NL8103826A - Paraplu. - Google Patents

Description

P

^ ' VO 2186 Paraplu.

De uitvinding heeft betrekking op een paraplu met twee aan een handgreep gelegerde stokken, die uit een evenwijdige en aangrenzende stand V-vormig gespreid kunnen worden en die elk een baleinnaaf met zwenkbaar gelegerde dakbaleinen dragen, met elk een op de stok ver-5 schuifbaar schuifstuk en een steals in het middengebied van de dakbaleinen schamierbaar hieraan bevestigde schoor en met een met de dakbaleinen verbonden, voor de dakbaleinen van beide stokken gemeenschappelijke bespanning.

Een dergelijke paraplu is bekend uit het Amerikaanse 10 octrooischrift 3.464.431. De beide stokken zijn in het benedengedeelte daarvan scharnierend met elkaar verbonden en bij een uitgevouwen paraplu V-vormig gespreid. De beide parapludaken kunnen ten opzichte van de stokken gekanteld worden, zodat zij bij gespreide stokken beide een horizontale stand kunnen innemen. De bespanning strekt zich over de beide 15 parapludaken uit. Een andere uitvoeringsvorm volgens het Amerikaanse octrooischrift 3.464.431 voorziet in twee aparte paraplurs, die als afzonderlijke paraplu's gebruikt kunnen worden. De paraplu's kunnen in de nabijheid van de handgreep scharnierend met elkaar verbonden worden en bezitten aparte parapludaken, die eveneens ten opzichte van de stokken 20 naar een horizontale stand gekanteld kunnen worden. Aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de parapludaken is voorzien in een ritssluiting met behulp waarvan de op zich afzonderlijke parapludaken met elkaar verbonden kunnen worden.

De uitvinding heeft tot doel om een paraplu van het bo-25 venstaand als eerste genoemde type, dat dus een gemeenschappelijke bespanning voor beide stokken bezit, zodanig uit te voeren, dat déze naar keuze a]s esi par apin met een vrijwel cirkelvormig bovenaanzicht van het parapludak voor één persoon en bij een vergroot oppervlak in bovenaanzicht als paraplu voor twee personen gebruikt kan worden. Dit doel wordt 30 volgens de uitvinding bereikt doordat op de bespanning,in een vlak dat loodrecht gelegen is op het spreidingsvlak van de stokken,een zich over de gehele bespanning uitstrekkende, bij de evenwijdige stand van de stokken sluitbare, en daarbij het rechthoekige middendeel van de bespanning overbruggende ritssluiting aangebracht is en doordat voorzien is in een 35 op het vrije eindg^ied van de stokken aangrijpend spreidingsstangen- 8103826 V' ï -2- stelsel voor de stokken.

Bij het gebruik door één persoon worden de stokken in de evenwijdige stand gebracht, met elkaar gekoppeld, de ritssluiting wordt gesloten en vervolgens wordt door het bedienen van de beide schuifstuk-5 ken het parapludak gespannen. Bij gebruik door twee personen worden de stokken ontkoppeld, wordt de ritssluiting geopend en wordt na het spreiden van de stokken het,nu met het rechthoekige middendeel van de bespan-, ning vergrote parapludak,gespannen.

De uitvinding zal nu aan de hand van een aantal uitvoe-10 ringsvoorbeelden, met verwijzing naar de bijgaande tekening nader worden toegelicht. In de tekening zijn: fig. 1 een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een paraplu volgens de uitvinding, in een tot op volle breedte uitgespannen toestand, met het scherm in doorsnede volgens de lijn I-I in fig. 2, 15 fig. 2 is een bovenaanzicht van een paraplu volgens fig.

1, fig. 3 een aanzicht overeenkomend met fig. 1, bij gebruik als normale uitgespreide paraplu, waarbij de bespanningen evenals in alle verdere figuren door stippellijnen is aangegeven, 20 fig. 4 is een bovenaanzicht van de paraplu overeenkomstig fig. 3, fig. 5 en 6 aanzichten overeenkomstig de figuren 1 en 2, maar van een andere uitvoeringsvorm, fig. 7-10 aanzichten overeenkomstig de figuren 1-4, van 25 weer een andere uitvoeringsvorm, fig. 11 een zijaanzicht van een spreidingsstangenstelsel voor de stokken, fig. 12 een aanzicht volgens de lijn XII-XII in fig. 30, vanaf de bovenzijde gezien, 30 fig. 13 een zijaanzicht van een gedeelte van het sprei dingsstangenstelsel met de stokken in een naar elkaar toegeklapte stand, fig. 14 een zijaanzicht van een spreidingsstangenstelsel in een andere uitvoeringsvorm, fig. 15 een bovenaanzicht langs de XV-XV in fig. 14, 35 fig. 16 een uitvoeringsvoorbeeld van een koppeling voor de beide stokken, 8103826 -3- £r 4 fig..17 een doorsnede volgens de lijn XVII-XVII in fig.

14, bij samengevoegde stokken.

In de hierna volgende beschrijving hebben dezelfde delen van de verschillende uitvoeringsvormen dezelfde verwijzingscijfers.

5 Bij de paraplu's volgens de figuren 1-4 is met de op de gebruikelijke manier gebogen handgreep 12 een steunstuk 25 vast verbonden. Het steunstuk 25 bezit een.· sleufvormige uitsparing, waarin in de normale gebruiksstand van de paraplu, zoals is voorgesteld in fig. 1 van boven twee stokken 11 met hun einden grijpen en die in de basis van de 10 uitsparing zwenkbaar zijn ondersteund, zodat de stokken 11, vanuit de in fig. 1 afgeheelde, V-vormige gespreide stand in een, in fig. 3 afgeheelde stand evenwijdig aan elkaar kunnen worden gezwenkt.

.In het midden tussen de stokken 11 is een buisvormige hulpstaf 22 aangebracht, die vast met het steunstuk 25 is verbonden en 15 een, via een, in een sleuf 26 geleide handgreep 28, uitschuifbare schuif-buis 23 bevat. De schuifbuis 23 kan door middel van de handgreep 28 tot in een van de handgreep 12 afgekeerde vergrendelingsstand worden uitgeschoven.

De stokken 11 zijn gedeeld en bezitten in him bovenste 20 gebied een scharnier 11a, waardoor de, de punten 13 van de stokken bevattende bovenste delen 11' van de stokken 11 in het spreidingsvlak zwenkbaar zijn. De, de stokpunten 13 bevattende delen 11' van de stokken 11 beslaan ongeveer een derde van de totale lengte van de stokken 11. Op een afstand onder de einden van de stokpunten 13 zijn baleinnaven 15 25 aangebracht, waaraan de baleinen 16, in een door de as van de stokpunten 13 verlopend vlak, zwenkbaar zijn ondersteund. De baleinen 16 zijn, in het uitvoeringsvoorbeeld telkens aan de buitenzijde van de bovenste delen 11' van de stokken 11, in gelijkmatig verdeelde afstanden aangebracht en onderling even lang. De onderlinge hoeken bedragen bij de bevesti-30 gingsplaats in dit uitvoeringsvoorbeeld 45°. Er zijn telkens vijf baleinen 16 aanwezig. Aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de beide stokpunten 13 ontbreken de baleinen.

Er worden zodoende twee ongeveer halfcirkelvormige parapluvlakken 14a verkregen, die met de naar elkaar toegekeerde rechte zijde, een met de 35 afstand van de stokpunten 13 overeenkomende afstand van elkaar liggen en door een ongeveer rechthoekig schermvlak 14b van elkaar zijn geschei- 8103826 τ ϊ ' -4- den (fig. 2). De bespanning is in het totaal met het verwijzihgscij fer 14 aangeduid en hun omtrekken zijn door puntlijnen aangegeven.

Op de stokken 11 zitten schuifstukken 18, waaraan schoren 17 in een door de as van de stokken resp. de stokpunten 13 gaande vlak-5 ken, zwenkbaar zijn aangebracht en die met hun andere eind op de baleinen 16 in hun middelste gebied aangrijpen die, bij het verschuiven van de schuif stukken 18 in een richting naar de stokpunten 13 toe, uitspreiden en volgens fig. 1 bij het strak worden van de bespanning 14 doorbuigen. De schuifstukken 18 worden door een uitspringende grendelinrichting 10 7 in hun bovenste stand vastgehouden.

Tegen de hulpstaf 22 steunt een, de schuifbuis 23 omgevende drukveer 21, die op een, op de schuifbuis 23 hiertegenover liggende, verschuifbaar schuifstuk 8 inwerkt. Aan het schuifstuk 8 zijn hulpscho-ren 9 scharnierbaar bevestigd, die op de baleinnaven 15 aangrijpen en 15 onder de werking van de drukveer 21 de stokken 11 V-vormig uit elkaar trachten te drukken, zodra deze slechts een weinig zijn uitgespreid. Op deze manier wordt het openklappen geholpen.

Opdat de stokpunten 13 een bepaalde stand ten opzichte van elkaar, in het uitvoeringsvoorbeeld parallel, blijven behouden is een 20 spreidingsstangenstelsel aangericht, dat uit een parallelogramstelsel vormende dwarsstangen 20 bestaat, die in de richting van de schuifbuis 23 op een afstand van elkaar liggen en aan de stokpunten 13, maar ook aan de schuifbuis 23, in het spreidingsvlak zwenkbaar zijn bevestigd.

De eindstand van de spreiding van de stokken 11 en daardoor 25 de afstand van de stokpunten 13, wordt door een ter hoogte van de bespanning 14 verlopende en de stokpunten 13 verbindende band 14c bepaald.

Zoals uit fig. 2 blijkt, is aan de bovenzijde van de bespanning 14, ter hoogte van de stokpunten 13 en loodrecht op het spreidingsvlak, elk teen helft van een, over de gehele breedte van de bespan-30 ning 14 gaande deelbare ritssluiting 14d aangebracht.

Het doel van deze ritssluiting 14d blijkt uit de figuren 3 en 4. Wanneer het namelijk gewenst is de paraplu 1, inplaats van met een vergroot schermvlak volgens fig. 2, als een normale paraplu te gebruiken dan worden de stokken 11 in een stand evenwijdig aan elkaar ge-35 bracht en door een, op de stokpunten 13 aangrijpende koppeling 33 ten opzichte van elkaar vastgezet. De koppeling 33 is in dit uitvoerings- 8103826 * ♦ -5- voorbeeld als een soort lapel met twee gaten voor de stokpunten 13 uitgevoerd. Een andere uitvoeringsvorm is in fig. 16 afgebeeld.

Na het vastzetten van de stokken 11, in de in fig. 3 getoonde stand, wordt de ritssluiting 14d gesloten, waarbij het materiaal 5 dat het reahthoekige schermvlak 14b (fig. 2) vormt, in de vorm van een lus, tussen de twee stokken 11 naar beneden hangt. De paraplu 1 kan dan opgezet worden wanneer de beide schuifstukken 18 tot in hun grendelstand naar boven worden geschoven. De bespanning 14 wordt daardoor door middel van de schoren 17 en de baleinen 16 tot in de, in de figuren 3 en 4 ge-10 toonde vorm gespannen, waarin de beide ongeveer halfcirkelvormige schermvlakken 14a gespannen zijn en de gebruikelijke ongeveer cirkelvormige omtrek wordt verkregen. In de figuren 5 en 6 is een paraplu 100 afgebeeld, die zich daardoor van de paraplu 1 onderscheidt, dat de stokfc-ken 111 recht en stijf doorgaand uitgevoerd zijn en geen scharnier 11a 15 (fig. 1) bezitten. Een parallelogramstelsel 20,20 (fig. 1) voor het evenwijdig houden van de bovenste delen van de stokken is daarom niet noodzakelijk. De spreiding van de stokken 11 geschiedt alleen met behulp van de hulpschoren 109, onder verende ondersteuning door middel van de veer 21, bij het omhoog schuiven van de handgreep 28 tot in zijn bovenste 20 grendelstand en het uitspreiden geschiedt op de gebruikelijke manier door het omhoog schuiven van de schuifstukken 18 tot in hun grendelstand. Ook bij het scherm 100 kan inplaats van de brede uitvoering volgens fig.

6, door het samenklappen van de stokken 11 en hun onderlinge vergrendeling en het sluiten van de deelbare ritssluiting 14d, een normale para-25 plu worden verkregen, waarbij het schermvlak 114b in een plooi wordt samengevouwen en de beide schermvlakken 114a zich tot één, door een cirkel begrensd, schermvlak samenvoegen.

Bij de paraplu 200 volgens de figuren 7-10 is weer geen hulpstaf aanwezig en zijn de beide stokken 313 recht en stijf doorlopend 30 uitgevoerd. Zij zijn in een steunstuk 225 ondersteund, dat met de uitvoering van die volgens de figuren 10-14 overeenkomt. Elke stok 311 draagt vijf over een hoek van 45° geplaatste baleinen 16. De door het ontbreken van de, voor een vervanging van de rondom gelijkmatige rangschikking met baleinen nog noodzakelijke drie baleinen gekenmerkte zij-35 den van de baleinopstelling van de beide stokken 311 liggen tegenover elkaar. De vorm van de omtrek van het schermvlak komt overeen met die 8103826 -6-

ft V

van fig. 6. Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld kan, zoals uit de figuren 9 en 10 blijkt, door het samenvoegen van de stokken 311 in een evenwijdige stand en het koppelen hiervan, alsmede na het sluiten van een déel-bare ritssluiting 14d, uit de paraplu volgens fig. 8 met vergroot scherm-5 oppervlak, een paraplu volgens fig 10 met een normale door een cirkel omschreven schermoppervlak worden gemaakt.

In de figuren 7-10 is voor het spreiden van de stokken 311 een uit dwarsstangen 320 bestaand spreidingsstangenstelsel aangebracht dat in het geheel met het cijfer 321 is aangegeven. De dwarsstangen 320 10 grijpen, in de nabijheid van de baleinnaven 15, in het bovenste gebied van de stokken 311 hierop aan en verlopen ongeveer evenwijdig aan elkaar tot aan het midden tussen de stokken 311, waar zij op een middenstuk 322. in het spreidingsvlak zwenkbaar zijn ondersteund. Voor het sluiten van de paraplu wordt het middenstuk 322 volgens fig. 7 naar beneden getrok-15 ken, waardoor de stokken 311 vanuit de gespreide stand in een stand ko men, waarbij zij parallel aan elkaar liggen, zoals uit fig. 9 blijkt.

Bij het op2etten van de paraplu wordt het middenstuk 322 uit de in fig.

9 voorgestelde stand, omhoog gebracht, waardoor de stokken 311 uit elkaar spreiden. Het spreidingsstangenstelsel 321 komt dan in de, in fig.

20 7 voorgestelde vergrendelstand. Na het spreiden van de stokken 311 wor den, door bediening van het schuifstuk 318, de baleinen 16 uitgespreid.

In de figuren 11-13 is het spreidingsstangenstelsel 321 meer in detail afgebeeld. De stokken 311 dragen stokpunten 313 uit hout, die aan de naar elkaar toegekeerde zijden een, op de wijze van een druk-25 knop uitgevoerde koppeling 333 dragen, door middel waarvan de stokken 311 in evenwijdig aan elkaar verlopende stand, overeenkomstig fig. 9, aan elkaar vastzetbaar zijn. Aan de in het bovenste gebied van de stokken 311 aangebrachte baleinnaaf 15 zijn de bovenste dwarsstangen 320 met hun ene eind' in het spreidingsvlak zwenkbaar ondersteund. Met het 30 andere eind grijpen de dwarsstangen 320 via tappen'323, op het middenstuk 323 aan.

De onderste dwarsstangen 320 verlopen met een bepaalde afstand ongeveer evenwijdig onder de bovenste dwarsstangen 320 en zijn aan een eind, via tappen 324 aan de stokken 311 en aan het andere eind, 35 via tappen 325, op het middenstuk 322 ondersteund. ’

Het middenstuk 322 bestaat uit een middendeel 326 en twee 8103826 S'· * -7- aan de beide zijden daarvan aangebrachte schalen 327, die aan de buitenzijde verdiepte uitsparingen 328 voor het opnemen van de einden van de onderste dwarsstangen 320 bezitten. De uitsparingen 328 zijn zo gedimensioneerd, dat de einden van de onderste dwarsstangen 320 er precies in 5 passen. De schalen 327 kunnen door een, volgens fig. 11 loodrecht op het vlak van de tekening uitgeoefende druk met de vingers tegen veerwerking naar elkaar toegedrukt worden, waardoor de einden van de onderste dwarsstangen 320 uit de uitsparingen 328 vrijkomen en om de tappen 325 gezwenkt kunnen worden. Voor het samenklappen van de paraplu wordt dus op 10 het aanzetstuk 329 dat een handgreep van de schalen 327 vormt, een druk uitgeoefend en het middenstuk 322 volgens fig. 11 wordt naar omlaag getrokken. Hierdoor legt zich het spreidingsstangenstelsel 321 tussen de stokken 311.samen, zoals uit fig. 13 blijkt. De schuifstukken 318 zijn aan de naar het spreidingsstangenstelsel 321 toegekeerde zijden 319 af-15 gevlakt; zodat zij bij samengevoegde stokken 311, aan het spreidingsstangenstelsel 321 voorbij, kunnen worden bediend, zoals uit fig. 13 ! blijkt. Voor het openen van de paraplu worden eerst de stokken 311 gespreid, doordat het middenstuk 322 omhoog wordt gevoerd totdat het in de, in fig. 11 getekende stand insnapt. Deze beweging wordt door de sta-20 len veren 330, die in de stokken 311 zijn gestoken en op de bovenste dwarsstangen 320 aangrijpen, ondersteund.

In de figuren 14-16 is een vereenvoudigd spreidingsstangenstelsel 351 afgebeeld, waarbij slechts twee dwarsstangen 350 aanwezig zijn, die zich tussen de stokken 311 uitstrekken en in het midden zijn 25 ondersteund. Aan de andere einden zijn de dwarsstangen 350, via tappen 354, schamierbaar aan de stokken 311 bevestigd. De dwarsstangen 350 bestaan uit buisstukken, die aan hun einden de stokken 311 vorkvormig omvatten. Met een onderste gedeelte van de vork ligt het spreidingsstangenstelsel 351, in de in fig. 14 afgebeelde stand, bij 355 tegen de 30 buitenomvang van telkens een stok 311 aan, waardoor de zwehkbeweging van de dwarsstangen 350 volgens fig. 33 naar boven toe wordt begrensd.

Het is te begrijpen, dat de tap 354 buiten het door de plaats 355 bepaalde reikgebied ligt, opdat een zeker aanliggen gewaarborgd is.

Ook bij het spreidingsstangenstelsel 351 wordt de uit-35 spreidbeweging door middel van trekveren 360 ondersteund, die in het binnenste van de, de dwarsstangen 350 vormende buisstukken zijn ondergebracht en via een trekdeel 361 dat om een in het onderste gebied van öin^s?6 _

i V

-8- het middenstuk aangebrachte tap 361 is geleid, met elkaar zijn verbonden.

In fig. 16 is een koppeling 433 voor uit buismateriaal bestaande stokken 311 a£gebeeld. De stokken bezitten aan de naar elkaar toegekeerde zijden langssleuven 434 resp. 435.

5 De koppeling 433 bestaat uit een W-vormig uitgesneden deel uit verend materiaal, waarbij aan de onderste punten van de "W”, naar buiten gerichte uitsteeksels 437 zijn aangebracht. De buitenste benen 439 van de "W" dragen naar butten stekende knoppen 438 voor het vastgrijpen. Door het aanpakken van de grijpknoppen 438 kunnen de binnenste 10 benen 436 van de "W” zo ver tezamen worden gedrukt, dat het, de koppe-ling-433 vormende uitgesneden gedeelte in de sleuf 434 gevoerd kan worden. Na het loslaten spreiden zich de binnenste benen 436 uit elkaar, -waardoor de uitsteeksèls 437 om de in de lengterichting gelegen randen van de langssleuf 434 grijpen en het uitgesneden gedeelte aan de, in 15 fig. 16 aan de linkerzijde liggende stok 311 vastzetten.

De sleuf 435 is zodanig gedimensioneerd, dat de buitenste benen 439 bij het samendrukken van de stokken 311, aan de eindranden van de langssleuf 435 met hun schuine delen 440 wegglijden en de buitenste benen 439 samengedrukt worden, waarbij de naar buiten wijzende haakvor-20 mige uitsteeksels van de buitenste benen 439, eindranden van de langs- · sleuf 436 aan de binnenzijde omgrijpen. Door het samendrukken van de knoppen 438 worden de buitenste benen 439 naar elkaar toegebracht, waardoor de koppeling 433 uit de langssleuf 435 getrokken kan worden. De di-mensionering van de dikte van de benen is zodanig, dat bij een normaal 25 tezamen drukken van de knoppen 438 uitsluitend een ontkoppeling van het volgens fig. 16 rechtergedeelte optreedt.

Op de beide stokken 311 zitten, dicht onder het spreidings-stangenstelsel 351, afstandsstukken 380 in de vorm van, op de stokken 311 geschoven en deze strak omsluitende, vormstukken uit kunststof. Aan 30 de naar elkaar toegekeerde zijden zijn de afstandsstukken 380, zoals uit fig. 17 blijkt, van ongeveer U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij de benen van de "U" naar elkaar toe zijn gericht en het ene been een evenwijdig aan de stok 311 verlopende snijkant 381 vormt, terwijl het hier tegenover liggende been, een overeenkomstige inkerving 382 bezit telkens 35 één de snijkant 381 en een andere de inkerving 382. Zodat de afstandsstukken 380, bij omgekeerde opstelling van de in fig. 17 voorgestelde 8103826 ·ψ -9- manier, 'in elkaar passen en slechts één uitvoeringsvorm van het afstands-stuk 380 vervaardigd moet worden.

Het aanbrengen van de afstandsstukken 380 verzekert, bij overeenkomstig fig. 9 samengevoegde stokken 311, een veilige afsteuning 5 van de stokken 311 ten opzichte van elkaar, zodat de beide stokken 311 een goede verbindingsvaste eenheid vormen.

t 8103326

Claims (13)

1. Paraplu met twee aan een handgreep gelegerde stokken, die uit een evenwijdige en dicht bijeen gelegen stand V-vormig gespreid kunnen worden en die elk een baleinnaaf met zwenkbaar gelegerde dakbaleinen dragen# met elk een op de stokken verschuifbaar schuif stuk, met- aan ie- 5 der schuifstuk en steeds in het middengebied van de dakbaleinen een scharnierbaar hieraan bevestigde schoor en met een met de dakbaleinen verbonden, voor de dakbaleinen van Beide stokken gemeenschappelijke bespanning, met het kenmerk, dat op de bespanning (14,114,314) in een vlak dat loodrecht gelegen is op Sev spreidingsvlakken van de stokken (11, 10 111,311) een zich over de gehele bespanning uitstrekkende, bij een even* wijdige stand van de stokken te sluiten, en daarbij het rechthoekige middendeel (14b,114b) van de bespanning overbruggende ritssluiting (14d) aangebracht is en dat voorzien is in een op het vrije eindgebied van de stokken aangrijpend spreidingsstangenstelsel (9,109,321,351) voor de 15 stokken.

2. Paraplu volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het spreidingsstangenstelsel (9,109,321,351) een afzonderlijk, onafhankelijk' van het door het bedienen van de schuifstukken (18,.318) veroorzaakt opspannende bedienen stangenstelsel is.

3. Paraplu volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in het midden tussen de stokken (11,111) voorzien is in een aan.de handgreep (12) bevestigde hulpstang (24) waaraan een vanaf de handgreep (12) tot in een vergrendelde stand te verschuiven schuifstuk (28,21,8) aangebracht is, waaraan twee het spreidingsstangenstelsel (9,109) vormende 25 hulpschoren met dén uiteinde scharnierend bevestigd zijn, terwijl het andere uiteinde aan de baleinnaven (15) van de beide stedeken (11,111) scharnierbaar bevestigd is.

4. Paraplu volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schuifstukken (28,21,8) uit twee in de langsrichting van het hulpschuif-30 stuk (24) ten opzichte van elkaar beweegbare delen (28,8) bestaat, waarvan het ene deel (28) vergrendeld kan worden en het andere deel (8) op het spreidingsstangenstelsel (9,109) aangrijpt en dat tussen de beide delen (28,8) voorzien is in een veer (21) die in de vergrendelde stand van het schuifstuk (28,21,8) de stokken (11,111) onder veerwerking spreidt. 8103826 -11- * -v

5. Paraplu volgens een der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat de stokken (11) op gelijke hoogte "gedeeld zijn en dat de delen door een zwenklager (11a) verbonden zijn en dat de bovendelen (11') van de stokken (11) door een parallelogramstangenstelsel (20) evenwijdig 5 ten opzichte van elkaar geleid zijn.

6. Paraplu volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het spreidingsstangenstelsel (321,351) in een met de spreidstand van de stokken (311) overeenkomstige stand vergrendeld en voor het samenvouwen van het scherm (300) tussen de stokken (311) ingeklapt kan worden.

7. Paraplu volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het spreidingsstangenstelsel (321,351) bestaat uit met hun uiteinde aan de stokken (311) schamierbaar bevestigde dwarsstangen (320,350) die in het midden tussen de stokken (311) naar de handgreep toe (12) via een scharnier knikbaar met elkaar verbonden zijn en uit de geknikte stand,via de 15 stand waarin zij in één lijn met elkaar liggen, gebracht kunnen worden naar een stand waarin zij een kleine hoek met elkaar in de andere richting maken,waarbij het verder knikken door een aanslag (3,28,355) verhinderd is.

8. Paraplu volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het 20 scharnier aan een een greep (329) dragend middenstuk (322) aangebracht is, waaraan de aanslag (32) voor de dwarsstangen (320) gevormd is.

9. Scherm volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het middenstuk (322) twee tegenover elkaar liggende, tegen een veerwerking in raar elkaar te drukken schalen (327) omvat, die aan de buitenzijde uitspa- 25 ringen bezitten die aanslagen (328) vormen voor het opnemen van de uit- · einden van de dwarsstangen (320) in de eindstand daarvan.

10. Paraplu volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de dwarsstangen (350) de stokken (311) met gevorkte uiteinden omgrijpen, aan de uiteinden met behulp van tïqapen (354) aan de stokken (311) gelegerd zijn 30 en met de basis van de vork (355) in de eindstand tegen de stokken (311) aanliggen.

11. Paraplu volgens een der conclusies 6 t/m 10, met het kenmerk, dat voorzien is in veren (330,361) die de neiging hebben het spreidingsstangenstelsel (321,351) naar de eindstand te drukken.

12. Paraplu volgens een der conclusies 1 t/m 11, met het ken merk, dat voorzien is in een koppeling (33,333,433) met behulp waarvan 8103826 -12- · f w de stokken (11,111,311) in hun evenwijdige stand aan elkaar bevestigd kunnen worden.

13. Paraplu volgens een der conclusies 1 t/ra 11, met het ken merk, dat aan de stokken (311) afstandstukken (380) aangebracht zijn, 5 die bij in evenwijdige toestand nabij, elkaar gebrachte stokken (311) met uitsteeksels (381) en verdiepingen (382) in elkaar grijpen. &&&&& 8103826