NL8220023A - Basreflex-luidsprekerinrichting. - Google Patents

Description

8220023

Basreflex-luidsprekerlnrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een basreflex-1uidsprekerinrichting bestaande uit een behuizing of kast voorzien van een frontplaat met een ronde opening voor het 5 bevestigen van een luidspreker voor lage tonen en met een basref1exopening in de vorm van een ringvormige spleet om de luidspreker en welke basref1exopening wordt gevormd door de tussenruimte tussen een eerste buisvormig orgaan, dat vast aan de frontplaat is bevestigd en een tweede buisvormig orgaan, 10 dat coaxiaal met het eerste buisvormige orgaan binnen dit laatste is aangebracht.

Gedurende vele jaren wordt reeds getracht om luid-sprekerbehuizingen te ontwikkelen, welke zelfs bij het weer-geven van muziek met een zeer hoog geluidsniveau in akoustische 15 zin vo11edig dood zijn, teneinde een neutrale reproductie van de aan het 1uidsprekerstelsel toegevoerde electrische signalen te verkrijgen, waarbij de klankkleur van het weergegeven ge-luid niet door resonanties van de 1uidsprekerkast of andere storende geluidseffecten wordt beinvloed. Dit probleem is tot 20 dusverre op vele verschi11ende wijzen opgelost. Zo is het be-kend om 1uidsprekerbehuizingen voor dit doel te vervaardigen uit zware en/of dikke platen hout en voorts om deze nog te verstevigen door middel van ijzeren staven. Dit is een rede-lijk goede, doch kostbare oplossing, omdat hout van deze kwa-25 liteit zeer duur is. Voorts is het bekend om een luidspreker-behuizing uit te voeren in de vorm van een dubbelwandige kast van bijv. spaanderplaat en dan de ruimte tussen de buitenwan-den en de binnenwanden daarvan op te vullen met zand, waardoor de kast een groot gewicht verkrijgt. In akoustisch opzicht is 30 dit een uitstekende oplossing, omdat op deze wijze een volle-dig trillingvrije kast wordt verkregen. Wanneer dergelijke 1uidsprekerbehuizingen echter over grote afstanden moeten worden vervoerd en daarbij, zoals gewoonlijk het geval zal zijn tevens van verschi11ende transportmiddelen gebruik wordt 35 gemaakt en ook wanneer deze behuizingen in grote aantallen in een magazijn moeten worden opgeborgen brengt het grote gewicht daarvan vele nadelen met zich mede. Dit laatste geldt eveneens met betrekking tot de in recente publicaties beschreven luid-sprekerbehuizingen van beton of marmer.

40 8 2 2 0 0 2 3 - 2 -

De uitvinding verschaft een basreflex-1uidspreker-inrichting van de bovenbeschreven soort, waarbij de genoemde bezwaren zijn vermeden, doordat de luidspreker in het naar buiten gekeerde uiteinde van het tweede buisvormige orgaan 5 aan dit orgaan is bevestigd en het tweede buisvormige orgaan aan dit uiteinde aan de frontplaat is bevestigd door middel van trillingen absorberende mechanische bevestigingsorganen, door welke het in trilling geraken van de firontplaat wordt voorkomen.

10 De bovengenoemde combinatie van maatregelen biedt de mogelijkheid om onder gebruikmaking van algemeen bekende tech-nieken 1uidsprekerbehuizingen te vervaardigen, welke in veel sterkere mate akoustisch dood zijn dan alle tot dusver bekende 1uidsprekerbehuizingen en waarvan de wanden de voor dergelijke 15 behuizingen gebruikelijke dikte bezitten. Voorts is door toepassing van deze maatregelen bereikt, dat het optreden van geluidsvervorming in het gebied van middenfrequenties en hoge frequenties als gevolg van het Dopplereffect van de luidspreker voor lage tonen eveneens wordt vermeden. Een vertnindering 20 van de wanddikte van een dergelijke 1uidsprekerbehuizing is daarentegen niet toelaatbaar, omdat de drukomstandigheden in de lucht binnen de 1uidsprekerbehuizing door de voorgestelde wijze van bevestiging van de luidspreker daarin niet worden veranderd.

25 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een alleen bij wijze van voorbeeld gekozen voor-keursuitvoering, welke is weergegeven in de tekening, waarin is : fig. 1 een verticale doorsnede van een luidspreker- 30 inrichting volgens de uitvinding en wel met name van die onder-delen daarvan, door middel van welke de luidspreker indirect aan de frontplaat van de 1uidsprekerbehuizing is bevestigd.

fig. 2 een vooraanzicht van het in fig. 1 weergegeven gedeelte van de 1uidsprekerinrichting.

35 fig. 3 een doorsnede over de lijn A-A uit fig. 2.

De frontplaat van de 1uidsprekerbehuizing of luid-sprekerkast is aangeduid met het verwijzingscijfer 10. In de tekening zijn alleen die onderdelen van de inrichting weergegeven, welke betrekking hebben op de door de uitvinding 40 82 2 0 0 2 3 - 3 - voorgestelde speciale wijze van bevestiging van de luidspreker, aangezien de uitvoering van het overige gedeelte van de luid-sprekerbehuizing voor de uitvinding als zodanig niet van belang is. De frontplaat 10 is voorzien van een ronde opening 5 11, waarvan de diameter groter is dan de grootste diameter ' van de in deze opening aan te brengen luidspreker. De hart-lijn van deze opening is aangegeven met het verwijzingscijfer 12. Vanuit deze opening 11 strekt zich een eerste buisvormig orgaan 13 tot over een bepaalde lengte in de kast uit. Dit 10 eerste buisvormige orgaan 13 is langs de rand van de opening 11 aan de frontplaat 10 bevestigd en vormt derhalve een geheel met deze plaat. Het buisvormige orgaan kan uit ijzer bestaan, waardoor de massa van de plaat wordt vergroot en de tri11ingsgevoeligheid daarvan wordt gereduceerd. De noodzake-15 lijke stijfheid kan ook worden verkregen door het eerste buisvormige orgaan en de frontplaat als §en stuk te gieten uit een geschikte kunststof.

Binnen het eerste buisvormige orgaan 13 is een daar-mede coaxiaal tweede buisvormige orgaan 14 aangebracht, dat 20 een kleinere diameter bezit dan het eerste orgaan. Dit tweede buisvormige orgaan 14 is met het naar buiten gerichte uiteinde daarvan bevestigd aan een binnenste bevestigingsring 15 met een zodanig profiel, dat aan de omtrek daarvan tevens een luidspreker 16 voor lage tonen kan worden bevestigd.

25 Het profiel van de binnenste bevestigingsring 15 is in zekere mate afhankelijk van de vorm van de bevestigingsrand van de toegepaste luidspreker, doch deze ring bezit in het algemeen een eerste flens 17, welke evenwijdig aan de frontplaat 10 is gericht en een loodrecht daarop gerichte tweede 30 flens 18, welke zich in de kast uitstrekt, zodat het profiel van de bevestigingsring in wezen L-vormig is. In de eerste flens 17 van de bevestigingsring 15 zijn groeven 19 voor het opnemen van randsteunen 20 van de 1uidsprekereenheid 16 aangebracht. In de tweede flens 18 van de bevestigingsring is ?5 een groef 21 voor het opnemen van de omtreksrand van het tweede buisvormige orgaan 14 aangebracht. De bevestigingsring 15, de randsteunen 20 en het tweede buisvormige orgaan 14 kunnen op een willekeurige bekende wijze en wel bijv. door lijmen of lassen of door middel van klinknagels of schroeven - 4 - aan elkaar zijn bevestigd. Hierbij dient uitsluitend te worden gezorgd, dat het tweede buisvormige orgaan 14 en de bevesti-gingsring 15 onderling onbeweegbaar zijn. Het tweede buisvor-mige orgaan 14 kan eveneens uit ijzer bestaan, teneinde de 5 totale massa van het gedeelte van de inrichting, waaraan de 1uidsprekereenheid is bevestigd te vergroten.

Het samenstel , bestaande uit het tweede buisvormige orgaan 14, de bevestigingsring 15 en de 1uidsprekereenheid 16 is op zodanige wijze aan de frontplaat 10 bevestigd, dat de 10 overdracht van door bewegingen van de 1uidsprekerconus ver-oorzaakte trillingen op de frontplaat en andere onderdelen van de 1uidsprekerkast zo goed mogelijk wordt verhinderd.

Een mogelijke wijze om dit te bereiken is weergegeven in de figuren 2 en 3. Bij het in deze figuren weergegeven 15 uitvoeringsvoorbeeld zijn als tri11ingdempende bevestigings-of ophangorganen vier rubberblokken 22 toegepast, die op onderling gelijke afstanden langs de omtrek van de luidspreker-eenheid verdeeld zijn aangebracht. Elk rubberblok 22 is met een van zijn uiteinden aangebracht in een uitsparing 23 in de 20 tweede flens van de bevesti gi ngsri ng 15 en bijv. door middel van lijm tegen beweging in zijdelingse richting geborgd, ter-wijl het andere uiteinde daarvan tussen de frontplaat 10 en een buitenste bevestigingsring 24 is ingeklemd. Voor het opne-men van dit 1aatstgenoemde uiteinde van het rubberblok zijn 25 uitsparingen 25 en 26 in respectievelijk de frontplaat 10 en de buitenste bevestigingsring 24 aangebracht. De buitenste bevestigingsring 24 is bijv. door middel van schroeven aan de frontplaat 10 bevestigd. Bij de in fig. 2 weergegeven uit-voeringsvorm is aan weerszijden van elk rubberblok 22 een 30 bevestigingsschroef 27 aangebracht. Het aantal rubberblokken en het aantal schroeven kunnen echter ook anders worden gekozen in afhankel ijkheid van onder anderen het gewicht van de 1uidsprekereenheid, de breedte van de spleet 28 tussen de eerste en tweede buisvormige organen 13 en 14 en de materiaal-35 eigenschappen van de rubberblokken 22.

Voor wat de materiaalkeuze voor de rubberblokken betreft is gebleken dat natuurrubber verreweg de beste tril-lingdempende werking bezit, doch dat bij serieproductie van de 1uidsprekerinrichting een besparing wordt verkregen door 40 8220023 - 5 - toepassing van een geschikte soort kunstrubber, omdat de eigenschappen van kunstrubber, zoals de hardheid daarvan tijdens een extrusiebewerking gemakkelijker kunnen worden bepaald dan de eigenschappen van natuurrubber, welke op een 5 geheel andere wijze wordt vervaardigd. In dit verband kan het voordelen bieden om voor luidsprekers van verschillende afmetingen rubberblokken van rubber met verschillende hard-heden toe te passen.

Aan deze rubberblokken worden derhalve hoge eisen 10 gesteld, omdat daardoor enerzijds moet worden gezorgd, dat door de 1uidsprekereenheid opgewekte trillingen niet op de frontplaat worden overgedragen en anderzijds, dat het tweede buisvormige orgaan 14 in de juiste stand coaxiaal ten opzichte van het eerste buisvormige orgaan 13 wordt gehouden en niet 15 ten opzichte van dit laatste kantelt. Aan deze 1aatstgenoemde eis kan tenminste tot op zekere hoogte worden voldaan door aan de vrije uiteinden van de buisvormige organen een of meer uit rubber bestaande steunblokken in de ruimte 28 tussen deze organen aan te brengen.

20 Opgemerkt wordt, dat de ringvormige sleuf tussen de frontplaat en de rand van de 1uidsprekereenheid, welke door de beschreven tri11ingdempende ophanging van de luidspreker 16 wordt gevormd op bekende wijze als basref1exopening 18 tussen de beide coaxiale buizen 13 en 14 wordt gebruikt. Het aanbrengen 25 van nog een andere, als basref1exopening dienende opening in . de frontplaat wordt hierdoor overbodig. Zoals in fig. 1 door een getrokken lijn is aangeduid liggen de uiteinden van de beide buisvormige organen binnen de kast in hetzelfde verti-cale vlak, terwijl voorts de lengten van deze buisvormige 30 organen in overeenstemming met de algemeen bekende regels hiervoor aan de hand van de verhouding tussen het oppervlak van de basref1exopening en het volume van de kast zijn bepaald.

8220023 35

Claims (2)

1. Basref1 ex-1uidsprekerinrichting, bestaande uit een behuizing of kast voorzien van een frontplaat met een ronde opening voor het bevestigen van een luidspreker voor lage tonen en met een basreflexopening in de vorm van een ringvor-5 mige spleet om de luidspreker en welke basreflexopening wordt gevormd door de tussenruimte tussen een eerste buisvormig orgaan, dat vast aan de frontplaat is bevestigd en een tweede buisvormig orgaan, dat coaxiaal met het eerste buisvormige orgaan binnen dit laatste is aangebracht, met het 10 k e n m e r k, dat de luidspreker (16) in het naar buiten gekeerde uiteinde van het tweede buisvormige orgaan (14) aan dit orgaan is bevestigd en het tweede buisvormige orgaan (14) aan dit uiteinde aan de frontplaat (10) is bevestigd door middel van trillingen absorberende mechanische bevestigings-15 organen (22), door welke het in trilling geraken van de frontplaat wordt voorkomen.

2. Luidsprekerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mechanische bevestigings-organen bestaan ui't een aantal en wel bijv. vier rubberblokken 20 (22), die gelijkmatig over de omtrek van de luidspreker (16) verdeeld zijn aangebracht en met hun uiteinden zijn ingeklemd tussen het tweede buisvormige orgaan (14) en een bevestigings-ring (15) voor de luidspreker (16) enerzijds en tussen de frontplaat (10) van de kast en een tweede bevestigingsring 25 (24) anderzijds. --/--