NL8120137A

NL8120137A -

Info

Publication number: NL8120137A
Application number: NL8120137A
Authority: NL
Original assignee: Uniscope, Inc. Te Johnstown, Colorado, Ver. St. V. Am.
Priority date: 1980-04-02
Filing date: 1981-03-27
Publication date: 1982-03-01
Also published as: WO1981002891A1; IT1171305B; DK532281A; AU7157481A; FI813858L; NO814104L; EP0048747A4; ES501020A0; DE3142254A1; IT8148188A0; ES8301113A1; JPS57500590A; CA1153956A; BE888237A; US4405354A; BR8107986A; EP0048747A1; GB2085864A; GB2085864B; SE8107016L

Description

814003/vdVeken 8 1 2 O 1 3 J

Korte aanduiding; Verwijdering van geuren van afvalmaterialen.

De uitvinding heeft betrekking op het verwijderen van geuren van afvalmaterialen en meer in het bijzonder op het verwijderen en bestrijden van de ammoniaklucht van dierlijke en menselijke uitwerpselen. De prikkelende en onaangename geur van ammoniak, die uit ! 5 organische langs chemische weg of door microben ontlede afvalpro-dukten ontstaat, vormt een overlast die schadelijk voor de gezondheid is, in het bijzonder op die plaatsen waar afvalprodukten zich i langdurig, dat wil zeggen dagen, weken en zelfs maanden kunnen ophopen.

| 10 Ammoniak is het eindprodukt bij de ontleding van ureum door het urease enzym en de enzymatische ontleding van urinezuur onder i ! ' I ! vorming van ureum en vervolgens ammoniak. Ureum en urinezuur zijn produkten van eiwit-katabolisme. In bepaalde omgevingen, bijvoor-| beeld in een kippenhok, kan de ammoniakconcentratie van de lucht zo 15 hoog oplopen dat daardoor bij het pluimvee ammoniakblindheid kan | | ontstaan, waardoor tengevolge van verminderde voedselopname produk- tieverliezen ontstaan.

Ammoniakdampen in varkensfokkerijen kunnen tot aandoeningen I van de ademhalingsorganen leiden, bijvoorbeeld longontsteking bij j20 biggen. De ammoniakgeur vormt ook een probleem in toiletten, dierentuinen en rioolwaterbehandelingsinrichtingen. Het houden van huisdieren, bijvoorbeeld katten, honden, hamsters, guinese bigge-! tjes, vogels en dergelijke, waarbij de uitwerpselen zich in kooien, looprennen of andere plaatsen binnenshuis ophopen, kan ook tot het 25| ontstaan van een onaangename ammoniaklucht leiden.

Hen heeft ter bestrijding van de stank van afvalmaterialen I vele pogingen ondernomen waarbij van bepaalde stoffen gebruik is gemaakt die de geur overheersen of maskeren. Bij deze benadering | wordt echter de stank, in het bijzonder de ammoniaklucht niet ver-30 wijderd of geëlimineerd. Andere methoden waren gericht op het be-: strijden van verschillende geuren die samenhangen met de ontleding ; van uitwerpselen en andere afvalmaterialen, bijvoorbeeld mercap- ! tanen, dialkylsulfiden, zwavelwaterstof en skatool. Deze methoden ! waren niet in staat de uit afvalmaterialen afkomstige ammoniaklucht! 35 te bestrijden of te verwijderen.

j > Een aantal bekende methoden maken gebruik van verschillende :

Lino 134 — — J

9069S6LC

- 2 - chemische samenstellingen ter bestrijding van het geurprobleem van verschillende organische afvalstoffen.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.944.908 beschrijft een biologische kunstmest verkregen door behandeling van neergeslagen 5 rioolslib met een sulfide-bevattende afvalvloeistof bij een pH van ten hoogste 6, gevolgd door vermenging van het behandelde slib met fijngemalen plantaardige stoffen.

Het Amerikaanse octrooischrift 4.108.771 vermindert de geuren van afvalmateriaal door het in aanraking te brengen met een 10 waterige zure oplossing die een oxydatiemiddel bevat, bijvoorbeeld een in water oplosbaar persulfaat, nitraat, chloraat of permanga-naat van ammoniak en alkaiimetalen en een neerslag bevorderend middel bestaande uit een in water oplosbare ferro- of ferriverbin-ding. Anorganische zuren, bijvoorbeeld zwavelzuur, blijken zeer 15 doeltreffend te werken, hoewel men ook zure zouten kan gebruiken, bijvoorbeeld peroxydisulfaten (persulfaten), waterstofsulfaten, j ferrichloride enz. De hoeveelheid zuur in het mengsel is voldoende I ! ! voor een pH tot ongeveer 6,5.

| Het Amerikaanse octrooischrift 124.041 beschrijft het reuk- ; ! 201 loos maken van faecaliën met zwavel- en zoutzuur.

i ! ;

Het Amerikaanse octrooischrift 125.886 beschrijft een werkwij-; ze voor het verdrijven van de lucht van faecaliën en het omzetten I in kunstmest door vermenging met zwavelzuur, zoutzuur en kalium-! ! nitraat.

! 25 Het Amerikaanse octrooischrift 705.462 beschrijft een werk- j j wijze voor het bereiden van kunstmest uit uitwerpselen door toevoe- | I gen van fenol, calciumcarbonaat en aluminiumsilicaat.

| Het Amerikaanse octrooischrift 3.978.208 beschrijft een j ! samenstelling voor het reukloos maken van uitwerpselen die hydroxa-l | 30: minezuurderivaten als werkzaam bestanddeel bevatten.

I Het Amerikaanse octrooischrift 3.989.498 beschrijft een reukverdrijvende samenstelling voor rioolslib die vervolgens als slib op het land wordt verspreid voor het herstel van de vrucht-; baarheid. De reukverdrijvende samenstelling bevat ijsazijn en amyi-35 alcohol en kan ook zwavelzuur, 2,3-butaandion, benzalclehyde, | ! I chloorwaterstofzuur en kopersulfaat bevatten.

I Het Amerikaanse octrooischrift 4.127.383 beschrijft een Γβ: 12 0 1 3 7

906986LC

, i - 3 - samenstelling bestaande uit een zout van lignosulfonzuur en een schuimvormend oppervlakte-aktief systeem voor de behandeling van stikstof-bevattende afvalstoffen. Bij toevoegen van de samenstelling aan eiwit-bevattende materialen worden de daarin aanwezige 5 aminen en ammoniak gestabiliseerd. Verder kan een schuimstabilisa-; tor, bijvoorbeeld cellulosegom als extra bestanddeel worden toege-! voegd.

Een aantal bekende methoden houdt zich ook bezig met het reukloos maken van dierlijke afvalstoffen. Het Amerikaanse octrooi-10 schrift 3.983.842 beschrijft een korrelvormig strooisel voor dieren dat als hoofdbestanddeel fijngemalen aardnotenschillen bevat met natriumbicarbonaat als het reuk-onderdrukkénde middel. Andere reuk-onderdrukkende middelen zijn calciumcarbonaat, trinatriumfosfaat en natriumcarbonaat. Tot de vulstoffen behoort ook gras. Het Ameri- I 15 kaanse octrooischrift 3.765.371 geeft de voorkeur aan synthetische j materialen, bijvoorbeeld schuimvormige ureum-kunststoffen met een hoog soortelijk oppervlak, onder andere polystyreen, polyurethaan, fenolharsen, polyvinylchloride, cellulose-acetaat enz. in plaats | van klei, bentoniet en klaver als vulmiddel.

20 Het Amerikaanse octrooischrift 3.735.734 beschrijft een mengsel van een absorptiemiddel, bijvoorbeeld klei of diatomaen j : aarde en een reukverdrijvend middel, bijvoorbeeld chlorofyl, | ; natrium- of kaliumbifosfaat of zuur kaliumftalaat.

j Het Amerikaanse octrooischrift 3.675.625 beschrijft een j 25: absorptiemiddel bestaande uit klei, vermiculiet of een aarden- i ; ! materiaal, en een de geur overheersend materiaal, bijvoorbeeld menthol, kamfer of een ander fenolmateriaal.

| Het Amerikaanse octrooischrift 3.636.927 beschrijft een | ; kamferderivaat als geur verhinderende stof naast een aantal bekende 30 vaste dragers.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.352.792 gebruikt een reuk- j ' verdrijvende samenstelling bestaande uit een boraat, bijvoorbeeld | ! borax, en magnesiumcarbonaat. |

Het Amerikaanse octrooischrift 3.286.691 maakt gebruik van |35: gedroogde grassen, bij voorkeur klaver, en voegt absorberende hulp-! ; middelen toe, bijvoorbeeld bentoniet en trimethylchinoline.

| Het Amerikaanse octrooischrift 3.029.783 beschrijft een

9Ö69S6LC

[®1 20 131...................._................-...................-............-.............-........-...................................’ - 4 - aluminiurnzout en een adsorberende respektievelijk absorberende drager.

Hoewel een aantal pogingen op de verwijdering en onderdrukken van geuren uit afvalstoffen gericht zijn, behandelt geen van ; 5 hen de ammoniaklucht afdoende. Hen heeft ook van bactericiden, zo- .1 · ; als 6-ethoxy-1,2-dihydro-2,2,4-trimethylchinoline gebruik gemaakt | maar deze zijn niet werkzaam. De bekende pogingen zijn in het algemeen gericht op het behandelen van alie^fierlijke en menselijke afvalstoffen afkomstige geuren, waardoor zij de ammoniaklucht niet |10 afdoende bestrijden en verwijderen.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt de uit afvalstoffen | i afkomstige ammoniaklucht verwijderd en bestreden door het afval-i materiaal in aanraking te brengen met een samenstelling die een j 1 geur-verdrijvend middel bevat dat een reukloos ammoniakzout levert,! ! ^ 15 waardoor geen gasvormige ammoniak in de lucht kan ontsnappen. De ! onderhavige uitvinding verwijdert bovendien de geuren ontstaan bij j rotting door ammoniakbindende bacteria.

De geurbestrijdende samenstelling volgens de uitvinding maakt gebruik van eenwaardige zouten van tweebasische zuren en een-; I · j j 20 waardige of tweewaardige zouten van driebasische zuren enz. en van j een-, twee- of driebasische zuren als ammoniakbestrijdend mid- ' del. Hiertoe behoren de oxozuren van zwavel en fosfor, eenwaardige alkalimetaalzouten van oxozuren van zwavel, tweewaardige zouten van de oxozuren van fosfor en tweewaardige aardalkalizouten van de oxo-25 zuren van zwavel en fosfor.

Hen heeft gevonden dat als men de bovengenoemde verbindingen; ; als ammoniakbestrijdende middelen wil toepassen de waarde van de ; dissociatiekonstante pKQ lager moet zijn dan die van dissociatie-konstante van waterige ammonia. De dissociatiekonstante, ook wel 130 i aangeduid met evenwichtskonstante, is het produkt van de concentre-; ! ties (of werkzaamheden) van de verbindingen gevormd bij het even- i j wicht van de chemische reaktie gedeeld door het produkt of de con- ; : centraties van de reagerende verbindingen, waarbij iedere concen- j ; tratie verhoogd wordt tot de macht die de coëfficiënt is van de 35 ! verbinding in de chemische vergelijking.

! De evenwichtskonstanten kunnen bij benadering berekend wor- j den uit de molariteiten, mol.frakties, partiële drukken of de tg 1.24)4-3-7-...................................-.......-...................................................................

906986LC

- 5 - equivalenthoeveelheden die gewoonlijk gemeten worden. Men moet echter de werkzaamheid of vluchtigheid toepassen om de juiste konstanten te verkrijgen.

In het "Handbook of Chemistry and Physics" (59ste oplage CRC I 5 Press 1978) zijn op blz. D-203 de volgende dissociatiekonstanten j van waterige ammonia aangegeven.

Dissociatiekonstanten (K^) van waterige ammonia van 0 tot 5Q°C.

Temperatuur °C pK^ 10 _ _ | ' 0 4.862 1.374 X 10~ö 0 4.830 1.479 X 10“5 10 4.804 1.570 X KTÖ 15 4.782 1.652 X 10’5 15 20 4.767 1.710 X 10’5 25 4.751 1.774 X 10”5 | 30 4.740 1.820 X 10“5 35 4.733 1.849 X 10“5 j 40 4.730 1.862 X 10~5 j 20 45 4.726 1.879 X 10“5 | 50 4.723 1.892 X 10~5 !

De dissociatiekonstante pKQ = 14-pK^. De dissociatiekonstante pKQ | ; voor waterige ammonia kan variëren van ongeveer 9,1 tot ongeveer ! 9,4.

|25 Bij toepassing waarbij het verwijderen en bestrijden van j | ! ammoniak uit afvalmaterialen plaats moet vinden over een naar ver- | houding groot oppervlak, zoals in kippen- of varkensfokkerijen, j i wordt de reukverdrijvende samenstelling bij voorkeur toegepast in j de vorm van een vloeistof of nevel onder gebruikmaking van oxozuren 30 van zwavel of fosfor, bijvoorbeeld orthofosforzuur, pyrofosforzuur, hypofosforzuur, fosforigzuur, pyrofosforigzuur, hypofosforigzuur, i zwavelzuur, pyrozwavelzuur, dithionzuur, zwaveligzuur, pyrozwavelig-zuur, sulfoxylzuur enz., terwijl de organische zuren onder andere mierenzuur, azijnzuur, propionzuur, melkzuur, en dergelijke even-35 eens gebruikt kunnen worden. De hoeveelheid geurverdrijvend middel moet voldoende zijn om de ammoniaklucht volledig te verwijderen of ! te onderdrukken en gelijktijdig niet giftig of nadelig voor de 01 2 0.....1.3. 7 _________________________________________________________________________________________________________________________________

906985LC

- 6 - omgeving of voor de dieren in de onmiddellijke nabijheid zijn*

Op kleinere schaal gebruikt men de ammoniakbestrijdende samenstelling bij voorkeur in de vorm van korrels of een fijn verdeeld toevoegsel dat te voren met het strooisel voor huisdieren I 5 wordt vermengd. Het aktieve korrelvormige ammoniakbestrijdende be-; standdeel bestaat bij voorkeur uit een eenwaardig alkalimetaalzout : van het oxozuur van zwavel en een tweewaardig zout van oxozuren | van fosfor, tweewaardige aardalkalizouten van oxozuren van zwavel en fosfor, en bepaalde vaste organische zuren bijvoorbeeld benzoe-10 zuur, ethyleendiaminetetraazijnzuur (EDTA), maleïnezuur, citroen-| zuur, malonzuur, barnsteenzuur, appelzuur, adipinezuur, fumaarzuur ij' 1 enz.

Voorbeelden van alkalimetalen zijn lithium, natrium, kalium, ; rubidium en cesium. Aardalkalimetalen zijn beryllium, magnesium, 15 calcium, strontium en barium. j

Van de alkalimetaal- en aardalkalimetaalzouten verdienen natrium- en calciumzouten de voorkeur, in verband met hun grote werkzaamheid, geringe giftigheid en lage prijs. Natriumbisulfaat verdient in het bijzonder de voorkeur. j 20 De volgende tabellen geven bijzondere voorbeelden van bij voorkeur toegepaste ammoniakbestrijdende verbindingen waarvan tabel! 6 de verbindingen aangeeft die niet werkzaam zijn. Het verschil | ! I tussen de bruikbare ammoniakbestrijdende verbindingen en de verbindingen die niet werkzaam zijn is hun dissociatiekonstante pKQ. De j 25 aangegeven verbindingen die ammoniakbestrijden bezitten een pKQ die; lager is dan die van waterige ammonia, terwijl de niet werkzame ! i verbindinaen een dissociatiekonstante bezitten die hoger is dan de j ~ ; pKQ van waterige ammonia.

i . ; I ! i i [ j i 1 ; liiiiiiz..............._..................................__.............._.....________________________________________!

Ö0698GLC

- 7 -

Tabel A

Ammoniak bestrijdende verbindingen Anorganische zuren Alkalimetaalzouten Aardalkalimetaalzouten ,_ (M)_ _(He}_ 5 H3P04 MH2P04 Me(H2P04)2 : H4P207 H2H2P2°7' M3HP2°7 MeHgP^, I ; ’ Me3(HP907)2 I H4P2°ó M2H2P2°ó' Wó MeH2P25ó'

He^ (HP 2()5)2 I

:10 H3P03 HH2P03 Me(H2P03)2 | I ; H4P2Q5 M2H2P2°5' H3HP2% MeH2P205, |

! Me3(HP203)2 I

I ; H3P02 HHS04 Me(HS04)2 I

, h2S04 He (HS^O^r) 2 I

15 H9S?07 HHS.0, He(H$20j2 j ! H2S20ó HHSO3 Ne(HS03)2 ! i H2S03 HHS205 Me(HS205)2 H2S205 HHS02 He(H302)2 ' h9so2

20 “ Tabel B

I 1

Verbindingen die ammoniak niet bestrijden I

Zuren Alkalimetaalzouten Aardalkalimetaalzouten | ! H3BO3 M2HP04 MeHP04 HC1 M2HPO3 HeHP03 25: MH2P02 HeHP03 HHCO3 ! i : i

Als de ammoniakbestrijdende samenstelling in de vorm van een ; vloeistof of nevel op afvalmateriaal wordt toegepast ,kan de concen-j 30 tratie van het ammoniakbestrijdende bestanddeel variëren van onge- j veer 15 tot 100 gew.$, bij voorkeur ongeveer 20 tot 60 gew.$ van I I de totale samenstelling.,De vloeistof- of sproeisamenstelling kan I als verdunningsmiddel ook water bevatten in een hoeveelheid van j ; ongeveer 40 tot 85 gew.$, bij voorkeur 50 tot 80 gew.$ van de volle-35 dige samenstelling. Een viscositeittoevoegsel of verdikkingsmiddel, i ! I I bij voorkeur natuurlijke gom, kan eveneens toegevoegd worden om de I vloeistof of nevel te verdichten. Hiertoe behoren pectine, B+2 9 1 -3-7-............................................................—..............................................1

90698GLC

- 8 - xanthaangom, arabische gom,dragantgom, acaciaboongom, tamarinde en guargom. De hoeveelheid verdikkingsmiddel uit natuurlijke gom kan variëren van ongeveer 0,25 tot 2 gey.%, bij voorkeur 0,5 tot 1 gew.$ van de totale samenstelling.

5 Als het ammoniakbestrijdende middel in korrelvormige samen stellingen wordt gebruikt kunnen de andere bestanddelen bestaan uit vulmiddelen of grove materialen, bijvoorbeeld stro, houtdeeltjes, | klaver, gemalen pindaschillen, kaf van rijst enz. De hoeveelheid vulstof kan variëren van ongeveer 70 tot 95 gew.$ van de totale i : .

10 samenstelling, bij voorkeur van ongeveer 85 tot 92 gew.$.

i . ;

De ammoniakbestrijdende middelen kunnen bestaan uit een van de in tabel A genoemde verbindingen, bij voorkeur een alkalimetaal-of aardalkalimetaalzout, vooral natriumbisulfaat. De hoeveelheid ammoniakbestrijdend middel kan variëren van ongeveer 0,5 tot 25 gew.

15 %, bij voorkeur van ongeveer 2 tot 10 gew.$ van de volledige samenstelling.

| De korrelvormige samenstelling kan ook een bindmiddel bevat ten, bijvoorbeeld ligninesulfonaat of een ander equivalent bind- ’ i · middel, dat niet op zodanige wijze met het ammoniakbestrijdende ; 20 middel reageert dat het bestrijden van de ammoniakgeur nadelig beïnvloed wordt. De hoeveelheid bindmiddel kan variëren van ongeveer j 0 tot 5 gew.$, bij voorkeur van ongeveer 0,5 tot 2 gew.$ van de j totale samenstelling.

De korrelvormige samenstelling kan ook materialen bevatten :25 die het absorptievermogen verhogen, bijvoorbeeld natuurlijke of synthetische gom zoals guargom, pectine, xanthaan, acaciaboongom tamarinde, polyacrylamide enz. De hoeveelheid van het absorptie- i | | bestanddeel kan variëren van 0,05 tot 10 gew.$, bij voorkeur 0,5 tot 2,5 gew./& van de totale samenstelling en mag niet door een lage 30 pH van ongeveer 2 tot 3 nadelig beïnvloed worden.

Men kan aan de samenstelling ook een toevoegsel toevoegen dat de korrelvorming bevordert en bindvermogen van de gerede korrel verbetert. Een korrelvormend toevoegsel dat de voorkeur verdient | wordt in de handel gebracht onder het handelsmerk "PEL-AID" ! ' 135 (Uniscope, Inc., Johnstown, Colorado) en kan in een hoeveelheid tot | | 0,2 gew.$, bij voorkeur 0,05 tot 0,1 gew./b van de totale samenstel-j | ling gebruikt worden.

e 12 0 1 3 7...................................................- -............-—..............--------------J

90693GLC

- 9 -

Bij het korrelen van de ammoniakbestrijdende samenstelling is de grootte van de korrel niet kritisch. In het algemeen varieert de diameter van 3,2 mm tot 12,7 mm en de lengte van 3,2 tot 25 mm. Men geeft de voorkeur aan een korrel met een diameter 5 van 4 mm en een lengte van ongeveer 6,3 tot 9,5 mm, daar dit de ; afmetingen zijn van de vorm die voor het vormen van korrels algemeen beschikbaar is. Langere deeltjes breken gemakkelijker en geven stof en fijne deeltjes. Korrels met een kleinere diameter vertragen de produktie. Korrels met grotere doorsneden kunnen breken en stof 10 en fijne deeltjes vormen. De vorm van de korrel is van geen belang en kan bolvormig, langwerpig, elliptisch, vierkant of cilinder- i i ; i vormig zijn.

Volgens een andere uitvoeringsvorm kan de ammoniakbestrijdende samenstelling in fijnverdeelde vorm aan strooisel worden toe-15 gevoegd. Het ammoniakbestrijdende bestanddeel bestaat bij voorkeur ' uit natriumbisulfaat of zwavelzuur. Bij het gebruik van zwavelzuur j als ammoniakverdrijvend bestanddeel verdient het de voorkeur als ί ; vulmateriaal calciumsulfaat te gebruiken.

Voorbeelden van andere vulrmffialen zijn houtdeeltjes, kiezel-20 aarde, klei, stro, fijngemalen pindaschillen, rijstkaf, klaver enz.> ; De deeltjesgrootte van het toevoegsel aan het strooisel is in het j | algemeen afhankelijk van de voorwaarden van de toepassing en of het; : dier al of niet met de samenstelling in aanraking komt. Gewoonlijk ; : is een deeltjesgrootte van 60-80 mesh (0,250 tot 0,177 mm) vol-i 25 doende.

De verhouding van ammoniakbestrijdend bestanddeel tot vulmateriaal is eveneens afhankelijk van het feit of het dier al dan niet direkt met de samenstelling in aanraking komt. Als het dier in een kooi wordt gehouden met openingen in de bodem waardoor de 30 uitwerpselen vallen en op een kom of schotel met de ammoniakbestrij— | dende samenstelling verzameld worden, zal het dier niet met de i ammoniakbestrijdende samenstelling in aanraking komen.

! In dat geval kan de verhouding van het ammoniakbestrijdende j ; bestanddeel verhoogd en in het geval van natriumbisulfaat zonder 35 vulmiddel gebruikt worden. In het algemeen kan de hoeveelheid vul-j middel variëren van 0 tot 80 gew.^, bij voorkeur 30 tot 70 gew./Ï van | de totale samenstelling. Het ammoniakbestrijdende bestanddeel kan j ^8/1 2043 7.............- -- -...........—- — — - ------------------------1

90Ö98SLC

- 10 - variëren van 20 tot 100 gew.$ bij voorkeur van 30 tot 70 gew.$ van de totale samenstelling.

Bij strooisel voor dieren, in het bijzonder katten en honden, blijkt natriumbisulfaat bijzonder werkzaam te zijn bij het 5 behandelen en verdrijven van ammoniaklucht. Een hoeveelheid van 10 gew.$ natriumbisulfaat verwijdert de ammoniaklucht van het strooisel gedurende maximaal acht weken. Een kleine hoeveelheid van slechts 0,5% is werkzaam en hoeveelheden tot 20 gew./£ zijn mogelijk.

10 De uitvinding wordt nu aan de hand van de volgende geen be perking inhoudende voorbeelden nader toegelicht.

Voorbeeld I

Hen brengt 5 g natriumbisulfaat in een beker en voegt | ; druppelsgewijs 3,75 g ammoniumhydroxyde toe. Tijdens de toevoeging j 15 wordt de beker telkens op de aanwezigheid van ammoniaklucht ge-kontroleerd. Er ontstaat geen ammoniaklucht tot een hoeveelheid | i ammoniumhydroxyde van meer dan 3,75 g, de stoechiometrische hoe- | veelheid, is toegevoegd waarna onmiddellijk een irriterende sterke ; ! | ammoniaklucht ontstaat. j !2°; Voorbeeld II j

Volgens de werkwijze van voorbeeld,! worden verschillende I

; : andere chemicaliën op het neutraliseren van ammoniumhydroxyde j | onderzocht waarbij zij de ammoniaklucht verwijderen. In alle geval-i | ' len gebruikt men 5 g van de aktieve chemische verbinding. In tabel I 25 C zijn voor iedere werkzame chemische verbinding de overeenkomstige ï 1 ! hoeveelheden geneutraliseerd ammoniumhydroxyde aangegeven waarbij de ammoniaklucht niet kan worden waargenomen.

; i

; : J

i . i I | ! ; 1

90698ÖLC

®t2-0 13 7...................—..........................-.....-.....—.....--..................-.........................-.....

- 11 -

Tabel C

Werkzame chemische verbinding NH^OH (aantal geneutraliseerde gr.) H2$04 4,0 H3P04 4,5 5 NaH2P04 3,5 kh2po4 4,4 HCOOH 4,5 ; HOAc 4,2

Melkzuur 3,0 10 Propionzuur 2,7

Citroenzuur 3,5

Ethyleendiaminetetraazijnzuur 2,8

CaHPO^ 119

Ascorbinezuur 2,1 j

15 Voorbeeld III

Een strooisel voor katten wordt gekorreld tot korrels j met een diameter van 4 mm en een lengte van 12,7 tot 19 mm onder toepassing van de volgende samenstelling: j

Gehakt en fijngemaakt stro 96,4$ | 20 Ligninesulfonaat 2,5$

Tech. Guar 1,0$ PEL-AID "M" (een smeermiddel) 0,1$ merknaam van Uniscope, Inc., !

Johnstown, Colorado). j 25 Men brengt 2400 g van de korrels in een rechthoekige kist

van 50 x 35 x 13 cm. De dikte van de korrellaag bedraagt 3,7 cm. I

| Het strooisel wordt twee weken door een volwassen kat gebruikt voordat een ammoniaklucht kan worden waargenomen. j

Een identieke samenstelling wordt gekorreld onder toevoeging j 30 van 10$ natriumbisulfaat, waarbij dezelfde werkwijze wordt toege-: past. Het strooisel werd acht weken door een volwassen kat gebruikt ; voordat een ammoniaklucht kon worden waargenomen.

Ter vergelijking wordt 100$'s klaverstrooisel gekorreld en dezelfde proefmethode toegepast. Na 20 dagen kan een ammoniaklucht j 35 in het strooisel worden vastgesteld. i ! j I ' %\n\n _\

90698BLC

Claims

1. Werkwijze voor het bestrijden en verwijderen van ammoniak-geur uit organisch afvalmateriaal, met het kenmerk, dat men een samenstelling gebruikt die een ammoniakbestrijdend be- I standdee^bevat, gekozen uit de groep bestaande uit eenwaardige : 5; zouten van basische zuren, eenwaardige of tweewaardige zouten van ; driebasische zuren enz. en een-, twee-, drie- enz. basische zuren met een dissociatiekonstante pKQ die lager is dan de overeenkom-: stige dissociatiekonstante van ammoniak, en een voldoende hoeveel-! ! heid van een absorberend vulmiddel; deze samenstelling homogeen met ;10 het organische afvalmateriaal in aanraking brengt om daardoor de daaruit afkomstige ammoniaklucht te verwijderen en te bestrijden.

2. Werkwijze vólgens conclusie ], me t het kenmerk,: dat het afvalmateriaal bestaat uit dierlijke en menselijke uitwerpselen.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel gekozen wordt uit de groep bestaande uit oxozuren van zwavel en fosfor, eenwaardige alkalimetaalzouten van oxozuren van zwavel, tweewaardige zouten van oxozuren van fosfor en tweewaardige aardalkalizouten van oxozuren 20 van zwavel en fosfor.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk,! dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel gekozen wordt uit de groep bestaande uit orthofosforzuur, pyrofosforzuur, hypofosforzuur, fosforigzuur, pyrofosforigzuur en hypofosforigzuur. ;25

5. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, | dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel gekozen wordt uit de i groep bestaande uit zwavelzuur, pyrozwavelzuur, dithionzuur, zwave-j : ligzuur, pyrozwaveligsuur en sulfoxylzuur.

6. Werkwijze volgens conclusie 3, met hetkenmerk, ;30 dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel gekozen wordt uit de | groep bestaande uit mierenzuur, azijnzuur, propionzuur, melkzuur, benzoezuur, ethyleendiaminetetraazijnzuur, maleïnezuur, citroenzuur, malonzuur, barnsteenzuur, appelzuur, adipinezuur en fumaarzuur.

7. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, 35. dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel een alkalimetaalzout of j 8 12 0 13 7 ................................ ........ .........................................I 9069861.0 - 13 - , · een aardalkalimetaalzout is.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel natriumbisulfaat is.

9. Werkwijze volgens conclusie 1-8, met het kenmerk, 5 dat h et ammoniakbestrijdende bestanddeel op het afvalmateriaai wordt aangebracht in de vorrn van een vloeistof, nevel of korrel.

10. Werkwijze volgens conclusie 1-9, met het kenmerk, dat het vulmiddel gekozen wordt uit de groep bestaande uit stro, . houtdeeltjes, fijngemalen pindaschillen, fijngemalen kaf van rijst, 10. klaver, kiezelaarde, calciumsulfaat en kiezelhoudend materiaal.

11. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, ] j ; dat de ammoniakbestrijdende samenstelling in korrelvorm wordt toe-; gepast.

: 12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, !15; dat de ammoniakbestrijdende samenstelling ligninesulfonaat bevat.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de korrelvormige samenstelling een natuurlijk of synthetische ! gom bevat.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, 20 dat de gekorrelde samenstelling een korrelvormend toevoegsel bevat.:

15. Geurbestrijdende samenstelling bestaande uit een ammoniak- : bestrijdend bestanddeel gekozen uit de groep bestaande uit een een-; ! waardige zout van tweebasische zuren, eenwaardige of tweewaardige i | zouten van driebasische zuren enz. en een-, twee-, drie- enz. 25. basische zuren met een dissociatiekonstante pKQ die lager is dan de; overeenkomstige dissociatiekonstante van ammoniak en een voldoende j hoeveelheid van een absorberend vulmateriaal; waarbij de genoemde j samenstelling fysisch in aanraking met een organisch afvalmateriaai j I homogeen verdeeld kan worden, waardoor de daaruit afkomstige j30 ammoniaklucht verwijderd en bestreden kan worden.

16. Samenstelling volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel gekozen wordt uit i de groep bestaande uit oxozuren van zwavel en fosfor, eenwaardige ; alkalimetaalzouten van oxozuren van zwavel, tweewaardige zouten vanj 35 i oxozuren van fosfor en driewaardige aardalkalimetaalzouten van oxo-, ; zuren van zwavel en fosfor.

| ; 17, Samenstelling volgens conclusie 16, m e t het - 81 20 1 37; ........-........................................-.........................................................-.....—J 90698GLC - 14- kenmerk, dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel gekozen wordt uit de groep bestaande uit orthofosforzuur, pyrofosforzuur, hypofosforzuur, fosforigzuur, pyrofosforigzuur en hypofosforigzuur.

18. Samenstelling volgens conclusie 16, m e t het k e n - 5 merk, dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel gekozen wordt uit de groep bestaande uit zwavelzuur, pyrozwavelzuur, dithionzuur, zwaveligzuur, pyrozwaveligzuur en sulfoxylzuur.

, 19. Samenstelling volgens conclusie 16, met het ken merk, dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel gekozen wordt uit I10 de groep bestaande uit mierenzuur, azijnzuur, propionzuur, melkzuur, benzoezuur, ethyleendiaminetetraazijnzuur, maleïnezuur, citroenzuur, ! · : malonzuur, barnsteenzuur, appelzuur, adipinezuur en fumaarzuur.

| ; 20. Samenstelling volgens conclusie 16, met het ken- j merk, dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel een alkalimetaal-15 zout of een aardalkalimetaalzout is.

21. Samenstelling volgens conclusie 20, met het ken merk, dat het ammoniakbestrijdende bestanddeel natriumbisulfaat is.

22. Samenstelling volgens conclusie 16, met het ken- 20 merk, dat het vulmateriaal gekozen wordt uit een groep bestaande uit stro, houtdeeltjes, fijngemalen pindaschillen, fijngemalen kaf van rijst, klaver, kiezelaarde, calciumsulfaat en kiezelhoudend materiaal.

23. Samenstelling volgens conclusie 16, met het ken- 125 merk, dat de samenstelling korrelvormig is.

24. Samrns telling volgens conclusie 23, met het ken merk, dat de samenstelling ligninesulfonaat bevat.

25. Samenstelling volgens conclusie 23, met het ken- I merk, dat de samenstelling natuurlijke of synthetische gom bevat.

26. Samenstelling volgens conclusie 23, met het ken- ! ; ; I merk, dat de samenstelling een korrelvormend toevoegsel bevat, j I i I i i i I 1 ί i j : i ί i i i 612 0 13 7 90698GLC