NL8202990A

NL8202990A - Scharnierinrichting.

Info

Publication number: NL8202990A
Application number: NL8202990A
Authority: NL
Original assignee: United Technologies Corp
Priority date: 1981-08-10
Filing date: 1982-07-26
Publication date: 1983-03-01
Also published as: NL187649B; IL66325A; IL66325A0; BE893755A; US4385418A; JPS5828010A; NL187649C; JPH0256523B2

Description

50 708 -1- <f -i

Scharnierinrichting.

Scharnieren van het type, waarin een pen voert door onderling passende scharnierbussen vereisen dikwijls eniger-lei middelen om te verhinderen, dat de scharnierpen geduren-de het in werking zijn los geraakt. Gewoonlijk bevat de 5 scharnierpen aan haar ene uiteinde een kop en is voorzien van middelen zoals een spiepen, van schroefdraad voorziene moer of dergelijk middel aan haar andere uiteinde teneinde een onbedoeld verwijderen of terugtrekken van de pen te verhinderen. Voor toepassingen, waarbij slechts §§n uiteinde 10 van de scharnieras toegankelijk is (of eenvoudig gemakshalve) zijn aan het toegankelijke uiteinde van het scharnier gren-delmiddelen verschaft. In de U.S.A. octrooischriften Nos. 1.392.561 en 2.562.649 worden scharnierpen tegenhoudklem-middelen beschreven, die na het monteren van het scharnier 15 ter plaatse zijn ingebracht. Verder is uit het U.S.A.

octrooischrift 3.398.426 een U-vormige tegenhoudmiddel van plaatmetaal bekend, waarvan het ene been een gevorkt einde heeft, dat geplaatst is onder de kop van de scharnierpen, terwijl het andere einde dichtbij de kop hierboven is ge-20 plaatst en bevestigd is aan een element van de scharnier-constructie zodat het vaststaand is ten opzichte van een van de scharnierbladen. Aldus kan de pen niet worden bewo-gen en kan het scharnier niet worden gedemonteerd alvorens het tegenhoudmiddel is verwijderd.

25 De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een scharnierconstructie met een vereenvoudigd scharnierpen tegenhoudmiddel, dat geheel kan worden gemonteerd vanaf het ene uiteinde van de scharnierverbinding.

Verder beoogt de uitvinding te voorzien in een 30 scharnierconstructie met een vereenvoudigd middel voor het verhinderen van zowel een axiale beweging als een rotatie-van de scharnierpen.

Voor het bereiken van deze oogmerken wordt vol-gens de uitvinding voorzien in een scharnierinrichting, die 35 bestaat uit een scharnierpen, uit een L-vormig lipgrendel-orgaan, uit een paar scharnierbladen met onderling passende scharnierbussen, waarvan de openingen op een lijn liggen «202990 w v -2- voor het opnemen van de scharnierpen, waarbij het ene been van het lipgrendelorgaan geplaatst is tussen tegenover elkaar gelegen vlakke oppervlakken van de scharnierbussen en even-eens voorzien is van een opening, die op §en lijn ligt met 5 de openingen van de scharnierbussen, waarbij de kop van de scharnierpen voorzien is van een sleuf en het andere been van het lipgrendelorgaan voorzien is van een vinger, die door de sleuf uitsteekt en is omgebogen teneinde een rela-tieve beweging tussen het lipgrendelorgaan en de pen te 10 verhinderen. *

In een gunstige uitvoeringsvorm is het ene been van het lipgrendelorgaan ingevangen tussen een paar aan-grenzende scharnierbussen en is de penkop voorzien van een vlak zijoppervlak, dat aanligt tegen een vlak oppervlak aan 15 §§n van de scharnierbladen, waardoor een beweging van de scharnierpen ten opzichte van dit blad wordt verhinderd.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin bij wijze van voorbeeld een gunstige uitvoeringsvorm van de scharnierinrichting vol-20 gens de uitvinding is weergegeven. Hierin toont: fig.l in perspektief een deel van de scharnierinrichting volgens de uitvinding, fig.2 een doorsnede volgens de lijn II-II in fig.

1, en 25 fig.3 in perspektief het lipgrendelorgaan alvorens zij werkzaam wordt ingebracht in de scharnierconstructie volgens de uitvinding.

In fig.l weergegeven gunstige uitvoeringsvorm van de scharnierinrichting volgens de uitvinding is in haar 30 geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 10. De scharnierinrichting bevat een paar scharnierbladen 12 en 14, een scharnierpen 16 en een tegenhoudmiddel in de vorm van een lipgrendelorgaan 18. De pen 16 bestaat uit een steel 19 en een kop 20. In het gegeven uitvoeringsvoorbeeld is het blad 35 12 een beweegbaar blad, dat voorzien is van een randdeel 21 met scharnierbussen, die hieraan naar buiten toe uitsteken. Het blad 14 is eveneens een beweegbaar blad, dat voorzien is van een randdeel 24 met scharnierbussen 26, die hieraan naar buiten uitsteken en passend zijn gemaakt ten opzichte 40 van de scharnierbussen 22. De scharnierbussen 22 en 26 heb- 8202990 *Jr -3- ben doorgangen 28 en 30, die ten opzichte van elkaar op Sin lijn liggen.

Alvorens werkzaam in de scharnierconstructie te worden ingebracht, wordt het lipgrendelorgaan 18 L-vormig 5 gebogen zoals in fig.3 is weergegeven. Het ene been 32 van het lipgrendelorgaan is voorzien van een opening 34, dat is ingebracht tussen tegenover elkaar liggende en naar elkaar toegekeerde oppervlakken 35 en.36, die in het gegeven uit-voeringsvoorbeeld tegenover elkaar liggende vlakken van XO aangrenzende scharnierbussen 22 en 26 zijn. De opening 34 ligt op iin lijn met de doorgangen 28 en 30. Het andere been 37 izan het lipgrendelorgaan 18 is voorzien van een buigbaar vingerdeel 38, dat alvorens te worden gebogen uitsteekt in de richting van de penkop 20 tot voorbij het voorvlak 40 van de 15 eerste scharnierbus 22.

De kop 20 heeft een voorvlak 48 en een achtervlak 50. De penkop 20 is verder voorzien van een sleuf 52, die van het voorvlak 48 naar het achtervlak 50 loopt. Gedurende het monteren wanneer de pensteel 19 door de scharnierbussen 20 22 en 26 en het been 32 van het lipgrendelorgaan 18 wordt gevoerd, wordt de vinger 38 van het lipgrendelorgaan 18 ge-voerd door de sleuf 52 in de penkop 20. De pen wordt zover ingebracht totdat het achtervlak 50 van de penkop komt aan te liggen tegen het voorvlak 40 van de scharnierbus 22. Het 25 been 32 van het lipgrendelorgaan wordt gedreven in de rich-ting van het achterwaarts gekeerde oppervlak 35 van de scharnierbus 22. Vervolgens wordt de vinger 38 naar omlaag en t naar achter onder de penkop 32 gebogen, waardoor een rela-tieve beweging tussen het lipgrendelorgaan 18 en de schar-30 nierpen 16 wordt verhinderd. Hiermede wordt op doelmatige wijze een axiale beweging van de pen 16 ten opzichte van de scharnierbladen 12 en 14 verhinderd.

In het gegeven uitvoeringsvoorbeeld strekken de randdelen 21 en 24 van de scharnierbladen 12 en 14 zich uit 35 tot voorbij de scharnierbussen 22 aan de uiteinden van de scharnierlijn, waardoor respektievelijk voorwaartse en achter-waartse uitsparingen 54 en 55 worden gevormd voor het opnemen van de penkop 20. De penkop 20 is voorzien van een paar tegenover elkaar gelegen en naar elkaar toegekeerde vlakke opper-40 vlakken 56 en 58, die beide van de hartlijn van de pensteel 8202990 -4- 19 vandaan gekeerd zijn. Het oppervlak 56 is op een zeer korte afstand van de oppervlakken 60 van de uitsparing 54 vandaan geplaatst en werkt hiermee samen teneinde een (draai-beweging) van de pen 16 ten opzichte van het scharnierblad 5 12 te verhinderen of tot een minimum te beperken. Er is evenwel een voldoende speelruimte verschaft tussen het pen-kopoppervlak 50 en het oppervlak 61 van de uitsparing 54 zodat het scharnierblad 14 kan draaien ten opzichte van het scharnierblad 12. Verder kan de penkop voorzien zijn van 10 een schuine kant 62 teneinde een verdere draaibeweging toe te laten zonder de speelruimte te vergroten. Aan de andere zijde van de penkop is een soortgelijke schuine kant 64 gevormd voor het in stand houden van de symmetrie teneinde de pen aan elk uiteinde van de scharnierlijn te kunnen 15 inbrengen. Hiertoe is een spleet 66 gevormd tussen het laatste paar naburige scharnierpennen 22 en 26 aan het rechte einde van de scharnierlijn voor het onderbrengen van het lipgrendelorgaan 18 wanneer de pen vanuit dit einde wordt ingebracht. Indien gewenst, ζο,ύ het been 32 van het 20 lipgrendelorgaan (in plaats van de penkop 20) kunnen samen-werken met het randdeel 21 van het scharnierblad 12 teneinde een beweging van het pen/lipgrendelorgaan-samenstel ten opzichte van het scharnierblad 12 te verhinderen.

Het zal voor de vakman duidelijk zijn, dat de uit-25 vinding geenszins beperkt is tot het bovenbeschreven gunstige uitvoeringsvoorbeeld, doch dat velerlei wijzigingen in de vorm en detail hiervan kunnen worden aangebracht zonder hier-bij buiten het kader van de uitvinding te treden.

-conclusies- 8202990

Claims

> ' -5- <r . it- / -Conclusies- 1.Scharnierinrichting, bestaande uit een paar tegen-over elkaar liggende scharnierbladen, die elk voorzien zijn van een randdeel met een rij verwijderd van elkaar geplaatste scharnierbussen, die hieraan uitstekend, welke scharnier-5 bussen van de tegenover elkaar gelegen scharnierbladen ten opzichte van elkaar passend zijn gemaakt en voorzien zijn van op §dn lijn gelegen cilindrische doorgangen, die een scharnierlijn vormen, met het kenmer k,dat deze inrichting verder bestaat uit een scharnierpen, voor-10 zien van een cilindrische steel met een voorste en achterste uiteinde, waarbij aan het voorste uiteinde hiervan een kop is gevormd, waardoorheen een sleuf loopt, waarbij de pen-steel zich uitstrekt door de op ggn lijn gelegen doorgangen en de penkop geplaatst is dichtbij de eerste van de schar-15 nierbussen langs de scharnierlijn, waarbij van §§n van de scharnierbussen een achterwaarts gekeerd oppervlak verwijderd ligt van de penkop, en uit een L-vorraige grendellip, gevormd van plaatmetaal en met een eerste been en een tweede been, waarbij het eerste been van de grendellip zodanig is 20 geplaatst, dat zij komt aan te liggen tegen het achterwaarts gekeerde oppervlak van de ene scharnierbus en voorzien is van een opening, die op gen lijn ligt met de doorgangen, door welke opening de scharnierpensteel loopt, terwijl het tweede been van de grendellip uitsteekt in de richting van 25 de penkop en aan haar uiteinde voorzien is van een buigbare vinger, die door de sleuf in de penkop loopt en gebogen is teneinde op zodanige wijze in de penkop in te grijpen, dat een beweging van de scharnierpen ten opzichte van de grendellip wordt verhinderd. 30 2.Scharnierinrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de scharnierpen en de grendellip een pen/grendellip-samenstel vormen, dat een middel bevat, dat in samenwerkende betrekking is gebracht met gen van de 8202990 -6- V scharnierbladen zodanig, dat er geen noemenswaardige beweging van de pen ten opzichte van het ene scharnierblad kan optre-den. 3.Scharnierinrichting volgens concXusie 2, m e t 5 het kenmerk, dat het randdeeX van het eerste schar-nierbXad voorzien is van een eerste vXak oppervXak, dat ge-keerd is naar de as van de scharnierpensteei en dat het samenwerkende raiddei bestaat uit een tweede vXak oppervXak aan het pen/grendeXXip-samensteX evenwijdig met en dichtbij 10 het eerste vXakke oppervXak. 4.Scharnierinrichting voXgens concXusie 3, m e t het kenmerk, dat het tweede vlakke oppervXak een oppervXak van de penkop is. 15 5.Scharnierinrichting voXgens §§n der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste been is geplaatst tussen een paar aangrenzende onderiing tussengevoegde scharnierbussen. 8202990