NL8102937A - MACHINE FOR ARRANGING CONES WITH AN APPARATUS FOR BRAKING THE DRAWING CABLES IN PULLING UP A CONE. - Google Patents

Description

»»

Machine voor het opstellen van kegels met een inrichting voor het afremmen van de trekkabels bij het omhoog trekken van een kegel.Machine for setting up cones with a device for braking the pulling cables when pulling up a cone.

De uitvinding betreft een kegelopstelmachine met een inrichting voor het afremmen van de beweging van de trekkabels, voordat de kegels bij het omhoog trekken in de centreerinrichting tot stilstand komen.The invention relates to a cone positioning machine with a device for slowing down the movement of the pulling cables, before the cones come to a standstill when pulling up in the centering device.

5 Opdat een kegelopstelproces niet te lang duurt, kiest men de snelheid van de trekkabelbeweging zo hoog als de machine toe- j laat. Bij het omhoog trekken van de kegels in de centreerinrichting stoot de kegel eerst tegen de onderrand van de centreerinrichting en j wanneer de kegel verder in de centreerinrichting wordt getrokken, \ 10 stoot hij tegen de bovenste aanslag in de centreerinrichting. Dit proces belast de centreerinrichting, de kegels en de kabels sterk en een verlaging van de trekkabelsnelheid kort voor de aanslag van de j kegels spaart te inrichting, de kegels en de kabels. !5 To ensure that a cone installation process does not take too long, the speed of the pull rope movement is selected as high as the machine permits. When pulling up the cones in the centering device, the cone first impacts on the bottom edge of the centering device and when the cone is pulled further into the centering device, it collides with the top stop in the centering device. This process places a heavy load on the centering device, the cones and the cables and a reduction in the pull cable speed shortly before the stop of the cones saves the device, the cones and the cables. !

De uitvinding heeft nu ten doel, een kegelopstelmachine | 15 zodanig uit te voeren, dat bij het omhoog trekken van de kegel een j betrouwbare afremming ook dan wordt bereikt, wanneer de gebruikelijke,' eenvoudige constructie van een kegelopstelmachine wordt gehandhaafd en! een gebruikelijke motor wordt toegepast.The object of the invention is now a cone-setting machine 15 such that a reliable braking is achieved when the cone is pulled up, even if the usual, simple construction of a cone-setting machine is maintained and maintained. a usual motor is used.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat 20 een kegelopstelmachine van de boven beschreven soort zodanig wordt uitgevoerd, dat tenminste één stuurstang is aangebracht, die samenwerkt met een vast aan het gestel aangebrachte geleiding, die aan zijn middelste deel evenwijdig aan de eindloze ketting verloopt, terwijl j het van het kegelopstelvlak afgekeerde einde is afgeschuind en het 25 andere einde van deze geleiding een zwenkbaar gelagerde klep draagt, j die in schuine stand tegen een aanslag aanligt, tegen de werking van een geringe terugstelkracht in beweegbaar is en in deze stand geen merkbare werking op de stuurstang uitoefent. !This object is achieved according to the invention in that a cone-setting machine of the above-described type is designed in such a way that at least one steering rod is arranged, which co-acts with a guide fixedly mounted on the frame, which at its middle part runs parallel to the endless chain. while the end facing away from the conical mounting surface is chamfered and the other end of this guide carries a pivotally mounted valve, j which abuts against a stop in an oblique position, is movable against the action of a small restoring force and in this position no noticeable effect on the handlebar. !

De uitvinding zal aan de hand van de bijgaande tekening ' 30 nader worden toegelicht. jThe invention will be explained in more detail with reference to the appended drawing. j

Fig. 1 toont het begin van het omhoog-trekken van de \ kegel en ' fig. 2 toont de bewegingsfase, waarbij de bewegingssnel-: 81 02 9 3 7 - 2 - . j heid van de kabel wordt verminderd. jFig. 1 shows the beginning of the pulling up of the cone and FIG. 2 shows the movement phase, the movement speed being faster. The cable is reduced. j

Fig. 3 toont de handelingen bij het neerzetten van de kegel.Fig. 3 shows the operations when setting the cone.

Uit fig. 1 blijkt, hoe een eindloze ketting 1 over twee; 5 kettingwielen 2 en 3 is geleid, waarvan een voor een heen en weer- j gaande beweging van de ketting wordt aangedreven. Ofschoon hier slechts één eindloze ketting is getekend, worden in de praktijk toch twee van dergelijke ketting toegepast, die aan beide zijden van een niet getekend, boven het kegelopstelvlak aangebracht gestel zijn aangebracht. 10 De assen van de kettingwielen van de beide kettingen zijn doorgaand, zodat de kettingen absoluut synchroon bewegen.Fig. 1 shows how an endless chain 1 over two; 5 sprockets 2 and 3 are guided, one of which is driven back and forth by the chain. Although only one endless chain is drawn here, in practice two such chains are used, which are arranged on both sides of a frame, not drawn, arranged above the cone mounting surface. 10 The axles of the sprockets of both chains are continuous, so that the chains move absolutely synchronously.

Aan een part van deze ketting is een vierkante stang 4 j aangebracht, waaraan voor elke kegel een spanelement 5 en bovendien j tenminste één stuurstang 6 zijn bevestigd, die een scherpe, onveran- j 15 derlijke hoek met elkaar insluiten. Aan het vrije einde van het spanelement 5 is een losse rol 7 aangebracht, waaromheen de trekkabel 8 van een kegel 9 is geslagen. Aan het vrije einde van de stuurstang 6 is een losse rol 10 aangebracht. De trekkabel 8, die aan de kop van j de kegel 9 is bevestigd, is door een centreerinrichting 11 geleid en j 20 dan over een omkeerrol 12. Het andere einde van de kabel wordt door j een kabeltrommel 13 vastgehouden. Deze kabeltrommel 13 is aan één j einde van een tweearmige hefboom 14 bevestigd, diens andere einde onder invloed van een trekveer 15 staat. Onder één of beide kettingen is een geleiding 16 aangebracht, die over een groot deel van zijn 25 middelste gedeelte evenwijdig aan één part van de eindloze ketting verloopt. Aan het naar het opstelvlak van de kegels toegekeerde einde j van deze geleiding is door middel van een scharnier 17 een zwenkbare j klep 18 aangebracht, die in de uitgeklapte stand tegen een schematisch aangegeven aanslag 20 aanligt. Aan het andere einde van deze geleiding 30 16 is een eindstuk 19 van deze geleiding onder een hoek naar beneden jA square rod 4 j is arranged on a part of this chain, to which a clamping element 5 and in addition j at least one control rod 6 are attached for each cone, which enclose a sharp, unchanged angle with each other. At the free end of the tensioning element 5, a loose roller 7 is arranged, around which the pulling cable 8 of a cone 9 is wrapped. A loose roller 10 is arranged at the free end of the handlebar 6. The pulling cable 8, which is attached to the head of the cone 9, is passed through a centering device 11 and then 20 over a reversing roller 12. The other end of the cable is held by a cable drum 13. This cable drum 13 is attached to one end of a two-arm lever 14, the other end of which is under the influence of a tension spring 15. Under one or both chains a guide 16 is arranged, which runs over a large part of its middle section parallel to one part of the endless chain. At the end j of this guide which faces the installation surface of the cones, a pivotable valve 18 is arranged by means of a hinge 17, which rests in the folded-out position against a stop 20 schematically indicated. At the other end of this guide 30 16, an end piece 19 of this guide is angled downward j

gebogen. Icurved. I

jj

In de in fig. 1 getekende stand van de spanelementen j is het moment weergegeven, waarop het optillen van de kegel 9 begint.: | Het spanelement 5 beweegt zich in deze fig. naar links en sluit een j |35 hoek met de ketting 1 in; dit spanelement 5 met de losse rol 7 kan niét 81 02 9 3 7 -3 - ♦ verder naar beneden worden gezwenkt, omdat de rol 10 op de geleiding 16 ligt en zo een zwenking verhindert.In the position of the clamping elements j shown in Fig. 1, the moment is shown at which the lifting of the cone 9 begins: | The tensioning element 5 moves in this figure to the left and encloses an angle with the chain 1; this tensioning element 5 with the loose roller 7 cannot be pivoted further downwards, because the roller 10 rests on the guide 16 and thus prevents pivoting.

In fig. 2 is nu de stand getekend, die de kegel kort voor zijn aanslag in deze centreerinrichting inneemt. Het blijkt, dat het 5 spanelement 5 nu onder de invloed van de trekkracht van de trekkabel 8 in de voorstelling volgens fig. 2 in kloksgewijze richting wordt gezwenkt, omdat nu de stuurstang 6 alsgevolg van de afschuining van de geleiding 16 een dergelijke zwenking toelaat. Door deze zwenking wordt bewerkstelligd, dat ook bij gelijkblijvende snelheid van de ketting 10 en daarmee van de vierkante stang 4 een vermindering van de bewegings-snelheid van de kabel wordt bereikt, zodat de kegel 9 met verminderde j snelheid in de centreerinrichting 11 wordt getrokken. Wanneer de vierkante stang 4 nog over een kleine afstand verder zou bewegen, dan j kan de veer 15 een dergelijke beweging opnemen.Fig. 2 now shows the position the cone occupies in this centering device shortly before its stop. It has been found that the tensioning element 5 is now pivoted clockwise under the influence of the pulling force of the pulling cable 8 in the representation according to Fig. 2, because now the control rod 6 permits such a pivoting as a result of the beveling of the guide 16. This pivoting ensures that, even with the speed of the chain 10 and thus of the square rod 4 remaining constant, a reduction in the speed of movement of the cable is achieved, so that the cone 9 is pulled into the centering device 11 at a reduced speed. If the square rod 4 should still move a short distance further, then the spring 15 can take up such a movement.

15 Wanneer de kegel dan tegen zijn aanslag in de centreer inrichting aanligt, dan neemt het spanelement 5 in fig. 3 de met A aangeduide stand in. Het spanelement 5 neemt dan onder invloed van de kracht van de trekkabel 8 een stand evenwijdig aan de ketting in, omdajt < i de stuurstang 6 met de rol 10 niet meer in aanraking is met de geleiding 20 16, zoals bij A is weergegeven. Wanneer nu het neerzetten begint, dan beweegt zich het onderste part van de eindloze ketting 1 naar rechts en de ligging van het vrije einde van de geleiding 16 is zodanige bemeten, dat de stuurstang 6 deze geleiding niet meer raakt. In de met B aangeduide stand wordt de kegel reeds weer op het opzetvlak neergezet, 25 waardoor het spanelement 5 naar beneden klapt, omdat na het neerzettenj I ! van de kegel de spanning in de trekkabel wegvalt. Het spanelement wordt dan nog verder naar rechts bewogen, waarbij een voorraad losse kabel wordt gevierd, die ertoe dient, dat een door de bal getroffen kegel : zonder merkbare weerstand kabel uit deze kabelvoorraad kan meetrekken.· 30 Bij deze beweging raakt de stuurstang in de met C aangeduide stand de i | klep 18, maar deze klep wijkt naar boven uit, zodat het spanelement met | zijn stuurstang door de aanraking met deze klep niet worden gezwenkt, ίWhen the cone then rests against its stop in the centering device, the clamping element 5 in Fig. 3 assumes the position indicated by A. The tensioning element 5 then assumes a position parallel to the chain under the influence of the pull cable 8, because the control rod 6 with the roller 10 is no longer in contact with the guide 20 16, as shown at A. When the deposition now begins, the bottom part of the endless chain 1 moves to the right and the position of the free end of the guide 16 is dimensioned such that the control rod 6 no longer touches this guide. In the position indicated by B the cone is already put back on the mounting surface, so that the clamping element 5 folds down, because after the setting down! of the cone the tension in the pull cable drops. The tensioning element is then moved even further to the right, celebrating a supply of loose cable, which serves to ensure that a cone hit by the ball can pull cable out of this cable stock without noticeable resistance. position indicated by C the i | valve 18, but this valve deflects upwards, so that the clamping element with | its handlebar cannot be swiveled by contact with this valve, ί

! I! I

| Wanneer de stuurstang dan de klep 18 vrijgeeft, dan beweegt zich deze i ; klep alsgevolg van zijn eigen gewicht en door de werking van een niet j 35 getekende veer naar beneden.| When the control rod then releases the valve 18, it moves i; valve as a result of its own weight and by the action of a spring not drawn (35).

8102937 - 4 - t-8102937 - 4 - t-

ί ’ ..... .......... Iί ’..... .......... I

ψ i Dankzij de volgens de uitvinding voorgestelde uitvoerings- ; vorm van een kegelopstelmachine wordt dus met de meest eenvoudige i | middelen de bij het trekken van de kegel in de centreerinrichting op-ΐ , „ , tredende stoot zodanig verminderd, dat geen beschadigingen aan de j 5 trekkabel aan de kegel of aan de machine optreden en de lagerring van I de kettingen blijft eenvoudig en betrouwbaar.Dankzij i Thanks to the embodiments proposed according to the invention; The shape of a cone drafting machine is therefore made with the simplest i | means that the impact of the step when the cone is pulled into the centering device is such that no damage is caused to the pulling cable on the cone or on the machine and the bearing ring of the chains remains simple and reliable.

i j ίi j ί

i Ii I

ί ! 81 02 9 3 7ί! 81 02 9 3 7

Claims (4)

1. Kegelopstelmachine met een boven het kegelopstelvlak aangebracht gestel, waarin twee eindloze kettingen omlopen, waaraan zwenkbaar een vierkante stang is aangebracht, die met het aantal kegels overeenkomende spanelementen draagt, om de rollen waarvan trekkabels i i 5 zijn geleid, met het kenmerk, dat tenminste één stuurstang (6) is aan-| gebracht, die samenwerkt met een vast aan het gestel aangebrachte | geleiding (16), die aan zijn middelste deel evenwijdig aan de eindloze' ketting verloopt, terwijl het van het kegelopstelvlak afgekeerde einde' | (19) is afgeschuind en het andere einde van deze geleiding een zwenk- j 10 baar gelagerde klep draagt, die in schuine stand tegen een aanslag j (20) aanligt.1. Cone-forming machine with a frame arranged above the cone-leveling surface, in which two endless chains circulate, on which a square rod is pivotably mounted, which carries tensioning elements corresponding to the number of cones, around the rollers from which pull cables ii 5 are guided, characterized in that at least one steering rod (6) is connected | which co-operates with a rigidly attached to the frame guide (16), which at its middle part runs parallel to the endless 'chain, while the end facing away from the cone mounting surface' | (19) is chamfered and the other end of this guide carries a pivotally mounted valve which abuts against a stop j (20). 2. Kegelopstelmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk^ dat de stuurstang (6) aan zijn vrije einde een losse rol draagt. jCone-setting machine according to claim 1, characterized in that the control rod (6) carries a loose roller at its free end. j 3. Kegelopstelmachine volgens conclusie 1 en 2, met het j 15 kenmerk, dat de stuurstang (6) ten opzichte van de spanelementen (5) j over een hoek van 30 tot 50° is verplaatst. jConical drafting machine according to claims 1 and 2, characterized in that the control rod (6) is displaced by an angle of 30 to 50 ° relative to the clamping elements (5) j. j 4. Kegelopstelmachine in hoofdzaak zoals beschreven in de j beschrijving en/of weergegeven in de tekening. j ί i 81 02 9 3 74. Cone positioning machine substantially as described in the description and / or shown in the drawing. j ί i 81 02 9 3 7