NL8104593A - Inrichting voor het aan een zijde of aan twee zijden bedekken van een in hoofdzaak bovenwaarts bewegende baan, zoals bijvoorbeeld een papierbaan. - Google Patents

Description

........"........... .................... ' ............................... » " v, 81325 vA/mm

Korte aanduiding : Inrichting voor het aan één zijde of aan twee zijden bedekken van een in hoofdzaak bovenwaarts bewegende baan/ zoals bijvoorbeeld een papierbaan.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aan één zijde of aan twee zijden bedekken van een in hoofdzaak bovenwaarts bewegende baan, zoals bijvoorbeeld een papierbaan, door middel van het verschaffen van een overmaat 5 toevoer van bedekkingsstof op de baan en het vlakken van de daaraan klevende bedekkingsstof door het trekken van de baan door een bedekkingskneep die gevormd wordt door een buigzaam be-dekkingsmes en een steunorgaan.

; Bij baanbedekkingsconstructies, waarbij de baan boven-

L

10 waarts wordt getr-okken door een kneep die door vlakmessen wordt gevormd, vindt het uitspreiden van de bedekkingsstof over de baan gewoonlijk onder de kneep plaats door middel van een spreidinrichting. Bij een bekende constructie omvat de spreidinrichting twee walsen die een kneep vormen waardoor de 15 baan wordt getrokken. De bedekkingsstof wordt op de walsen toegevoerd, waarvan deze wordt overgedragen op en uitgespreid over de baan. Bij hpge baansnelheden treedt er een probleem op veroorzaakt door de baanslip in de spreidkneep, waardoor de ongelijkmatige overdracht wordt veroorzaakt van bedekkings-20 stof op de baan. Anderzijds kan de kneep worden vernauwd om baanslip te voorkomen. Dit veroorzaakt echter dikwijls baan-breuken als gevolg van de traagheid van de zware uitspreid-walsen, die niet in staat zijn om snelle snelheidsveranderingen van de baan te volgen. Een andere bekende bedekkingsinrichting*· 25 constructie omvat spreidmondstukken in plaats van de spreid-walsen. Ook bij deze inrichting is het moeilijk om de bedekkingsstof uniform over de baan te verspreiden.

8104593 * ft* ^ - 2 -

Een gemeenschappelijk kenmerk van deze beide bekende constructies is, dat in de spreidfase een gedeelte van de bedek-kingsstof van de baan wordt verwijderd. Deze overmaat hoeveelheid moet naar het spreidpunt worden teruggepompt, en dit vormt een 5extra, oneconomische trap van het proces. Verder moet een bijkomende terugvoer-kringloop worden aangebracht voor het terugvoeren van de bedekkingsstof die door de vlakmessen is afgeschraapt. Dit maakt de constructie ingewikkeld en verhoogt de vervaardigingskosten.

10 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een baanbedekkingsinrichting, waarbij het spreiden, van de bedekkingsstof, ook bij hoge baansnelheden, op betrouwbare, en economische wijze wordt uitgevoerd en met een homogeen en gelijkmatig resultaat. Een inrichting volgens de uitvinding heeft 15lage vervaardigingskosten en de hoeveelheid terpggevoerde bedekkingsstof wordt minimaal gehouden. Dit heeft een verbeterde bedekkingseconomie tot gevolg. Ook wordt de bedekkingsstof die door de bedekkende kneepmessen van de baan is afgeschraapt zonder enige pompwerking voor opnieuw gebruik verzameld.

20 De uitvinding wordt gekenmerkt, doordat een bedekkings- kamer wordt gevormd, voorzien van middelen voor het daaraan toevoeren van bedekkingsstof, welke bedekkingskamer open is naar de baan en aan zijn onderzijde, op een aanzienlijke afstand vanaf de bedekkingskneep, een nauwe sleuf heeft waardoor 25de baan in hoofdzaak zonder enige aanraking met de kanten van de sleuf wordt bewogen, terwijl de stoftoevoer naar de kamer en de breedte van de sleuf zodanig zijn aangepast aan de snelheid van. de baan en aan de viscositeit van de bedekkingsstof, dat tijdens de 'normale 'werking van de inrichting slechts een 30kleine hoeveelheid bedekkingsstof benedenwaarts door de sleuf stroomt.

De baan is in de bedekkingskamer in directe aanraking met de bedekkingsstof. De bewegende baan voert dan de bedekkingsstof weg, wat bijdraagt tot het stevig vasthechten van de be-35dekkingsstof over het gehele baanoppervlak. De overmaat bedekkingsstof die door het bedekkingsmes wordt afgeschraapt wordt, zelfs bij hoge baansnelheden, in. de bedekkingskamer verzameld om zonder enig pompmiddel onmiddellijk opnieuw te worden gebruikt. Daar slechts een. kleine hoeveelheid van de bedekkings- 8104593 <* * - 3 - stof door de bodemsleuf benedenwaarts beweegt wordt er in de bedekkingskamer een kolom bedekkingsstof gevormd. Dit verschaft een groot en uniform kontakt tussen de baan en de bedekkingsstof. Bovendien is de constructie economisch als gevolg 5 van het feit dat slechts een zeer kleine hoeveelheid bedekkingsstof benedenwaarts door de bedekkingskamer beweegt. Wanneer de viscositeit van de stof ten opzichte van de baansnelheid geoptimaliseerd wordt zal er geen enkele bedekkingsstof benedenwaarts uit de kamer stromen. Van zelfsprekend zal er dan geen 10 pompmiddel nodig zijn voor het terugvoeren van de bedekkingsstof.

Het niveau van de bedekkingsstof in de bedekkingskamer kan gemakkelijk worden ingesteld door middel van een overstroom-kant of-kanaal dat bij voorkeur vertikaal instelbaar is. De constructie kan verder worden verbeterd door het beper-15 ken van de breedte van de sleuf op maximaal 5 cm, bij voorkeur maximaal 1 cm. Dan wordt het benedenwaarts door de sleuf stromen van bedekkingsstof gemakkelijk voorkomen, eveneens bij lage baansnelheden.

De bedekking kan op gunstige wijze worden uitgevoerd 20 niet een bedekkingsstof die een dynamische viscositeit heeft groter dan 1 mPas. Hierdoor vereist het gebruik van, bijvoorbeeld in water oplosbare oppervlaktebehandelingscomponenten, slechts kleine hoeveelheden water, die de noodzaak verminderen voor het drogen van de baan, waardoor de economie van het proces 25 wordt verbeterd.

De bedekkingsstof die eventueel door de bodemsleuf naar beneden is gestroomd wordt bij voorkeur onder de sleuf verzameld in een vat of goot. Vanzelfsprekend kan ook de stroom-bedekkingstof die afkomstig is van het niveauregelmiddel van 30 de bedekkingskamer in hetzelfde vat of goot worden verzameld.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt verkregen door de hoek tussen de baan en het buigzame mes in de bedekkingskneep kleiner te maken dan 40°. Dit maakt de bevestiging van het mes gemakkelijker en vermindert het gevaar 35 van baanbeschadigingen. Een andere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding past een wals toe als steunorgaan in de bedekkingskneep. De wals roteert met een snelheid die tenminste bij benadering overeenkomt met de baansnelheid. Deze uitvoeringsvorm is zeer geschikt, bijvoorbeeld, wanneer de baan gelijktij- 8104593 - 4 - * dig wordt onderworpen aan het met druk bedekken van oppervlakte behandelingsmiddelen en pigmentbedekking. Dezelfde inrichting kan eveneens gemakkelijk worden gebruikt voor het normale aan één zijde bedekken. De inrichting kan eveneens worden toegepast 5 voor lage en hoge baansnelheden.

Een geschikt steunorgaan voor de bedékkingskneep kan als een plaat worden gevormd die zich vertikaal bovenwaarts enigszins boven de bedekkingskneep uitstrekt en benedenwaarts tot of voorbij het benedenniveau van het verzamelvat of-goot.

10 De breedte van de plaat dient overeen te komen met of groter te zijn dan de baanbreedte. Hierdoor wordt de baan aan de ene zijde op eenvoudige én stevige wijze ondersteund terwijl het kneepsteunorgaan evenals het sleuf begrenzingsorgaan door een enkel orgaan worden gevormd.

15 Bij een constructie volgens de uitvinding kunnen de organen die aan de tegenovergestelde zijden van de baan zijn geplaatst geheel of gedeeltelijk identiek zijn. Voor de tweezijdige bedekking kan aan beide zijden van de baan, bij voorkeur op hetzelfde vertikale niveau, een bedekkingskamer zijn 20 aangebracht. Deze kamers kunnen worden voorzien van dezelfde soort of van verschillende soorten van bedekkingsstoffen.

In het laatste genoemde geval kunnen de sleufbreedten en de vloeistofniveauplaatsen aan. beide zijden aanzienlijk verschillen .

Voor het verkrijgen, van een uniform bedekkingsresul-taat kan de inrichting volgens op zichzelf bekende wijze worden voorzien van een belastingsorgaan dat een instelbare druk uitoefent op het buigzame bedekkingsmes.

De uitvinding·zal thans nader worden toegelicht aan 30 de hand van de bijgaande tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden .

Fig. 1 is een schematisch perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een zijaanzicht in doorsnede van een 35 eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 3 toont een zijaanzicht in doorsnede van een tweede 'uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 4 toont een zijaanzicht in doorsnede, van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

8104593 - 5 -

Fig. 5 toont een zijaanzicht in doorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In de tekening geeft het verwijzingscijfer 1 een bewegende baan aan, die getrokken wordt door een bedekkingskneep 5 4 gevormd tussen een buigzaam mes 2 en een steunorgaan 3.

De looprichting van de baan wordt aangegeven door een pijl.

Een nauwe sleuf 5 wordt gevormd onder de kneep 4. De sleuf 5 wordt gevormd tussen een sleufbegrenzingsorgaan 6 en de kant 11 van een instelbare sleufbreedteregelaar 10. De sleufbreedte 10 is oneindig variabel tot aan een maximum van bij voorkeur 5 cm. Het steunorgaan 3 en het begrenzingsorgaan 6 kunnen afzonderlijk zijn of tot een enkel orgaan zijn gecombineerd, dat een wals kan zijn, een buigzame of een stijve plaat of een vast baange-leidingsorgaan. Een bedekkingskamer 7 wordt boven de sleuf 5 15 gevormd. Deze kamer wordt begrensd door de baan 1, het buigzame mes 2, een achterwand 8 en de zijwanden 8a. Een steunplaat 9 is verbonden met de sleufbreedteregelaar 10, die beweegbaar is opgehangen teneinde de instelling te volgen van de breedte van de sleuf 5. De breedteregelaar 10 kan bijvoorbeeld worden 20 voorzien van zodanig aangebrachte schroeforganen, dat de verdraaiing van de organen de instelling veroorzaakt van de breedte van de sleuf 5.

De bedekkingsstof 16 wordt toegevoerd aan de kamer 7 via een toevoerkanaal 13. Een verzamelvat 12, dat open is 25 naar de baan 1, is onder de sleuf 5 aangebracht. De kleine hoeveelheden bedekkingsstof die door de sleuf 5 stromen en in het vat 12 zijn verzameld worden teruggevoerd naar de kamer 7 via een uitlaatkanaal 14, dat via (niet weergegeven) pomp-middelen is verbonden met een toevoerkanaal 13. De kamer 7 is 30 voorzien van middelen voor het regelen van het niveau van de daarin aanwezige bedekkingsstof. De bedekkingsstof kan bijvoorbeeld over de rand 8c van de zijwanden 8a in het vat 12 stromen. De rand 8c is bij voorkeur vertikaal instelbaar.

De uitvoerinsgvorm volgens fig. 3 omvat een wals 15, 35 die tegelijkertijd het steunorgaan vormt voor het buigzame mes 2 en het begrenzingsorgaan voor de sleuf 5. De wals 15 wordt geroteerd in de looprichting van de baan 1.

De uitvoeringsvorm volgens fig. 4, die in hoofdzaak symmetrisch is ten opzichte van de vertikale baan 1, wordt 8104593 * -* - 6 - voor tweezijdige bedekking gebruikt. Het is echter niet noodzakelijk om een symmetrische bedekkingsconstructie toe te passen. Wanneer bijvoorbeeld verschillende bedekkingsstoffen met verschillende 'viscositeiten aan de kamers 7 worden toegevoerd 5 aan de tegenovergestelde zijden van de baan kunnen de sleuf-regelkanten 11 op verschillende afstanden zijn van de baan 1.

, Het verzamelvat 12 is opgehangen aan de bedekkings-kamerwand 8.‘ Het vat 12 kan eveneens in één stuk zijn gevormd met de wand 8 door deze laatstgenoemde te voorzien van een 10 lang, benedenwaarts verlopend gedeelte dat aan zijn onderrand naar de baan 1 is toegebogen voor het vormen van een goot.

De goot of hét vat 12 kan zich uitstrekken tot buiten de zijkanten van de baan 1.

Het steunorgaan of de bedekkingskneep 4 en het be-15 grenzingsorgaan van de sleuf 5 kunnen worden gecombineerd tot een enkele, in hoofdzaak stijve baangeleidingsplaat 17, zoals in fig. 5 is weergegeven.

' De uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uit- voeringsvoorbeélden maar strekt zich uit tot de binnen het 20 raam van de conclusies vallende, verschillende mogelijke varianten daarvan. Zo kan bijvoorbeeld de sleufbreedteregelaar 10 roteerbaar zijn bevestigd aan de binnenzijde van de zijwand 8. De rotatie-as dient dan evenwijdig te zijn aan de sleuf 5 en excentrisch te zijn ten opzichte van de sleufbreedteregelaar 25 10.

8104593

Claims (6)

1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het niveau van de bedekkingsstof boven.de sleuf wordt ingesteld door middel van een overstroom in een kanaal of over een stroomkant, welk kanaal of kant bij voorkeur vertikaal 25 instelbaar is.
2. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de breedte van de sleuf maximaal 5 cm is, bij voorkeur maximaal 1 cm.
3. 4. Inrichting volgens ëén of meer van de voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de bedekkingsstof een dynamische viscositeit heeft groter dan 1 mPas.
4. 5. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat er onder de sleuf een verza-melvat of goot is, waarin de bedekkingsstof wordt verzameld 35 die door de sleuf stroomt.
5. 6. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoek tussen de baan en het bedekkingsmes kleiner is dan 40°.
6. 7. Inrichting volgens ëén of meer van de voorgaande 8104593 •f e - 8 - conclusies, met het kenmerk, dat het steunorgaan in de bedek-kingskneep een wals is die de beweging van de baan volgt. *8. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-6, met het kenmerkr dat het steunorgaan in de bedekkingskneep 5 een plaat is, die zich vertikaal enigszins boven de bedekkingskneep uitstrekt en benedenwaarts tot ongeveer het bodemniveau van het verzamelvat of de verzamelgoot. 8104593