NL8105313A

NL8105313A - Inrichting voor het door warmte behandelen van moeilijk vloeiende materialen.

Info

Publication number: NL8105313A
Application number: NL8105313A
Authority: NL
Original assignee: Bocol B V
Priority date: 1981-11-24
Filing date: 1981-11-24
Publication date: 1983-06-16

Description

}. 7 · , N.O. 30 553 - 1 -

Inridating voor het door warmte behandelen van moeilijk vloeien-de materialen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het door warmte behandelen van moeilijk vloeiende materialen, in het bijzonder voor het vervaardigen van een warm asfaltmengsel uit oud asfaltwegdekmateriaal, bestaande nit een roterend aangedre-5 ven cilindrische mengtrommel met een toevoer voor het materiaal, in het bijzonder oud asfaltwegdekmateriaal aan het ene einde van de trommel en een afvoer voor het materiaal, in het bijzonder gesmolten asfaltmateriaal aan het andere einde van de trommel, en uit ten minste 46n verwarmingsinrichting, die hete verwarmings-10 gassen langs de binnenzij de van de trommel voert in indirect warmtecontact met de trommelinhoud, welke verwarmingsgassen worden gevoerd door uit plaatmateriaal gebogen tandvormige ka-nalen, waarvan de toppen op afstand van de trommelwand liggen en de voeten worden gevormd door delen van de trommelwand.

15 Een dergelijke inriohting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 79*05309*

Bij deze voor het verwerken van oud asfaltwegdekmateriaal bestemde inriohting verlopen de kanalen axiaal, althans in hoofd-zaak axiaal. 0m het vloeiende materiaal langs de kanalen te doen 20 stromen moet de trommel hellend worden opgesteld. Dan nog be-staat gevaar voor verstopping. Een hellende opstelling bemoei-lijkt bovendien de opbouw van de gehele installatie, in verband met ondersteuningsframes, toe- en afvoerleidingen, enz.

Terder is de door de verwarmingsgassen afgelegde weg vrij 25 kort, waardoor de warmteoverdracht minder effectief is.

De warmteuitzetting tussen de wanden van de kanalen en de trommelwand is verschillend, waardoor de kanalen niet zonder expansiemogelijkheid tegen de trommelwand bevestigd kunnen worden.

30 De uitvinding beoogt de bekende inrichting verder te ver- beteren en dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de tandvormige kanalen zich in έέη- of meergangige schroeflijn-vorm uitstrekken over de gehele lengte van de trommel.

Door het schroeflijnvormige verloop van de kanalen glijdt 35 het dikvloeiende materiaal als het ware langs de kanaalwanden tijdens de rotatie van de trommel. De warmteoverdracht is daar- 8105313 S 4 - 2 - door zeer goed, terwijl aankleven wordt voorkomen door de langs-glijdende en daardoor schurende beweging van het materiaal.

Yerder moeten de hete verwarmingsgassen een zeer lange .weg afleggen met een grote snelheid, waardoor de warmteover-5 dracht ook wordt verbeterd.

De trommel kan horizontaal worden opgesteld. De doorstroom-snelheid en de verblijftijd van het materiaal in de trommel kun-aen geregeld worden door het toerental van de trommel te wijzi-gen.

10 Bij voorkeur zijn de uit plaat gevormde kanalen direct aan de trommelwand bevestigd.

De uitvinding zal aan de hand van de schematische tekening nader worden toegelioht, waarin: fig. 1 een langsdoorsnede is door een tiitvoeringsvorm van 15 de inrichting volgens de uitvinding; en fig. 2 een dwarsdoorsnede is volgens de lijn II-II van fig. 1.

De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit een ci-lindrische trommel, waarvan de trommelwand is aangegeven met 1.

20 Be hartlijn van deze trommel loopt bij voorkeur horizontaal.

De trommelwand 1 is over een deel van zijn lengte voorzien van een warmteisolatie 2.

In bedrijf roteert de trommelwand 1 met isolatie 2 om zijn hartlijn.

25 Beide einden van de trommel zijn gesloten en draaien niet met de trommelwand 1 mee.

Het linkereinde 5 is voorzien van een trechter 4 voor het invoeren van oud asfaltwegdekmateriaal.

Het rechter stilstaande einde van de trommel is aangegeven 50 met 5· Bit deel 5 bevat een afvoer 6 voor gesmolten asfaltmeng-sel en een afvoer 7 voor tijdens het smelten vrijgekomen dampen. Vanaf een niet-getoonde verwarmingsinrichting worden verwarmingsgassen toegevoerd via de toevoer 8 aan het linkereinde van de trommel.

55 Tegen de binnenwand 1 van de trommel bevinden zich evenals bij de bekende inrichting uit plaatmateriaal gebogen tandvor-mige kanalen. In tegenstelling tot de bekende inrichting ver-lopen deze kanalen thans schroeflijnvormig om de hartlijn van de trommel. De aldus gevormde schroeflijnvormige kanalen zijn 40 aangegeven met $. Deze schroeflijnvormige kanalen 9 kunnen 66n- 8105313 * - 3 - of meergangig om 4e hartlijn van de trommel verlopen. Om de hete verwarmingsgassen vanaf de stilstaande inlaat 8 toe te voeren naar de roterende kanalen 9 is om de trommelwand 1 een toevoer-kast 10 aangebracht. Be via 8 toegevoerde verwarmingsgassen 5 worden door de schroeflijnvormige kanalen 9 gedwongen een zeer lange weg door de trommel af te leggen, voordat zij bij 11 worden afgevoerd. Be gevormde asfaltsmelt verzamelt zich in de da-len van de kanalen 9 en glijdt bij het roteren van de trommel langs deze kanalen. Boor de schroeflijnvormige gedaante van de 10 kanalen 9 treedt minder gauw verstopping op in de dalen tussen de kanalen. Boor het toepassen van dakvormige schoepen 12 in de dalen, zoals is weergegeven in fig. 2, wordt bovendien bet vloei-ende materiaal tijdens de rotatie omhoog gewerkt nit de dalen, waardoor tevens een goede menging wordt verkregen. Beze schoe-15 pen 12 zijn versprongen over de lengte van de trommel aangebracht .

Be verwarmingsgassen bewegen zioh met grote snelheid door de kanalen 9» waardoor een betere warmteoverdracht tot stand komt. Bit betekent dat met een kleinere trommel dezelfde capaciteit 20 verkregen kan worden.

Het is mogelijk de trommel horizontaal op te stellen, om-dat de doorstroomsnelheid van het materiaal en dus de verblijf-tijd van het materiaal in de trommel afhankelijk zijn van het toerental en niet van de hellingshoek. Be doorstroomsnelheid en 25 de verblijftijd zijn gemakkelijk te regelen door wijziging van het toerental. Bit is een goedkope en techniseh eenvoudige op-lossing.

Aangezien de verwarmingsgassen bij 8 met een hoge tempe-ratunr van ongeveer 800°C de trommel binnentreden, verdient 30 het de voorkeur het eerste gedeelte van de trommel te koelen, hetgeen bereikt kan worden door een extra wand 13 op enige af-stand de trommelwand 1, waardoor de mogelijkheid bestaat dat koellucht van buitenaf wordt aangezogen, welke koellucht bij 14 weer naar buiten treedt. Het eerste gedeelte van de trommelwand 35 1 wordt op deze wijze dus door de buitenlucht gekoeld. Ha de uitlaat 14 voor de koellucht is de temperatuur van de verwarmingsgassen reeds zover gedaald, dat verdere koeling niet nodig is. Be rest van de trommelwand 1 is dan 00k geisoleerd met de warmte-isolatie 2.

40 Be bij 14 naar buiten tredende opgewarmde koellucht kan 8105315 - 4 - weer toegevoerd worden naar 8 om zich te vermengen met de hete verwarmingsgassen. Op deze wijze kan de temperatuur van deze gassen geregeld worden en wordt tevens warmte, dus energie nuttig gebruikt.

5 De bij 7 afgevoerde dampen, die ontstaan bij het smelten van oud asfaltwegdekmateriaal, kunnen eventueel gevoerd worden naar de verbrandingsinrichting om door verbranden onschadelijk gemaakt te worden.

De wanden van de kanalen 9» die in dwarsdoorsnede in 10 hoofdzaak driehoekig zijn kunnen direct aan de trommelwand 1 worden vastgelast. Door het schroeflijnvormige verloop treden geen moeilijkheden op door verschillen in warmteuitzetting tus-sen kanalen 9 en trommelwand 1.

Behaive voor het verwerken van oud asfaltwegdekmateriaal 15 kan de inrichting volgens de uitvinding ook gebruikt worden voor de warmtebehandeling, van andere moeilijk vloeiende materi-alen.

Hoewel in de tekening is getoond, dat de verwarmingsgassen in dezelfde richting als het vloeiende materiaal bewegen, is 20 het ook mogelijk het tegenstroomprincipe toe te passen.

- conclusies - 8105313

Claims

1. Inrichting voor het door warmte behandelen van moeilijk vloeiende materialen, in het bijzonder voor het vervaardigen van een warm asfaitmengsel uit oud asfaltwegdekmateriaal, be-staande nit een roterend aangedreven cilindrische mengtrommel, 5 met een toevoer voor het materiaal, in het bijzonder oud as faltwegdekmateriaal aan het ene einde van de trommel en een af-voer voor het materiaal, in het bijzonder gesmolten asfaltmate-riaal aan het andere einde van de trommel, en uit ten minste 66n verwarmingsinrichting , die hete verwarmingsgassen langs de 10 binnenzijde van de trommel voert in indirect warmtecontact met de trommelinhoud, welke verwarmingsgassen worden gevoerd door uit plaatmateriaal gebogen tandvormige kanalen, waarvan de toppen op afstand van de trommelwand liggen en de voeten worden gevormd door delen van de trommelwand, met het 15 kenmerk, dat de tandvormige kanalen zich in 66n- of meer-gangige schroeflijnvorm uitstrekken over de gehele lengte van de trommel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de uit plaat gevormde schroeflijnvormige ka-20 nalen direct aan de trommelwand zijn bevestigd.

3· Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hete verwarmingsgassen aan 66n einde van de trommel worden toegevoerd en aan het andere einde worden afgevoerd, met het kenmerk, dat een deel van de trommelwand grenzend aan de 25 toevoer wordt gekoeld en dat de rest van de trommelwand is ge-isoleerd.

4· Inrichting volgens conclusie 3> ni e t het kenmerk, dat de koeling plaats heeft door een concentrisch met de trommelwand verlopende wand met een toevoer voor buiten-30 lucht nabij de toevoer voor verwarmingsgassen.

5· Inrichting volgens 66n of meer der voorafgaande con-clusies, met het kenmerk, dat in de kanalen op afstanden van elkaar schoepen zijn opgesteld, die het vloeiende materiaal vrijmaken van de kanalen. 8105313