NL8202352A - Hooimachine. - Google Patents

Hooimachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8202352A
NL8202352A NL8202352A NL8202352A NL8202352A NL 8202352 A NL8202352 A NL 8202352A NL 8202352 A NL8202352 A NL 8202352A NL 8202352 A NL8202352 A NL 8202352A NL 8202352 A NL8202352 A NL 8202352A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine according
teeth
rake
haymaking machine
wheel
Prior art date
Application number
NL8202352A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Poettinger Ohg Alois
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Poettinger Ohg Alois filed Critical Poettinger Ohg Alois
Publication of NL8202352A publication Critical patent/NL8202352A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1064Arrangements of tines

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Description

- 'X
VO 3420 Hooimachine.
De uitvinding betreft een hooimachine met tenminste een. op een.
.- - in hoofdzaak vertikale door een ondersteuningsorgaan gesteunde.as ge— ---. lagerde en van een aandrijving voorzien harkwiel, dat een aantal naar buiten wijzende tanddragende armen heeft, welke elk, paarsgewijs aange- ......
5 brachte, naar de grond gerichte tanden dragen, welke door.de benen van ....... schroefveren zijn gevormd, waarbij twee in tegengestelde zin.gewonden - - r· .
:: schroefveren door een ϋ-vormige Ins met elkaar verbonden zijn7 welke: 1 r- - meedraaiend aan het haakwiel zijn bevestigd.
%
Hooimachines met aan roterende harkwielen bevestigde tanden:.-..-10 zijn voor het zetten en zwaden in een uitvoeringsvorm met een en meer waaiers vanwege hun eenvoudige opbonw, produktievermogen en universele toepassingsmogelijkheden in de praktijk in vele gevallen toegepast. De hooimachines kunnen in hoofdzaak door de stand van de standen ten opzich-te van de draaiingsas van het harkwiel voor het zetten of zwaden inge-15 richt worden, waarbij het gebruik is, voor het zwaden extra zwadvormers en in het bijzonder bij enkele waaiers bovendien 00k afstrijkinrichtingen in de vorm van platen of dergelijke te gebruiken.
Het richten en het plaatsen van de tanden bepaalt de wijze van het opnemen van het materiaal alsmede het tijdstip van afgifte en in het 20 bijzonder 00k het tijdstip van afgifte of afwerpen van het materiaal en dus 00k de werprichting.
Voorts bepaalt de dichtheid en de aard van het te keren of te zwaden materiaal in beslissende mate 00k de wijze van-werken van de machine. Men is tot het inzicht gekomen, dat door een joist richten van de 25 tanden optimaal werk bij verschillende dichtheid en aard van het materiaal bereid kunnen worden·
Doel van de uitvinding is een eenvoudig opgebouwde en produktie-gunstige hooimachine te verschaffen, welke op grond van de vorm van de tanden en plaatsing hetzij voor het zetten of zwaden bruikbaar is dan 30 wel 00k als universele machine om de ene wijze van werken op de andere te kunnen omschakelen. Daarfcij zijn geschikte manieren van richten en opstellen van de harktanden aan de tanddraagarmen en een geschikte piaat-sing en inrisfefcfcag· voor het harken, eenveudigatoni¢,Ibaarneid van de tan-den voor de genoemde manier van werken bereikbaar.
35 Volgens de uitvinding wordt dit probleem bij een hooimachine van 82 02 3 52 -------------------------------------- -2- £ * het hierboven bedoelde type opgelost, tddat tenminste de middendelen van de tanden van elk tandenpaar in de werkstand en in hoofdzaak vertikaal vlak omspannen, dat tenminste nagenoeg evenwijdig aan de nagenoeg tan-gentiaal op de draaiingscirkel aangebrachte middenlijnen van de schroef- — 5 veren verloopt. De opstelling van het tandenpaar volgens de uitvinding waarbcrgt een gunstig en voorzichtig opnemen en afgeven van te keren of te zwaden materiaal, waarbij overeenkomstig de gewenste manier van werken de stand van de tanden op eenvoudige wijze kan worden gevarieerd. Daar-enboven onderscheidt de hooimachine volgens de uitvinding zich door een 10 grotere veiligheid, zodat gevaar voor ongevallen doeltreffend vermeden worden.
De machine volgens de uitvinding kan met stijve draagarmen en φ stijf aan de draagarmen bevestigde tanden, welke overeenkomstige de gewenste manier van werken gericht zijn, vervaardigd worden. Ook is een 15 eenvoudige uitvoeringsvorm als universeel machine mogelijk, waarbij de tanden overeenkomstig de gewenste manier van werken kunnen worden gericht..
De machine volgens de uitvinding kan dus met sti jve draagarmen, bij voor-keur voor het zetten of zwaden dan wel met zwenkbare draagarmen voor het zetten en voor het zwaden vervaardigd worden. Voorts kan een cambinatie-20 apparaat zodanig worden ingesteld, dat dit een middenzwad of een zijzwad dan wel een achterzwad kan produceren. Tenslotte kan de machine volgens de uitvinding op eenvoudige wijze ook als zijzwader of als zwader met een waaier worden ingericht.
De verschillende xoanieren Vein opstellen en omstellen van de 25 machine volgens de uitvinding volgens een verschillende wijze van werken' en/of werkomstandigheden zijn in de onderconclusies omschreven, waarvan de kenmerken voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding omvatten.
Uitvoeringsvormen en verdere bijzonderheden van de uitvinding worden aan de hand van de tekening toegelicht. Daarin toent: 30 figuur 1 een ziiaanzicht van de hooimachine schematisch weer- gegeven, figuur 2 eer. bovenaanzicht var. de hooimachine volgens figuui 1, figuur 3 een doorsnede odor een harkwiei van de hooimachine volgens figuui a en 2 op vergrote schae. .
35 figuur 4 een bovenaanzicht van een harkwiei, ten dele in door snede, figuur 5 een bovenaanzicht van vers chiliende standen van de tan- 8202352 ------------------------------------------- * i -3- den overeenkomstig de gewenste manier van werken, figuur 6 een zijaanzicht van een van schroefveren afgebogen paar tanden, figuur 7 een vooraanzicht van het tandenpaar volgens figuur 6, 5 figuur 8 een zijaanzicht van aan een tanddrager bevestigde tan den, figuur 9 een bovenaanzicht van de tandbevestiging volgens fi- - guur 8, · figuur 10 een vooraanzicht van een draadveerinrichting voor 10 harktanden, -- - figuur 11 een doorsnede door de veerinrichting volgens de lijn XI-XI van figuur IQ, figuur 12 een bovenaanzicht van een hooimachine met twee waaiers met elkaar.snijdende harkarmcirkels, 15 figuur 13 een bovenaanzicht op een hooimachine volgens figuur 12, waarvan de cirkeldiameters elkaar juist nog rakend zijn ingesteld, figuur 14 een als zijzwader ingerichte machine en figuur 15. een overeenkomstig figuur 12-14 uitgevoerde machine met vier draaicirkels. ' .
20 De in de figuren 1 en 2 weergegeven hooimachine bestaat uit de harkweieln 1 en 2, welke aan een draagarm 3 om een nagenoeg vertikale draaiingsas 4, 5 elk door een drijfwerk 6, 7 amlopend aangedreven worden.
Het draagframe 3 is in het midden aan het achtereinde van een trekframe 8 .bevestigd, waarvan het andere einde met een aanbouwframe 3 verbonden 25 is, dat de schamierpunten 12, 13, 14 voor het driepuntshefwerk van een niet weergegeven trekmachine heeft.
De rijrichting alsmede de omlooprichting van de harkwielen zijn door pijlen aangeduid. :'.i,,..
In de figuren 3 en 4 is het harkwiel 2 nader weergegeven. De 30 naaf 26 is draaibaar op de holle harkwielas 15 gelagerd. In de weergegeven uitvoeringsvorm staat de draaiingsas 4 van het harkwiel' 2:.quiver vertikaal. De harkwielas 15 is in het buisvormige deel IS van de aan-drijfkap 18 van het drijfwerk 6 meearaaiend gezet. De harkwielas 15 vordt door een steunwieldracer 19 doorlopen, aan het ondereinde waarvan 35 het steunwiel 22 gelagerd is. De steunwieldrager 19 is aan zijn bovenein.de van een aantal insteekboringen vocrzien, welke in verschillende hoogten met boringen in met de aandrijfkap 18 verbonden lippen stroken, zodat d? 8202352— 2 * - -4- :-- steunwieldrager 19 ten opzichte van het harkwiel 2 door pennen 25 in
.. verschillende steunhoogten gestoken kan worden. Het in de rijrichting F
zich uitstrekkende trekfarme 8 is schematise!! weergegeven en doorgesneden.
Het harkwiel 2 is met zijn naaf 26 door twee lagers 27, 28 ..5 op de harkwielas 15 gelagerd. Aan de bovenzijde van de naaf 26 is een .-. -, . schoteltandwiel 27 bevestigd, dat tezamen met een niet weergegeven -- - - , . -aandrijfkegelwiel, dat wederom door een aandrijfas wordt aangedreven, de niet nader weergegeven aandrijving 6 voor het harkwiel 2vormt^ '
De naaf 26 heeft een bovenste en onderste wielschotel 29, 30, --
VII
·· 10 waartussen, zoals uit figuur 4 blijkt, acht tanddraagarmen 33 tot 33 -
VII
om bijbehorende zwenkassen 34 tot 34 zwenkbaar gelegerd zijn. -Hike
VII VII
tandendraagarm 33 tot 33 heeft een lagerboring 35 tot 35 , waar-
VII
doorheen de aspennen 36 tot 36 lopen, weIke ter weerszijden'Van de
VII
lagerboring 35 tot 35 in de bovenste en onderste wielschotel 29, 30 15 gehouden wordt.
Naar buiten toe is aan de tandendraagarm 33 een buitenste tan-VII
dendraagarm 37 tot 37 door middel van twee schroefverbindingen 38 tot
VII VII
38 en 39 tot 39 vastgeschroefd.
Zoals in figuur 4 getoond, kan'de buitenste tandendraagarm 37
HI HI
20 zoals uit het voorbeeld 37 en de tandendraagarm 33 valt af te - leiden, door middel van.een, dwars op de tandendraagarm-33111 of 37111 aangebrachte strip 38111, in verschillende hoekstanden ten opzichte van
III III
de tandendraagarm 80 , om de schroefverbinding 38 gezwenkt, in- steekbaar of bijv. van een niet nader weergegeven langwerpig gat, in- 25 stelbaar zijn uitgevoerd.
VII
De buitenste delen 50 to 50 van de buitenste tandendraagarm VII
37 tot 37 zijn recht en naar onderen omgezet uitgevoerd, waarbij deze delen een hoek alpha van minder dan 45° met de vertikaal insluiten.
VII
Aan deze buitenste delen 50 tot 50 zijn de paren harktaaden VII
30 40 tot 40 bevestigd. Voor een gemeenschappelijk zwenken van de tanden-
' Vii VII
draagarmen 33 tot 33 zijn aan de tandendraagarwen 33 tot 33 dwars- strippen 43 tot 43 vast aangebracht, welke op hun beurt dgpr ττπ
. , ., - VT
van verbindingshefbomen 44 tot 44 scharnierbaar zijn gekoppeld, v;aarbi;
III XV
bus sen de tandendraagarmen 33 en 33 deze verbinding kan vervailer..
35 Voor het insteilen van egn bepaalde zwenkstand van de tandendraagarm 33 is aan deze tandendraagarm een extra insteekiin 45 met insteekboringer. 4' aangebracht, waarvan de insteekboringen met een boring 47 aan een uitsteek- l 62Γ Ό 2 35 2 -5- * «· : ... sel 48 van de bovenste wielschotel 29 kan stroken en door middel van fixeerpennen 49 kan worden vastgezet. --
Vii
De paarsgewijs uitgevoerde harktanden 40 tot 40 bestaan,— met betrekking tot op de omlooprichting U van het harkwiel 2 r- nit - voor-_ 5 ste 41 en achterste 42 harktanden, welke op hun beurt uit een veerdeel -52,..53 en een tanddeel 54, 55 aan een harktanddeel 56, 57 bestaan.- De------ . V- v~n:.r.veerdelen 52, 53 zijn door een tot een lus gebogen verbindingsdeel 58,· - ' i~: : ..-door middel van de harktanden aan de buitenste tandendraagarm-37 zijn' -- --: -.-- vastgeschroefd, verbonden.
10 . . ...... , De harktanden 40 zijn in de middenstand van de tandendraagarm -- - ~ 33 zodanig aangebracht, dat de as 53’ door de veerdelen 52, 53- van -een -: paar harktanden een raaklljn op de omloopcirkel van de tanden vormt.
De tanddelen 54, 55 steken aan de veerdelen 52, 53 aan de onder— zijde naar buiten en wijken met hnn bovenste tanddeel 59, 60 in het 15 binnenste van het harkwiel 1 terug, waarbij de vertikaal een hoek beta, groter dan 45° wordt gevormd.
Op het bovenste .".tanddeel 59, 60 sluit een middentanddeel 61, 62 aan, dat vertikaal gericht verloopt, of in een zeer scherpe hoek . gamma hellend is aangebracht, zoals dit in figuur 6 is weergegeven. De 20 rechte tanddelen 56, 57 lopen vanaf het ondereinde van het middelste tanddeel 61, 62 naar buiten, waarbij zij enigszins naar onderen hellend — verlopen, zodat de tandpunten 63, 64 de diepst gelegen tanddelen .vormen.
De tandpunten 63, 64 liggen ongeveer in een vertikaal vlak V, door de as -van de veerdelen 52, 53 van de harktanden 40, waarvan het voorste hark-25 tanddeel 56 ongeveer hetzelfde stuk buiten dit vlak V, van het achterste harktanddeel 57 binnen dit vlak V eindigt. · ··
Het is echter ook mogelijk, de tandpunten 63, 64 buiten dit vlak _V te brengen, in het bijzonder dan, wanneer de middelste tanddelen 61, 62 onder een hoek ten opzichte van de vertikaal verlopen , waarbi j de -iniddel-30 ste tanddelen 61, 62 binnen het vlak V blijven. Tussen de bovenste en de middelste tanddelen, alsmede tussen de middelste tanddelen en de hark-tanddelen is de richtingsovergang van een nagenoeg met het veerdeel over·*· eenstemmende kromtestraal voorzien.
De beide tetnddelen 54, 55 van de harktanden 41, 42 lopen onder-35 ling evenwijdig, waarbi- het voorste tanddeel 5.4 op enige. afstand bpvei: het achterste harktanddeel 5:: eindici
Volgens een andere uitvoeringsvorm is het onderste gedeelte 65, 8202352 " f * -6- 66 van het middelste tanddeel 6i, 62 ten opzichte daarvan onder een -scherpe hoek in de omloopridating ϋ van het harkwiel 1 afgebogen. De veerdelen 52, 53 van de harktanden 41, 42 steunen bij belasting op een niet weergegeven buis.
5 De achterste harktand 42 wordt echter in het gebruikelijke belastingsgeval ook tegen de omlooprichting U van het harkwiel 1 in de richting P gedrongen en is volgens een uitvoeringsvorm ten opzichte van de evenwijdig aan het achterste middentandwiel 62 verlopende strook 67 van steundelen 68, welke tezamen met de harktanden 40 met de buitenste 10 tanddraagarm 37 door middel van een schroefverbinding 64 verbonden is, ondersteund.
Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn de bovenste stukken van de voorste en achterste middelste tanddelen 61, 62 elk door een kevel 71, 72 in de vorm van een tang omvat en vastgespannen, waazbij de beide 15 knevels 71, 72 door middel van een verbindingskabel 73 verbonden en op trek gekoppeld zijn (figuur 8 en 9).
Voorts is het mogelijk (figuur 10, 111 de harktanden 40 aan een einddeel 75 van de buitenste tandendraagarm 37 te bevestigen, welke in een veerelement 76 tegen verdraaiing verend gelagerd is, waarbij het 20 veerelement op zijn beurt aan de buitenste tandendraagarm 37 bevestigd is.. ·
Het veerelement bestaat, zoals uit figuur 11 hlijkt, uit een vierhoekig buisstuk, waarin een vierkante pen 75' is aangebracht. m de hoekbereiken van de vierkante buis zijn rubber strengen 77 gelegd, welke 25 met een uitsteeksel tegen de zijden van de vierkante pen 75' steunen.
De in figuur 10 en 11 weergegeven draaiveer is van bekende constructie.
. Zoals uit figuur 8 en 9 blijkt, steunen de gewbnden veerdelen 52, 53 tegen een naar bovenaangehrachte steunplaat 74', welke in het weergegeven geval aan de tanddrager is vastgelast.
30 In de werkzame stand is het harkwiel 2 in de rijricht&rg P ten opzichte van de grond hellend en wel voor her zwaden minder dan voor het strooien. Daarbij komen de aehrerste, onderste, en airekt de grond ge-leger. tandpunten 64 binnen her vertikale vlak en her grondoppervlak O te ligger..
35 Veer de strociwerk#£irdieien zijn de randandraagaagipn 33 boven eer.
hoek in de cmlcoprichting U vSn her harkwiel 2 verzwenkt, waardcor doer de langsassen van de harktanddeleh 56, 57 gaande vlakken voorijlingshoeken 82 02 3 52----------------~ -7- * ^ * .--- H rmet de radiale vlakken dopr de draaiingsas 4 van het harkwiel 2---„ en de wortels W van de harktanddelen 56, 57 insluiten. Daarbij is de op- tredende voorijlingshoek van het voorste harktanddeel 56 kleiner dan......
de overeenkomstige hoekyu van het achterste harktanddeel 57.
5 Voor het zwaden zijn de tandendraagarmen 33 over de hoek i ten opzichte van de omlooprichting U van het harkwiel 1 gezwenkt, waar-_door door de langsassen van de harktanddelen 56, 57 gaande vlakken een ' - - · naijlingshoek X , ^ met de radiale vlakken door de draaiingsas 4 van het harkwiel 1 en de wortels W van de harktanddelen 56, 57 insluiten, waarbij 10 de naijlingshoekDC van het voorste harktanddeel 56 groter is dan de naijlingshoek 'f van het achterste harktanddeel 57. .--
Omdat deze hoekverschillen in bijzondere gevallen varcde aard van het materiaal tot vermindering van de :produktie, resp. onnauwkeurig werken kan leiden, is het mogelijk,het achterste harktanddeel 57 tegen 15 de draairichting U van het harkdeel 1 zodanig te veranderen, dat de voorijlingshoek ^ van het achterste harktanddeel 57 bij strooiwerkzaamheden gelijk wordt aan de hoek'Tjyan het voorstefharktanddee 1 56.
Bij het zwaden wordt de naijlingshoek 'f' van het achterste harktanddeel 57 gelijk gemaakt aan de naijlingshoek X van het voorste hark-20 tanddeel 56. De voorste harktanden 41, waarvan de delen 56 verder naar buiten reiken, bewerken en leiden het geoogste materiaal verder weg dan de harktanddelen 57 van de achterste harktanden 42, waardoor het teriig-vallen van het materiaal op reeds geharkte grond wordt. vermeden. De navolgende harktanddelen 57 van de achterste harktanden 42 harken en 25 bewerken het te oogsten materiaal tot op het grondoppervlak.
Bij het ondervinden van grondweerstanden of bij grotere weer-stand van het te oogsten materiaal kunnen in het bijzohder de achterste harktanden 42 terugwijken en verwijderen zich daarbij van de grond, waar-. door zij los kunnen komen van de tegehhoudende weerstanden.
30 In de figuren 12-15 zijn schematisch op verschillende bedrijfs- omstandigheden ingestelde hooimachines weergggeven.
Bij de hooimachine volgens figuur 12 grijpen de harkarmen van de beide hark-wielen in elkaar, zoaat de door de nanden heschreven banen e±-kaar sr.iiden. In de weergegeven opstelling zijn de door de tanden beschre-35 ver. banen door het radiaal stellen van de harkarmen- veraroot j-J^Jweerce-geven opstelling is geschikt voor het zetten, waarbij aoelmatig de nanden -door ombtiigen van' de harkarmen in de omlooprichting een voorioophoek kunnen 8202352 -8- hebben. ' -- - -
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 13 zijn de door de tanden : _ beschreven banen door zwenken van de harkarmen tegen de omlooprichting - -: van de harkwielen inr verminderd. De weergegeven uitvoeringsvorm is -voor · 5--_ het-produceren ^ een middenzwad geschikt, waarbij niet. weergegeven zwad-vormers aanwezig kunnen zijn. .-- ::. ... De door de tanden beschreven banen raken zich doelaatig -juist. .-- ----- · . Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur-14 stemt de-tandstand met-* . - die van de bandstand volgens de uitvoeringsvorm volgens -figuur 16.overeen. - ' :--10 De harkwielen draaien echter bij schuingestelde draagframes in dezelfde ’ - .......:- zin, zodat de machine als zijzwader werkt. Een zwadvormer is bovendien in de schematisch weergegeven wijze aanwezig.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 15 zijn twee tegengesteld draaiende harkwielen van het type volgens figuur 13 op een gemeenschappe— 15 lijk draagframe gelagerd, zodat bijv. twee middenzwaden gevormd kunnen worden.
Overeenkomstig het gewenste machinetype kunnen de harkarmen ra-diaal of voorijlend of naijlend worden' gericht, zodat de machines'voor-het zetten of voor het vormen' van een nazwad, een middenzwad of een zij--20 zwad geschikt zijn. De machines kunnen met stijve draagarmen' dan wel als universeel machine met zwenkbare draagarmen gebouwd worden. Ook machines met een waaier, bijv. in de vorm van een zwade inet eeh waaier zijn moge-lijk.
25 82 02 3 52 --------------------------------------------------

Claims (20)

  1. 2. Hooimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat. elke· - - - tand (41, 42) aansluitend aan zijn middendeel (61, 62) een naar buiten wijzend en enigszins naar de grond hellend einddeel (56, 57) heeft.
  2. 3. Hooimachine volgens conclusies 1 of 2., met het kenmerk, dat de punten (63, 64) van de tandeinddelen (56 , 57) in het bereik van een vertikaal vlak, dat door de langsas (53’) van de bijbehorende schroefveren (52, 53) verloopt, eindigen.
  3. 4. Hooimachine volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de : - 20 punt (64) van de langere harktand (42) in radiale richting van.de hark- . wielas (4) uit gezien voor het, door de langsas (53') van de schroef— -- - -veren (52, 53) verlopende vertikale vlak (V) eindigt. - 7 ’
  4. 5. Hooimachine volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dattten-minste de punt (63) van de kortere harktand (41) in radiale richting van • . 25 de harkwielas uit gezien buiten het vertikale vlak (V) eindigt.
  5. 6. Hooimachine volgens conclusies 1-5, met het kenmerk; dat een van de beide tanden (41, 42) van elk tandenpaar (40) korter is dan de andere en in hoogterichting boven de andere bp enige af stand daarvan eindigt. 30 7-. Hooimachine volgens conclusie 6, met "het kenmerk, dat de in de draairichting van het harkwiel voorste tand (41) korter is dan de achterste. S. Hooimachine volgens conclusies 1-3, met hex; kenmerk, dat big een cnstelling met tenminste twee--fnekwiei-en remainste een harkwiel van 35 tandenparer.. is vcorzien, w»e$bij de in de oraarrichtino. var...h,<|,t harkwiel achterste tanden korter zijn.
  6. 9. Hooimachine volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de 82 02 352“ -10- langsassen (53') van de schroefveren (52, 53) van elk tandenpaar (40) met de in het bereik van de op de draaicirkel getrokken raaklijn een hoek tot 45° insluiten. ·
  7. 10. Hooimachine volgens een van de voorafgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de langsassen (53') van naburige schroefveren (52, 53. van een tandenpaar (40) onderling een stompe hoek insluiten. i..-·
  8. 11. Hooimachine volgens een van de conclusies 1-10, met het ken-.. . merk, dat de naar onderen in de richting van de harkwielas (4> en tan- gentiaal uit de schroefveren (52, 53) strokende benen (59, 60) van de 10 tanden (41, 42) met het vertikale vlak (V) een hoek insluiten, welke groter dan 45° is, en dat op het schuin daarop verlopende deel het na-genoeg vertikale middendeel (61, 62) van de tanden aansluit.
  9. 12. Hooimachine volgens condusies 1-11, met het kenmerk, dat de van het middendeel (61) van de kortere tand (41) naar buiten gebogen 15 einddeel (56) langer is dan het van de voorste langere tanden (42) naar buiten afgebogen einddeel (57).
  10. 13. Hooimachine volgens conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het einddeel (56, 57) van tenminste een van de tanden (41, 42) van elk tandenpaar (40) voor zetwerkzaamheden in de draairichting van het hark- 20 wiel naar voren of voor zwaden naar achteren afgebogen is.
  11. 14. Hooimachine volgens een van de conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de in de draairichting van het harkwiel achterste hark-tanden (42) van ondersteuningen (67, 68) voorzien zijn.
  12. 15. Hooimachine volgens een van de conclusies 1-14, met he flcen- 25 merk, dat de. ondersteuninen (67, 68) aan de tanddragers bevestigd zijn.
  13. 16. Hooimachine volgens conclusies 1-15, met het kenmerk, dat. de tanden (41, 42) van elk tandenpaar (40) van een koppelende verbinding . . .... zijn voorzien. ^ . ·.
  14. 17. Hooimachine volgens een van de conclusies 1-16, met het 30 kenmerk, dat de windingen van de schroefveren ¢52, 53) van elk tandenpaar (40) een buisstuk bevatren, waartegen de windingen bij een radiaal bin-nenwaarts bulger. van de tanden aar.ligger. en/of dat boven de windinge:. van de schroefveren (53, 53) -een deze steunende aanslagplaat (741) aan-wezig t£.
  15. 18. Hooimachine volgens een van de voorafgaande conclusies, pet het kenmerk, dat de vertikale, door de tandeinden (56, 57) gaande vll&ke-van de beschrijvende lijnen gelijke voorijlings-, reap, naijlingshoeken 82 0 2 3 5 2 ‘ " “ -11- bij het zwenken van de tanddragers in of tegen de draairichting in een , . dienovereenkomstig scherpe hoek mat elkaar insluiten. _____ 19. Hooimachine/ in het bijzonder volgens een'van de conclusies 1-18, met het kenmerk, dat bij combinatiemachines voor het zetten en 5. voor het trekken van midden-, zij- of achterzwaden van tenminste twee’ ..... _- harkwielen voor het bevestigen van de tanden .(40) aan de wielasnaaf .(26).om ten opzichte van de harkwielas (4) ongeveer evenwijdige assen • (36) zwenkbaar gelagerde en in de werkstanden arreteerbare draagarmen' (33) aanwezig zijn, welke voor het stellen van de tandparen (40Ϊ in de 10 zetstand in de draairichting en voor het stellen van het tandenpaar - (40)' - - in de zwadstand tegen de draairichting (U) van het harkwiel (1, 2) ver-zwenkbaar zijn.
  16. 20. Hooimachine volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de wielasnaaf (26) van stervormige uitsteeksels (48) of een buiten de 15 achterste einden van de draagarmen (33) uitstekende ring met een aantal naast elkaar in omtreksrichting aangebrachte boringen voor het . vastpennen met de draagarmen (33) voorzien' is'. -
  17. 21. Hooimachine volgens conclusies 19 of 20, met het’kenmerk, dat slechts een draagarm (33) in verschillende hoekstanden met de wiel— I VII 20 asnaaf (26) vastpenbaar en de andere draagarmen’ (33 tot 33 I aaarmee op een ten opzichte van de wielasnaaf (4} concentrische’ cirkel door kop-pelorganen (43, 44) .scharnierbaar met elkaar verbonden’ zijn.
  18. 22. Hooimachine volgens een van de ’conclusies’19-21, met het’ kenmerk, dat elke draagarm (33) om een ten opzichte van de draaiingsas 25 nagenoeg evenwijdige zwenkas (38) met een draagarmstuk (371 scharnierend verbonden is, dat via een op dezelfde radiale afstand van de evenwijdige zwenkas (38) van boringen voorziene strip in verschillende hoekstanden _ ten opzichte van de draagarm (33) yastgepend kan worden.
  19. 23. Hooimachine volgens een van de conclusies 19-22, .met het’ 30 kenmerk, dat het de tandenparen (40) dragende draagarmstuk (371 naar onde— ren, bij voorkeur schuin afgebogen is.
  20. 24. Hooimachine volgens een van de conclusies 19-23, met het kenmerk, dat de tandenparen aan de as (75, 75’) van een draaihare veer bevestigd zijn. 82 0 2 352 ’ ------------------
NL8202352A 1981-06-10 1982-06-10 Hooimachine. NL8202352A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19813123020 DE3123020A1 (de) 1981-06-10 1981-06-10 Heuwerbungsmaschine
DE3123020 1981-06-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8202352A true NL8202352A (nl) 1983-01-03

Family

ID=6134361

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8202352A NL8202352A (nl) 1981-06-10 1982-06-10 Hooimachine.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE3123020A1 (nl)
FR (1) FR2507431B1 (nl)
NL (1) NL8202352A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3644000C1 (en) * 1986-12-22 1988-07-14 Hans Lederle Fodder-collecting machine
DE29512347U1 (de) * 1995-08-01 1995-10-12 H. Niemeyer Söhne GmbH & Co KG, 48477 Hörstel Heuwerbungsmaschine
DE102007010522A1 (de) * 2007-03-05 2008-09-11 LTH Landtechnik Hohenmölsen GmbH Heuwerbungsmaschine

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7617919U1 (nl) * Wilhelm Stoll Maschinenfabrik Gmbh, 3325 Lengede
NL6709864A (nl) * 1967-07-17 1969-01-21
DE2232555A1 (de) * 1972-07-03 1974-01-31 Fahr Ag Maschf Heuwerbungsmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
FR2507431B1 (fr) 1986-06-27
FR2507431A1 (fr) 1982-12-17
DE3123020A1 (de) 1983-01-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4947631A (en) Bi-fold hay rake system
US5065570A (en) Bi-fold hay rake system
US3995416A (en) Hay making machines
EP0217436B1 (en) Machine for working grass, hay or other crops on the field
NL8202352A (nl) Hooimachine.
NZ195336A (en) Raking machine with rake member rotatable about upwardly and forwardly inclined axis
US4700535A (en) Drum-type windrowing machine
IE50122B1 (en) Haymaking machine
EP0290059A2 (en) An implement for displacing crop
EP0622006A3 (de) Heuwerbungsmaschine.
CN108738719B (zh) 牧草捡拾集条机
US2975582A (en) Front mounted rotary wheel side delivery rake
US2949719A (en) Side delivery rake and mower
US4686818A (en) Mowing machine
EP1493321B2 (de) Heuwerbungsmaschine
DE1582368C3 (de) Rechwerkzeug für Heuwerbungsmaschinen
US4312175A (en) Agricultural rotary mowers
NL8501837A (nl) Maaiinrichting.
US3478502A (en) Windrow turning device
US3894384A (en) Picking machine
DE3644000C1 (en) Fodder-collecting machine
DE2909729A1 (de) Heuwerbungsmaschine
EP0756815A1 (de) Heuwerbungsmaschine
EP0887010B1 (en) An implement for adjusting an agricultural machine, such as a hay-making machine
EP0958731B1 (en) An implement for laterally displacing crop lying on the soil

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed