NL8201395A

NL8201395A - Blokkeerinrichting voor het blokkeren van een houder aan een bagagedrager van een voertuig.

Info

Publication number: NL8201395A
Application number: NL8201395A
Authority: NL
Original assignee: Metaalfab Burgerhout
Priority date: 1982-04-01
Filing date: 1982-04-01
Publication date: 1983-11-01

Description

' -JT. % 9 P HP/JS/3

Blokkeerinrichting voor het blokkeren van een houder aan een bagagedrager van een voertuig

De uitvinding betreft een blokkeerinrichting voor het blokkeren van een houder, in het bijzonder een kinderzitje, op een bagagedrager van een voertuig, in het bijzonder fiets, omvattende: een gestel; de houder met het gestel verbindende 5 verbindingsmiddelen; aan het gestel bevestigde haakmiddelen, ‘ “ welke aan een horizontaal deel van één van de beide, door de bagagedrager omvatte draagstangen aangrijpen; en met het gestel verbonden, het gestel aan het horizontale deel van de andere draagstang vergrendelende vergrendelmiddelen.

10 Een bekend type blokkeerinrichting van de bovengenoemde soort heeft in de praktijk het nadeel, dat de blokkeerinrichting in langsrichting van de horizontale delen van de draagstangen verschuifbaar is. Bovendien kan na verschuiving tot het van het zadel afgekeerde einde van de bagagedrager de 15 blokkeerinrichting van de bagagedrager loskomen met alle nare gevolgen van dien.

De uitvinding heeft ten doel een in dit opzicht veiliger blokkeerinrichting te verschaffen dié niet in langsrichting van de horizontale delen van de draagstangen verschuifbaar 20 is, doordat het gestel middels tenminste één borgelement aan tenminste één zich tussen de beide draagstangen uitstrekkende dwarsstang tegen verschuiving in langsrichting van de horizontale delen van de draagstangen borgbaar is.

Om te voorkomen, dat de aan de bagagedrager geblokkeerde 25 inrichting om het horizontale deel van de ene draagstang kan kantelen, omvat de inrichting bij voorkeur een veiligheidsorgaan dat met het gestel is verbonden en via welk veiligheidsorgaan het gestel tegen een kanteling om het horizontale deel van de ene draagstang beveiligbaar is.

30 De constructie van de blokkeerinrichting wordt aanmerke lijk vereenvoudigd, doordat het gestel, het borgelement, de aangrijpmiddelen en een bevestigingsdeel van het veiligheidsorgaan deel uitmaken van een uit plaatmateriaal gevormd monoliet, waardoor deze uit één en dezelfde plaat metaal ge-35 vormd kunnen worden.

8201395 ' V -> -2-

Genoemde en andere kenmerken zullen aan de hand van een tekening worden verduidelijkt.

In de tekening stelt voor: fig.1 een geëxplodeerd, gedeeltelijk weggebroken, pers-5 pektivisch aanzicht van een een houder aan een bagagedrager blokkerende blokkeerinrichting volgens de uitvinding; en fig.2 een variant van de blokkeerinrichting uit fig.1.

De figuur 1 toont een middels de blokkeerinrichting 2 volgens de uitvinding aan een bagagedrager 1 van een fiets 10 geblokkeerde houder 3. Deze houder 3 kan een kinderzitje, een mand voor een hond of een kat, of een houder voor voorwerpen zijn.

De blokkeerinrichting 2 is zodanig geconstrueerd, dat een gestel 4, borgelementen 13 en 14, haakmiddelen 23 en een 15 bevestigingsdeel 18 van een veiligheidsorgaan 17, die met het gestel 4 zijn verbonden, met het gestel 4 deel uitmaken van één en dezelfde uit plaatmateriaal gevormd monoliet 28.

De blokkeerinrichting 2 omvat het gestel 4, de houder 3 met het gestel 4 verbindende verbindingsmiddelen 5; aan een 20 horizontaal deel 6 van één van de beide, door de bagagedrager 1 omvatte draagstangen 7 aangrijpbare haakmiddelen; en met het gestel 4 verbonden, het gestel 4 aan het horizontale deel 8 van de andere draagstang 9 vergrendelende vergrendelmid-delen 10.

25 De houder 3 is middels twee door de verbindingsmiddelen 5 omvatte bevestigingsbeugels 11 en 12 met het gestel 4 verbonden.

üit het gestel 4 zijn twee borgelementen 13 en 14 gestanst, die in neerwaartse richting zijn omgebogen. Elk borg-30 element 13 en 14 is voorzien van een uitsparing 15. De beide uitsparingen 15 omgeven een zich tussen de beide draagstangen 7 en 8 uitstrekkende en daarmee verbonden dwarsstang 16, zodat het gestel 4 middels de borgelementen 13 en 14 tegen verschuiving in langsrichting van de horizontale delen 6 en 8 35 van de draagstangen 7 en 9 geborgd is.

Het met het gestel 4 verbonden veiligheidsorgaan 17 omvat een bevestigingsdeel 18 en een haakdeel 19. Het haakdeel 19 is in langsrichting van de dwarsstang 16 in een sleufgat 24, middels een bout 20 en een vleugelmoer 21 verschuifbaar 8201395 * _ -v * -3- aan het bevestigingsdeel 18 bevestigd. Zodoende is de blok-keerinrichting 2 via het veiligheidsorgaan 17 tegen een kanteling om het horizontale deel 6 van de ene draagstang 7 van de bagagedrager 1 beveiligd.

5 De vergrendelmiddelen 10 omvatten een in horizontale richting verschuifbaar .aan het gestel 4 bevestigd vergrendel-element 22. Het vergrendelelement 22 is voorzien van een sleufgat 32 en is middels door het sleufgat 32 heen aangebrachte, aan het gestel 4 bevestigde klinknagels 31 in langs- - * 10 richting van de dwarsstang 16 verschuifbaar op het gestel 4 bevestigd. Het vergrendelelement 22 wordt, in een gesloten stand verzekerd middels twee trekveren 26, die elk enerzijds via een uit het gestel 4 gestanste, in bovenwaartse richting omgebogen lip 29 met het gestel 4, en elk anderzijds via een 15 uit het vergrendelelement 22 gestanste, in bovenwaartse richting omgebogen lip 30 met het vergrendelelement 22 verbonden.

De blokkeerinrichting 2 wordt aan de bagagedrager 1 geblokkeerd doordat achtereenvolgens het gestel 4 via twee door de haakmiddelen omvatte, haakvormige haakelementen 23 aan 20 het horizontale deel 6 van de draagstang 7 aangrijpt en het vergrendelelement 22 vanuit een uitgeschoven stand met een haakvormig deel 25 aan het horizontale deel 8 van de draagstang 9 aangrijpt. Deze geblokkeerde toestand wor'dt verzekerd door twee trekveren 26. Voor het uitvoeren van de schuifbewe-25 ging is het vergrendelelement 22 voorzien van een beugel 27.

Bij de in figuur 2 getoonde variant van de blokkeerinrichting 2 volgens de uitvinding omvat elk borgelement 33, 34 twee trappeziumvormige, uit het gestel 4 gestanste., in neerwaartse richting omgebogen borglippen 35. Voor de borging van 30 het gestel 4 wordt de dwarsstang 16 in de ruimte 38 tussen de de blokkeerelementen 33 en 34 vormende paren borglippen 35 opgenomen. Het vergrendelelement 36 is middels uit het gestel 4 gestanste lippen 37 in langsrichting van de dwarsstang 16 verschuifbaar aan het gestel 4 bevestigd.

35 8201395

Claims

1. Blokkeerinrichting (2) voor het blokkeren van een houder (3), in het bijzonder een kinderzitje (3), op een bagagedrager (1) van een voertuig, in het bijzonder fiets, omvattende: een gestel (4); de houder (3) met het gestel (4) 5 verbindende verbindingsmiddelen (5); aan het gestel (4) bevestigde haakmiddelen (23), welke aan een horizontaal deel (6) van één (7) van de beide, door de bagagedrager (1) omvatte draagstangen (7,9) aangrijpen? en met het gestel (4) verbonden, het gestel (4) aan het horizontale deel (8) van de 10 andere draagstang (9) vergrendelende vergrendelmiddelen (10), met het kenmerk, dat het gestel (4) middels tenminste één borgelement (13,14) aan tenminste één zich tussen de beide draagstangen (7,9) uitstrekkende dwarsstang (16)tegen verschuiving in langsrichting van de horizontale delen (6,8) van 15 de draagstangen (7,9) borgbaar is.

2. Blokkeerinrichting (2) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een veiligheidsorgaan (17) met het gestel (4) is verbonden, via welk veiligheidsorgaan (17) het gestel (4) tegen een kanteling om het horizontale deel (6) van de ene 20 draagstang (7) beveiligbaar is. \

3. Blokkeerinrichting (2) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vergrendelmiddelen (10) een in horizontale richting verschuifbaar vergrendelelement (22) omvatten.

4. Blokkeerinrichting volgens één van de voorgaande con-25 clusies, met het kenmerk, dat het gestel (4) en het borgelement (13,14) deel uitmaken van een uit plaatmateriaal gevormd monoliet (28).

5. Blokkeerinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de haakmiddelen deel uitmaken van de monoliet (28). 30

6. Blokkeerinrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat een bevestigingsdeel (18) van het veiligheidsorgaan (17) deel uitmaakt van de monoliet (28). 35 8201395