NL8105443A - Schuifklep voor stortgoedhouders. - Google Patents

Description

* *

Schuifklep voor stortgoedhouders

De uitvinding betreft een schuifklep voor stortgoedhouders met een verticale stortgoedtoevoer, bestaande uit een ten opzichte van de invoeropening van de houder coaxiale opstelling van een afbuig-kegel en een pneumatisch verschuibaar buisvormig schuiforgaan, dat in 5 de geopende stand een ringvormige invoerspleet vrijgeeft en in de gesloten stand met zijn bovenrand ligt op een tegen de stroom van het stortgoed afgeschermd afdichtvlak.

Een dergelijke schuifklep vormt de stand van de techniek.

Een volgens een soortgelijk principe werkend schuiforgaan voor een 10 buisleiding is bovendien bekend uit het Duitse octrooi 1.675.371.

Bij de eerste uitvoering is de afbuigkegel aangebracht op steunen die staan op de bovenste aansluitflens van een buis, die uitmondt in de stortgoedhouder en dient als een afdichtende geleiding voor het buisvormig schuiforgaan, dat verbonden is met de zuigerstang van een in 15 een buisvormig verlengstuk van de afbuigkegel ondergebrachte zuiger-cilindereenheid, waarbij de bovenrand van het buisvormig schuiforgaan in zijn geopende stand nagenoeg één geheel vormt met de aansluitflens, die bijvoorbeeld verbonden kan zijn met de afvoerflens van een afvoer-trechter. Voor het sluiten wordt het buisvormig schuiforgaan naar 20 boven verschoven totdat zijn bovenrand ligt op een boven de benedenrand van het buisvormig verlengstuk van de afbuigkegel gelegen en hierdoor tegen het stortgoed afgeschermd afdichtvlak. Deze constructie heeft het voordeel ook met zekerheid in de stortgoedstroom te sluiten. Nadelig is evenwel dat de schuifklep volledig buiten de stortgoedhou-25 der, waarvoor deze is aangebracht, ligt en een eenvoudige aansluiting van een aankomende transportleiding niet mogelijk is, maar een speciale afvoertrechter of een tussenhouder met een trechtervormige afvoer gebruikt moet worden. Omdat de extrahouder bij een gesloten schuifklep vaak onder druk wordt geplaatst, bestaat een ander nadeel van de 30 bekende constructie ook hierin dat tenminste twee drukdichte afdichtingen nodig zijn, namelijk de afdichting voor de bovenrand van het buisvormig schuiforgaan en de afdichting of afdichtingen tussen het mantelvlak van het buisvormig schuiforgaan en de buis, die als geleiding hiervoor dienst doet. Voorts is het ook onbevredigend dat het buis- 8105443 — * - 2 - * vormig schuiforgaan bij een onder druk staande stortgoedhouder onbedoeld open gaat, namelijk dan, wanneer de zuiger-cilindereenheid niet meer afdicht of het stuurmedium hiervan, in het algemeen perslucht, uitvalt. De uitvinding beoogt een schuifklep van het voorgenoemde 5 type te verschaffen, die de voorgenoemde nadelen niet bezit, die dus binnen de stortgoedhouder kan worden ondergebracht, slechts een op druk belaste afdichting bezit en beveiligd is tegen een onbedoeld openen bij het uitvallen van de aandrijving van het buisvormig schuiforgaan.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding hierdoor bereikt, 10 doordat de afbuigkegel is aangebracht onder de invoeropening, aan zijn basis een grotere diameter heeft dan de invoeropening en dient als geleiding voor het buisvormig schuiforgaan, dat deze omsluit, waarvan het onderste kópvlak is afgesloten door een bodemplaat en de bovenrand hiervan in de geopende stand ongeveer één geheel vormt met het kegel-15 vlak van de afbuigkegel, en dat het afdichtvlak ligt boven de invoeropening .

Afgezien van het aldus mogelijk onderbrengen van de schuifklep in het inwendige van de stortgoedhouder met behoud van het voordeel van een zeker afsluiten ook in de stortgoedstroom wordt hierdoor 20 bereikt, dat bij een gesloten buisvormig schuiforgaan de binnenruimte hiervan drukloos blijft, zodat een in het geleidingsvlak voor het buisvormig schuiforgaan aangebrachte afdichting niet staat blootgesteld aan drukbelastingen, terwijl tegelijkertijd de op de bodemplaat van het buisvormig schuiforgaan inwerkende verschildruk verkregen wordt waar-25 door het buisvormig schuiforgaan in de sluitstand wordt gehouden, zodat dit ook bij het uitvallen van de aandrijving hiervan vergaand beveiligd is tegen een onbedoeld, respectievelijk voortijdig openen, zolang de stortgoedhouder zich nog onder druk bevindt.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de schuifklep volgens de 30 uitvinding zijn aangegeven in de conclusies 2 tot 8.

Een uitvoeringsvorm van de schuifklep overeenkomstig de uitvinding wordt thans nader toegelicht aan de hand van de beschrijving en bij gevoegde tekeningen, waarbij: fig. 1 een langsdoorsnede is over de schuifklep; 35 fig. 2 een gedeelte van de schuifklep volgens fig. I perspec- 8105443 - 3 - m tivisch weergeeft.

Volgens fig. 1 bestaat de schuifklep uit een flens 2, die vastgeschroefd is aan het van een flens voorziene deksel 1 van een stortgoedhouder en die een invoerbuis 3 omsluit, waarvan de verbin-5 dingsflens 4 verbonden kan worden met de afvoer van een stortgoedsilo of een willekeurig andere stortgoedtoevoer. De invoerbuis 3 gaat door de flens 2 en reikt nog over een bepaalde afstand beneden deze. De onderste mond van de invoerbuis 3 vormt de invoeropening. Met vrijlating van een brede ringvormige invoerspleet staat een afbuigkegel 5 10 tegenover de invoeropening, welke kegel rust op een ring 6, die op zijn beurt hangt aan drie holle steunen 7-9 (zie fig. 2), die gevoerd zijn door de flens 2 en hieraan bevestigd zijn. De ring 6 heeft een cilindrisch buitenvlak, dat dient als geleiding voor een buisvormig schuiforgaan 10 en een in een groef ingelaten afdichting, bijvoorbeeld 15 een 0-ring 11, bevat. De bovenrand 12 van het buisvormig schuiforgaan 10 komt in de getekende sluitstand te liggen op een ringvormige afdichting 13, die is ingelaten in een ten opzichte van de bovenrand 12 van het buisvormig schuiforgaan 10 op juiste wijze afgeschuinde ringvormige kraag. 14 aan de onderzijde van de flens 2.

20 Het benedeneind van het buisvormig schuiforgaan 10 is afge sloten door een bodemplaat 15. Op deze bodemplaat grijpt de zuiger-stang van een zuiger-cilindereenheid 16 aan, die zit op een draagplaat 17, die op zijn beurt via drie stangen (zie fig. 2) 18, 19 en 20 is verbonden met de ring 6. De zuiger-cilindereenheid 16 is bij voorkeur 25 dubbelwerkend uitgevoerd en krijgt zijn werkmedium, in het algemeen perslucht, via de holle steunen 7, 8 en de in de figuur aangegeven slangen 21, 22, die in verbinding staan met de buisvormige steunen 7, 8 via aansluitfittingen en dienovereenkomstige boringen in de ring 6.

30 De zuigerslag van de zuiger-cilindereenheid 16 is zo gekozen, dat de bovenrand 12 van het buisvormig schuiforgaan 10 in de niet weergegeven openingsstand in één lijn ligt met het mantelvlak van de afbuigkegel 5. Zowel voor het vaststellen van de sluitstand als ook van de openingsstand kunnen in de ruimte tussen de afbuigkegel 5 en 35 de bodemplaat 15 (niet weergegeven) eindschakelaars zijn aangebracht, 8105443 η j- -¾ τ - 4 - waarvan de aansluitleidingen door de in fig. 1 niet zichtbare derde steun 9 naar buitengevoerd kunnen worden. In de openingsstand van het buisvormig schuiforgaan 10 stroomt het stortgoed uit de invoerpijp 3 via de door de mond Hiervan en de afbuigkegel 5 begrensde ringvormige 5 spleet en om het buisvormig schuiforgaan 10 in de houder. Het verlengstuk van de invoerpijp 3 naar beneden voorbij de flens 2 zorgt hierbij ervoor dat ter plaatse van de ringvormige kraag 14 van de flens 2, die de afdichting 13 bevat, ook dan geen stortgoed terecht kan komen, wanneer de invoer niet door voortijdig naar boven bewegen van het buisvormig 10 schuiforgaan 10 wordt onderbroken maar het vullen van de houder wordt voortgezet totdat de stortgoedstroom tot stilstand komt overeenstemmend met zijn natuurlijke glooiingshoek.

Na het naar boven bewegen van het buisvormig schuiforgaan 10 ligt de bovenrand hiervan afdichtend op de afdichting 13. Ook wanneer 15 de houder onder druk wordt geplaatst, blijft de gehele door het buisvormig schuiforgaan 10 omsloten ruimte drukloos. Hierdoor wordt vermeden dat de door het omhoog bewegen en omlaag bewegen van het buisvormig schuiforgaan 10 mechanisch belaste afdichting 11 nog aan een extra belasting door de verschil druk aan beide zijden hiervan is onderworpen. 20 Voorts wordt ook bereikt dat de bodemplaat 15 van het buisvormig schuiforgaan 10 als een zuigerbodem werkt, dus het buisvormigschuif-orgaan 10 wordt des te sterker tegen de afdichting 13 gedrukt, naar mate de druk in de stortgoedhouder groter is. Ook bij een eventueel defect van de zuiger-cilindereenheid 16 wordt dus het buisvormig schuif-25 orgaan 10 met zekerheid gehouden in de sluitstand totdat de druk in de houder voldoende is verminderd.

Fig. 2 toont de aan de steunen 7 tot 9 hangende afbuigkegel 5 op de ring 6 met de afdichting 11, alsook de gedeeltelijk opengesneden zuiger-cilindereenheid 16, die rust op een draagplaat 7, die op zijn 30 beurt via de stangen 18, 19, 20 is verbonden met de ring 6. Voorts blijkt uit fig. 2 dat voor het vergroten van de veiligheid tegen een voortijdig openen van de schuifklep op de zuigerklep 23 van de zuiger-cilindereenheid 16 een schroefdrukveer 24 is aangebracht, die zo gekozen kan zijn, dat deze in de onbelaste toestand, dus in de sluitstand 35 van het buisvormig schuiforgaan 10, het eigengewicht hiervan nagenoeg compenseert.

8105443

Claims (9)

1. Schuifklep voor stortgoedhouders met een verticale stort-goedtoevoer, bestaande uit een ten opzichte van de invoeropening van de houder coaxiale opstelling van een afbuigkegel en een pneumatisch verschuifbaar buisvormig schuiforgaan, dat in de geopende stand een 5 ringvormige invoerspleet vrijgeeft en in de sluitstand met zijn bovenrand ligt op een tegen de stortgoedstroom afgeschermd afdichtvlak, met het kenmerk, dat de afbuigkegel (5) is aangebracht onder de invoeropening, aan zijn basis een grotere diameter dan de invoeropening bezit en dient als geleiding voor het buisvormig schuiforgaan (10), dat 10 deze omsluit, waarvan het onderste ko£vlak is afgesloten door een bodemplaat (15) en waarvan de bovenrand (12) in de openingsstand ongeveer één geheel vormt met het kegelvlak van de afbuigkegel (5), en dat het afdichtvlak (14) ligt boven de invoeropening.

2. Schuifklep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 afbuigkegel (5) hangend is bevestigd aan buisvormige steunen (7, 8, 9), die binnen de ringvormige ruimte tussen de invoerpijp (3), die met zijn mond de invoeropening vormt, en het buisvormig schuiforgaan (10) zijn gelegen.

3. Schuifklep volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 20 de afbuigkegel (5) een hieronder aangebrachte zuiger-cilindereenheid (16) draagt, waarvan de zuigerstang (23) vastgeschroefd is aan de bodemplaat (15) van het buisvormig schuiforgaan (10).

4. Schuifklep volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de zuiger-cilindereenheid (16) een schroefdrukveer (24) bevat, die af- 25 steunt tegen de zuiger en het gewicht van het buisvormig schuiforgaan (10) nagenoeg compenseert.

5. Schuifklep volgens conclusie 3 of 4 met het kenmerk, dat aan de zuiger-cilindereenheid (16) het werkmedium via de buisvormige steunen (7, 8, 9), die de afbuigkegel (5) dragen, kan worden toegevoerd.

6. Schuifklep volgens een der conclusies 1 tot 5 met het kenmerk, dat een van de buisvormige steunen electrische verbindings-.leidingen voor de onder de afbuigkegel aangebrachte eind schakelaars voor het buisvormig schuiforgaan (10) bevat.

7. Schuifklep volgens een der conclusies 1 tot 6 met het 8105443 o. Is - 6 - kenmerk, dat de afbuigkegel (5) ter plaatse van zijn grootste diameter overgaat in een cilindrisch vlak als geleidingsvlak voor het buisvormig schuiforgaan (10)»

8. Schuifklep volgens een der conclusies 1 tot 7 met het 5 kenmerk, dat het gedeelte van de invoerpijp (3), dat ligt tussen het vlak, waarin het afdichtvlak ligt, en de invoeropening, de afscherming van het afdichtvlak (14) tegen de stortgoedstroom vormt.

9. Schuifklep in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekeningen. 8105443