NL8105869A - Werkwijze en inrichting voor het maken van strengen uit draden, respectievelijk kabels uit strengen. - Google Patents

Description

' 1 * VO 2620

Titel: Werkwijze en inrichting voor het maken van strengen uit draden, respectievelijk kabels uit strengen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het maken van strengen uit draden, respectievelijk van kabels uit strengen, zo ook op de daartoe benodigde inrichting.

Bekende machines voor het maken van strengen of het twijnen van 5 kabels hebben gemeenschappelijk, dat de twijnelementen van spoelen worden afgenomen, welke afzonderlijk in een bewegende of stilstaande spoelendrager gelagerd zijn. De twijnelementen - waaronder hier in het bijzonder de tot strengen te vormen draden en de te twijnen strengen verstaan worden - moeten ten dele in een afzonderlijke werkfase op de 1C nachinespoelen gebracht worden. Door het omslachtige en herhaald uitwisselen van spoelen, welke vanwege hun lagering in draaiende machinedelen slechts een begrensd bevattingsvermogen kunnen hebben, wordt de looptijd van de machine dienovereenkomstig sterk beperkt.

Voor de plaatsing vein de spoelen in de machine zelf, alsmede 15 door het glijden van de draad in de of om de bewegende of stilstaande spoeldragers worden aanzienlijke machinelengtes en grote bewegende massa's verkregen. Het aandrijfvermogen is dus dienovereenkomstig groot. De onderhavige uitvinding heeft tot doel een nieuwe methode voor het tot strengen maken en twijnen van draden en strengen te verschaffen, 20 waarmee de produktie continu en de looptijd aanzienlijk verhoogd kan worden. De draaiende massa's blijven naar verhouding laag en ook het hieruit resulterende arbeidsvermogen.

Het beoogde doel wordt door een werkwijze volgens de uitvinding bereikt, doordat men de van stationaire eenheden weggetrokken draden, 25 respectievelijk strengen uitgaande van een op een draaiingsas liggende verzamelplaats tot een vorm bundelt waarvan het middelpunt buiten de draaiingsas ligt en vandaar naar een twijnpunt voert, waarbij verzamelplaats, middelpunt of twijnpunt in hoofdzaak op een rechte lijn liggen, welke onder een scherpe hoek ten opzichte van de draaiingsas 30 verloopt en dat de vorm over een cycloldebaan en het twijnpunt over een eroLvente baan om de draaiingsas wordt geleid.

Volgens de uitvinding wordt het op deze wijze vervaardigde eindprodukt uit het twijnpunt afgevoerd waarbij dit ten minste één maai gekeerd en bij gelijktijdig draaien om zijn langsas opgewikkeld 8105869 * ♦ -2- wordt. Dit draaien geschiedt synchroon met het twijnen respectievelijk-het maken van strengen, zodat het gehele systeem in een spanningsvrije toestand blijft.

Omdat het maken van strengen, respectievelijk het twijnen door 5 een relatieve verdraaiing van de draad-, respectievelijk strengenbundel om een draaiingsas plaatsvindt, waarbij alle draden, respectievelijk strengen in gelijkblijvende vorm een cycloïdebaan beschrijven, bevindt aan de ingang van het twijnpunt zich steeds een duidelijk ruimtelijke .structuur. Deze laatste is volgens de ervaring één van de vereisten, 10 waaraan ook bij de bekende werkwijze voldaan moet worden, waarbij de te twijnen draden gedraaid worden en het twijnprodukt stationair blijft. Op grond hiervan is de werkwijze volgens de uitvinding principieel verschillend van de tot nog toe falende pogingen het twijnen door eenvoudig draaien van een twijnpunt te bewerkstelligen.

15 · Het grote voordeel van de nieuwe werkwijze bestaat daarin, .dat deze een duidelijke verhoging van de produktiviteit mogelijk maakt.

Het is mogelijk wegtrekeenheden van willekeurige grootte toe te passen; de effectieve produktieduur is uitsluitend afhankelijk van het bevattingsvermogen van de afwikkeleenheid.

20 De voor het toepassen van de werkwijze noodzakelijke inrichting is gekenmerkt, doordat achter een aantal stationaire wegtrekeenheden een gatenschijf is geschakeld, welke als verzamelplaats voor de draden, respectievelijk strengen dient,, dat een holle as enerzijds via een cardanscharnier met de gatenschijf en anderzijds via een lager met een 25 aangedreven, om een as draaibare vleugel verbonden is, welke een als twijnpunt dienend perslager heeft, waarin de draden, respectievelijk strengen in de gelijkblijvende vorm via aan het einde van de holle as aangebrachte verdeelschijven uitmonden.

-De draaibare vleugel wordt door middel van een aandrijving in 30 rotatie gebracht. Deze staat in verbinding met een draaibare opwik-keleenheid eventueel onder tussenschakeling van een eventueel draaibare wegtrekeenheid; de draaibare vleugel en de opwikkeleenheid worden dus synchroon gedraaid en wel om dezelfde as.

Voor het overbrengen van het uit het twijnpunt getrokken ge-35 rede produkt in de asrichting en naar de opwikkelinrichting, heeft de draaibare vleugel doelmatig een aantal keerrollen.

8105869 -3-

~ A

• « *

Volgens de uitvinding is aan de draaibare vleugel zelf een richteenheid aangebracht, zodat het produkt gericht wordt.

Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden aan de hand van de schematisch gehouden tekening toegelicht.

5 De te verwerken draden of strengen O of dergelijke niet ge tekende, met tot strengen te maken of te twijnen hulpmiddelen uit vezelstoffen worden naargelang de plaatsverhoudingen of levereisen verticaal of horizontaal en naast, achter, of boven elkaar aangebrachte stationaire wegtrekeenheden 1 van willekeurige constructie met een 10 groot bevattingsvermogen afgetrokken.

Dit biedt aan de fabrikant van de uitgangsprodukten voordelen met betrekking tot de produktiviteit van de fabricage-inrichtingen.

Omdat geen afloopspoelen in een bewegend systeem aanwezig zijn en ook niet met plaats- en opstellingsverhoudingen in een draaiend 15 lichaam rekening gehouden behoeft te worden, kunnen de draden en strengen van willekeurige voorraadeenheden zoals spoelloze wikkels, draadringen, voorraadspoelan of andere bekende, verticale of horizontale draaiende of staande draaglichamen afgenomen en verder verwerkt worden. Bij deze opstelling kan daarenboven een goede dosering van op 20 te brengen kleur-, conserverings- en smeerstoffen gewaarborgd worden, · hetgeen bij de bekende methode in het draaiingssysteem zou moeten geschieden en dus niet mogelijk is.

De draden, respectievelijk strengen O worden in een gatenschijf 2 samengevoegd, welke als verzamelplaats dient. Voor deze verzamelplaats 25 doorloopt elke afzonderlijke draad een individuele controle-inrichting op draadbreuk, welke niet getekend is en welke bij draadbreuk of bij het einde van een draad de machine afschakelt.

Uitgaande van de verzamelplaats worden de draden, respectievelijk strengen O samengevoegd, hetgeen binnen de holle as 10 geschiedt.

30 Deze heeft een verdeelschijvenbundel 13, waarin de elementen O tot een bepaalde vorm geordend worden.

Het beslissende voordeel van de inrichting volgens de uitvinding moet daarin worden gezien, dat de tot een streng te maken draden of de te twijnen strengen in aantal en diameter niet begrensd zijn.

35 Overeenkomstige verdeelschijven en machinegereedschap kunnen zonder moeite ingezet worden. In elk geval zijn echter het geschikt zijn 8105869 -4- van het uitgangsmateriaal en de controle op de kwaliteitsbeinvloeding van het eindprodukt de begrenzende parameters van het prodüktievermogen en niet meer, zoals tot nog toe, de opbouw en constructie van de installatie.

5 Zoals duidelijk blijkt, liggen verzamelplaats en middelpunt van de verdeelschijven, alsmede het twijnpunt 21 op een rechte lijn, welke onder een scherpe hoek ten opzichte van de as A loopt en deze in het bereik van de gatenschijf 2, dus de verzamelplaats snijdt.

Het twijnpunt 21 is vast op de draaibare vleugel 20 aangebracht. 10 Bij het draaien van de vleugel 20 om de as A volgt het twijnpunt 21 een evolvente baan. Daarentegen beschrijft de verdeelschijfbundel 13 een cycloïdebaan, omdat de holle as 10 door een lagering via een cardan-scharnier 11 met middenboring tegen draaien om zijn eigen as verhinderd wordt.

15 De holle as 10 staat dus enerzijds via het cardanscharnier 11 met de gatenschijf en anderzijds via de draden O met het twijnpunt 21 in verbinding. Deze is daarenboven via een kogellager 12 met de vleugel 20'verbonden, zodat deze meedraait en wel in de vorm van een_cycloïde.

De gerede kabel of de gerede streng (50) wordt via keerrollen 22 20 naar een richtapparaat 23 gevoerd en vervolgens in de draaiingsas A gekeerd. Dit is een plaatsbesparende maatregel en kan ook meer plaats innemen via de eerste keerrol 22 en de richtinrichting 23 naar .de- draai-. ingsas A gevoerd worden.

In het verdere verloop wordt de gerede streng of de gerede kabel 25 50 door middel van een om zijn eigen as om de draaiingsas A van de machine draaiende, niet getekende afvoerschijf naar een draaiende wikkelinrichting 40 gevoerd.

De wegtrekschijf en de wikkelinrichting 40 draaien daarbij behalve het draaien om de eigen as, eveneens om de draaiingsas A van de 30 machine. Al naar gelang de plaatsing van de opwikkelspoel is ook een draaiing slechts om de spoelas voldoende.

8105869

Claims (9)

1. Inrichting voor het maken van strengen uit draden, respectievelijk kabels uit strengen, met het kenmerk, dat men de van stationaire wegtrekeenheden genomen draden, respectievelijk bundels uitgaande vaneen op een draaiingsas liggende verzamelplaats tot eëen vorm samen- 5 bundelt waarvan het middelpunt buiten de draaiingsas ligt en deze van daar naar een twijnpunt voert, waarbij het midden van de verzamelplaats, het middelpunt alsmede het twijnpunt in hoofdzaak op een rechte lijn liggen, welke onder een scherpe hoek ten opzichte van de draaiingsas verloopt en dat men de vorm over een cycloïdebaan en het twijnpunt 10 over een evolvente baan om de draaiingsas voert.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men de tot strengen gemaakte draad, respectievelijk de getwijnde strengen uit het twijnpunt voert, waarbij men het produkt ten minste eenmaal keert en het onder gelijktijdig, met het draaien van de twijn synchroon om 15 zijn as draaiend, opwikkelt.

3. Werkwijze volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat tussen het twijnen en opwikkelen het draaiende produkt wordt gericht.

4. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat achter een aantal vaste wegtrekeen- 20 heden (1) een gatenschijf (2) geschakeld is, welke als verzamelplaats voor de draden, respectievelijk strengen (O) dient, dat een holle as (10) enerzijds via een cardanschamier (11) met de gatenschijf (2) en anderzijds via een lager (12) met een aangedreven, om een as (A) draaibare vleugel (20) verbonden is, welke een als twijnpunt dienend pers-25 lager (21) heeft, waarin de draden, respectievelijk strengen (O) in gelijkblijvende vorm via aan het einde van de holle as aangebrachte verdeelschijven (13) uitmonden.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de aandrijving (30) van de draaibare vleugel (20) via een synchrone koppe- 30 ling met een om de as (A) draaibare opwikkeleenheid (40) verbonden is.

6. Inrichting volgens conclusies 4 en 5, met het kenmerk, dat de draaibare vleugel (20) voor het overbrengen van het produkt (50) in de asrichting (A) en naar de opwikkeleenheid (40) keerrollen (22) heeft. 8105869 ·* ν’ -6- ζ

7. Inrichting volgens conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de draaibare vleugel (20) een richteenheid (23) heeft.

8. Inrichting volgens conclusies 4-7, met het kenmerk, dat elke wegtrekeenheid (1) een controle-inrichting op draadbreuk heeft. 5

9. Inrichting volgens conclusies 4-8, met het kenmerk, dat tus sen de aandrijving (30) en de opwikkeleenheid (40) een roterende wegtrekeenheid aanwezig is. * 8105869