NL8204088A

NL8204088A - SOIL TILLER.

Info

Publication number: NL8204088A
Application number: NL8204088A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1982-10-22
Filing date: 1982-10-22
Publication date: 1984-05-16
Also published as: GB8328258D0; DE3338284C2; GB2128461A; DE3338284A1; GB2128461B; FR2534769A1

Description

* C. van der Lely N.V., Maasland " Grondbewerkingsmachine '·* C. van der Lely N.V., Maasland "Soil cultivation machine"

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkings-machine met een gestel en een aantal daarin gelegerde bewerkingsorganen, die om opwaarts gerichte assen aandrijf baar zijn en zijn voorzien van ten minste één zwenklichaam met 5 ten minste één tand.The invention relates to a soil cultivating machine with a frame and a number of cultivating members mounted therein, which are drivable about upwardly directed axes and are provided with at least one swivel body with at least one tooth.

Bij grondbewerkingsmachines van deze soort vormt het zwenkstuk met de tand een geheel hetgeen betekent dat indien de tand versleten is men het geheel dient te vervangen waarmee relatief hoge kosten gepaard gaan.In tillage machines of this type, the pivot with the tine forms a whole, which means that if the tine is worn, the whole must be replaced, which involves relatively high costs.

10 Met de konstruktie volgens de uitvinding wordt dit nadeel opgeheven doordat de tand door middel van een stift in het zwenklichaam aanbrengbaar is.With the construction according to the invention this drawback is eliminated in that the tooth can be fitted in the swivel body by means of a pin.

Volgens een verder facet van de uitvinding kan het zwenklichaam door middel van een borgpen tegen een neerwaartse 15 beweging zijn geborgd.According to a further aspect of the invention, the swivel body can be secured against a downward movement by means of a locking pin.

, Op deze wijze kan het zwenkstuk gemakkelijk worden losgenomen na het verwijderen van de borgpen.In this way, the swing piece can be easily released after removing the locking pin.

Aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoer ingsvoorbeeld zal de uitvindng hieronder nader uiteen 20 worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to an illustrative embodiment shown in the figures.

Pig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine weer voorzien van een tandbevestiging volgens de uitvindingPig. 1 is a plan view of a soil tillage machine provided with a tine attachment according to the invention

Pig. 2 geeft op grote schaal een bovenaanzicht weer van 25 een drager van een bewerkingsorgaan en de tandbevestiging volgens de uitvindingPig. 2 is a large-scale plan view of a support of a processing member and the tooth attachment according to the invention

Pig. 3 geeft een aanzicht weer volgens de pijl III in fig. 2Pig. 3 shows a view according to the arrow III in fig. 2

Pig. 4 geeft een aanzicht weer volgens de lijn 30 IV - IV in fig. 3Pig. 4 is a view taken on the line IV - IV in FIG. 3

De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend gesteldeel 1, waarin op gelijke afstanden van bij voorkeur 25 cm van 35 elkaar zich in opwaartse, bij voorkeur vertikale, richting uitstrekkende assen 2 van bewerkingsorganen 3 zijn gelegerd.The device shown in the figures relates to a soil cultivating machine provided with a frame part 1 extending transversely to the direction of travel A, in which equidistant distances of preferably 25 cm from each other extend in upward, preferably vertical, axes 2 of cultivating members 3 encamped.

8204088 28204088 2

Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een althans nagenoeg horizontale drager 4, die op het einde van een onder uit het gesteldeel 1 stekende as 2 is bevestigd. Nabij de einden van de drager 4 van elk bewerkingsorgaan 3 zijn houders 5 5 aanwezig die in hoofdzaak cylindervormig zijn. De houders 5 zijn aan de bovenzijde op gelijke hoogte met de bovenzijde van de drager gelegen en steken aan de onderzijde buiten deze uit. Elke houder 5 heeft een cylindervormige uitsparing 6. De langshartlijn van de cylindervormige uitsparing 6 10 strekt zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan de langshartli jn a van een as 2, welke langshartli jn de draaiingsas voor een bewerkingsorgaan vormt. In de cylindervormige uitsparing 6 van elk van de houder 5 is een verdraaibaar deel 7 in de vorm van een tap aangebracht. De tap 7 maakt 15 deel uit van een zich naar beneden uitstrekkend lichaam 8.Each of the working members 3 comprises an at least substantially horizontal carrier 4, which is mounted on the end of a shaft 2 protruding from the frame part 1. Holders 5 which are substantially cylindrical are provided near the ends of the carrier 4 of each processing member 3. The holders 5 are at the top level with the top of the carrier and protrude from the bottom. Each holder 5 has a cylindrical recess 6. The longitudinal axis of the cylindrical recess 6 extends at least substantially parallel to the longitudinal axis a of a shaft 2, which longitudinal axis forms the axis of rotation for a processing member. A rotatable part 7 in the form of a tap is arranged in the cylindrical recess 6 of each of the holder 5. The tap 7 forms part of a downwardly extending body 8.

De tap 7 heeft een zodanige diameter dat zij met geringe speling in de uitsparing 6 van een houder 5 past en wordt aan de onder- en bovenzijde ondersteund door een glijleger 9 resp. 10. Tussen een borst 11 aan de onderzijde van de 20 tap 7 en de onderzijde van het glijleger 9 is een afdichtring 12 aangebracht. De borst en de ring 12 zijn opgenomen in een uitgefreesd gedeelte aan de onderzijde van de uitsparing 6.The spigot 7 has a diameter such that it fits into the recess 6 of a holder 5 with little play and is supported on the bottom and top by a sliding bearing 9 resp. 10. A sealing ring 12 is arranged between a chest 11 on the underside of the tap 7 and the underside of the sliding bearing 9. The chest and the ring 12 are housed in a milled-out section at the bottom of the recess 6.

De bovenzijde van de tap 7 rust tegen een borst 13 nabij de bovenzijde van de uitsparing 6. Het overblijvende deel van de 25 opening is door middel van een kap 14 afgesloten die op de tap rust. De tap 7 wordt in de beschreven stand gehouden door middel van een borgpen 15 die samenwerkt met een halfcirkelvormige uitsparing 16, die over 360° langs de omtrek van de tap 7 is aangebracht, een en ander zodanig dat de vrije 30 verzwenkbaarheid van de tap en daarmee het zwenklichaam 8 niet wordt belemmerd. De uitsparing 6 bevindt zich tussen het midden en de bovenzijde van de tap 7 op een afstand van de bovenzijde die ongeveer een derde van de lengte van de tap bedraagt. De borgpen 15 is ten opzichte van de as a 35 althans nagenoeg tangentiaal gelegen en bevindt zich aan de zijde van de as 2 (zie fig. 3)· Het zwenklichaam 8 dat één geheel vormt met de tap 7 heeft een ten opzichte van de langshartli jn b van de tap 7, welke een zwenkas vormt 8204088 3 excentrisch gelegen deel 17· Het deel 17 is voorzien van een langwerpige opwaarts verlopende uitsparing 18, die aan de twee einden open is en waarvan de langshartli jn een hoek insluit met de langshartli jn b van de tap 7. De betreffende 5 hoek bedraagt bij voorkeur + 4° en heeft naar beneden gerichte benen. Aan de binnenzijde is de uitsparing 18 voorzien van een profilering die een rechthoekige, bij voorkeur vierkante, dwarsdoorsnede heeft. De profilering is zodanig dat een diagonaal de langshartlijn b van een tap 7 1.0 snijdt. Ih de aldus uitgevoerde uitsparing 18 is het bevestigingsdeel 19 aangebracht van een uit stafmateriaal vervaardigde rechte tand 20. De tand 20 heeft over zijn gehele lengte een hoekige, bij voorkeur vierkante, dwarsdoorsnede. Het bevestigingsdeel 19 van de tand 20, reikt met 15 zijn recht afgesneden bovenzijde tot nabij .de bovenzijde van de uitsparing 18 en is vastgezet door een veerstift 21. De veerstift 21 bevindt zich tussen het midden en de bovenzijde van de uitsparing 18 in een opening in het excentrisch deel 17 en is door een opening in het bevestigingsdeel 19 van de 20 tand gestoken. Hierbij is de opening in het bevestigingsdeel 19 zodanig aangebracht dat de langshartli jn van de opening de langshartlijn van het bevestigingsdeel 19 snijdt en althans nagenoeg loodrecht op twee tegenover elkaar gelegen vierhoekszijden staat. In de stand die een zwenklichaam 8 25 tijdens het bedrijf inneemt is de stift 21 met de voorzijde dichter bij de draaiingsas van een bewerkingsorgaan gelegen dan met de achterzijde (fig. 2). De tand 20 omvat een in het verlengde van het bevestigingsdeel 19 gelegen werkzaam deel 22 dat gan de onderzijde is afgeschuind, een en ander zodanig 30 dat bij de stand die de tand tijdens de rotatie van een bewerkingsorgaan 3 (fig· 2 en 3) krijgt, het laagst gelegen punt van het werkzaam deel zich aan de voorzijde bevindt.The top of the tap 7 rests against a breast 13 near the top of the recess 6. The remaining part of the opening is closed by means of a cap 14 which rests on the tap. The stud 7 is maintained in the described position by means of a locking pin 15 which cooperates with a semicircular recess 16, which is arranged 360 ° along the circumference of the stud 7, such that the free pivotability of the stud and the swiveling body 8 is thus not hindered. The recess 6 is located between the center and the top of the stud 7 at a distance from the top that is approximately one third of the length of the stud. The locking pin 15 is at least substantially tangential to the axis a 35 and is located on the side of the axis 2 (see fig. 3). The swiveling body 8 which is integral with the pin 7 has a position relative to the longitudinal centers. jn b of the pin 7, which forms a pivot axis 8204088 3 eccentrically located part 17 · The part 17 is provided with an elongated upwardly extending recess 18, which is open at the two ends and of which the longitudinal axes enclose an angle with the longitudinal axes b of the tap 7. The relevant angle is preferably + 4 ° and has downwardly directed legs. On the inside, the recess 18 is provided with a profiling which has a rectangular, preferably square, cross section. The profiling is such that a diagonal intersects the longitudinal centerline b of a stud 7 1.0. In the recess 18 thus formed, the fixing part 19 is made of a straight tooth 20 made of rod material. The tooth 20 has an angular, preferably square, cross-section over its entire length. The fastening part 19 of the tooth 20, with its straight cut top, extends to near the top of the recess 18 and is secured by a spring pin 21. The spring pin 21 is located between the center and the top of the recess 18 in an opening in the eccentric part 17 and is inserted through an opening in the fixing part 19 of the tooth. The opening in the fastening part 19 is herein arranged such that the longitudinal axis of the opening intersects the longitudinal axis of the fastening part 19 and is at least substantially perpendicular to two opposite quadrilateral sides. In the position occupied by a swivel body 8 during operation, the pin 21 is located closer to the axis of rotation of a processing member with the front than with the rear (Fig. 2). The tooth 20 comprises an active part 22 situated at an extension of the fastening part 19 and which is chamfered from below, all this such that at the position that the tooth receives during the rotation of a working member 3 (fig. 2 and 3) , the lowest point of the active part is at the front.

Het afgeschuinde deel aan de onderzijde sluit een hoek van ten minste 60° in met de langshartlijn van het werkzaam 35 deel 22 van de tand 20. Aan de ten opzichte van de draairichting van een bewerkings orgaan achterste zijde van elke houder 5 is een smeernippel 23 aangebracht, die aansluit op een boring die reikt tot de cirkelvormige uitsparing 16 in 8204088 4 de tap 7. Op deze wijze kan via deze uitsparing een doelmatige smering van het geheel plaatsvinden. Op de bovenzijde van het gesteldeel 1 is nabij elk van de einden een arm 24 aangebracht die een zich in de voortbewegingsrichtlng A 5 uitstrekkend deel omvat, dat sian.de bovenzijde van het gesteldeel is gelegerd en overgaat in een zich dwars op de voortbewegingsrichtlng A uitstrekkend deel dat eindigt in een naar achteren gebogen einde dat een plaat 25 draagt die tijdens het bedrijf met een buitenste rotor kan samenwerken 10 en hierbij een althans nagenoeg verticale stand inneemt.The chamfered part on the underside encloses an angle of at least 60 ° with the longitudinal axis of the working part 22 of the tooth 20. On the rear side of each holder 5 relative to the direction of rotation of a machining element, there is a grease nipple 23 which connects to a bore that extends to the circular recess 16 in 8204088 4 the spigot 7. In this way, an efficient lubrication of the whole can take place via this recess. On the top side of the frame part 1, an arm 24 is arranged near each of the ends, which arm comprises a part extending in the direction of movement A 5, which is alloyed on the top side of the frame part and merges into a section extending transversely of the direction of movement A part which terminates in a backwardly bent end which carries a plate 25 which can cooperate with an outer rotor during operation and thereby occupies an at least substantially vertical position.

Elk van de einden van het gesteldeel 1 is afgesloten door middel van een opwaarts gerichte zich in de voortbewegings-richting A uitstrekkende plaat 26. Elk van de platen 26 draagt nabij de voorzijde een tap 27 waarom een zich lan'gs 15 de binnenzijde van de platen naar achteren uitstrekkende arm 28 vrij verzwehkbaar is. Tussen de vrije einden van de armen 28 is vrij draaibaar een achter de bewerkingsorganen 3 gelegen rol 29 aangebracht. Ter hoogte van de achterzijde van de platen 26 zijn schroefspindels 30 aanwezig, met 20 behulp waarvan de stand van de armen kan worden gewijzigd, een en ander zodanig dat door een verstelling van de rol de werkdiepte van de bewerkings organen instelbaar is.Each of the ends of the frame part 1 is closed by means of an upwardly extending plate 26 extending in the direction of advancement A. Each of the plates 26 carries a stud 27 near the front, for which reason an extension 15 extends the inside of the plates backwardly extending arm 28 is freely movable. Between the free ends of the arms 28, a roller 29 located behind the processing members 3 is freely rotatable. Screw spindles 30 are provided at the rear side of the plates 26, with the aid of which the position of the arms can be changed, all this in such a way that the working depth of the working members can be adjusted by adjusting the roller.

Binnen het kokervormig gesteldeel is op elke as 2 van een bewerkings orgaan 3 een tandwiel 31 met rechte vertanding 25 aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as van een bewerkingsorgaan 3 naar boven verlengd en reikt tot in een tandwielkast 32 waarin deze as via een aan de 30 achterzijde van de tandwielkast gelegen toerenvariator 33 in aandrijvende verbinding staat met een zich in de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende as 34 die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. De as 34 is door middel van een tussenas 35 met de af takas van een trekker koppelbaar. 35 Nabij het midden is het gesteldeel 1 voorzien van een bok 36 voor aankoppeling van de driepuntshefinrichting van een trekker.Within the tubular frame part, a spur gear 31 with straight teeth 25 is arranged on each shaft 2 of a working member 3, such that the gears on the shafts of adjacent working members are in driving connection with each other. Near the center, the shaft of a working member 3 is extended upwards and extends into a gearbox 32 in which this shaft is in driving connection via a speed variator 33 located at the rear of the gearbox with a shaft extending in the direction of travel A 34 which protrudes from the front of the gearbox. The shaft 34 can be coupled to the PTO shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 35. 35 Near the center the frame part 1 is provided with a trestle 36 for coupling the three-point linkage of a tractor.

8204088 58204088 5

De werking van de in het voorgaande "beschreven machine is als volgt:The operation of the machine described above is as follows:

Tijdens het bedrijf is de machine, met behulp van de bok 36 met de driepuntshefinrichting van een trekker 5 gekoppeld en kan bij voortbeweging in de richting volgens pijl A vanaf de aftakas via de tussenas 35 en de in in het voorgaande beschreven overbrenging een aandrijving voor de bewerkingsorganen 3 worden verkregen waarbij naast elkaar gelegen bewerkings organen met hun tanden 20 overlappende 10 stroken grond bewerken. Tijdens de rotatie van een bewerkings-orgaan 3 in een richting B als in fig. 2 is weergegeven, zullen de ten opzichte van deze draairichting slepende tanden 20 via het om de langshartlijn b van de tap 7 vrij verdraaibare zwenklichaam 8 steeds wisselende standen 15 innemen. Door de steeds wisselende krachten die tijdens het bedrijf pp een tand worden uitgeoefend bij het doorlopen van zijn cycloïde baan zal de tand met behulp van het zwenklichaam 8 zich steeds in standen opstellen die aan weerszijden van de in fig. 2 weergegeven middenstand zijn gelegen. Hierbij 20 zal het uitwijken van de tand vanuit deze middenstand in die delen van de cycloïdebaan waar de tand zich althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting beweegt het kleinste zijn en zal het uitwijken vanuit de middenstand groter zijn in die delen van de cycloïdebaan waar een sterke 25 kromming van deze baan optreedt. Hierbij zal in het ene geval de tand de neiging hebben verder naar een zijde van de middenstand uit te wijken dan naar de andere zijde en omgekeerd. De tand 20 kan met behulp van het zwenklichaam tevens gemakkelijk uitwijken voor stenen en andere harde 30 voorwerpen.During operation, the machine is coupled to the three-point linkage of a tractor 5 with the aid of the headstock 36 and, while moving in the direction of arrow A from the power take-off shaft, can drive a drive for the drive shaft in the transmission described above. cultivating members 3 are obtained, with adjacent cultivating members working overlapping strips of soil with their teeth 20. During the rotation of a working member 3 in a direction B as shown in Fig. 2, the teeth 20 dragging with respect to this direction of rotation will take up positions 15, which can rotate freely about the longitudinal axis b of the pin 7, and which rotate freely . Due to the constantly varying forces that a tooth is exerted during operation during its cycloid path, the tooth will always position itself with the aid of the swiveling body 8, which are situated on either side of the central position shown in Fig. 2. Here, the deflection of the tooth from this central position in those parts of the cycloid path where the tooth moves at least substantially parallel to the direction of travel will be the smallest and the deflection from the central position will be greater in those parts of the cycloid path where a strong curvature of this path occurs. In this case, the tooth will tend to deviate further to one side of the middle position than to the other side and vice versa. The tooth 20 can also easily divert with the aid of the swivel body for stones and other hard objects.

Bovendien wordt door de heen- en weergaande beweging het arbeidsbereik van de tand, die praktisch steeds met een hoek naar voren is gericht vergroot.In addition, the reciprocating movement increases the working range of the tine, which is practically always angled forward.

Met behulp van de in het voorgaande voorges-telde 35 tandbevestiging en tanduitvoering kan de vervaardiging op relatief goedkope wijze plaatsvinden. Door de toepassing van de door de pen 15 en de uitsparing 16 gevormde fixatie kan men een gemakkelijk losnemen van de draai tap bewerkstel- 8204088 6 ligen en wordt een relatief goedkope borgmogelijkheid voor de draai tap gecreëerd. Doordat het bevestigingsdeel 19 van de tand 20 in het verlengde is gelegen van het werkzame deel van de tand kan deze gemakkelijk uit stafmateriaal worden 5 vervaardigd, terwijl zijn bevestiging door middel van de geprofileerde uitsparing 18 en de veerstift 21 een effectieve en weinig gecompliceerde bevestiging mogelijk maakt. Het aan de onderzijde af geschuinde deel van het bewerkingsdeel 22 van de tand 20 maakt een gemakkelijk lossen van aanhangend 10 materiaal mogelijk, terwijl bovendien het gedeelte van de van de onderzijde van het werkzaam deel dat met de ondergrond in aanraking komt minimaal is.With the aid of the tooth attachment and tooth design previously presented, the manufacture can take place in a relatively inexpensive manner. The use of the fixation formed by the pin 15 and the recess 16 makes it easy to detach the rotary tap and to create a relatively inexpensive locking facility for the rotary tap. Because the fixing part 19 of the tooth 20 is in line with the active part of the tooth, it can be easily manufactured from rod material, while its fixing by means of the profiled recess 18 and the spring pin 21 allows an effective and less complicated fixing makes. The part of the working part 22 of the tine 20, which is chamfered at the bottom side, allows easy release of adhering material, while in addition the part of the part that comes into contact with the substrate from the bottom side of the working part is minimal.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven. Conclusies 8204088The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described. Conclusions 8204088

Claims

0 7·0 7

1. Grondbewerkingsmachine met een gestel en een aantal daarin gelegerde bewerkingsorganen, die om opwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn en zijn voorzien van ten minste één zwenklichaam met ten minste één tand, met het kenmerk, 5 dat de tand door middel van een stift in het zwenklichaam aanbrengbaar is.1. Soil cultivation machine with a frame and a number of working members mounted therein, which can be driven about upwardly directed axes and are provided with at least one swivel body with at least one tooth, characterized in that the tooth is arranged in the swivel body by means of a pin is applicable.

2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zwenklichaam door middel van de borgpen tegen een neerwaarts bewegen is geborgd. *10 3· Grondbewerkingsmachine met een gestel en een aantal daarin gelegerde bewerkingsorganen die om opwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn en zijn voorzien van ten minste één zwenklichaam met ten minste één tand, met het kenmerk, dat het zwenklichaam door middel van een borgpen tegen een neer-15 waartse beweging is geborgd.Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the swivel body is secured against downward movement by means of the locking pin. * 10 3 · Soil cultivation machine with a frame and a number of working members mounted therein which can be driven on upwardly directed axes and are provided with at least one swivel body with at least one tooth, characterized in that the swivel body is secured by means of a locking pin against a -15 upward movement is secured.

4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zwenklichaam een gelegerd deel omvat dat door middel van de borgpen tegen een beweging in zijn lengterichting is geborgd.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the swivel body comprises an alloyed part which is secured against movement in its longitudinal direction by means of the locking pin.

5. Grondbewerkingsmachine met een gestel en een aantal daarin gelegerde bewerkingsorganen die om opwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn en zijn voorzien van ten minste één zwenklichaam met ten minste één tand, met het kenmerk, dat het zwenklichaam een gelegerd deel heeft dat door middel 25 van een borgpen is geborgd.5. A soil tillage implement with a frame and a number of cultivating members mounted therein which are drivable about upwardly directed axes and are provided with at least one swivel body with at least one tooth, characterized in that the swivel body has an alloyed part which, by means of a locking pin is secured.

6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zwenklichaam is voorzien van een excentrisch ten opzichte van zijn zwenkas gelegen uitsparing waarin het bevestigingsdeel van een tand 30 brengbaar is.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the swivel body is provided with a recess located eccentrically relative to its pivot axis, into which the fastening part of a tine 30 can be inserted.

7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de langshartlijn van de uitsparing een hoek insluit waarvan de benen naar beneden zijn gericht.Soil cultivation machine according to claim 6, characterized in that the longitudinal axis of the recess encloses an angle, the legs of which are directed downwards.

8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6 of 7, met 35 het kenmerk, dat de uitsparing in het zwenklichaam een profilering heeft die overeenkomt met de dwarsdoorsnede van een tand. 8204088 m *8. Soil cultivation machine according to claim 6 or 7, characterized in that the recess in the swivel body has a profiling corresponding to the cross-section of a tooth. 8204088 m *

9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de profilering rechthoekig en bij voorkeur vierkant is en zodanig is aangebracht dat een diagonaal van de dwarsdoorsnede de zwenkas van het zwenklichaam snijdt.Soil cultivation machine according to claim 8, characterized in that the profiling is rectangular and preferably square and is arranged such that a diagonal of the cross section intersects the pivot axis of the pivot body.

10. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stift voor het aanbrengen van de tand is gevoerd door een opening in het zwenklichaam en een opening in het bevestigingsdeel van de tand, een en ander zodanig dat de langshartlijn van de 10 opening althans nagenoeg de langshartli jn van het bevestigingsdeel van de tand snijdt.10. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the pin for applying the tooth is passed through an opening in the swivel body and an opening in the fixing part of the tooth, such that the longitudinal axis of the opening at least substantially the longitudinal axis of the fastening part of the tooth.

11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de langshartli jn van de opening voor de stift althans nagenoeg loodrecht staat op twee tegenover elkaar 15 gelegen zijden van de vierhoekige dwarsdoorsnede.11. Soil cultivation machine according to claim 10, characterized in that the longitudinal centers of the opening for the pin are at least substantially perpendicular to two opposite sides of the quadrilateral cross section.

12. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 4-11, met het kenmerk, dat het gelegerde deel van het zwenkstuk is gevormd door een tap die is ondergebracht in een opening in een houder van een aan een as van een bewerkings- 20 orgaan bevindende drager en de tap is voorzien van een rondlopende uitsparing waarin althans een deel van een door de houder gevoerde borgpen is gelegen, een en ander zodanig dat de pen en de uitsparing een beweging van de tap in de langsrichting tegengaan.12. Soil cultivation machine according to any one of claims 4-11, characterized in that the alloyed part of the pivot is formed by a pin which is accommodated in an opening in a holder of a carrier located on an axis of a cultivating member and the tap is provided with a circumferential recess in which at least a part of a locking pin fed by the holder is located, all this in such a way that the pin and the recess counteract a movement of the tap in the longitudinal direction.

13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de rondlopende uitsparing zich bevindt tussen het boveneinde van de tap en zijn midden.Soil cultivation machine according to claim 12, characterized in that the circumferential recess is located between the top end of the pin and its center.

14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de borgpen zich van de draaiingsas van 30 een bewerkingsorgaan in tangentiale richting uitstrekt en zich aan de zijde van de draaiingsas bevindt.Soil cultivation machine according to claim 12 or 13, characterized in that the locking pin of the rotary axis of a cultivating member extends in tangential direction and is located on the side of the rotary axis.

15. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het werkzaam deel van de tand in het verlengde is gelegen van het bevestigingsdeel 35 van de tand.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the working part of the tine is an extension of the fixing part 35 of the tine.

16. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ondereinde van een werkzaam deel van de tand is af geschuind waarbij het laagst gelegen gedeelte..· zich tijdens bedrijf aan de voorzijde van 8204088 ·· · de tand "bevindt.Soil tillage implement according to any one of the preceding claims, characterized in that the lower end of an active part of the tine is chamfered, the lowest part being located at the front of 8204088 ·· · the tine "during operation.

17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het afgeschuinde deel een hoek van ten minste 60° insluit met de langshartlijn van de tand.Soil cultivation machine according to claim 16, characterized in that the chamfered part encloses an angle of at least 60 ° with the longitudinal axis of the tine.

18. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zwenklichaam is voorzien van een smeemippel die uitmondt in een vetkamer.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the swivel body is provided with a lubricating nipple opening into a fat chamber.

19. Grondbewerkingsmachine met een gestel en een aantal daarin gelegerde bewerkingsorganen, die om opwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn en zijn voorzien van ten minste één zwenklichaam met ten minste één tand, met het kenmerk, dat het zwenklichaam is voorzien van een smeernippel die in een vetkamer uitmondt.19. A soil cultivating machine with a frame and a number of working members mounted therein, which are drivable about upwardly directed axes and are provided with at least one swivel body with at least one tooth, characterized in that the swivel body is provided with a grease nipple which is placed in a grease chamber flows out.

20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18 of 19, 15 met het kenmerk, dat de smeemippel zich ten opzichte' van de draairichting van het bewerkingsorgaan aan de achterzijde van het zwenklichaam bevindt.20. Soil cultivation machine according to claim 18 or 19, 15, characterized in that the smearing nipple is located at the rear of the swivel body relative to the direction of rotation of the cultivator.

21. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 18 - 20 en conclusie 12, met het kenmerk, dat de smeemippel 20 uitmondt in de rondlopende opening aan de omtrek van de tap van het zwenklichaam.Soil cultivation machine according to one of Claims 18 to 20 and Claim 12, characterized in that the smearing nipple 20 opens into the circumferential opening on the circumference of the pivot of the swivel body.

22. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 12 - 21, met het kenmerk, dat de opening in een houder aan de bovenzijde is afgesloten door middel van een op de boven- 25 zijde van een tap rustende kap.Soil cultivation machine according to any one of claims 12 to 21, characterized in that the opening in a container is closed at the top by means of a cap resting on the top of a tap.

23. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 12 - 22, met het kenmerk, dat nabij de boven- en onderzijde van een tap een glijleger aanwezig is.Soil cultivation machine according to one of Claims 12 to 22, characterized in that a sliding bearing is present near the top and bottom of a pin.

24. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het 30 voorgaande en weergegeven in de figuren.24. Soil cultivation machine as described above and shown in the figures.

25. Tand, in het bijzonder bestemd om te worden gebruikt bij een grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tand uit stafmateriaal is vervaardigd en door middel van een stift in een zwenk- 35 lichaam aanbrengbaar is.25. Tine, in particular intended for use in a soil tillage machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the tine is made of rod material and can be mounted in a pivoting body by means of a pin.

26. Tand volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het stafmateriaal een rechthoekige dwarsdoorsnede heeft en een einde van de tand en het andere einde schuin is afgesneden. 820408826. Tine according to claim 25, characterized in that the bar material has a rectangular cross section and one end of the tine and the other end are cut obliquely. 8204088