NL8103738A - Thermisch geisoleerd raamwerk voor toepassing in een gebouw. - Google Patents

Description

-+ VO 2212 ---- Titel : Thermisch geïsoleerd raamwerk voor toepassing in een gebouw.

De uitvinding heeft betrekking op thermisch geïsoleerde raamwerken voor toepassing in gehouwen, en meer in het bijzonder op raamwerken, die metalen binnen- en buiten-raamwerkdelen omvatten, onderling verbonden door een thermische wering voor het vertragen van warmtegeleiding tussen ^ het inwendige en het uitwendige van een gebouw.

In tegenwoordige gebouvconstructies is het algemeen bekend construct ieraamwerken van metaal toe te passen voor elementen, zoals deuren vensterraanwerken en -kozijnen. Metalen raamwerken verschaffen verschillende voordelen, zoals duurzaamheid en gemakkelijke montage en onder-^ houd. Als gevolg echter van de betrekkelijk grote thermische geleidbaarheid van metalen, verschaft een metalen raamwerk, dat is blootgesteld aan zowel het inwendige als het uitwendige van een gebouw, een baan voor een w Zosnelle warmte-overdracht door de wand van het gebouw, afbreukdoende aan de gewenste thermische isolatie van de constructie. Het tot een minimum 15 beperken van dergelijke warmteverliezen is in het bijzonder belangrijk vanuit het gezichtspunt van energieverbruik.

Dienovereenkomstig is voorgesteld metalen raamwerken te verschaffen (bijvoorbeeld venster- en deurraamwerken) als samenstellen van metalen binnen-en buiten-raamwerkdelen, van elkaar gescheiden, maar 20 structureel verbonden door een z.g. thermische onderbreking of wering, d.v.z. een lichaam of lichamen van materiaal met een thermischs gel^jjl·--baarheid, die lager ligt dan die van metaal. De verbindende thermische ' wering kan bijvoorbeeld bestaan uit polyurethaan, gegoten in en hard geworden tussen de binnen-en buiten-raamwerkdelen onder het zijdelings ft t 25 ingesloten zijn door bijvoorbeeld een metalen wand, die in eerste xnstan-tie uit êên stuk is gevormd met en zich uitstrekt tussen de binnen-en buiten-raamwerkdelen, maar nadat het polyurethaan hard is geworden, machinaal wordt weggewerkfc, welke uitvoeringen echter onhandig ingewikkeld zijn en moeilijk te produceren, ondermeer als gevolg van het feit, dat 30 veel tijd nodig is voor het hard worden van het thermische weringmate-riaal. Een thermische onderbreking kan ook worden gevormd door geest ru-deerde kunst stof delen (gewoonlijk vervaardigd van polyvinylchloride) met rolgrendel of snapverbinding, waarbij echter bekende vormen van deze delen weer neigen tot structureel ingewikkeld zijn, ongeaakkelijk te installeren 35 en/of gevoelig voor losraken, in het bijzonder wanneer een raamwerksamen- 8103738 » Λ - 2 - stel, waarin deze delen zijn opgencmên, wordt onderworpen aan draai-spanning. Bovendien vereist het gebruik van deze laatstgenoemde delen in het algemeen het aanhouden van zeer kleine afmetingsspelingen.

De uitvinding beoogt in het kort het verschaffen van een ther-5 misch geïsoleerd raamwerk, dat op onderlinge afstand liggende, metalen binnen-en buiten-raamwerkdelen cravat, die zich uitstrekken in onderling evenwijdige vlakken en onderling zijn verbonden door een.paar in hoofdzaak stijve, evenwijdige, langwerpige, thermisch isolerende kanaal-delen, die de spleet overbruggen tussen de raamwerkdelen en die met de 10 benen van elk kanaaldeel naar de benen van het andere kanaaldeel uitstekend zijn geplaatst, waarbij elk kanaaldeel een been heeft in aan-grijping in een groef in lên van de raamwerkdelen, en zijn andere been in aangr'ijping in een groef in het andere raamwerkdeel, de twee kanaal-delen met de raamwerkdelen een zijdelings amsloten, in lengterichting 15 zich uitstrekkende luchtruimte vormen in de spleet, beide zijwanden van elke groef zijn uitgevoerd met in. lengterichting zich uitstrekkende zaagvormige insnijdingen en de benen van. de kanaaldelen in beide zijden daarvan zijn. uitgevoerd met een aantal in lengterichting zich uitstrekkende weerhaken, die grendelen in de groeven voor het in de groeven 20 vasthouden van de benen, de dwarsdoorsnede-afmetingen van elk der groeven voldoende groot zijn met betrekking tot die van het been teneinde het been met een perspassing in de groef te kunnen aanbrengen.

De uitdrukking "thermisch isolerend", zoals in de aanvrage gebruikt met betrekking tot de kanaaldelen, betekent., dat het materiaal, 25 waaruit de kanaaldelen zijn gemaakt, een aanzienlijk lagere thermische geleidbaarheid heeft dan de raamwerkdelen. Gewoonlijk of bij voorkeur zijn de kanaaldelen extrusiestukken, bestaande uit een organisch polymeerma* teriaal, bijvoorbeeld een kunsthars, zoals polyvinylchloride, en zijn zij niet zelf-dragend in gedaante, maar gekenmerkt.door een betrekkelijk gro-30 te trekw en drukster kt e.

In het onderhavige raamwerk, vormen de naar elkaar gerichte kanaaldelen in samenwerking een thermische wering met een doosvormige gedaante, die een gewenste structurele sterkte verschaft en verzekert,, dat wanneer het samenstel wordt onderworpen aan draaispanning rond zijn lengte-35 hartlijn, de afzonderlijke kanaaldelen onder trekspanning en drukspanning staan in plaats van onder huigspanning om zodoende voordeel te trekken uit de mechanische eigenschappen van een thermisch isolatiemateriaal, zoals 8103738 - 3 - polyvinylchloride, dat hoewel het een lage buigsterbte heeft, een aanzienlijke trek- en drukst erk£e heeft. Van hij zonder "belang voor het verkrijgen van de gewenste resultaten zijn het verschaffen van lengteweerhaken aan weerszijden van elk kanaaldeelheen en het complementair verschaffen 5 van zuigvormige lengte-insnijdingen in heide naar elkaar gerichte wanden van elke raamwerkdeelgroef. De zodoende bereikte grendeling (tot stand gebracht door een perspassing van de benen in de groeven, d.w.z. door het met kracht vervormen van het in hoofdzaak stijve vinyl met een koud vloeien van de weerhaken tot op hun plaats, zodat de weerhaken zijn ge-10 iétgd; en worden vastgehouden onder de zaagvormige insnijdingen) voorkomt het onder torsiekrachten losraken van de kanaaldelen, maar kan met voordeel worden bereikt met betrekkelijk brede afmetingsspelingen, dankzij de aanwezigheid van de weerhaken aan de bijpassende zuigvormige wand-insnijdingen aan weerszijden van elk been.

15 De productie van het gerede samenstel is snel en eenvoudig en vereist geen tijdvertraging voor het harden van de thermische wering, noch een stap voor het verwijderen van een in eerste instantie vloeistof-bevattende metalen wand of brug tussen de metalen binnen ren- buit en-raam-werkdelen. De thermische werking heeft zeer bevredigende isolatie-20 eigenschappen dankzij de zeer goede isolerende werking van de luchtruimte, bepaald tussen de kanaaldelen in de spleet, alsmede dankzij de lage thermische geleidbaarheid van de kanaaldelen zelf. Dientengevolge binnen de gevraagde raamwerken voor een grote verscheidenheid van bouwelementen worden gebruikt, zoals (maar niet beperkt tot) vensterraanwerken, deur-25 raamwerken en dergelijke.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin : fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van een gedeelte van een uitvoeringsvorm van het raamwerksamenst el; 30 fig. 2 een doorsnede is van de thermische wering, de kanaaldelen en bijbehorende gedeelten van de metalen raamwerkdelen van het samenstel van fig. 1; en fig. 3 een doorsnede is in bovenaanzicht van een vensterraanwerk, voorzien van het raamwerksamenstel.

35 Eerst verwijzende naar de fig. 1 en 2, is een bouwconstructie- raamwerksamenstel 10 weergegeven, dat een metalen binnenraamwerkdeel 11 omvat, verder een metalen buitenraamwerkdeel 12 en een thermische wering 8103738 * ΐ - u - of onder "breking 1^, die een paar naar elkaar gerichte, thermisch isolerende kanaaldelen 16 herat, die de twee metalen raamwerkdelen onderling verbinden. Zoals duidelijk, is, is het samenstel 10 bedoeld voor het weergeven op een enigszins vereenvoudigde, schematische wijze van een 5 raamwerk (zoals een venster- of deurraamwerk), uit gevoerd om te worden gemonteerd in een gébouwwand, zodat het binnenraamwerkdeel 11 is blootgesteld aan het inwendige van het gebouw, en het buitenraamwerkdeel 12 is blootgesteld aan het uitwendige van het gebouw.

Elk der raamwerkdelen 11 en. 12'is een. langwerpig, eendelig 10 deel,gevormd van een metaal, zoals aluminium, (d.v.z. zuiver aluminium metaal of een legering daarvan),, en wordt met voordeel geproduceerd door extruderen op een gebruikelijke wijze. Eenvoudigheidshalve zijn de delen 11 en 12 weergegeven met dwarsdoorsneden of profielen, die spiegelbeelden van elkaar zijn, waarbij deze delen echter in de praktijk 15 (zoals in het bijzonder duidelijk is aan.de hand van fig.. 3, die hierna wordt beschreven), niet· gelijk te zijn of zelfs maar soortgelijk in gedaante, behalve in de gedeelten daarvan., die direkt grenzen aan de thermische wering.

De twee delen 11 en 12 zijn dicht bij elkaar en evenwijdig op-20 gesteld voor het samen bepalen van een langwerpige spleet 18 met evenwijdige zijden daartussen* Meer in het .bijzonder wordt deze spleet in de afgebeelde uitvoeringsvorm bepaald tussen een vlak lengte-oppervlak 21 van het deel 11, gericht naar het deel 12, en een vlak lengt e-oppervlak 22 van het deel 12, gericht naar het deel 11.

25 Elk der kanaaldelen 16 is een in hoofdzaak stijf element, be staande uit een materiaal, dat in thermische geleidbaarheid aanzienlijk lager is dan het metaal van de raamwerkdelen 11 en 12. In de onderhavige uitvoeringsvorm, zijn de delen 16 gemaakt van polyvinylchloride en geproduceerd door extruderen op een gebruikelijke wijze, waarbij zij zijn 30 bemeten om in gedaante zelf-dragend te zijn. Zoals weergegeven heeft elk der kanaaldelen 16 een middenlijf 2k en een paar evenwijdige benen 25 en 26, welke benen zich respectievelijk uitstrekken langs tegenover elkaar liggende randen van het lijf. In het samenstel van de fig. 1 en 2, steken de benen van elk der twee kanaaldelen 16 uit naar de benen, van het ande-35 re kanaaldeel. De twee kanaaldelen strekken zich uit langs de spleet 18 op een naar elkaar gerichte, op onderlinge afstand evenwijdige stand voor het zodoende overbruggen van de spleet en het onderling verbinden van de 8103738 ^5· «c - 5 - raamwerkdelen 11 en 12 voor liet daarmede vormen van een structureel, stabiel samenstel, voorzien van een zijdelings omsloten, lengteluchtruimte in de spleet.

Elk der raamverkdelen beeft een eerste groef 28, die zich uit-5 strekt langs de spleet voor het opnemen van een van de benen van een van de kanaaldelen 16, en een tveede, in tegengestelde richting uitmondende groef 30, -die zich uit strekt langs de spleet voor het opnemen van een van de benen van het andere kanaaldeel 16, zodat de benen van elk kanaal-deel respectievelijk worden opgenamen in groeven van de twee raaanrerk-. 10 delen aan weerszijden van de spleet. .Te zien is, dat de groef 28 aan elke zijde van de spleet in lijn ligt met de groef 30 aan dezelfde zijde van de spleet, zodat de twee kanaaldelen 16 (die in breedte aan elkaar gelijk zijn) in lijn met elkaar zijn geplaatst voor het vormen, van een thermische wering met een doosvormige gedaante.

15 Elk dar groeven 28 heeft twee naar elkaar gerichte zijwanden 32a en 32b·, die elk een. aantal evenwijdige, in lengterichting zich uitstrekkende, zaagvormige insnijdingen 3^ dragen. Het is duidelijk, dat -deze zaagvormige insnijdingen ribvormige uitsteeksels zijn, die uitsteken naar het midden van de groef vanaf de wanden en zieh uitstrekken 20 langs de lengte van de groef. Op soortgelijke wijze heeft elk der groeven 30 twee naar elkaar gerichte zijwanden 36a en 36b, die elk een aantal evenwijdige, in lengterichting zich uit strekkende zaagvormige insnijdingen 38 dragen, gelijk aan de zaagvormige insnijdingen 3¾ van de groeven 28.

De zaagvormige insnijdingen vormen êên geheel met' de groefwanden en kunnen 25 net voordeel worden geproduceerd door gebruik van een passend uitgevoerde extrusiematrij s bij het extruderen van de delen 10 en 11.

Elk der kanaaldeelbenen 25 en 26 heeft twee tegenover elkaar liggende zij-oppervlakken kOa en ^Ob, die beide een aantal veerkrachtig vervormbare, evenwijdige lengteweerhaken k2 dragen voor het gelijktijdig 30 grendelen met de zaagvormige insnijdingen 3^ of 38 in de naar elkaar gerichte wanden van een groef 28 of 30 wanneer het been wordt opgenamen in de groef voor het zodoende in de groef vasthouden van het been. Deze weerhaken zijn uitsteeksels, die zich langs de gehele lengte van de kanaaldeelbenen uitstrekken en een geheel daarmede vormen, omdat zij zijn 35 gevormd gedurende het extruderen van de kanaaldelen.

De dwarsdoorsnede-afmetingen van elke groef 28 en 30 zijn met betrekking tot het daarin opgenomen kanaaldeelbeen voldoende groot teneinde L» 8103738 - 6 - met een perspassing in de groef aanbrengen ran. het been mogelijk te maken.

D.w.z. dat de betreffende afmetingen van de groef en het been zodanig zijn, dat wanneer de metalen raamwerkdelen 11 en 12 op de in de fig. 1 en .....

2 weergegeven wijze zijn geplaatst, de kanaaldelen 16 kunnen worden ge-5 monteerd (voor het onderling verbinden van de raamwerkdelen) door het met een perspassing aanbrengen van hun benen in de groeven, en dat zij, na het zodoende monteren, op hun plaats worden gehouden door het aangrijpen van de weerhaken van de kanaalbeendelen in de zaagvormige insnijdingen van de groefwanden langs beide zijden van elk been. Voor het mogelijk maken 10 van de vervorming van de kanaalbeendelen, nodig voor het bereiken van de beschreven perspassing, is het voordelig de groeven zodanig te vormen en te bemeten, dat wanneer de benen uiteindelijk zijn aangebracht, er een ruimte bb aanwezig is tussen het einde van elk been en de bodem van de groef, waarin het been is opgenomen.

15 Het is duidelijk, dat in het raamwerksamenstel van.de fig. 1 en 2, de metalen binnen- en buitenraamwerkdelen 11 en 12 volledig thermisch van" elkaar zijn gescheiden door de thermische wering 1U, gevormd door het paar kanaaldelen 16 en voorzien van de omsloten luchtruimte in de spleet 18.

De onderdelen van dit samenstel kunnen gemakkelijk en zonder moeite worden 20 vervaardigd door bijvoorbeeld gebruikelijke extrusietechnieken, en worden met voordelig gemak samengesteld door het eenvoudig plaatsen van de metalen raamwerkdelen en het met een perspassing op hun plaats brengen van de thermisch geïsoleerde kanaaldelen. Het geproduceerde saaenstel is structureel stabiel en volledig in staat tot het weerstaan van de belas-25 tingen, waaraan dergelijke raamwerken gewoonlijk.tijdens gebruik worden onderworpen.

Bij wijze van voorbeeld van een bepaalde gebruiksomgeving voor het raamwerksamenstel is in fig. 3 een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven van een vensterraamwerkstelsel volgens de aanvrage. Dit stelsel, dat kan 30 worden gemonteerd in een gebouwwand (niet weergegeven), bevat een venster-raamwerksamenstel 50, dat kan worden vastgezet in een vensteropening van een wand, bijvoorbeeld door hevestigingsorganen 52, en dat voor een onafhankelijke vertikale schuifbeweging een vensterhor 5^ kan dragen, evenals een bovenste vensterkozijn 56 en een onderste vensterkozijn 58, waarbij 35 het hor 3b zich aan de buitenzijde van het gebouw bevindt.

Het vensterraamwerksamenstel 50 omvat een uit geëxtrudeerd aluminium bestaand binnenraamwerkdeel 60 en een uit geëxtrudeerd aluminium 8103738 - 7 - 9Γ* i "bestaand buitenraamwerkdeel 62, welke delen onderling zijn verbonden maar thermisch geïsoleerd door de onderhavige thermische wering lUa.

De thermische wering lUa kan in beginsel gelijk zijn aan de thermische wering Ih van de fig. Τ αχ 2, en bestaat dus , zoals weergegeven, dit 5 een naar elkaar gericht paar thermisch geïsoleerde kanaaldelen 16, voorzien van met weerhaken uitgeruste benen, die met perspassing zijn opgenomen in van zaagvormige insnijdingen voorziene groeven, gevormd in de raamwerkdelen 60 en 62 langs de spleet 18, bepaald tussen de raamwerk-delen. Op soortgelijke wijze omvat het vensterkozijn 56 een uit ge-10 ëxtrudeerd aluminium bestaand binnenraamwerkdeel 6k en een uit geëxtru-deerd aluminium bestaand buitenraamwerkdeel 66, welke delen samen een samenstel 68 vasthouden van glazen vensterruiten. De binnen- en buiten-aaamwerkdelen van het kozijn 58 zijn onderling verbonden maar thermisch geïsoleerd door middel van de thermische wering 14b, die weer in begin-15 sel gelijk kan zijn aan de waring 1U van fig. 1 en 2.Het kozijn 58 kan een soortgelijke constructie hebben met uit geëxtrudeerd aluminium bestaande binnen- en buit enr aamwerkdelen T0 en 72, onderling verbonden door een thermische wering 1^c van dezelfde soort. Zoals duidelijk is, zijn kenmerken van de constructie van het raamwerkst els el, welke ken-20 merken niet van belang zijn voor de uitvinding, in fig. 3 eenvoudigheids-halve weggelaten.

8103738

Claims (3)

1. Thermisch geïsoleerd raamwerk, voorzien van op onderlinge afstand liggende, metalen, binnen- en "buitenraamwerkdelen, die zich in evenwijdige vlakken uitstrekken en onderling zijn verbonden door een paar in hoofdzaak stijve, evenwijdige, langwerpige, thermisch isolerende kanaal- 5 delen, die. de spleet overbruggen tussen de raamwerkdelen» met het kenmerk, dat de kanaaldelen met de benen, van elk kanaaldeel uitstekende naar de benen van het andere kanaaldeel zijn aangebracht, waarbij elk kanaaldeel met een been in aangrijp’ing is in een. groef in een van de raamwerkdelen en met zijn andere been in aangrijping in een groef in het andere raam-tO werkdeel, de twee kanaaldelen met de raamwerkdelen een zijdelings omsloten, in lengterichting zich uitstrekkende luchtruimte vormen in de spleet, de twee zijwanden.van elke groef zijn uitgevoerd met in lengterichting zich uitstrekkende zaagvormige insnijdingen en de benen van de kanaaldelen aan' weerszijden daarvan zijn uitgevoerd· met een aantal in 15 lengterichting zich uit strekkende weerhaken, die grendelen in de groeven voor het daarin'vasthouden van.de benen, en de dwarsdoorsnede-afmetingen van elk der groeven voldoende groot- zijn met betrekking tot die van het heen voor het met perspassing in de groef kunnen aanhrengen. van het been.

2. Raamwerk volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de raamwerk-20 delen ertrusiedelen zijn.

3. Raamwerk volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk,, dat de kanaaldelen extrusiedelen zijn, gemaakt van polyvinylchloride. 8103738