' onbalans bij de snel roterende maaiorganen. Een dergelijke onbalans heeft onmiddellijk nadelige invloed op de lagering van de maaiorganen in de maaibalk.
15 De uitvinding beoogt de maaitrommel zodanig te verbeteren dat naast het beperken van het hierboven genoemde nadeel met betrekking tot het wikkelen van het gewas tevens de onbalans tot een minimum wordt beperkt.
De uitvinding stelt daartoe voor om de trommel 20 bij een maalinrichting uit te voeren als twee co-axiaal in eikaars verlengde liggende trommeldelen, waarbij tussen de trommeldelen een spieetvormige ruimte is vrijgelaten.
De trommeldelen hebben derhalve geen kontakt met elkaar en behoren enerzijds bij het maaiorgaan en ander-25 zijds bij het gestel. De trommel is qua hoogte derhalve beperkt zodat een buigspanning op de bevestigingsplaats ten gevolge van een onbalans aanzienlijk is beperkt. Het aan het gestel bevestigde trommeldeel behoeft bovendien niet te draaien.
30 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de spieet vormige ruimte tussen de trommeldelen aan de binnen en/of buitenzijde overlapt door een aan een der trommeldelen bevestigd ringvormig element. Een dergelijk ringvormig element voorkomt dat stof en vuil of gewasdelen tussen de trommelde-35 len terechtkomen, hetgeen aankoeking aan één der trommeldelen tot gevolg zou kunnen hebben, wat kan leiden tot de ongewenste onbalans.
8300800 * * -3-
Indien het ringvormig element aan de binnenzijde is aangebracht vertoont het in dwarsdoorsnede bij voor- : keur een naar buiten openende gootvormige gestalte.
Uit praktijkproeven is gebleken dat het beste 5 resultaat is gewaarborgd als de eindflens van de gootvormige ring zich in een dwarsvlak van het trommeldeel uitstrekt.
Daarbij verdient het de voorkeur om het gootvormige element in dwarsdoorsnede een rechthoekige, U-vormige gestalte te geven.
10 Indien het ringvormige element aan de buiten zijde is aangebracht dan dient volgens de uitvinding het element een van 90° afwijkende hoek met de trommelwand in te sluiten. Daardoor ontstaat een doeltreffende, naar buiten gerichte slingerwerking op de gewasdelen zodat de trommel 15 zelfschonend is.
Bij voorkeur heeft het tegenoverliggende trommeldeel een omgezetten eindrand welke zich evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan het buitenste ringvormige element uitstrekt, zodat een zich schuin naar boven of naar beneden ge-20 richte ringvormige spleet tussen de trommeldelen ontstaat.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding zal het buitenste ringvormige element de omgezette eindrand overkragen.
In de voorkeursuitvoeringsvorm heeft hetzelfde 25 trommeldeel zowel het binnenste als buitenste ringvormige element.
Voor het verkrijgen van een goede gewasstroom door de inrichting heen, dat wil zeggen vanaf de maaiorganen naar bijvoorbeeld de gewaskneuzende middelen, stelt de uit-30 vinding voor om het of elk met een trommel uitgevoerd maaior-gaan ten opzichte van de overige maaiorganen over een bepaalde afstand in de voortbewegingsrichting te verzetten. Daardoor zal de trommel tijdig het gewas scheiden en het gemaaide gewas opzij in de richting van de gewaskneuzende middelen 35 voeren terwijl de overige maaiorganen voldoende dicht bij de kneusmiddelen zijn aangebracht voor de beoogde doeltreffende doorvoer.
Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen blijken uit de hieronderstaande figuurbe- 8300800 -4- schrijving van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden.
In de tekening toont:
Fig. 1 een perspektivisch vooraanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een deel van een maalinrichting, 5 Fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1,
Fig. 3 en 4 een voor- respectievelijk bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een ander type maaier, 10 Fig. 5 een doorsnede volgens de lijn V-V in fig. 4.
De in fig. 1 getoonde maaier bestaat in hoofdzaak uit een gestel 1, aan de onderzijde waarvan, vlak boven de bodem een maaibalk 2 is aangebracht. Op een hoger niveau 15 dan de maaibalk is een zich over de volle breedte van de inrichting uitstrekkend paar walsrollen 3 draaibaar in het gestel 1 gelagerd. De wijze van aandrijving, lagering en vorm van de kneus-walsrollen 3 vallen buiten het kader van de uitvinding en zullen niet in detail worden besproken.
20 Het gestel wordt door een landbouwtrekker of dergelijke in de richting van de pijl P1 over het veld voortgetrokken, waarbij het gestel door loopwielen 4 aan de achterzijde is ondersteund.
De maaibalk 2 heeft op bekende wijze een daar-25 in opgenomen transmissie voor het aandrijven van naast elkaar geplaatste om staande assen 5 roterende maaiorganen 6, zodanig dat de maaiorganen 6 elkaar overlappende maaistroken bewerken.
De aandrijving van de kneusrollen 3 en de 30 maaiorganen 5 vindt plaats via de hoofdaandrijving 7, welke van de trekker of dergelijke afkomt. De hoofdaandrijving 7 leidt naar een staande as 8, zie fig. 2, welke enerzijds is voorzien van een conische tandwieloverbrenging 9 voor het aandrijven van een liggende as 10, welke naar een tandwielen-35 stelsel 11 voor de kneusrollen 3 leidt.
De staande as 8 is aan de onderzijde voorzien van een cardankoppeling 3é van een tussenaandrijving in de vorm van een schuifas 12, die aan de onderzijde eveneens is 8300800 ' Λ fc -5- ' voorzien van een tweede cardankoppeling 13. De cardankoppe-ling 13 is bevestigd aan de buitenste maaischijf 14 van de maaiorganen 6, welke maaischijf 14 vast is bevestigd op een staande as 5 welke door lagers 35 in de maaibalk 2 draaibaar 5 is. Het ondereinde van de staande as 5 is voorzien van een tandwiel 15, welke in aangrijping verkeert met de overige transmissietandwielen in de maaibalk 2 voor het aandrijven van de ernaast liggende maaiorganen.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de tussen-10 aandrijving 12 beschermd door een meedraaiende trommel 16, welke hieronder nog nader wordt toegelicht.
Dankzij de bijzondere tussenoverbrenging in de vorm van een schuifas 12 met cardankoppelingen 36, 13 is de tussenoverbrenging qua lengte gekompenseerd, zodat er een 15 relatieve verplaatsing tussen de maaibalk 2 en de vast aan het gestel 1 gekoppelde aandrijfhuis 17. van de staande as 8, respectievelijk liggende as 10 mogelijk is. Door deze voorziening kan de maaibalk 2 respectievelijk gestel 1 relatief licht worden uitgevoerd, zodanig dat voldoende sterkte ver-20 kregen is, doch weinig stijfheid vereist is. Elke extra belasting op de lagers 35 van de maaischijven 14 wordt daarmee voorkomen.
Flexibiliteit van de tussenaandrijving is gewaarborgd door de cardankoppelingen 36 en 13 waardoor ook 25 geringe hoekverdraaingen van de maaibalk zijn toegestaan.
Eventuele gewenste instellingen wat betreft het vooroverneigen van de staande assen 5 van de maaiorganen 6 kan hiermee ook op eenvoudige wijze worden doorgevoerd.
Tenslotte wordt opgemerkt dat in fig. 1 duide-30 lijk is te zien dat de aangedreven maaischijf 14 van de buitenste maaiorganen 6 ten opzichte van de andere maaiorganen van de maaibalk 2 in rijrichting P1 naar voren is verzet. Dit biedt het voordeel dat voldoende ruimte voor de aandrijving voor het buitenste maaiorgaan voor de kneusrollen 3 is verze-35 kerd, vooral bij het toepassen van de beschermingstrommel 16.
De beschermingstrommel 16 heeft bovendien een gewasscheidende funktie zodat het gewas doeltreffend in de richting van de kneusrollen 3 wordt gevoerd, waarbij niettemin het door de 8300800 -6- dichter bij de rollen 3 staande middels de snijorganen afgesneden gewas zonder haperen door de kneep van de rollen 3 wordt gevoerd.
Thans wordt overgegaan tot de bespreking van 5 de trommel 16 rond de tussenaandrijving 12.
üit fig. 2 blijkt duidelijk dat de trommel 1C bestaat uit een tweetal delen waarbij het onderste trommel-deel 18' vast is bevestigd op de maaischijf 14 door middel van een aangepast voetdeel 19. De trommelwand 'strekt zich 10 vanaf de maaischijf 14 naar boven uit en kraagt bij 20 naar binnen om waarbij de binnenrand is bevestigd aan een in dwarsdoorsnede L-vormige ring 21. De vorm is zodanig dat de spieetvormige ruimte S tussen het onderste trommeldeel 18* en het bovenste trommeldeel 18’1 wordt overlapt. Voorts is in de 15 dwarsdoorsnede een naar buiten openende gootvormige gestalte van het ringvormige element verkregen, waarbij wordt opgemerkt dat in dwarsdoorsnede de goot een rechthoekige U-vorm vertoont. De flens van het deel 21 strekt zich hierbij in een dwarsvlak uit hetgeen in praktijk heeft verzekerd dat hiermee 20 aankoeking van gewasdelen, stof en ander vuil wordt voorkomen.
Het onderste trommeldeel 18’ is tevens voorzien van een buitenste ringvormig element 22, waarvan de plaat een van 90° afwijkende hoek insluit met de trommelwand 25 van het deel 18'. De plaat overlapt weer de spieetvormige ruimte S en is bovendien in dwarsdoorsnedevorm geknikt. Het bovenste trommeldeel 18·'is aan de onderrand kraalvormig omgezet bij 23, waarbij wordt opgemerkt dat de flens 23 nagenoeg evenwijdig aan het deel 22 is. De bovenrand van het deel 30 22 overkraagt echter de eindrand van de flens 23.
Met deze trommelkonstruktie is verzekerd dat nagenoeg geen gewasdelen in de spieetvormige ruimte S terecht kunnen komen.
Opgemerkt zij dat een omgekeerde konstruktie 35 eveneens mogelijk is, of dat het deel 22 aan het bovenste trommeldeel 18'1 is bevestigd.
Uit fig. 2 blijkt bovendien dat het bovenste trommeldeel 18’1 aan de bovenzijde is bevestigd aan een vast 8300800 -7- met de staande as 8 verbonden flens 24, zodanig dat het bovenste trommeldeel 18'’ met dezelfde snelheid ronddraait als die van het onderste trommeldeel 18'. Doordat de spleetvor-mige ruimte S zich zo ongeveer halverwege de hoogte van de 5 totale trommel 16 bevindt, zullen niettemin de lager belas- j tingen voor beide trommeldelen gering zijn. Bovendien kunnen dankzij de geringe hoogte van de trommeldelen deze door middel van dieptrekken worden vervaardigd.
De fig. 3 en 4 laten een ander type maaier 10 zien, in welke figuren niettemin dezelfde onderdelen met dezelfde referentiecijfers zijn aangegeven.
Ook hier is een gestel 1 aan de onderzijde voorzien van een maaibalk 2 met maaiorganen 6. Het gestel 1 is in het midden voorzien van een trekboom 25 welke naar een 15 bok 26 leidt, welke bok aan de driepuntsophanging van een willekeurige landbouwtrekker kan worden gekoppeld. De aandrijving van de inrichting vindt weer plaats via de hoofdaandrijving 7, welke leidt enerzijds naar een kneusorgaan in de j vorm van roterend in het gestel aangebrachte klepels 27 en 20 anderzijds naar de in een trommel 16 opgenomen tussenaandrij-ving overeenkomstig de uitvoering volgens fig. 1 respectievelijk 2.
In de getoonde uitvoeringsvorm hebben beide buitenste maaiorganen 6 elk een trommelkonstruktie 16 aange-25 zien het kneusorgaan 27 zich niet over de volle breedte van de maaibalk 2 uitstrekt. De trommels 16 hebben hier derhalve een gewasscheidende en transporterende funktie.
De trommel 16 op het in fig. 4 linker maaior-gaan is in dwarsdoorsnede getoond in fig. 5. De trommel heeft 30 dezelfde uitvoering als die in fig. 2, met dien verstande dat door de trommel heen een staande as 28 is aangebracht voor het aandrijven van het bovenste trommelgedeelte 18,!.
Daartoe is de onderste maaischijf 14 vast ver-35 bonden met een schuifmof 29, waarin een bolvormige tandkrans 30 in axiale zin verschuifbaar is. Dankzij de kogelvorm kan de as 28 ook een hoekverdraaing ten opzichte van de mof 29 ondergaan.
8300800 -8-
Aan de bovenzijde is de as 28 eveneens voorzien van een kogelvormige tandkrans 30 welke samenwerkt met een tandmof 31, die vast bevestigd is aan de bovenflens 32 van het bovenste deel van de trommel 1811. De flens 32 is 5 door middel van de as 33 draaibaar in de bovenste gestelbalk 1 opgenomen. Tussen de as 28 en de staande as 5 is een taatslager in de vorm van een enkele kogel 34 geplaatst .
10 Volledigheidshalve zij vermeldt dat de as 28 hier uit kunststof is vervaardigd.
Met de getoonde konstruktie wordt wederom verzekerd dat het bovenste trommeldeel 18'' met hetzelfde toerental als het onderste trommeldeel 18’ ronddraait, waarbij 15 de spleet S tussen de trommeldelen op gelijksoortige als hierboven beschreven is "afgedicht".
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.
Zo is het mogelijk om de scheiding tussen de 20 trommeldelen op een ander niveau aan te brengen waarbij bijvoorbeeld het grootste deel van de trommel vast aan het gestel 1 is bevestigd, waarmee het probleem van onbalans is vermeden.
De ringvormige elementen 21 en 22 kunnen in 25 praktijk elke gewenste vorm hebben.
De getoonde aandrijfassen voor de tussenover-brenging 12 kunnen ook elke passende vorm hebben. Zo kan de tussenas in fig. 2 zijn vervangen door een kunststofas 28 in fig. 5. Flexibiliteit nodig voor de geringe hoekverdraaingen 30 tussen maaibalk en gestel 1 kunnen ook worden verkregen door het toepassen van een zodanige kunststof dat een buiging van de aandrijfas 28 mogelijk is.
8300800 _ _—--———^

Claims (22)

1. Maalinrichting in hoofdzaak bestaande uit een over het veld voortbeweegbaar gestel (1), en een door het gestel (1) gedragen maaibalk (2) met een aantal middels een in de balk opgenomen transmissie (15) om staande assen (5) 5 draaibaar aangedreven maaiorganen (6) welk gestel geschikt is om hoger dan de maaibalk, aan te brengen draaibare gewaskneu-zende middelen (3, 27) op te nemen waarbij een gemeenschappelijke hoofdaandrijving (7) via een in een afscherming (16) opgenomen tussenaandrijving (12) één der buitenste maaiorga 10 nen (6) in rotatie brengt en zonodig de aangebrachte kneus-middelen (8, 27), met het kenmerk, dat de tussen aandrijving lengtekompensatiemiddelen heeft.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tussenaandrijving een as (12) met één 15 of meer axiaal verschuifbare delen is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de tussenaandrijving (11, 13) flexibel is.
4. Inrichting volgens één der voorgaande con- 20 clusies, met het kenmerk, dat de schuifas is uitgevoerd met een universeelkoppeling (11, 13), zoals cardan- of kogel-koppeling.
5. Inrichting volgens één der conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de tussenoverbrenging is gevormd 25 door een as (28) van niet-metallisch materiaal, zoals kunststof, rubber of dergelijke.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afscherming als een met het maaiorgaan meeroterende trommel (16) is uitgevoerd.
7. Maalinrichting in hoofdzaak bestaande uit een over het veld voortbeweegbaar gestel 1, en een door het gestel gedragen maaibalk 2 met een aantal, middels een in de balk opgenomen transmissie (15) om staande assen (5) draaibare maaiorganen (6), welk gestel (1) geschikt is om hoger 8300800 -10- dan de maaibalk, aan te brengen draaibare gewaskneuzende middelen (3, 27) op te nemen, waarbij althans één der buitenste maaiorganen is voorzien van een trommel (16), met het kenmerk, dat de trommel bestaat uit twee, co-axiaal in el-5 kaars verlengde liggende delen (18', 18''), met een daartussen vrijgehouden spieetvormige ruimte S.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het ene trommeldeel (18') vast is verbonden met het roteerbare maaiorgaan (6).
9. Inrichting volgens conclusie 7 en 8, met het kenmerk, dat het tweede trommeldeel (18**) onverdraagbaar is verbonden aan een zich in de trommel bevindende, in het gestel (1) gelagerde as (12, 28).
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het 15 kenmerk, dat de as (12) de tussenoverbrenging van de hoofdaandrijving (7) naar het maaiorgaan (6) vormt.
11. Inrichting volgens conclusie 7-10, met het kenmerk, dat de spieetvormige ruimte S tussen de trom-meldelen (18*, 1811) aan de binnen- en/of buitenzijde is 20 overlapt door een aan één der trommeldelen (18) bevestigd ringvormig element (21, 22).
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het aan de binnenzijde aangebrachte ringvormige element (21) in dwarsdoorsnede naar buiten openende 25 gootvormige gestalte heeft.
13. Inrichting volgens conclusie 11 en 12, met het kenmerk, dat de eindflens van de gootvormige ring (21) zich in een dwarsvlak van het trommeldeel uitstrekt.
14. Inrichting volgens conclusie 11-13, met het 30 kenmerk, dat het gootvormige element (21) in dwarsdoorsnede een rechthoekige U-vormige gestalte heeft.
15. Inrichting volgens conclusie 11-14, met het kenmerk, dat het aan de buitenzijde aangebracht ringvormige element (22) een van 90° afwijkende hoek met de trom- 35 meiwand insluit.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het ringvormige element (22) in dwarsdoorsnede is geknikt. 8300800 -1 ΤΙ 7. Inrichting volgens één der conclusies 11-16, met het kenmerk, dat het tweede trommeldeel (18* *) binnen het buitenste ringvormige element (22) van het eerste element een omgezet randdeel (23) vertoont.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het omgezette randdeel (23) evenwijdig of nagenoeg evenwijdig met het buitenste ringvormige element (22) verloopt.
19. Inrichting volgens één der conclusies 10 11-18, met het kenmerk, dat het buitenste ringvormige element (22) de omgezette eindrand (23) overkraagt.
20. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 11-19, met het kenmerk, dat een trommeldeel (18’ of 181 1) zowel het binnen- als buitenste ringvormige 15 element (21) respectievelijk (22) draagt.
21. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 7-20, met het kenmerk, dat de spieetvormige ruimte S zich ongeveer halverwege de totale hoogte van de j trommel (16) bevindt. 20 · 22. Inrichting volgens één der voorgaande con clusies 11-21, met het kenmerk, dat het buitenste ringvormige element losneembaar aan het bijbehorende trommeldeel is bevestigd.
23. Maalinrichting in hoofdzaak bestaande uit 25 een over het veld voortbeweegbaar gestel (1), en een door het gestel gedragen maaibalk (2)' met een aantal, middels een in de balk opgenomen transmissie (15) om staande assen (5) draaibare maaiorganen (6), welk gestel (1) geschikt is om hoger dan de maaibalk, aan te brengen draaibare gewaskneuzen- 30 de middelen (3, 27) op te nemen, waarbij althans één der buitenste maaiorganen is voorzien van een trommel (16), met het kenmerk, dat het of elk met een trommel uitgevoerd maaiorgaan ten opzichte van de overige maaiorganen over een bepaalde afstand in de voortbewegingsrichting P1 is verzet.
24. Inrichting volgens één der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat in het gestel roteerbaar aangedreven gewaskneuzende middelen op een hoger niveau dan de maaibalk zijn gelagerd. 8300800
NL8300800A 1983-03-04 1983-03-04 Maaiinrichting met verbeterde aandrijving en/of gewasscheidingstrommel. NL8300800A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300800A NL8300800A (nl) 1983-03-04 1983-03-04 Maaiinrichting met verbeterde aandrijving en/of gewasscheidingstrommel.
DK133084A DK158813C (da) 1983-03-04 1984-02-29 Slaamaskine med drev- og/eller afgroedeseparerende tromle
ES530250A ES530250A0 (es) 1983-03-04 1984-03-02 Un dispositivo segador perfeccionado
BR8401110A BR8401110A (pt) 1983-03-04 1984-03-02 Dispositivo segador
US06/585,543 US4575997A (en) 1983-03-04 1984-03-02 Mowing device having improved drive and/or a crop separating drum
DE8484200306T DE3466158D1 (en) 1983-03-04 1984-03-02 Mowing device having improved drive and/or a crop separating drum
EP84200306A EP0118952B1 (en) 1983-03-04 1984-03-02 Mowing device having improved drive and/or a crop separating drum
JP59040614A JPS59198910A (ja) 1983-03-04 1984-03-05 刈取機
YU00401/84A YU40184A (en) 1983-03-04 1984-03-05 Harvester with gear and drum for crop directing

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300800A NL8300800A (nl) 1983-03-04 1983-03-04 Maaiinrichting met verbeterde aandrijving en/of gewasscheidingstrommel.
NL8300800 1983-03-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300800A true NL8300800A (nl) 1984-10-01

Family

ID=19841504

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300800A NL8300800A (nl) 1983-03-04 1983-03-04 Maaiinrichting met verbeterde aandrijving en/of gewasscheidingstrommel.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4575997A (nl)
EP (1) EP0118952B1 (nl)
JP (1) JPS59198910A (nl)
BR (1) BR8401110A (nl)
DE (1) DE3466158D1 (nl)
DK (1) DK158813C (nl)
ES (1) ES530250A0 (nl)
NL (1) NL8300800A (nl)
YU (1) YU40184A (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2590441B2 (fr) * 1985-07-10 1989-05-26 Kuhn Sa Faucheuse perfectionnee
FR2584564B1 (fr) * 1985-07-10 1988-07-29 Kuhn Sa Faucheuse
US4860526A (en) * 1986-04-29 1989-08-29 Allied Products Corporation Angle drive assembly for rotary cutters
NL8602866A (nl) * 1986-11-12 1988-06-01 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
NL8602865A (nl) * 1986-11-12 1988-06-01 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
NL8801039A (nl) * 1988-04-21 1989-11-16 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
NL194714C (nl) * 1989-04-03 2003-01-07 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
NL9301441A (nl) * 1993-08-20 1995-03-16 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
DK171622B1 (da) * 1994-06-20 1997-03-03 Freudendahl J Fab As Slåmaskine med et hult roterende slåorgan
FR2759533B1 (fr) * 1997-02-14 1999-04-23 Kuhn Sa Faucheuse comportant un dispositif empechant la transmission de tout ou partie des vibrations entre le mecanisme de coupe et la structure porteuse
IT1308774B1 (it) * 1999-07-01 2002-01-10 Fiat Ferroviaria Spa Albero cardanico telescopico per veicoli ferroviari.
FR2810497B1 (fr) * 2000-06-26 2003-01-17 Furukawa Equipement S A Appareil pour le travail du sol
US7036276B1 (en) * 2003-09-17 2006-05-02 Directed Lifestyle, Llc Directed lifestyle residential housing structures
CN115500100B (zh) * 2022-10-08 2023-05-05 安徽袁粮水稻产业有限公司 一种田间秸秆处理装置

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2782585A (en) * 1954-03-25 1957-02-26 Hervey Paul Reo Tractor mounted rotary disc type mowing assembly
US3063226A (en) * 1960-10-24 1962-11-13 Hal Gan Products Inc Self-propelled power mower
DE1582146A1 (de) * 1967-06-14 1970-04-30 Bautz Gmbh Josef Kreiselmaehwerk
DE1582248A1 (de) * 1967-10-21 1970-07-30 Hagedorn Geb & Co Kreiselmaeher
CH521702A (de) * 1970-02-02 1972-04-30 Bucher Guyer Ag Masch Gras-Erntemaschine
NL7307171A (nl) * 1973-05-23 1974-11-26
NL171319B (nl) * 1973-12-28 1982-10-18 Multinorm Bv Aan een voertuig te bevestigen maaiinrichting.
NL7710957A (nl) * 1977-10-06 1979-04-10 Patent Concern Nv Maaimachine.
FR2419006A1 (fr) * 1978-03-10 1979-10-05 Kuhn Sa Dispositif reducteur de la largeur des andains formes par les faucheuses
NL7806654A (nl) * 1978-06-20 1979-12-27 Multinorm Bv Maaiinrichting.

Also Published As

Publication number Publication date
DE3466158D1 (en) 1987-10-22
JPS59198910A (ja) 1984-11-10
EP0118952B1 (en) 1987-09-16
US4575997A (en) 1986-03-18
DK133084D0 (da) 1984-02-29
YU40184A (en) 1987-10-31
DK133084A (da) 1984-09-05
DK158813B (da) 1990-07-23
EP0118952A1 (en) 1984-09-19
BR8401110A (pt) 1984-10-16
DK158813C (da) 1990-12-17
ES8500704A1 (es) 1984-11-01
ES530250A0 (es) 1984-11-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8300800A (nl) Maaiinrichting met verbeterde aandrijving en/of gewasscheidingstrommel.
US4330982A (en) Mowing device
US5421145A (en) Cut crop impeller cage for rotary type cutter beds
US4185445A (en) Mowing machine
US3524306A (en) Disk-type mowing machines
EP1468598B1 (de) Feldhäcksler mit positionierbarer Fahrerkabine
NL8105731A (nl) Maaimachine.
RU2565726C2 (ru) Гибкая система опоры двигателя устройства для сбора сельскохозяйственных культур, содержащего уборочную жатку
NZ719489A (en) Agricultural machine, in particular a machine for harvesting plants, comprising two driven work units articulated to a same lateral arm
US5722222A (en) Center-pivot mower-conditioner drive
NL8103166A (nl) Maaiinrichting.
IE46403B1 (en) Improvements in or relating to mowing machines
CN111432627B (zh) 用于收割机械的辊和辊组、收割机械以及割台
GB2068206A (en) Disc mower
US4478027A (en) Mower-conditioner
US4068454A (en) Crop gathering reel assembly
NL8203923A (nl) Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig.
NL9100993A (nl) Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen.
GB2178935A (en) A mowing machine
US4936885A (en) Terrain traversing apparatus having means for transferring grass clippings to a collection box
JP3862195B2 (ja) 普通形コンバイン
GB1601565A (en) Crop working machine
NL8204270A (nl) Landbouwmachine.
US5062258A (en) Terrain traversing apparatus having means for transferring grass clippings to collection box
US3713661A (en) Mud guard for tandem axle assembly

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed