NL8102250A - Werkwijze voor het afdichten van een spleet. - Google Patents

Werkwijze voor het afdichten van een spleet. Download PDF

Info

Publication number
NL8102250A
NL8102250A NL8102250A NL8102250A NL8102250A NL 8102250 A NL8102250 A NL 8102250A NL 8102250 A NL8102250 A NL 8102250A NL 8102250 A NL8102250 A NL 8102250A NL 8102250 A NL8102250 A NL 8102250A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
core
profile
jacket
gap
heat
Prior art date
Application number
NL8102250A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Schroeders Theo
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE3019507A external-priority patent/DE3019507C2/de
Priority claimed from DE19803042787 external-priority patent/DE3042787C2/de
Application filed by Schroeders Theo filed Critical Schroeders Theo
Publication of NL8102250A publication Critical patent/NL8102250A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B5/00Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor
    • E06B5/10Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor for protection against air-raid or other war-like action; for other protective purposes
    • E06B5/16Fireproof doors or similar closures; Adaptations of fixed constructions therefor
    • E06B5/164Sealing arrangements between the door or window and its frame, e.g. intumescent seals specially adapted therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Special Wing (AREA)

Description

^*ι· — * -1- 21858/CV/tl
Korte Aanduiding: Werkwijze voor het afdichten van een spleet.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het afdichten van de spleet tussen een zich in de sluitstand bevindend deurblad en 5 een deurkozijn onder toepassing van een profiel,dat uit een onder inwerking van warmte opschuimende kern en een de kern insluitende mantel bestaat,welke aan zijn buitenvlak in het spleetgebied met het deurblad of het kozijn verbonden is.
Bij een uit het Duitse Gebrauchsmuster 1.996.238 bekende brand 10 verdragende deur zijn de randen van het deurblad althans aan de bovenzijde met aan de bekledingsplaten aangelijmde of aangesoldeerde door U-profielen gevormde plafclijsten ingevat.waarbij de onder warmte inwerking uitzettende afdichtstroken tussen de plaatlijst en het eindvlak van het deurblad bij voorkeur op een ten opzichte van het raam isolerende 15 plaatonderlaag aangebrachtaijj^odat bij het expanderen de plaatlijst naar buiten tegen het kozijn wordt gedrukt. Afgezien van de verhoudingsgewijs grote kosten bestaat er geen waarborg.dat de plaatlijsten zich over de gehéfe lengte van de deurrand aansluiten*tegen het profiel van het kozijn aanleggen. De door de plaatlijsten afgedekte, bij verwarming 20 uitzettende afdichtstrook ligt daarenboven voor het geval van brand te beschermd om reeds bij het begin van de inwerking van de warmte te expanderen. Veeleer is te vrezen,dat de uitzetting van de afdichtstrook met een verschuiving in de tijd over de rand van het deurblad op verschillende wijze plaatsvindt waardoor de plaatlijsten gedwongen verbogen worden en 25 zelfs dan niet meer tot een vlak aanliggen tegen het profiel van het kozijn komen,indien de afdichtstrook ten slotte rondom uitgezet is. In het bijzonder kan bij een slechts gedeeltelijk opgelichte plaatlijst de daaropvolgende uitzetting van de afdichtstrook althans gedeeltelijk evenwijdig aan het profiel \an het kozijn plaatsvinden en zodoende het afdicht-30 doel niet op iedere plaats vervullen.
Ter vermijding van de hierboven beschreven nadelen wordt bij een verder uit het Duitse octrooi 2.418.290 bekende brandbeschermingsdeur de afdichtstrook door een uit een gemakkelijk smeltbaar echter niet brandbaar materiaal gevormde afgevlakte slangomhulling omsloten en aan 35 het deurblad resp. aan het kozijn gelijmd. Deze uitvoering heeft het voordeel,dat de zo omhulde afdichtstrook bij in de handel verkrijgbare 8102250 -2- 21858/CV/tl kozijnen en deurbladen toe te passen is,waarbij de afdichtstrook tegen mechanische beschadiging of chemische veroudering in verregaande mate beschermd is en een verhoudingsgewijs geringe inwerking van warmte voldoende is om de afdichtstrook in het geval van brand zonder enige 5 tegenwerking te laten expanderen. Als materiaal voor de afgevlakte slangvormige omhulling is bij deze oplossing bijvoorbeeld aluminium toegepast.
De hermetische insluiting van een onder de inwerking van warmte uitzettende afdichtstrook met een ommanteling uit aluminium is echter niet 10 slechts zeer duur,maar ook ten opzichte van mechanische belastingen in het bijzonder dan te gevoelig,indien de omhulling verhoudingsgewijs dunwandig is uitgevoerd. Daarentegen heeft een te dikke omhulling,welke weerstand kan bieden aan mechanische belastingen,het nadeel,dat de uitzetting van de afdichtstrook in het geval van brand gehinderd wordt en 15 de afdichtfunctie van de strook nadelig wordt beïnvloed. Met toenemende wanddikte van de ommanteling wordt de afdichtstrook bovendien te zeer aan de inwerking van de warmte onttrokken,zodat het in een extreem geval tot een geheel onvoldoende uitzetting van de afdichtstrook komt en een voldoende afdichting van de spleet tussen het deurblad en het kozijn niet 20 te bereiken is,zodat in het geval van brand rook en ook giftige gassen vanaf de brandhaard uit ondanks de overigens perfecte werking van de brandbeveiligingsdeur in naburige ruimten doordringen.
Een niet absoluut dichte omhulling van een onder de inwerking van warmte opschuimende stof,zoals natriumsilikaat, kan ertoe leiden,dat de 25 stof zich ten gevolge van indringende vochtigheid ontleedten zijn geschiktheid tot uitzetten verliest. Door de omhulling van de afdichtstrook' is de controle van de toestand van het materiaal praktisch uitgesloten, zodat bij een dergelijke afdichtstrook,welke niet met absolute zekerheid geheel voor vochtigheid dicht ingekapseld is, de geschiktheid 30 voor de werking in het geval van brand niet gegarandeerd kan worden.
Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze voor het afdichten van de spleet tussen in de handel normaal verkrijgbare kozijnen en deurbladen te verkrijgen en daarbij een onder de inwerking van warmte uitzettende afdichtstrook toe te passen,welke is voorzien van een ommanteling,die 35 enerzijds weerstand kan bieden aan grote mechanische belastingen en anderzijds een garantie tegen een chemische ontleding van de afdichtstrook 8102250 . «· i -3- 21858/CV/tl biedt,zonder dat door de ommanteling de afdichtstrook zodanig tegen de inwerking van warmte afgeschermd is,dat de uitzetting daarvan niet of verlaat inzet.
Uitgaande van de hierboven beschreven werkwijze wordt hiertoe 5 voorgesteld zo te handelen,dat de onder de inwerking van warmte op.schui-tnende kern door de tegen mechanische en chemische belastingen weerstand * biedende ,begrensd elastische, -echter niet warmtebestendige mantel voor vochtigheid dicht geheel zo verzegeld wordt,dat bij een inwerking van warmte eerst de mantel acht wordt,dan de kern de zacht gemaakte mantel 10 opblazende gassen vrijgeeft en ongehinderd in de vergrote holle ruimte van de mantel opschuimt en althans over een nog niet uitgevulde tussenruimte van de spleet aan volume toeneemt voor de mantel gesndten is.
Bij een volgens de werkwijze volgens de uitvinding afgedichte deurspleet treft in het geval van brand de inwerking van de warmte eerst 15 op de mantel en verhoogt de elasticiteit daarvan. Intussen stijgt ook de temperatuur van de kern,waardoor gassen vrijgegeven worden,die tot een verhoging van de druk in de mantel leiden,waardoor de mantel wordt opgeblazen. Daardoor wordt de spleet zelfs dan volkomen afgedLcht indien de spleetbreedte ongelijkmatigheden bezit,daar de opgeblazen mantel zich 20 vormsluitend aan de doorsnede van de spleet aanpast. Op deze wijze is reeds in het aanvangsstadium i van een brandgeval een absolte afdichting van de spleet gewaarborgd,zodat rook of giftige gassen niet door de spleet tussen het deurblad en het kozijn kunnen doorstromen. Bij groter wordende inwerking van de warmte is de afdichtfunctie van de mantel te ontberen, 25 daar de kern bij toenemende hitte van de mantel ongehinderd kan opschuimen en daardoor zijn volume vergroot ,zodat ten slotte de spleet alleen door de opgeschuimde kern wordt afgedicht.
Door brandproeven is bewezen,dat het voor de afdichting van de spleet tussen een zich in de sluitstand bevindend deurblad en een kozijn 30 op generlei wijze op de hitte bestendigheid van het materiaal aankomt waarmede een onder de warmteinwerking opschuimende kern ommanteld is.
De ommanteling van de kern heeft namelijk slechts tot taak mechanische en chemische belastingen in het normale geval van de kern verwijderd te houden. In het geval van brand wordt daarentegen de afdichting van de 35 spleet tussen een zich in de gesloten stand bevindend deurblad en een kozijn des te beter en sneller gewaarborgd naar mate de verzegeling 8102250 -4- 21858/CV/tl r zich spontaner laat opblazen en daardoor eerst zelf de afdichting direct bewerkstelligd en de ader de inwerking van hitte opschuimende kern daarbij zo min mogelijk afgeschermd aan de inwerking van de hitte wordt blootgesteld. Een tegen mechanische en chemische belastingen bestendige 5 voor vocht'dichte verzegeling van de kern is dan ook in het geval van brand als afdichtingsmiddel des te werkzamer naar mate de kern sneller ‘ en grondiger door de inwerking van de warmte van zijn verzegeling wordt bevrijd.
Voor het afdichten van een spleet volgens de werkwijze van de uit-10 vinding wordt uitgegaan van een tussen een deurblad en een kozijn aangebracht profiel,dat aan de eindzijden van het deurblad of aan de tegenover deze eindzijden gelegen zijden van het kozijn bevestigd is en een onder inwerking van warmte opschuimende kern omvat. Volgens de uitvinding is de kern van het profiel*11? °onoer toepassing van natriuumsilicaat en 15 de mantel van het profielUlt/°onder toepassing van kunststof ,bij/(roorkeur polyvinylchloride of een materiaal met vergelijkbare eigenschappen vervaardigd ,waarbij de einden van de rondom dichte mantel door stoppen uit bij voorkeur het materiaaLvan de mantel eveneens dicht afgesloten zijn.
20 Door proeven is bewezen,dat een in een PVC-mantel met een hoog frequent Werkwijze afgesloten einden ondergebrachte natriumsilicaatkern geen chemische ontledingsverschijnselen toont,zelfs indien de zo verzegelde natriumsilicaatkern voor de duur van twintig dagen onder water wordt gehouden. Een bijzonder voordeel van de PVC -verzegeling bestaat 25 ook nog daarin,dat bij toepassing van kleurloos materiaal de toestand van de kern ten alle tijde kan worden waargenomen.
Bij meerdere brandproeven is vastgesteld,dat de PVC-verzegeling onder de eerste warmteinwerking spontaan acht wordt,zodat de uit natrium-silicaat bestaande kern geheel ongehinderd opschuimen kan en in de kortste 30 tijd een volledige afdichting van de spleet tussen het zich in de sluit-stand bevindende deurblad en het kozijn bewerkstelligt.
Volgens een uitvoering van<fe uitvinding is de mantel aan een tegenover het de spleet begravende vlak liggende zijde voorzien van groef-en/of veervormige,zich over de lengte van de mantel uitstrekkende ver-35 diepingen en/of uitsteeksels waarin een aan het betreffende de spleet begrenzende vlak aangebracht bevestigingsprofiel met veer- en /ef groef- 8102250 ^ i -5- 21858/CV/tl vormige verdiepingen en/of uitsteeksels ingrijpt.
De uitvoering volgens de uitvinding vereist weliswaar een aan het bevestigingsgebied van de mantel een ten opzichte van de overige mantel- ' delen overeenkomstig de verdiepingen en/of uitsteeksels grotere mantel-5 dikte opdat de verdiepingen en/of uitsteeksels van het bevestigingspro-fiel een voldoend vaste verbinding van de ontmantelde kern waarborgen.
Deze versterkingen in het materiaal van de ontmanteling verhinderen echter niet de uitzetting van de onder de inwerking van de warmte opschui-mende kern daar deze versterkingen bij voorkeur zijdelings buiten de 10 strookvormige kern zijn aangebracht,zodat het spontane opblazen van de elastische mantel over de breedte van de kernstrook daardoor niet verhinderd wordt en zodoende de afdichtfunctie reeds in de aanvangsfase van een brand gewaarborgd is. Overigens heeft de uitvoering volgens de uitvinding het voordeel van het bijzonder eenvoudig en naderhand 15 nog mogelijke aanbrengen van het profiel volgens de uitvinding aan in de handel verkrijgbare deurbladen of deurkozijnen.
De uitrusting van een deurbhd of een kozijn met het afdichtprofiel wordt volgens een verdere uitvoering van de uitvinding daardoor bijzonder vergemakkelijkt,dat de afdichtstrook in verticale richting over zijn 20 lengteuitstrekking aan het aan het deurblad of het kozijn aangelijmde of door puntlassen bevestigde bevestigingsprofiel aan te klemmen is.
Als de voorkeur verdienende verbinding van het afdichtprofiel met het bevestigingsprofiel wordt volgens een verdere uitvoering van de uitvinding voorgesteld een clipeverbinding te kiezen,die bijvoorbeeld bij 25 deurprofielen op zich bekend en bevredigend gebleken is.
De volgens de uitvinding nagestreefde volgorde van de verschillende reacties op grond van de verschillende materialen van de mantel enerzijds en van de kern anderzijds is gewaarborgd indien volgens een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van het profiel volgens de uitvin-30 ding de verhouding van de wanddikte van de mantel tot de dikte van de kern 1 : 1 tot 1:6, bij voorkeur ongeveer 1 : 3 tot 1 : 4 bedraagt. Buiten deze verhoudingen kan het gevaar bestaan, dat de mantel in het geval van brand zich te laat of in onvoldoende mate laat opblazen of smelt voordat de kern de spleet heeft opgevuld.
35 Goede afdichtresultaten zijn met het profiel volgens de uitvinding te bereiken,indien de wanddikte van de mantel tenminste 0,5 mm en de 81 02 2 5 0 t ' * ' . ** *
V
-6- 21858/CV/tl dikte van de kern tenminste 1,5 mm bedraagt. Het zal duidelijk zijn,dat deze afmetingen afhangen van de breedte van de spleet maar deze moeten tenminste zo groot gekozen worden,dat een profiel met een totale dikte van 2,5 mm plaats vindt.
5 Bij een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm bestaat de kern uit een in doorsnede rechthoekige strook natriumsilicaat en de mantel uit een . door de kern opgevuld foslieomhulsel uit polyvinylchloride,waarbij de einden van het foelieomhulsel met eveneens uit polyvinylchloride bestaande stoppen zijn afgesloten.De afsluiting van de einden van het foelirom-10 hulsel is van eenzelfde betekenis als de ommanteling opdat geen chemische ontleding van de strook natriumsilicaat door indringende luchtvochtigheid ontstaat.
Bij voorkeur zijn de stoppen met de einden van de de mantel vormende foelieomhulling door ultrageluidlassen zo met elkaar verbonden,dat 15 de natriumsilicaatkern geheel vochtigheidsdicht verzegeld is. Het met ultrageluid lassen is op eenvoudige op zichzelf bekende wijze te bewerkstelligen en verhindert in het bijzonder openblijvende poriën en voorkomt ook dat dergelijke poriën later ontstaan.
In de tekening is een met een profiel volgens de uitvinding uitge-20 rust kozijn in doorsnede weergegeven. Het uit een Z-vormig afgebogen plaat vervaardigde kozijn 1 draagt op de de spleet tussen de eindvlakken van een niet weergegeven deurblad begrenzend vlak een bevestigingsprofiel 2 waarvan de linker randstrook 3 in de richting van de spleet afgebogen is, terwijl de rechter randstrook na een overeenkomstige afbuiging een 25 evenwijdig aan het vlak van het begrenzingsvlak wijzend randvormig uitsteeksel ,4 bezit. Het bevestigingsprofiel 2 is door lijmverbindipg. of puntlasverbinding met het kozijn 1 verbonden.
De uitsteeksels 3 en 4 van het bevestigingsprofiel 2 grijpen in overeenkomstig uitgevoerde verdiepingen 5 resp.6 van een uit PVC ver-30 vaardigde mantel?,welke een strookvormige kern 8 uit natriumsilicaat geheel afsluit,waarbij uit sterkteoverwegingen in de kern 8 glasvezels 9 verwerkt zijn.
« 35 8102250

Claims (10)

1. Werkwijze voor het afdichten van de spleet tussen een zich in de 'sluitstand bevindend deurblad en een deurkozijn onder toepassing van een profiel,dat uit een onder inwerking van warmte opschuimende kern en een de kern insluitende mantel bestaat,welke aan een buitenvlak in het spleet-5 gebied met het deurblad of het kozijn wordt verbonden,met het kenmerk, dat de onder warmteinwerking opschuimende kern door de tegen mechanische * · ·· · en chemische belastingen bestendige, begrensd elastische,echter niet warmtebestendige mantel vochtigheidsdicht geheel zo afgesloten wordt,dat bij een inwerking van warmte eerst de mantel zacht wordt,dan de kern de 10 zachtgemaakte mantel aan opblaasgassen bloot stelt en ongehinderd in de vergrote holle ruimte van de mantel opschuimt en althans over een nog niet opgevulde tussenruimte van de spleet aan volume toeneemt voordat de mantel gesmolten is.
2. Tussen een deurblad en een kozijn van een brandbeveiligingsdeur 15 aangebracht profiel,dat aan de eindzijden van het deurblad of aan de tegenover deze eindzijden liggende zijden van het kozijn bevestigd is en een onder inwerking van warmte opschuimende kern bezit voor het afdichten van een spleet volgens de werkwijze van conclusie l,met het kenmerk,dat de kern (8) van het profiel uit of onder toepassing van 20 natriumsilicaat en de mantel (7) van het profiel uit of onder toepassing van kunststof,bij voorkeur polyvinylchloride of een materiaal met vergelijkbare eigenschappen zijn vervaardigd en de einden van de rondom dichte mantel (7) door stoppen uit bij/roorkeur het materiaal van de mantel eveneens dicht afgesloten zijn.
3. ProfM volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat de mantel (7) op een tegenover de de spleet begrenzend vlak liggende zijde is voorzien van groef- en/of veervormige,zich over de lengte van de mantel (7) uitstrekkende verdiepingen en/of uitsteeksels (3,4) waarin een aan het betreffende de spleet begrenzende vlak aangebracht bevestigingsprofiel 30 (2) met veer en/of groefvormige verdiepingen en/of uitsteeksels (5,6) ingrijpt.
4. Profiel volgens conclusie 2.of 3,met het kenmerk,dat de mantel (7) in loodrechte richting op zijn lengteuitstrekking aan het doorkleven of puntlassen aan het deurblad of aan het kozijn (1) vastgezette beves-35 tigingsprofiel (2) aan te; klemmen is.
5. Profiel volgens een der conclusies 2 - 4,met het kenmerk.dat de 8102250 . *· ¥· · ·*· -.-- -*v-r‘ ' -8- 21858/CV/tl mantel (7) dbor een clipsverbinding is bevestigd,
6. Profiel volgens conclusie 2,gekenmerkt door perforaties voor het opnemen van nagels of bouten,waarbij de 1asstukken van de perfoxsties door met de mantel (7) samengelaste hulsvormige bruggen doorgaand afge- 5 sloten zijn,
7. Profiel volgens een der voorgaande coidusies 2- 6,met het kenmerk, dat in de normale toestand van het profiel de verhouding van de wanddikte (2) van de mantel (7) tot de dikte van de kern (8) 1:1 tot ii 6, bij voorkeur ongeveer 1 : 3 tot 1: 4 bedraagt.
8. Profiel volgens conclusie 7,met het kenmerk,dat in de normale toe stand van het profiel de wanddikte van de matei (7) tenminste 0,5 mm en de dikte van de kern (8) tenminste 1,5 mm bedraagt.
9. Profiel volgens een der conclusies 2- 8,met het kenmerk,dat de kern (8) uit een in doorsnede rechthoekige strook natriumsilicaat en 15 de mantel (7) uit een door de kern opgevuld foelieomhulsel uit polyvinylchloride bestaat,waarbij de einden van het foelie omhulsel met eveneens uit polyvinylchloride bestaande stoppen zijn afgesloten.
10. Profiel volgens conclusie 9,met het kenmerk,dat de stoppen met de einden van het de mantel (7) vormende foelieomhulsel door ultrageluidhs- 20 sen zo met elkaar zijn verbonden,dat de de kern (8) vormende strook natriumsilicaat geheel voor vochtigheid dicht afgesloten is. 25 8102250
NL8102250A 1980-05-22 1981-05-08 Werkwijze voor het afdichten van een spleet. NL8102250A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3019507A DE3019507C2 (de) 1980-05-22 1980-05-22 Spaltabdichtungsprofil
DE3019507 1980-05-22
DE3042787 1980-11-13
DE19803042787 DE3042787C2 (de) 1980-11-13 1980-11-13 Profil zum Abdichten des Spaltes zwischen einem Türblatt und einer das Türblatt umgebenden Zarge

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102250A true NL8102250A (nl) 1981-12-16

Family

ID=25785604

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102250A NL8102250A (nl) 1980-05-22 1981-05-08 Werkwijze voor het afdichten van een spleet.

Country Status (8)

Country Link
CH (1) CH652443A5 (nl)
DK (1) DK210881A (nl)
ES (1) ES8300172A1 (nl)
FR (1) FR2483001A1 (nl)
GB (1) GB2077336B (nl)
IT (1) IT1135804B (nl)
NL (1) NL8102250A (nl)
SE (1) SE8103047L (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3103094A1 (de) * 1981-01-30 1982-08-26 Theo 5140 Erkelenz Schröders "dichtungsprofil"
DE4129851A1 (de) * 1991-09-07 1993-03-18 Theo Schroeders Tuerzarge mit einer brandschutzleiste
GB2269416B (en) * 1992-07-23 1995-11-01 Environmental Seals Ltd Improvements in or relating to sealing means
DE9400347U1 (de) * 1994-01-11 1994-03-31 HPP Profile GmbH, 21629 Neu Wulmstorf Brandschutzdichtung
US5687532A (en) * 1996-05-06 1997-11-18 General Electric Company Fire endurance rated plastic articles for use in fire rated assemblies
GB2376706B (en) * 2001-06-21 2005-03-30 Lorient Polyprod Ltd Fire retardant strip
DE102006010699A1 (de) * 2006-03-08 2007-09-20 Schott Ag Brandschutzverglasung
TWI628349B (zh) * 2016-05-27 2018-07-01 貴揚科技股份有限公司 防火板及使用其之防火門

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7422206U (de) * 1974-12-05 Wirus Werke Ruhenstroth W Gmbh Feuersichere Dichtung für Türen
DK138610B (da) * 1975-12-08 1978-10-02 Elton Bv Ind & Handel Brandekspansionsliste.
DE2807559C2 (de) * 1978-02-22 1982-12-09 Kurt 6653 Blieskastel Mechel Dichtung an verschließbaren Öffnungen, insbesondere an Türen oder Fenstern

Also Published As

Publication number Publication date
IT8121722A0 (it) 1981-05-15
GB2077336B (en) 1984-06-06
ES502257A0 (es) 1982-10-01
FR2483001A1 (fr) 1981-11-27
IT1135804B (it) 1986-08-27
GB2077336A (en) 1981-12-16
SE8103047L (sv) 1981-11-23
DK210881A (da) 1981-11-23
ES8300172A1 (es) 1982-10-01
CH652443A5 (de) 1985-11-15
FR2483001B1 (nl) 1985-02-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU726093B2 (en) Structural frame member
US4246304A (en) Internally slotted fire seal
US4449341A (en) Fire containment arrangement for curtain wall construction
US4424653A (en) Fire-proof window
NL8102250A (nl) Werkwijze voor het afdichten van een spleet.
NL8200288A (nl) Afdichtprofiel.
SE512278C2 (sv) Brandhärdigt byggelement
US4045930A (en) Fire resistant seals
US4635729A (en) Extensible flame deflector
GB2376706A (en) Fire retardant strip
CZ20014527A3 (cs) Ploąný prvek zabraňující ąíření poľáru s alespoň dvěmi průsvitnými protipoľárními skleněnými deskami
PL177444B1 (pl) Uszczelka pęczniejąca ognioochronna oraz sposób wytwarzania uszczelki pęczniejącej ognioochronnej
US3223209A (en) Sealed frame cross joint
JP6532671B2 (ja) 防火用スクリーン
RU2270311C2 (ru) Противопожарная дверь и ригель для противопожарной двери
DE3019507A1 (de) Verfahren zur spaltabdichtung und danach abgedichtete feuerschutztuer
JPS6114384A (ja) 火災時にガラス板の縁領域に働く圧力システムを有する防火ガラス嵌込構造
AU615959B2 (en) Fire-resistant seal
DE3042787A1 (de) Profil zur abdichtung von fugen
JP2000297489A (ja) 建物の防火構造
GB2198176A (en) Fenestration system
KR100399105B1 (ko) 통기성 커튼월의 창호부와 인접한 외벽판부의방화구획설치구조
US3906699A (en) Water sealing component for installing siding
GB2218719A (en) Fire barriers
JP2014173342A (ja) 開口部装置の止水構造

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed