NL8103248A

NL8103248A - Inrichting en werkwijze voor het in tegenstroom extra- heren.

Info

Publication number: NL8103248A
Application number: NL8103248A
Authority: NL
Original assignee: Howden Equip Serv Pty
Priority date: 1980-07-07
Filing date: 1981-07-07
Publication date: 1982-02-01
Also published as: PL232078A1; GB2079176A; FR2485942B1; PH18481A; BR8104283A; ES504204A0; FR2485942A1; AT387915B; FI74623B; KR830006095A; GB2079176B; DK297381A; IT8122797A0; ES8300484A1; DK150702C; DK150702B; CH641368A5; NZ197557A; ATA301481A; ZA814435B

Description

1 - t -1- VO 2126 inrichting en werkwijze voor het in tegenstroom extraheren.

De uitvinding heeft "betrekking op een verbeterde extractie-inrichting met tegenstroom, voorzien van een schroeftransporteur, en qp een verbeterde werkwijze voor het in tegenstroom extraheren van oplosbare of dispergeerbare materialen uit een substraat met ge-5 bruikmaking van deze extractie-inrichting.

Extractie-inrichtingen met tegenstroom zijn in de voedingsmiddelen verwerkende industrie al-gemeen bekend voor het onafgebroken extraheren van vloeistoffen, oplosbare stoffen en fijn verdeeld materiaal uit bijbehorende vastestoffen. Deze diffuseurs omvatten in 10 het algemeen een paar evenwijdige, in tegengestelde richting draaibare schroeftransporteurs, gemonteerd in een schuin of vertikaal langwerpig huis, dat de vorm heeft van een goot of een volledig omsloten buis. Te verwerken materiaal, zoals gehakte suikerbiet, wordt in het onderste einde gevoerd van het huis en naar boven gedragen door het 15 draaien van de schroeven, waarbij een extractievloeistof (gewoonlijk water) in de bovenkant van het huis wordt gevoerd en door zwaartekracht naar beneden vloeit. Ook extractie-inrichtingen met tegenstroom en een enkele schroef zijn bekend, maar worden gezien als betrekkelijk ondoelmatig, omdat het vaste materiaal de neiging heeft zich aan een 20 zijde van het huis op te hopen, waarbij de vloeistof de neiging heeft betrekkelijk onbelemmerd langs de andere zijde naar beneden te vloeien.

Een soortgelijke moeilijkheid kan worden ondervonden met dubbele schroeven, hoewel in mindere mate, omdat het in tegengestelde richting draaien een regelmatiger verdeling bevordert van de vastestoffen over de 25 breedte van de schroeven.

Enkelvoudige schroeftransporteurs geven de belangrijke voordelen van eenvoud en goedkoopte in vergelijking met tweelingschroef-extractie-inrichtingen met tegenstroom, en pogingen zijn gedaan de doelmatigheid van deze enkelvoudige schroefextractie-inrichtingen te 30 verbeteren. Verrassenderwijze is gebleken, dat de doelmatigheid van de werking van extractie-inrichtingen met tegenstroom in aanzienlijke mate kan worden verbeterd door de betrekkelijk eenvoudige maatregel van het met tussenpozen omkeren van de draairichting van de schroeftransporteur. De omkering van de draairichting van de schroeftranspor-35 teur veroorzaakt het toegankelijk maken van de betrekkelijk compacte 8103248 -2-.

materiaalmassa, die wordt geextraheerd, waardoor de extractievloei-stof in de massa kan binnendringer. De extractievloeistof wordt dus uit de massa naar buiten 'gedrukt wanneer de schroeftransporteur zijn oorspronkelijke draairichting weer aanneemt, waarbij de vloeistof 5 opgelost en gedispergeerd, extraheerbaar materiaal meedraagt.

De uitvinding bestaat in een extractie-inrichting met tegenstroom, voorzien van een langwerpig huis in de vorm van een goot of buis en met een inlaat bij of nabij een einde, en een uitlaat bij of nabij het andere einde, verder van een in het huis aangebrachte sehroef-10 transporteur, draaibaar rond zijn lengtehartlijn voor het bewegen van materiaal, dat in het huis is gebracht, vanaf het ene einde naar het andere einde, van middelen voor het in het andere einde van het huis brengen van een extractievloeistof en het langs het huis naar het ene einde doen vloeien daarvan, en van aandrijfmiddelen voor het doen 15 draaien van de schroeftransporteur·,wélke inrichting is gekenmerkt, doordat de aandrijfmiddelen zodanig zijn,-, dat de draairichting van de schroeftransporteur met tussenpozen wordt omgekeerd.

Volgens een verder aspect bestaat de uitvinding in de verbetering van een werkwijze voor het extraheren van oplosbare of dis-20 pergeerbare materialen uit een substraat in een extractie-inrichting met tegenstroom, welke verbetering het met tussenpozen omkeren omvat van de draairichting van de schroeftransporteur in de. extractie-inrichting.

Hoewel de uitvinding hierna wordt beschreven aan de hand van 25 extractie-inrichtingen met tegenstroom en gebruikmaking van een enkele schroeftransporteur, is het duidelijk, dat de uitvinding kan worden gebruikt met extractie-inrichtingen met tegenstroom, voorzien van een aantal schroeffcransporteurs. Bovendien wordt de verdere bespreking beperkt tot het gebruik van schroefdiffuseurs voor het extraheren van 30' bestanddelen uit plantaardig materiaal en dergelijke, waarbij in de praktijk diffuseurs kunnen worden gebruikt voor hetgeen kan worden beschreven als het omgekeerde van extraheren, d.w.z. .voor het met een vloeistof impregneren van vast materiaal, welke toepassing eveneens wordt geacht binnen het kader van deze uitvinding te vallen.

35 Bij'een in het bijzonder de voorkeur verdienende uitvoerings vorm is de zijde van de meenemer van de schroeftransporteur, welke zijde niet werkzaam is voor het naar het andere einde van het huis be- 8103248 ..............

* 4 -3- wegen van het materiaal, voorzien van een aantal in hoofdzaak radiaal 7 aangehrachte ribben op onderlinge afstanden langs de lengte van de schroeitransporteur. Deze ribben dienen voor het aangrijpen van de aanzienlijk compacte massa vast substraat materiaal in de extractie-5 inrichting, en het helpen bij het verbreken daarvan teneinde een vrije percolatie toe té laten van de extractievloeistof in de massa vast materiaal. Indien venselijk, kannen deze ribben eveneens zijn voorzien van het oppervlak van de meenemer, die werkzaam is voor het vanaf het ene einde naar het andere einde van het huis bewegen van het vaste 10 materiaal.

Het -verdient de voorkeur, dat zeefmiddelen zijn voorzien voor het filtreren van de extractievloeistof voorafgaande aan zijn verwijdering uit het ene einde van het huis. De zeefmiddelen omvatten bij voorkeur een plaat, die zich dwars door het huis uitstrekt bij of 15 nabij het ene einde daarvan, en waardoor een aandrijfas steekt voor de schroeftransporteur. De plaat is voorzien van althans een opening, waardoor extractievloeistof kan gaan, en van een filtreerschijf, die dicht tegen de plaat is aangebracht aan de zijde daarvan tegenover het andere einde van het huis, en uit gevoerd om te draaien met de aamdrijf-20 as van de schroeitransporteur langs de opening of openingen in de plaat, en derhalve zelfreinigend is.

Bij voorkeur zijn middelen aangebracht voor het her circuleren van extractievloeistof vanaf het ene einde van het huis, het verwarmen daarvan tot een bepaalde gewenste temperatuur en het terugleiden 25 daarvan naar het huis op een punt tussen het ene einde en het andere einde van het huis. Een passend gedeelte van de extractievloeistof, afgevoerd uit het onderste einde van het huis, wordt bij voorkeur omgeleid door een onafhankelijke warmtewisselaar, waar het wordt verwarmd en gehercirculeerd naar het huis op een bepaald punt boven het 30 ene einde. Aangezien het doel bestaat uit het bereiken van een snel verwarmen van het materiaal tijdens een vroege fase van de verwerking, moet de verwarmde, gehercirculeerde vloeistof in de onderste helft van het huis worden binnengeleid, bij voorkeur op een punt tussen ongeveer 1/20 tot ongeveer 1/U van de lengte van het huis vanaf het ene 35 einde.

Bij een verdere verfijning, is de extractie-inrichting tevens voorzien van middelen voor het verzekeren van een voorafbepaald peil 81 03 2 4 8 * ff -4- van de extractievloeistof in de onderste gebieden ran het huis, omdat is gebleken, dat de vastestoffen/vloeistof-aanraking wordt verbeterd indien de extractievloeistof zich op een geregelde wijze kan ophopen in de nabijheid van het laadpunt voor de vastestoffen.Passende regel-5 middelen nemen bijv. het vloeistofpeil waar en vereffenen veranderingen door automatische aanpassing van de uitstroom- en/of instroomsnel- ; heden van de extractievloeistof.

Het huis van de extractie-inrichting is bij voorkeur voorzien van een mantel, waardoor een fluïdum kan worden geleid. Op deze tO wijze kan de temperatuur van het huis en enigermate de temperatuur van de inhoud daarvan, worden geregeld.

De aandrijfmiddelen voor de extractie-inrichting kunnen een willekeurige geschikte, omkeerbare aandrijving omvatten. Het verdient de voorkeur, dat de aandrijfmiddelen een elektromotor of een hydrau-15 - lische motor omvatten, die omkeerbaar is. Volgens een andere uit voeringsvorm kan een omkeerbare tandwielkast tussen de motor en de schroeftransporteur zijn opgesteld.

» .....

Op dezelfde wijze als bij diffuseurs, die worden bedreven met een onafgebroken voorwaartse schroefbeweging, wordt de werking van 20 diffuseurs, bediend overeenkomstig de hiervoor geschetste beginselen, beïnvloed door vele faktoren, zoals de aard van de lading, de temperatuur ..van de lading, de vloeistof stromingssnelheid, de helling van de schroef, de draaisnelheid van de schroef en'.de schroeflijnhoek van de schroef, waarbij afzonderlijke gebruikers deze faktoren' veranderen om 25 te voldoen aan hun bepaalde eisen. Desondanks is een verder kenmerk van de uitvinding de onderkenning, dat voor een maximale doelmatigheid een optimaal verband bestaat tussen' de tijd, dat de schroef of schroeven in voorwaartse richting worden bedreven, en de tijd, dat deze in omgekeerde richting worden bedreven. In het kort gezegd, betekent dit, 30 dat de netto voorwaartse bedrijfstijd van de schroef ongeveer 75$, meer in het bijzonder ongeveer 50$ en bij voorkeur ongeveer 25$ niet mag overschrijden.

In de beschrijving wordt de netto voorwaartse tijd gedefinieerd als volgt: 35 ,100t ' -

TF + TE

waarin TF = totale bedrijfstijd van de schroef met een’voor- 81 ff 3 2 4 8 ------------ - - • * 7 -5- vaartse beweging, IR= totale bedrijfstijd van de schroef met een omgekeerde beweging.

De opbrengst aan gewonnen oplosbare vastestoffen blijkt toe 5 te nemen wanneer de netto voorwaartse tijd afneemt, waarbij er echter natuurlijk een bijbehorende afneming is in de stromingssnelheid, waarmee rekening moet worden gehouden bij het vaststellen van de optimale economische bedrijfsomstandigheden.

De extravloeistof bestaat -veelal uit water, waarbij echter 10 andere vloeistoffen, zoals organische vloeistoffen of oplossingen in water of organische vloeistoffen kunnen worden gebruikt. De werkwijze kan worden gebruikt voor het extraheren van oplosbaar of dispergeer-baar materiaal uit vruchten of plantaardig materiaal, zoals suikerbiet, suikersorghumgierst, druiven, druivemoer, thee, citrusvruchten, 15 citrusschillen, appels, peren en uit dierlijk materiaal, zoals vis-koppen en afval. Restmaterialen, zoals appelschillen en -klokhuizen, citrusschillen en druivemoer kunnen eveneens grondig worden geëxtraheerd voor het winnen van vaardevolle oplosbare bestanddelen, die gewoonlijk met deze resten worden weggedaan. Oplosbare suikers, gewonnen 20 uit appel- of peerschillen en -klokhuizen kunnen worden gebruikt bij de bereiding van ihblikstropen of gefermenteerd tot alkohol. Andere resten bevatten materialen, zoals smaak-kleurstoffen of bijzonder nuttige materialen, zoals pectine,.die kunnen worden gewonnen. Voor een bevredigend extraheren verdient het de voorkeur, dat de materialen 25 in korrelvorm zijn, waarbij de gedaante van de korrel zodanig is, dat de diffusiebaan voor de migratie van het oplosbare materiaal vanuit de deeltjes in althans een richting kort is.

Het geextraheerde substraatmateriaal wordt uit het huis afgevoerd door de uitlaat bij het andere einde van het huis. De uitlaat 30 bevindt zich bij voorkeur in een zijwand van het huis boven de hoogte van de schroeftransporteur. Een afvoertransporteur is bij voorkeur voorzien voor het zijdelings en naar boven vanaf de voet van het huis naar de uitlaat bewegen van het geextraheerde substraatmateriaal.In een in het bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm, loopt 35 de afvoertransporteur aan zijn onderste einde rond een schijf, die draaibaar is gemonteerd aan een verlenging van de in lengterichting zich uit strekkende as van de schroeftransporteur, waarbij motormidde- 8103248 “ r 9 -6- len zijn aangebracht voor bet onafhankelijk van de schroeftranspor- Ί teur aandrijven van de afvoertransporteur.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 5 figuur 1 sdiematisch de extractie-koppelinrichting met tegen stroom toontj figuur 2 gedeeltelijk schematisch een bovenaanzicht is van de inrichting, figuur 3 een doorsnede is volgens de lijn III-III in figuur 2, 10 figuur 4 een lengtedoorsnede is van het onderste einde van de inrichting, figuur 5 een grafiek is,, die de uitwerking toont van het met tussenpozen omkeren van de draairichting van de schröeftrahsporteur van de inrichting, 15 figuur 6 een grafiek is, waarin de vloeistofpeilen in het huis van de inrichting worden vergeleken bij het onafgebroken in een richting draaien daarvan en bij het met tussenpozen omkerèn daarvan, figuur· T een grafiek is, die de verbeterde doelmatigheid van de aanraking van de inrichting toont, 20 figuur 8 een grafiek is, die de invloed toont van de tijd van het omgekeerde tot het voorwaarts draaien van de schroeft ransporteur op de gewonnen opbrengst aan oplosbare vastestoffen met' gebruikmaking van de inrichting en figuur 9 een doorsnede is volgens de lijn IX-IX in figuur2.

25 Zoals is te zien in figuur 1, omvat de extractie-inrichting 10 met tegenstroom een langwerpig, gootvormig huis 11, waarin een schroeftransporteur 12 is aangebracht , die is uitgevoerd om rond zijn lengtehartlijn te worden gedraaid door aandrijfmiddelën 13". Het huis 11 is voorzien van een inlaattrechter 1U voor het inbrengen van te extra-30 heren materiaal. De trechter I1! is opgesteld boven het onderste èinde van de schroef, die enigszins naar boven helt naar een uitlaattuit 15 voor het vaste materiaal, dat is behandeld. Een afvoer leiding 16 -is aangebracht voor de afvoer van de extraetievloeistof, die in het huis 11 is geladen door de laadleiding 17. Een warmtewisselaar 18 35 is aangebracht in een omloopleiding 19 voor het verwarmen van afgevoerde vloeistof en het terugleiden daarvan door een mondstuk 21 naar het onderste einde van het huis 11 voor het verwarmen van het materiaal, 81 03 2 48 « -7- dat wordt behandeld.

t

Een omkeermiddel 22 is aangebracht tussen de aandri j fmidde-len 13 en de schroeftransporteur 12 voor het met tussenpozen omkeren van de draairichting van de schroeftransporteur 12.

5 Zoals weergegeven in de figuren 2, 3 en U omvat de extractie- inrichting 10 een gootvormig huis 11, waarin een schroeftransporteur 12 is aangebracht, die kan worden gedraaid rond zijn lengtehartlijn in het huis 11. De motor 13 kan de schroeftransporteur 12 aandrijven, en bevat omkeermiddelen 22 voor het met tussenpozen omkeren van de 10 draairichting van de schroef. De motor 13 is werkzaam verbonden met de spil 23 van de schroeftransporteur 12 door een paar in lijn liggende kettingwielen 2k en 25 en een ketting 26, waarbij de afinetingsveihou-ding van de kettingwielen 2k en 25 zodanig is gekozen, dat de spil 23 en de schroeftransporteur 12 worden gedraaid met ongeveer een omwente-15 ling per minuut wanneer de motor 13 met een passende bedrijfssnelheid loopt. De spil 23 wordt gedragen in legers 27 en 28, gemonteerd aan beide einden van het huisll.

De schroeftransporteur 12. bevat een schroeflijnvormige mee— nemer 29, die rond de spil 23 is aangebracht. De meenemer 29 is voor-20 zien van volgens de omtrek gerichte sleuven 30, en van een aantal radiaal zich uit strekkende ribben 31, aangebracht aan de zijde van de meenemer 29 die niet werkzaam is voor het bewegen van te extraheren materiaal vanaf het inlaat- naar het uit laat einde van het huis 11..

Te extraheren materiaal wordt in het huis 11 geladen door de 25 inlaattrechter lU. Geextraheerd materiaal wordt afgevoerd door de uitlaat opening 15. Een afvoertransporteur 50, voorzien van een paar kettingen 51 zonder einde, welke kettingen transporteurmeenemers 52 dragen, is aangebracht voor het transporteren van het geextraheerde materiaal vanaf de onderkant van het huis 11 haar boven langs een zij-30 wand 53 daarvan naar de uit laat opening 15. De kettingen 51 worden gedragen door drie stellen kettingwielen. Een kettingwielenstel 5^ is draaibaar gemonteerd aan de as 22 van de schroeftransporteur 12 en kan ten opzichte daarvan vrij draaien. De andere twee kettingwielen- * stellen 55 en 56 zijn draaibaar gemonteerd aan assen, evenwijdig aan 35 de as 22. Een elektromotor 57, die snelheidsregelmiddelen omvat, is aangebracht voor het aandrijven van de kettingwielen 55 via een riem 58. Op deze wijze kan materiaal met een gelijkblijvende snelheid wor- 8103248 -8- den afgevoerd ongeacht' de snelheid of richting van het draaien van de > as 22.

Bij het onderste einde van het huis 11 bevindt zich een zeef voor het zeven van de extractievloeistof, voorafgaande aan zijn 5 afvoer uit het huis 11. De zeef omvat een eindplaat 3^s die is voorzien van openingen 35. Een schroef 36 en steunplaat 37 zijn aange-bracht achter de eindplaat 3*+ en zijn meedraaibaar verbonden met de spil 23. De gezeefde extractievloeistof wordt afgevoerd door de af-voerleiding 16 naar een warmtewisselaar 18, waar de vloeistof in eer-10 ste instantie door de wisselaarplaat 38 gaat, waar zij in tegenstroom gaat met toevoerwater in de leiding 17» en dan door de wisselaarplaat 39» waar zij in tegenstroom gaat met koelwater in de leiding 2+1.

Het dan gekoelde produkt wordt afgevoerd uit de extractie-inrichting door de leiding 16. Een gedeelte van het geextraheerde sap in de 15 leiding 16 wordt omgeleid in de leiding 19, geleid door de wisselaarplaat U2, waar het wordt verwarmd door het in tegenstroom gaan met heet water in de leiding 2+3, en wordt af gevoerd terug in het huis 11 voor het verwarmen van nieuw ingebracht materiaal, dat moet worden geëxtraheerd. De leiding 19 met de verwarmde, gehercirculeerde vloei-2Q stof wordt afgevoerd in het huis 11 tussen een tiende en een kwart van de lengte van het huis 11 vanaf het onderste einde.

De toevoerwaterleiding 17 voert na het gaan door de wisselaarplaat 38 in de wisselaarplaat 2+2+, waar hij in tegenstroom is met heet water in de leiding 2+5. De leiding 17 voert af in het huis 11 25 bij zijn bovenste einde.

Het huis 11 is voorzien van een geisoleerde heet watermantel 2+6. Heet water gaat in de mantel door leidingen 1+7 en naar buiten door leidingen 1+8.

Tijdens bedrijf wordt te extraheren materiaal in het onderste 30 einde van het huis 11 binnengebracht, en wordt de schroeftransporteur 12 gedraaid voor het beginnen te bewegen van het materiaal door het huis 11. Verwarmd toevoerwater wordt in het huis 11 gevoerd door de leiding 17, welk toevoerwater samen met vrij lopend sap uit het materiaal en geextraheerde stoffen en deeltjesvormig materiaal door de 35 zeef gaat en wordt gehercirculeerd door de wisselaarplaat k2 terug in het huis 11 door de leiding 1-9'.

Wanneer het te extraheren materiaal voortbeweegt door het »1 03 248 -9- buis 11 wordt het samengedrukt door de meenemer 29 vOor het Tonnen van een compacte massa gedeeltelijk geextraheerd materiaal. Wanneer de draairichting Tan de schroeftransporteur 12 wordt omgekeerd, bijten de ribben 31 in de samengepakte massa, waardoor deze toegankelijk 5 wordt gemaakt en Ters toewoerwater wordt toegélaten. Bij het naar zijn oorspronkelijke draairichting terugkeren Tan de transporteur 12 wordt het materiaal, dat wordt geextraheerd, weer samengedrukt, en wordt het toeToerwater samen met Terder geextraheerd materiaal uitgedrukt. Dit toegankelijk maken Tan de compacte massa materiaal, die 10 wordt geextraheerd, draagt in aanzienlijke mate bij aan de werking Tan de exbractie-inrichting en heeft Terbeterde opbrengsten aan geextraheerd materiaal tot gevolg.

De verkregen en grafisch in figuur 5 weergegeven resultaten werden bereikt met gebruikmaking van een enkele schroefdiffuseur (leng-15 te 2 meter, diameter 20 cm, schroeflijnhoek 15°, helling 3,50). In eerste instantie werd de met in parten gesneden appels geladen schroef onafgebroken in voorwaartse richting bedreven met een snelheid van 1 omwenteling/minuut, waarbij de schroef na het berèiken van een evenwichtstoestand (bepaald door een analyse van de afvoervloeistof) 20 werd bedreven gedurende een tijdvak, waarin de voorwaartse aandrijving elke 15 seconden werd stilgezet en de schroef over 1/20 omwentelingen werd teruggedraaid. Tenslotte werd de schroef weer in een onafgebroken voorwaartse beweging bedreven. In figuur 5 is te zien, dat direkt bij het plaatsvinden van de omkeerbeweging, er een verhoging was in de 25 vloeistofafvoersnelheid, hetgeen een toegankelijk maken aangaf van de appelmassa voor het verschaffen van afvoer van vloeistof uit de massa in het bovenste deel van de schroef. Bij het terugkeren naar het ononderbroken,regelmatig draaien, hield de vloeistofuitstroming gedurende een tijdvak op, aangezien het extractiewater niet vrij door 30 de appelmassa stroomde, maar in het weefsel werd tegengehouden. De belangrijke toeneming in suikerconcentraties (graden Brix) van de afvoervloeistof tijdens het tijdvak met tegengestelde draaiing, is eveneens cp te merken.

De in de figuren 6-8 gegeven gegevens zijn verkregen met 35 gebruikmaking van soortgelijke uitrusting, waarbij echter de beweging van de schroef automatisch werd geregeld, zodat de tijdvakken van het tegengesteld draaien bestonden uit opeenvolgingen van 100 seconden voor- 8103248

» I V

-10- waartse aandrijving, afwisselend met TO seconden omgekeerde aandrijving. In parten gesneden appels werden elke 5 minuten in de extractie-inrichting gevoerd in ladingen van 352 g, en water (65°C) werd met de snelheid van 77 *3 g/min toegevoerd aan het bovenste einde van de 5 schroef. Massastromings'aflezingen en concentraties van vloeistof en vastestoffenafvoer werden met tussenpozen bepaald.

Bedrijven werden uit gevoerd met een onafgebroken voorwaartse schroefbeweging en met een gesuperponeerde omgekeerde draaiing. Aan het einde van elk bedrijf, wanneer het stelsel in evenwicht' was, werd 10 het tegenhouden van vrije vloeistof en van de vastestoffen in de schroef bepaald. Superpositie van de omgekeerde beweging vergrootte de opbrengst aan gewonnen oplosbare vastestoffen, alsmede de concentratie, waarmee deze werden gewonnen..

Figuur 6 is illustratief voor de gemakkelijker stromings-15 baan voor vloeistof door de appelmassa bij uitoefening van de omgekeerde beweging.

De doelmatigheid van de aanraking tussen vastestoffen en vloeistof bleek eveneens te zijn verbeterd aangezien' de concentraties van geextraheerde oplosbare vastestoffen, gemeten'in graden Brix hoger 20 waren wanneer de schroef in omgekeerde richting werd bewogen (figuur 7).

De uitwerking op de opbrengst aan oplosbare vastestoffen van het veranderen van de voorwaarts/omkeerverhouding van de schroefbeweging werd onderzocht met toevoer van Shiraz-druiven, waarbij de resultaten zijn weergegeven in figuur 8.

25 - De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden.

Voorbeeld I

Druiven van de Gordo-varieteit, die opvallend moeilijk., te persen zijn als gevolg van hun gladde aard, werden' uit het einde ge-30 nomen van hun wijnfabriekaftapper, en met een snelhèid van 600 kg/h gevoerd door de extractie-inrichting, uitgerust met een U,5m schroef voorzien van een diameter van 0,5 m.

Opbrengst gegevens van de extractie-inrichting en een gebruikelijke wijnfabriekschroefpers zijn weergegeven in de volgende tabel.

35 ~ 81 03 24 8 -11-

Schroefpers wijnfabriek Extractieinrichting mat

Bestanddeel toevoer afvoer vaste- tegenstroom v stoffen toevoer afvoer vastestoffen totaal vaste- ^ stoffen % 29,56 *0,05 29,9¾ 29,0¾ water % 71,¾¾ 59,95 70,06 70,96 oplosbare vastestoffen % 15,20 13,90 18,60 10,70 onoplosbare vastestoffen % 13,36 26,15 11,3¾ 18,3¾ 10 verhouding op- losbare/onop-losbare vastestoffen 1,1¾ 0,53 1,6¾ 0,58 % winning oplosbaar uit _ van vastestof— 5 fen ontdane druiven 53,5 6¾,6

Bij een walgende proef werden ¾250 kg Shiraz-druiven geexfcraheerd, en was de winning aan oplosbare vastestoffen Q2%. De massa-saldogegevens zijn weergegeven in de volgende tabel.

20

Bestanddeel Toevoer Afvoer vastestoffen sap

Oplosbare vastestoffen % 25,9 1M 20,0

Hoeveelheid kg ¾250 1290 ¾500 totaal vastestoffen 25 kg 1100 183 900

Voorbeeld II

De traditionele werkwijze voor het bereiden van limoensap in het Caraxbische gebied duur ongeveer 30 dagen. Met gebruikmaking echter van de werkwijze van het in tegenstroom extraheren 30 voor het extraheren van de in kwarten gesneden vruchten, kan de tijd voor de produktie van limoensap worden verminderd tot 1 \ uur.

In een geval was de opbrengst aan limoensap gelijk aan het gewicht van de toegevoerde limoenen. Dit "sap" gaf een uitstekende limoens apdrank bij verdunning met ¾ volumes water en een pas-35 sende hoeveelheid suiker, toegeyoegd voor smaakevenwicht.

Voorbeeld III

Met gebruikmaking van een soortgelijke procedure als 81 03 248 i - - -12- bij limoenen, produceerde 100 leg citroenen een "sap", dat bij aanma- ï ken tot UOO kg door toevoeging van water en 32 kg suiker, een uitstekende citroendrank gaf.

Het is voor deskundigen op dit gebied duidelijk, dat. 5 vele veranderingen en wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder de strekking of het kader van de uitvinding te verlaten.

“’81 03 2 4 8

Claims

1. Extractie-inrichting met tegenstroom, voorzien van een langwerpig huis in de vorm van een goot of huis en met een inlaat hij of nabij een einde en een uitlaat hij of nahij het andere einde, verder van een in het huis uit gebrachte schroeftransporteur, draaibaar rond 5 zijn lengtehartlijn voor het bewegen van in het huis binnengebraeht materiaal vanaf het ene einde naar het andere einde, van middelen voor het in het andere einde van het huis binnenbrengen van een exfcractie-vloeistof en het door het huis naar het ene einde doen vloeien daarvan, en van aandrijfmiddelen voarhet doen draaien van de schroeftrans-1Q porteur, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen zodanig zijn, dat de draairichting van de schroeftransporteur met tussenpozen wordt omgekeerd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijde van de meenemer van de schroeftransporteur, welke zijde niet 1? werkzaam is voor het naar het andere einde van het huis bewegen van het materiaal,is voorzien van een aantal in hoofdzaak radiaal aangebrachte ribben op onderlinge plaatsen langs de lengte van de schroeftransporteur.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 20 zeefmiddelen zijn aangebracht voor het zeven van de extractievloeistof, voorafgaande aan zijn verwijdering uit het ene einde van het huis. h. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de zeefmiddelen van openingen voorziene af sluitmiddelen omvatten, die zich door het huis uitstrekken bij of nabij het ene einde, en waar-25 door een aandrijfas voor de schroeftransporteur steekt, waarbij een zeefdeel dicht tegen de opening of openingen in de afsluitmiddelen is aangebracht op de zijde daarvan tegenover het andere einde van het huis, welk deel is uitgevoerd voor het onafgebroken draaien langs de opening of openingen, zodat het zelfreinigend is.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het hercirculeren van althans een deéLvan de extractievloeistof uit het ene einde van het huis, het verwarmen daarvan tot een voorafbepaalde temperatuur en het terugleiden daarvan naar het huis op het punt tussen de einden 35 daarvan.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk,dat de gehercirculeerde vloeistof wordt teruggeleid naar het huis op het punt ________tussen een twintigste en een kwart .van de lengte langs het huis vanaf ^ 8103248 r _______ —lU— zijn ene einde. %

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen zijn aangehracht voor het verzekeren van een voorafbepaald extraetievloeistofpeil hij het ene einde van het 5 huis wanneer de inrichting in bedrijf is.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een afvoertransporteur is aangebracht bij het andere einde van het huis voor het bewegen van geëxtraheerd materiaal langs j • een zijwand van het huis naar boven naar de uitlaat daarvan. j 10 9· Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de afvoertransporteur is gemonteerd aan een schijf, draaibaar gemonteerd aan de as van de schroeffcransporteur.

10. Werkwijze voor het extraheren van oplosbare of disper-geerbare materialen uit een substraat in een extractie-inrichting 15 met tegenstroom, gekenmerkt door het met tussenpozen omkeren van de draairichting van een schroeftransporteur in de extractie-inrichting.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, gekenmerkt door het zodanig met tussenpozen omkeren van de draairichting van de schroeftransporteur, dat de netto voorwaartse bedrijfstijd 15% en bij voor- 20 keur 5055 niet overschrijdt. + f 8103248