NL8202928A - Drijfstangslot zonder funktie ingeval van paniek, in het bijzonder voor de vaste vleugel van tweevleugelige deuren. - Google Patents

Description

I § ! ' ' 70 3565

Drijfstangslot zonder functie ingeval van paniek, in het bijzonder voor de vaste vleugel van tweevleugelige denren.

De uitvinding heeft betrekking op een drijfstangslot zonder functie ingeval van paniek, in het hijzonder voor de vaste vleugel van tweevleugelige deuren, voorzien van althans een door een bedienings-handgreep via een bedieningsoog te verschuiven drijfstang, die onder in-5 werking staat van een haar in de uitgedrukte stand trachtende te drukken veer en samenwerkt met een aan de bovenkant van de deurvleugel aange-brachte blokkeerinrichting, die de drijfstang bij het geopend zijn van de deurvleugel in haar ingetrokken stand houdt, maar haar daarentegen bij het sluiten van de deurvleugel automatisch in haar laatstgenoemde 10 gegrendelde uitgedrukte stand laat komen.

Drijfstangsloten van deze soort zijn bekend uit het Duitse "Offenlegungsschrift" 2.611.359» maar hier overigens met functie in het geval van paniek, waarbij twee overbrengingshefbomen voor het ge-val van paniek er bij het openen van het drijfstangslot voor zorgen, dat 15 de tong en de val van het slot van de beweegbare vleugel worden terugge-schoven, zodat de tweevleugelige deur kan worden geopend. Dergelijke drijfstangsloten worden bij tweevleugelige deuren echter 00k zonder de genoemde hefbomen voor het geval van paniek, d.w.z. zonder functie in het geval van paniek, toegepast voor de vaste vleugel, in het bijzonder 20 in de gevallen, dat de vaste vleugel alleen zo nu en dan, zoals bijvoor-beeld voor het erdoorheen bewegen van grotere, veel ruimte innemende voorwerpen en dergelijke, moet worden geopend, en dus gewoonlijk is ge-sloten. De bij dergelijke drijfstangsloten aan de bovenkant van de deurvleugel aangebrachte blokkeerinrichting verzekert hierbij, dat de hoofd-25 zakelijk paarsgewijs, te weten boven en onder aanwezige drijfstangen in hun ingetrokken stand bij het geopend zijn van de deurvleugel worden ge-blokkeerd, maar bij het sluiten van de vleugel voor de uitdrukbeweging daarvan worden vrijgegeven, zodat de buitenste einden van de twee drijfstangen in de in het deurkozijn boven en onder aanwezige slotopeningen 30 naar binnen bewegen en zodoende de deur kunnen grendelen. De blokkeerinrichting is voor dit doel voorzien van een hulpval, die bij het dicht-slaan van de deurvleugel naar binnen wordt gedrukt en zodoende de blokkeerinrichting voor wat betreft het vrijgeven van de drijfstangen bexnvloedt.

8202928 ; v 2

Bij deze Bekende drijfstangsloten zonder functie ingeval van paniek Be-staan ecBter nog aanzienlijke tekortkomingen voor vat Betreft de ver-king. Zo kmnen de daarmee aan de vaste vleugel uitgeruste tveevleugelige deuren ook Bij Bet volgens voorschrift afgesloten zijn van de Beveeg-5 Bare vleugel, altijd nog onBevoegd worden geopend, te veten doordat het drijfstangslot door middel van de aan de vaste vleugel aanvezige Bedie-ningshandgreep in de open stand wordt Bevogen, en dan met een Betrek-kelijk geringe kracBtsinspanning de tvee deurvleugels vorden opengedrukt. HierBij is Bet onvermijdelijk, dat de vooraf gesloten tong en de val 10 respectievelijk onder omstandigBeden zelfs een aantal vallen in de Be-veegBare vleugel vorden verBogen en de slotgaten in de vaste vleugel worden BescBadigd. Ook zijn door Bet onBevoegd openen van met dergelijke drijfstangsloten uitgeruste deuren,. diefstallen mogelijk, zoals Bijvoor-Beeld in varenBuizen of opslagruimten,. waardoor onopgemerkt vaardevol 15 opgeslagen goed kan vorden veggevoerd.

Aan de uitvinding ligt derBalve de opgave ten grond-slag een drijfstangslot van de Betreffende soort te verscBaffen, dat een grotere veiligBeid tegen. openmaken Biedt en door onBevoegden niet in de open stand kan vorden gebracBt. Deze opgave vordt volgens de uitvinding 20 opgelost, doordat de drijfstang in de uitgedrukte stand door een met een sleutel BedienBaar, in Bet Bijzonder van een slotcilinder voorzien slot en zodoende BedienBaar grendelorgaan kan vorden afgesloten en alleen door de BijBeBorende sleutelbediening daarvan kan vorden vrijgegeven. Zodoende kan Bet drijfstangslot zonder functie ingeval van paniek BeBoor-25 lijk vorden afgesloten en alleen door Bet geBruikmaken van de passende sleutel door Bevoegde personen veer vorden vrijgegeven.

Met voordeel kan Bet afsluiten van de drijfstang Bij Bet uitdrukken daarvan automatiscB plaatsvinden, vaartoe Bet grendelorgaan onder inverking staat van een dit orgaan voortdurend in de grendel-30 stand tracBtende te drukken grendelveer. Op deze vijze vordt verzekerd, dat Bet drijfstangslot Bij Bet gesloten zijn van de deurvleugel en Bet uitgedrukt zijn van de dus gegrendelde drijfstangen in ieder geval is afgesloten en derBalve Bet uit vergeetacBtigBeid acBterBlijvende afsluiten van Bet drijfstangslot vordt voorkomen.

35 Eet drijfstangslot kan ecBter ook zodanig zijn uitge- voerd, dat ook Bet afsluiten van de drijfstang in de uitgedrukte stand 82 0 2 9 2 8................................................-..................

φ *.

3 daarvan alleen kan warden uitgevoerd. door een bijbehorende sleutelbedie-ning. Met voordeel kan Let grendelorgaan bestaan uit een tussen Let bin-nenste dri jf stangeinde en de slotcilinder aanwezig, door laatstgenoemde te bedienen, schaarvormig paar grendelLefbomen met in Let verlengde van 5 Let dr i j fstangeinde liggende sehaarbek, in de sluittoestand waarvan de grendelhefboomeinden voor Let binnenste einde liggen van de uitgedrukte drijfstang en deze zodoende grendelen tegen intrekken. Dit geeft een solide grendeling van de drijfstang.

Vbor buiskozijndeuren met de daarvoor kenmerkende kleine 1o tongmaat.bestaat Let grendelorgaan met voordeel nit een dwarsverschuif-bare grendelslede met grendelnok, die in een grendeluitsparing van een direct of indirect met de drijfstang verbonden bedieningsschuif, naar binnen kan warden gebracht.

De uitvinding wordt nader toegelicbt -aan de Land van 15 de tekening, waarin:

Fig. 1 - 3 Let van een paar grendelLefbomen voorziene drijfstangslot tonen met' automatisch afsluitbare drijfstang in verscLil— lende werkstanden van de drijfstang en Let paar grendelLefbomen, fig. k het drijfstangslot toont, waarbij ook Let afslui-20 ten van de drijfstang plaatsvindt door sleutelbediening, fig. 5 een doorsnede is volgens de lijn V - V in fig. h, fig. 6 het voor buiskozijndeuren bestemde drijfstangslot toont, de· fig. 7 en 8 Let buiskozijn-drijfstangslot tonen in 25 de geopende respectievelijk gegrendelde stand van de grendelslede, fig. 9 een doorsnede is volgens de lijn IX - IX in fig. 6, fig. 10 een bovenaanzicht is van Let buiskozijn-drijfstangslot met automatisch afsluitbare drijfstang en verwijderd slotdeksel,.

30 en fig. 11 een over 90° gedraaid aanzicht is van Let slot volgens fig. 10.

Het in fig. 1 afgebeelde, aan de vaste vleugel 1 van een tweevleugelige deur aanwezige drijfstangslot zonder functie ingeval van 35 paniek is voorzien van twee in tegengestelde looprichting verstelbare _ drijfstangen, waarvan alleen de bovenste drijfstang 2 is afgebeela. De be— 8 2 0 2 9 2 8 * k diening van de drijfstangen vindt plaats via een niet afgebeelde bedie-ningshandgreep en het van een. uitwendige vertanding voorziene bedie-ningsoog 3S dat voortdurend in aandrijfverbinding staat met bet overeen-komstig vertande, omgebogen drijfstangeinde 2'. Het binnenste drijfstang-5 einde 2' wordt aanvullend geleid door een in een sleuf ^ van de slotplaat 5 gelegerde pen 6. Een andere overeenkomstige sleui-pengeleiding U, 6 be-vindt zicb nog op de verbindingsplaats 7 van de dri j fstang 2, waar verder een steunarm 8 met een veerschotel 9 zijn voorzien, welke laatste steunt op de twee rond leibouten 10 gewonden schroefdrukveren 11. Deze veren 10 tracbten de via bet bedieningsoog 3 met elkaar gekoppelde drijfstangen 2 in de naar buiten gedrukte stand volgens fig. 1 daarvan te drukken respectievelijk ze daarin te bouden.

De bovenste drijfstang 2 werkt samen met een aan de bevenkant van de deurvleugel 1 aangebrachte, in zijn algemeenheid met 15 bet verwijzingscij fer 12 aangeduide blokkeerinricbting, die van de in bet Duitse ,'Offenlegungsschrift,, 2.912.881 beschreven soort is. Deze in— ricbting bestaat in beginsel uit een om bet bovenste einde 2" van de drijfstang beengrijpende klemplaat 135 die door een veer 1U in een zo-danig gekantelde stand wordt gebouden, dat zodoende de drijfstang 2 20 in de ingetrokken stand bij het tevens samengedrukt zijn van de veren 11, wordt gehouden. Pas wanneer de vleugel 1 wordt gesloten en daarbij een hulpval 15 van de blokkeerinricbting 12 tegen een aan de bovenkant van bet deurkozijn aanwezige aanslag botst en daardoor naar binnen wordt gedrukt, vindt het zwenken plaats van de klemplaat 13 en zodoende 25 het vrijgeven van de drijfstangen 2, die zodoende met de buitenste ein-den in juist liggende slotgaten aan de boven- en onderkant van bet deur-kozijn naar binnen bewegen en zodoende de deur op juiste wijze grendelen.

In de het binnenste drijfstangeinde 2r, bet bedieningsoog 3 en de veren 11 opnemende slotkast 5 is een door een sleutel bedien-30 baar slot voorzien, in het bijzonder een profielslotcilinder 16, alsmede tussen deze cilinder en het binnenste drijfstangeinde 2’ een door een slotbaard 17 van de slotcilinder te bedienen, schaarvormig paar grendel-hefbomen 18 met een in het verlengde van het drijfstangeinde 2’ liggende schaarbek 18*. Dit paar grendelbefbomen bestaat enerzijds uit de twee-35 armige,. boven de slot cilinder 16 op de plant 19 zwenkbaar gelegerde tuime-laar 20, en anderzijds uit de eenarmige, zijdelings naast de slotcilinder 8202928 * 5 op de plaats 21 zwenkbaar gelegerde rechte hefboom 22. De twee hefbomen zijn via een in wezen tussen de zwenklegerplaatsen 19, 21 daarvan lig-gende tap 23 aan de rechte hefboom 22 en een daarmee in aangrijping staande sleuf 2^ in de tuimelaar 20 scharnierbaar met elkaar verbonden.

5 Op de tuimelaar 20. grijpt een torsieveer 25 aan, die met het ene been daarvan steunt tegen de tap 26 in de slotkastplaat 5 en met het andere been tegen een tap 20T van de tuimelaar 20.. Deze veer 25 tracht voort-durend het paar grendelhefbomen 18 in de in fig. 1 afgebeelde grendel-stand te drukken, waarin bij het uitgedrukt zijn van de drijfstang 2, 10 de grendelhefboomeinden 20", 22", d.w.z. bij het gesloten zijn van de schaarbek 18', voor het binnenste einde 2,M liggen van de uitgedrukte drijfstang 2 en deze zodoende grendelen tegen het intrekken.

De. rechte hefboom 22 is ter hoogte van de zwenkleger·--plaats 21 daarvan nog voorzien van een slotbaardgrendel 22*, die in de 15 open stand van het paar grendelhefbomen (fig. 2) in de bevegingsbaan reikt.van de slotbaard 17·

Fanneer uitgaande van de in fig. 1 voorgestelde, af gesloten toestand van de uitgedrukte drijfstang 2, deze voor.het openen van de vaste vleugel 1 moet worden ingetrokken, moet vooraf door een 20 passende sleutelbediening van het profielcilinderslot 16, de slotbaard 17 van het paar grendelhefbomen 18 in de in fig. 2 afgebeelde open toe-stand daarvan worden gebracht, waarbij de slotbaard 17 tegen de als stuurvlak dienende onderkant 201’1 van de tuimelaar 20 beweegt en zo— doende deze, alsmede ook de rechte hefboom 22 overeenkomstig zwenkt.

25 De slotbaard 17 stoot hierbij tegen de slotbaardgrendel 22*, zodat de sleutel respectievelijk de slotbaard in deze stand blijft en het paar grendelhefbomen 18 in de open stand kan houden, totdat door een bijbeho-rend bedienen van de bedieningshandgreep via het bedieningsoog 3 de drijfstangen 2 in de ingetrokken stand worden gebracht, zodat de vaste 30 vleugel dan nadat eerst de beweegbare vleugel is geopend, zonder meer kan worden geopend. Wanneer vervolgens de sleutel wordt uitgetrokken, komt het paar grendelhefbomen in de in fig- 3 afgebeelde stand r waarbij dus het binnenste drijfstangeinde 2' zich bevindt in de passend ver geopend blijven-de slotbek 18' van het paar grendelhefbomen 18. Wanneer vanuit deze 35 stand, die overeenkomt met het geopend zijn van de vaste vleugel, deze wordt gesloten, wordt door de daarbij aansprekende blokkeerinrichting 12 8202928 6 de dri j fstang 2 ondEr inwerking van de veren 11 daarvan in de uitge-drukte stand geschoven, waarna het paar grendelhefbomen 18 automatisch in de in fig. 1 afgebeelde grendelstand daarvan komt, vaarin het met zekerheid achter'het hinnenste drijfstangeinde respectievelijk voor het 5 eindvlak daarvan aangrijpt. De tvee grendelhefbomen 20, 22 zijn zodanig hemeten, dat de drijfstang bij een gevelddadige poging tot openen via de met het bedieningsoog 3 verbonden bedieningshandgreep, niet kan vorden teruggetrokken. In plaats daarvan is verzekerd, dat ook bij toepassing van een groot draaimoment op de bedieningshandgreep, alle onderdelen 10 van het drijfstangslot dit draaimoment kunnen opnemen, en als zvakste schakel in de ketting van alle belaste verkzame delen, de in het bedieningsoog 3 gelegerde vierkante pen 3' door torsiebreuk vordt vernield.

Het onbevoegd openen van de deur is dus praktisch uitgesloten. Door het verwisselen van de vierkante pen in het bedieningsoog 3 kan het drijf-15 stangslot weer volledig verkzaam worden gemaakt.

Het in de fig. k en 5 afgebeelde drijfstangslot is in vergaande mate van een soortgelijke hoedanigheid als het hiervoor beschre-ven slot. Verschillend is in de eerste plaats, dat het in de fig. k en 5 afgebeelde drijfstangslot bij het uitdrukken van de drijfstangen daar-20 van niet het auomatisch afsluiten daarvan waarborgt, maar dat ook daarvoor een aangepaste sleutelbediening nodig is. Voor dit doel is de tuimelaar 20

IV

voorzxen van een derde hefboomarm 20 , die aan de andere zijde om het profielcilinderslot 16 aangrijpt en hier een ander onderste stuurvlak 20^ heeft, dat in de open stand van het paar grendelhefbomen 18 in de 25 bewegingsbaan reikt van de slotbaard 17, zodat deze bij het passeren van dit stuurvlak, het paar grendelhefbomen 18 in de in fig. U voorgestelde sluitstand daarvan zwenkt.

Teneinde het paar grendelhefbomen 18 in de open- en sluitstand daarvan vast te zetten, is aan de driearmige tuimelaar 20 een 30 veerkrachtig gesteunde ingrijppen 30 voorzien, die kan aangrijpen in een van de tvee in de slotplaat 5 op geschikte wijze aangebrachte ingrijp-gaten 31, 311. Zoals fig. 5 toont, is de ingrijppen 30 verschuifbaar on-dergebracht in een in de tuimelaar 20 zich bevindende huls 32. De op de pen inwerkende veer 33 steunt tegen een aantal aan het hulseinde 32' aan- . 35 vezige, naar binnen omgeslagen lippen 3^·

Aan de tegenover de rechte hefboom 22 liggende zijde 8202928 * 7 van de tuimelaar 20 is nog, zoals fig, b toont, een andere tveearmige grendelhefboom 35 aangebracht, die zvenkbaar is om de scharnierpen 36.

Deze grendelhefboom 35 ligt’met bet ene einde daarvan respectievelijk een daar aanvezige meenemerpen 37 aan. tegen. de tuimelaar 20, terwijl bet 5f andere einde 38 daarvan in de open stand van bet paar grendelhefbomen '18 respectievelijk de tuimelaar 20 zodanig reikt in de bewegingsbaan van de slotbaard 17, dat deze altijd. alleen over een draaiing kan vorden voor- en teruggesloten..

De bierna beschreven, in de fig. 6-11 afgebeelde 10 drijfstangsloten zijn zonder uitzondering bestemd voor buiskozijndeuren, waarvan de kleinere tongmaat A overeenkomstig fig. 6 een bijzonder smaile constructie vereist. Hierbij bezit bet in fig. 6.ter verduidelijking afgebeelde buiskozijn-drijfstangslot eveneens een, een bedieningsoog 3 bevattende slotkast 5» uit het bovenste einde vaarvan de drijfstang 2 15 naar buiten steekt, die . door-de scbroefdrukveren 11' . in de uitgedrukte stand kan warden gehouden en door de blokkeerinrichting 12 met de hulpval 15 daarin kan worden belemmerd.

Zoals in bet bijzonder fig* 10 toont, is hierbij bet binnenste drijfstangeinde 2'" schuifvormig uitgevoerd en via de vast

20 in de slotkast 5 aangebrachte leipennen 1*0, 1*1 en 1*2 omgrijpende sleu-IV V VI

ven 2 , 2 en 2 daarvan gelegerd xn bet slotkastbuis. Het drijfstang einde 2'1' is verder voorzien van een meenemerpen 1*3, die aangrijpt in de sleuf 1*1*' van een rond de huispen 1*0 zwenkbare kantelbefboom 1*1*, die aan bet tegenoverliggende einde daarvan een bijpassende sleuf 1*1*" beeft, 25 waarin een aan de bedieningsscbuif 1*5 aanwezige meenemerpen 1*5' aangrijpt.

De bedieningsscbuif 1*5 is overeenkomstig bet binnenste drijfstangeinde 2M ' voorzien van sleuven 1*5", 1*5''' en 1*5 , die de huispennen 1*0 respec tievelijk 1*1 en 1*2 omgrijpen. Verder is in de bedieningsscbuif 1*5 een meenemersleuf 1*5^ voorzien, waarin een-op de meenemerlip 1*6 van bet be-30 dieningsoog 3 zittende meenemerpen 1+6' aangrijpt, .Zowel bet binnenste drijfstangeinde 2' " als de bedieningsscbuif 1*5 zijn nog voorzien van gro-

VII , VI

tere leisleuven 2 respectievelijk **5 , die het bedieningsoog 3 om grijpen en de in tegengestelde ricbtingen lopende bevegingsspeling van de bedieningsschijf 1*5 en de drijfstang 2 respectievelijk bet binnenste 35 drijfstangeinde. 2''' daarvan, mogelijk maken-

Voor bet afsluiten van de drijfstang 2 in de uitgedruk- 8202928 i v 8 te stand daarvan, dient ook hier veer een profielcilinderslot 16 met slot-nok 17· Als verschil met het dri jf stangslot volgens de fig.' 1 - 5 is ech-ter bij het buiskozijn-drijfstangslot in plaats van het schaarvormige paar grendelhefbomdn 18 een betrekkelijk smalle, het grendelorgaan vor-5 mende, dwarsverschuifbare grendelslede ^7 voorzien, die met een sleuf ^7' daarvan over de huispen b2 en met een leipen ^7" daarvan in het in het slotkasthuis aanwezige sleuf 5' aangrijpt, en zodoende dus een overeen-komstige horizontale geleiding in het slotkasthuis krijgt. Verder bevin-den zich aan de grendelslede ^7 aan weerszijden daarvan grendelnokken *+7" \ 10 bj^, vaarvan de grendelnok VT,,r in een aan het onderste einde van de bedieningsschuif b$ aanwezige grendeluitsparing kan aangrijpen, en wel overeenkomstig de in fig. 8 afgebeelde blokkeerstand van de grendelslede bj. Hierbij grijpt de andere grendelnok ^-7^ tezelfdertijd aan onder de onderste rand 2 aan het binnenste drijfstangeinde 2'*'. Hier-15 door wordt de drijfstang in de uitgedrukte stand daarvan als het ware tweevoudig geblokkeerd door de aan de bedieningsschuif bj aan weerszij-

I I IV

den aanwezige grendelnokk.en 47’ *1 en 47 . Wanneer het slot via het bedieningsoog 3 moet worden. geopend, moet door een aangepaste sleutel-bediening van de profielcilinder 16, de grendelslede ^7 in de in fig. 7 20 afgebeelde open stand daarvan worden verschoven. Voor het vastzetten van de grendelslede bj in de twee voornoemde standen daarvan, dient overeenkomstig fig. 9 de verend in de grendelslede steunende ingrijpkogel U8, die kan aangrijpen in, in de slotkasthuiswand 5" passend aanwezige ingrijpgaten 31, 31'· 25 Het in de fig, 10 en 11 afgebeelde buiskozijn-drijf- stangslot onderscheidt zich van het hiervoor beschreven slot alleen, door- dat hierbij het afsluiten van de drijfstang in de uitgedrukte stand, automatisch plaatsvindt. Voor dit doel is aan de grendelslede bj een rond de leipen bj" daarvan gewonden torsieveer b9 aanwezig, waarvan het ene

.. i IV

30 been steunt tegen de onderzijde van de grendelnok 47 en het andere been tegen de vast aan het huis aangebrachte aanslagpen 50· Deze torsieveer b9 tracht derhalve de grendelslede bj altijd in de in fig. 10 afgebeelde sluitstand daarvan te drukken. Deze uitvoeringsvorm komt derhalve overeen met de in de fig. 1 - 3 afgebeelde.

35 Het drijfstangslot kan in afwijking van de hiervoor beschreven toepassingsgevallen in beginsel ook met voordeel worden toe- 82 0 2 92 3 ---.------------ ~.......

9 gepast voor eenvleugelige deuren, alsmede verder in het· hijzonder voor schuifdeuren. Voor het laatste geval hehoeft alleea de aan de blokkeer-inrichting 12 aanwezige hulpval 15 te worden overgezet, te weten in de voor deze verging henodigde stand over 90° te worden gedraaid.

820 2 92 8 -- --------------- -

Claims (10)

1. Drijfstangslot zonder functie ingeval van paniek, in het bijzonder voor de vaste vleugel van tveevleugelige deuren, voor-zien van althans een door een -bedieningshandgreep via een bedieningsoog te verscbuiven drijfstang, die onder inverking staat van een deze 5 schuifstang in de uitgedrukte stand trachtende te drukken veer, en samen-verkt met een aan de bovenkant van de deurvleugel aangebrachte blokkeer-inrichting, die de drijfstang bij bet geopend zijn van de deurvleugel in de ingetrokken stand daarvan houdt, maar de drijfstang bij bet sluiten van de deurvleugel automatisch in de genoemde gegrendelde uitgedrukte 10 stand, daarvan. laat komen, met bet kenmerk, dat de drijfstang (2) in de uitgedrukte stand daarvan door een met een sleutel bedienbaar, in bet bijzonder van een slotcilinder (16) voorzien slot en daardoor bedienbaar grendelorgaan (bijvoorbeeld 18) kan vorden afgesloten, en alleen door een aangepaste sleutelbediening daarvan kan vorden vrijgegeven.

2. Slot volgens conclusie 1, met bet kenmerk, dat de drijf stang (2) bij bet uitdrukken daarvan automatisch kan worden afgesloten, waartoe bet grendelorgaan (bijvoorbeeld l8) onder inverking staat van een dit grendelorgaan voortdurend in de grendelstand trachtende te drukken grendelveer (bijvoorbeeld 25).

3. Slot volgens conclusie 1, met bet kenmerk, dat bet grendelorgaan (bijvoorbeeld 18) in de open- en sluitstand daarvan is vast te zetten, in het bijzonder door middel van een verend daarin gesteund ingrijporgaan (30), dat kan aangrijpen in overeenkomstig aangebrachte ingrijpgaten (31, 31’) in de slotplaat (5). 25 *1·. Slot volgens een der voorgaande conclusies, met het ken merk, dat het grendelorgaan bestaat uit een tussen het binnenste drijf-stangeinde (2') en de slotcilinder (16) aanvezig, door de slotcilinder te bedienen, scbaarvormig paar (18) grendelhefbomen met een in bet verlengde van het drijfstangeinde liggende schaarbek (18'), in de sluittoestand 30 waarvan de grendelhefboomeinden (20", 22") voor bet binnenste einde (2,M) liggen van de uitgedrukte drijfstang (2) en. deze zodoende grendelen tegen het intrekken.

5- Slot volgens conclusie l·, met bet kenmerk, dat bet paar (18) grendelhefbomen bestaat uit een tveearmige, boven de slotcilinder 8202923 (16) zvenkbaar gelegerde en met een onderste, voor het openen van het paar grendelhefbomen verkzaam stuurvlak (20''') in de bevegingsbaan van de slotcilinderbaard (1T) reikende tuimelaar (20) enerzijds, en een een-armige, zijdelings naast de slotcilinder zvenkbaar gelegerde rechte hef~ 5 boom (22) anderzijds, velke tvee hefbomen via een in hoofdzaak tussen de zvenklegerplaatsen (19, 21) daarvan liggende tap (23)-sleuf (2l+)-aan-grijping schamierbaar met elkaar zijn verbonden.

6. Slot volgens' conclusie 5» met het kenmerk, dat de rech te hefboom (22) ter hoogte van de zvenklegerplaats (21) . daarvan een in de 10 open stand van het paar (18) grendelhefbomen in de bevegingsbaan van de slotbaard (17) uitstekende slotbaardgrendel (22') bezit,

7· Slot volgens conclusie 5, met het kenmerk,. dat de tuime- laar (20) is voorzien van een derde hefboomarm. (20 v), die aan. de andere zijde over de slotcilinder (l6) aangrijpt en met een tveede onderste, , Yv 15 voor het sluxten van het paar grendelhefbomen. verkzaam stuurvlak (20 ) reikt in de bevegingsbaan van de slotbaard (17).

8. Slot volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat aan de tegenover de rechte hefboom (22) liggende zijde· van.de tuimelaar (20) nog een tweearmige grendelhefboom (35) is aangebracht, die met het 20 ene einde (37) aanligt tegen de tuimelaar en met het andere einde (38) in de open stand, van de tuimelaar zodanig in de bevegingsbaan reikt van de slotbaard (17)» dat deze alleen over een draailng voor- en terugsluit-baar is.

9· Slot volgens een der conclusies 1 - 3, in het bijzonder 25 voor buiskozijndeuren, met het kenmerk, dat het grendelorgaan bestaat uit een dvarsverschuifbare grendelslede (1+7) met grendelnok (1+7,M), die kan γγγ worden gedrukt’in een grendeluitsparing (1+5 ) van een direct of indirect met de drijfstang (2) verbonden bedieningsschuif (1+5).

10. Slot volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat de gren-30 delveer bestaat uit een rond een aan de grendelslede (1+7) aanvezige lei- pen (1+7”) gevonden torsieveer (1+9), vaarvan het ene been steunt tegen de onderzijde van de grendelnok (1+7MI) en het andere been tegen een vast aan het slothuis aangebrachte aanslagpen (50).

11. Slot volgens conclusie· 9 of 10, met· het kenmerk, dat 35 aan veers zij'den van de tussen de bedieningsschuif (1+5) en de daarmee via een kantelhefboom (1+1+) verbonden drijfstang (2T'.') aangebrachte grendel- 8202928 -- ψ · slede (Vf), een grendeXnok (U7f'‘, ^7^) aanwezig is, waarvan de ene (U71T') kan worden gedrukt in de grendeluitsparing (1+5^^) van de bedie- γγ ningsschuif, en de andere (U7“ ) kan worden bewogen onder de onderste rand (2 ) van de uitgedrukte drijfstang (2), weXke twee grendelnokken 5 tevens dienen als tegen de binnenwand van de sXotkast geleidend aanlig-gende Xeinokken voor de grendeXsXede. / 8202928