NL8202110A - Sigarettefilter. - Google Patents

Description

^ - 'J

N.O. 31 058 **

Sigarettefilter.

Deze uitvinding heeft hetrekking op filters voor sigaretten. Enerzijds heeft deze uitvinding hetrekking op een filter met nieuwe ventilatiemiddelen. Anderzijds heeft de uitvinding hetrekking op een filtersigaret waarbij de. ventilatielucht en rook het filter in 5 gescheiden stromen verlaten.

In de filtersigarettenfechniek is het hekend om omgevings-luoht voor de nrerdunning van sigaretterook te gebruiken voordat deze de mond van de roker binnentreedt. De verdunning van de stroom • rook vermindert de hoeveelheid rookdeeltjes alsmede de componenten 10 in de gasfase die aan de mond van de roker toegevoegd worden. Een aantal middelen is voorgesteld en gebruikt voor het inbrengen van ventilatielucht in de sigaret. Het omhulsel van de tabaks-kolom kan bijvoorbeeld uit een poreus materiaal gemaakt worden, dat het inbrengen van lucht <ver de hele lengte van de sigaret mo-15 gelijk maakt, waardoor de stroom rook vermengd en verdund wordt als deze daar doorheengaat. Ook kan het sigaretteomhulsel op bepaalde plaatsen over de lengte van de sigaret van openingen voorzien worden, om openingen te verschaffen waardoor ventilatielucht de sigaret binnentreedt. Eovendien is het bekend om het 20 omhulsel van een filter aan het eind van een sigaret van openingen te voorzien, om het ventilatielucht mogelijk te maken het filter binnen te treden om de stroom rook in het filter te verdunnen. Onlangs is voorgesteld om filters voor sigaretten te maken waarbij de ventilatielucht en de stroom rook die door het filter gaan, 25 afzonderlijke stromen te doen omvatten en niet met elkaar te mengen totdat deze het filter verlaten. Bit is omschreven in de imeri-kaanse octrooischriften3·324*882; 3.390.684; 3*490*461;· 4*023*567 en 4*256.122 en in de Duitse octrooiaanvrage 2.849*904*

De onderhavige uitvinding voorziet op van voordeel zijnde 30 wijze in een eenvoudige inrichting van een filter voor een tabaks-kolom voor het in hoofdzaak door ventilatie in plaats van door filtratie verlagen van het teergehalte. De onderhavige uitvinding voorziet verder vin een filterventilatiesysteem voor een sigaret, waarbij de stroom rook en de stroom ventilatieluch die het filter 35 verlaten afzonderlijke stromen zijn. De onderhavige uitvinding verschaft bovendien een filterventilatiesysteem voor een sigaret, 8202110 .4.

* - 2 - S4 waarbij de rook en de ventilatielucht die het filter verlaten, gescheiden stromen zijn, waarbij de ventilatielucht omgeven wordt door de naar buitengaande rook.

Verschillende andere kenmerken van de onderhavige uitvinding 5 zullen voor diegenen die bekend zijn in de stand der techniek, bij het lezen van hetgeen hieronder uiteengezet wordt, duidelijk worden.

Meer in het bijzonder versohaft de onderhavige uitvinding in combinatie met een sigaret een filter voor de sigaret omvat-10 tende: een poreus filterelement met cilindrische vorm, die een zich in de langsriehting uitstrekkende holle buis heeft die zich uitstrekt van eind tot eind, terwijl het filterelement omgeven wordt door een niet-poreus omhulsel materiaal; en een kamer, welke geplaatst is tussen het filterelement en de tabakskolom, 15 welke middelen heeft om ventilatielucht in de holle buis te ge-leiden, en middelen heeft om rook uit de tabakskolom in het filterelement te leiden zonder dat deze mengt met de lucht.

Begrepen moet worden dat de beschrijving van de voorbeelden van de onderhavige uitvinding die hiema gegeven wordt, niet als 20 beperkend geldt en dat verschillende wijzigingen van de onderhavige uitvinding die bij diegene die bekend zijn in de stand van de techniek op kunnen komen bij het lezen van de onderstaande be-schrijving, binnen het bereik van de onderhavige uitvinding vallen. In de tekeningen zijn: 25 Jig* 1 een perspectivisch aanzicht van een voorkeursuit- „ voering van een filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding waarbij bepaalde delen opengewerkt zijn; fig. 2 een doorsnede van fig. 1, genomen langs de lijn II-II; fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een ander filter-50 samenstel volgens de onderhavige uitvinding waarbij bepaalde delen opengewerkt zijn; fig. 4 een doorsnede van het filtersamenstel van fig. 3> genomen langs de lijn IT-IT; fig. 5 een doorsnede van een wijziging van het filter-35 samenstel volgens fig. 4; en fig. 6 een perspectivisch aanzicht van een wijziging van het mondeinde van het filtersamenstel van fig. 4» waarvan bepaalde cS.en opengewerkt zijn.

In fig. 1 en 2 is een filtersamenstel 2 volgens de onder-40 havige uitvinding getoond. Bit filtersamenstel 2 is in twee axiaal 8202110

Jr , & <\( **' - 5 - in lijn liggende nevensanienstellen 4 en 6 verdeeld, waarbij neven-samenstel 4 het mondeinde van het filtersamenstel is en nevensamen-stel 6 het deel van het filtersamenstel is dat aan een tahakskolom 10 bevestigd is.

5 In het mondeinde of nevensamenstel 4» is een poreus filter- element 8 met cilindrische vorm voorzien van een holle buis 12, die in hoofdzaak uit een dim wandig buisvormig kunststofmateriaal bestaat, welke zich in langsrichting door het filterelement uit-strekt. Het filterelement 8 bestaat in hoofdzaak nit een cellulose-10 acetaatfilterelement, maar kan elk ander filter zijn dat gemaakt is uit vezelachtige of schuimmaterialen die bekend zijn om tabaks-rook te filteren. Het nevensamenstel 4 wordt omgeven door een niet-poreus omhulsel 14· Bij gebruik van de term "niet-poreus ;;om-hulsel", wordt dit geacht niet-poreuze uitwendige oppervlakken 15 van geschuimd materiaal te omvatten, die een geheel uitmaken met het filterelement, alsmede niet-poreus omhulselmateriaal dat niet een geheel uitmaakt met het filterelement 8»

In het nevensamenstel, dat door stuknummer 6 aangegeven wordt, begrenzen een paar op afstand van elkaar in dwarsrichting 20 geplaatste oirkelvormige schijven 16 en 18 elk het eind van het nevensamenstel 6. De schijven 16 en 18 zijn voorzien van in lijn liggende openingen om een veelheid van zich in langsrichting uit-strekkende holle buizen 20 daartussen op te nemen, waarbij de holle buizen 20 zo aangebracht zijn dat rook uit de tabakskolom 25 10 bij gebruik in het filterelement 8 loopt.

Be schijf 16 is ook voorzien van een opening 22 om een eind van de holle buis 12 op te nemen. Be holle buis 12 is aangebracht om een doorgang voor ventilatielucht uit het nevensamenstel 6 door het mondeind van het filter te verschaffen, zoals 30 hierna besproken zal worden.

Een vel poreus omhulselmateriaal 24 omgeeft het nevensamenstel 6 om een kamer 7 te vormen met de schijven 16 en 18 die de einden daarvan vormen. Het omhulselmateriaal 24 is voorzien van een veelheid van doorstroom-openingen 26 om middelen te verschaf-35 fen die het mogelijk maken dat ventilatielucht het nevensamenstel 6 binnentreedt.

Zoals in fig. 1 en 2 getoond is, worden de nevensamenstellen 4 en 6 door reap, een poreus omhulsel 28 en vloeimateriaal 30 omgeven. Het vloeimateriaal 30 is voorzien van een aantal doorstroom-40 openingen 32 en strekt zich voorbij het filtersamenstel 2 uit, waar- 8202110 - 4 - % bij het de tabakskolom 10 overlapt en zi het filtersamenstel 2 aan de tabakskolom 10 bevestigt. Gerealiseerd moet worden dat zelfs hoewel de poreuze omhulsels 24 en 28 in een voorkeursuitvoering getoond worden, elk of beide weggelaten kunnen worden zonder 5 buiten het bereik en de gedachte van de onderhavige uitvinding te vallen.

Bij gebruik van Het filtersamenstel volgens fig. 1 en 2 in combinatie met een tabakskolom 10, wordt de rook door de bui-zen 20 van het nevensamenstel 6 in het filterelement 8 in neven-10 samenstel 4 gezogen, waar deze rook aan verwijdering van deeltjes onderworpen wordt voordat deze buis 12 omgevend,naar buiten treedt. De ventilatielucht treedt het nevensamenstel 6 door ventilatie-opening 32, poreus omhulsel 28 en ventilatieopeningen 26 binnen.

De ventilatielucht stroomt dan door middel van buis 12 uit het 15 nevensamenstel 6.

In fig. 3 en 4 is een filtersamenstel 3» welke alle organen van het filtersamenstel 2, dat hiervoor beschreven is aan de hand van fig. 1 en 2, omvat, verbonden aan een tabakskolom 10 getoond. Het filtersamenstel 3 is opgebouwd uit de nevensamenstellen 4 en 6 20 zoals hiervoor beschreven, en omvat bovendien een derde nevensamenstel 5 of voor-filter voor tabaksrook voordat deze tabaksrook de nevensamenstellen 4 en 6 binnentreedt. Het nevensamenstel 5 ligt axiaal in lijn met, is op afstand geplaatst van en ligt tussen nevensamenstel 6 en tabakskolom 10. Het nevensamenstel 5 omvat een 25 poreus filterelement 52 met cilindrische vorm welke omgeven wordt door een omhulsel 50. Het filterelement 52 en het omhulsel 50 worden in het algemeen uit hetzelfde materiaal vervaardigd als resp. filterelement 8 en het niet-poreuze omhulsel 14 in het nevensamenstel 4· Het materiaal waar deze uit vervaardigd worden kan 30 echter anders zijn zonder buiten het bereik en gedachte van de onderhavige uitvinding te vallen en het omhulsel 50 kan zowel poreus als niet-poreus zijn.

Het nevensamenstel 5 wordt door het poreuze omhulsel 28 en Q vloeimateriaal 30 omgeven, welk vloeimateriaal 00k de nevensamen-55 stellen 4 en 6 die hiervoor beschreven zijn, omgeeft. Het vloei- materiaal 30 strekt zich voorbij het filtersamenstel 3 uit en over-lapt de tabakskolom 10 waardoor het filtersamenstel 3 daar aan bevestigd wordt.

Bij gebruik van een filtersamenstel volgens fig. 3 en 4 in 40 combinatie met een tabakskolom 10, wordt rook door het nevensamen- 8202110 ί~ / - -5- v.

stel 5 gezogen, waar deze rook onderworpen wordt aan voorfiltre-ring voordat deze door de nevensamenstellen 4 en 6 gezogen wordt zoals hiervoor beschreven.is. De ventilatielucht wordt zoals hiervoor beschreven is, door de nevensamenstellen 4 en 6 bewogen.

5 Het enige verschil tussen het filtersamenstel 2 en het filtersa-menstel 3> is dus een voorfilter dat aan het eind van een tabaks-kolom 10 bevestigd is.'

Infig. 5 is de holle buis 12 vervangen door een holle buis 13» die een "venturi"-achtige constructie 13a in het uitlaat 10 eind daarvan heeft. De "venturi"-achtige constructie 13a zorgt dat de snelheid van de ventilatielucht toeneemt als deze het filtersamenstel verlaat, wat het krachtig mengen met de naar buiten-tredende rook stimileert. In fig. 6, is de. holle buis 12 voorzien van een bij het mondeinde dwars geplaatste schijf 12, welke schijf 15 een veelheid gaten 12b heeft. De gaten 12b zijn aanwezig om de lucht in een aantal afzonderlijke stromen te verdelen, om een hogere snelheid van de lucht die het filtersamenstel verlaat te verschaffen, om krachtige vermenging met de naar buiten tredende rook te stimuleren. Opgemerkt moet worden dat ook andere middelen 20 voor het verschaffen van toenemende luchtsnelheid bij het mondeinde van het filtersamenstel gebruikt kunnen worden zonder buiten het bereik en de gedachte van de onderhavige uitvinding te vallen.

Zodoende moet gerealiseerd worden dat verschillende veran-deringen uitgevoerd kunnen worden aan voorkeursuitvoeringen die 25 afgebeeld en beschreven zijn, zonder buiten het bereik en geest van de onderhavige uitvinding te treden.

8202110

Claims (7)

1. Filter Voor een tabakskolom in combinatie met een tabakskolom, met het kenmerk, dat het filter omvat: een eerste poreus filterelement met een cilindrische vorm, 5 welk een zich in de langsriehting uitstrekkende eerste holle buis heeft die zich van einde naar einde uitstrekt, welk eerste filter-element omgeven wordt door een niet poreus omhulselmateriaal; en een kamer die aangebracht is tussen het eerste filterelement en de tabakskolom, welke kamer middelen omvat om ventilatielucht 10 in de holle buis te leiden, en middelen omvat om rook uit de tabakskolom in het filterelement te leiden zonder deze te mengen met lucht.

2. Filter volgens conolusie 1, met het kenmerk, dat deze een tweede filterelement omvat, dat ge- 15 plaatst is tussen de kamer en de tabakskolom, waardoor tabaksrook gefilterd wordt voordat deze de middelen voor het leiden van de rook uit de tabakskolom in het tweede filterelement, binnentreerdt.

3· Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zich in langsriehting uitstrekkende buis 20 coaxiaal is t.o.v. het filterelement.

4· Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het leiden van de ventila-. tielucht in de holle buis, een paar op afstand van elkaar, dwars geplaatste schijven omvat aan elk eind van de kamer, waarbij edn 25 van de schijven tegen het eerste filterelement aanligten voor-zien is van een opening die in stromende verbinding staat met de eerste holle buis.

5· Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het leiden van rook uit de 30 tabakskolom in het filter, een paar op afstand van elkaar geplaatste, dwars geplaatste sehijven omvat, den bij elk eind van de kamer, met een opening in elke schijf die in lijn ligt met de ruimte en een zich in de langsriehting uitstrekkende tweede holle buis die in stromende verbinding staat met de openingen.

6. Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het mondeind van de eerste holle buis een venturiachtige constructie omvat.

7« Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het mondeind van de eerste holle buis een 40 dwars geplaatste schijf omvat, die in de nabijheid van het mond-einde daarvan ligt en een veelheid van gaten heeft. 8202 1 1 0