NL8005353A - Niet-toxisch polyurethan vormend preparaat en scheidingsinrichtingen verkregen met toepassing daarvan. - Google Patents

Niet-toxisch polyurethan vormend preparaat en scheidingsinrichtingen verkregen met toepassing daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8005353A
NL8005353A NL8005353A NL8005353A NL8005353A NL 8005353 A NL8005353 A NL 8005353A NL 8005353 A NL8005353 A NL 8005353A NL 8005353 A NL8005353 A NL 8005353A NL 8005353 A NL8005353 A NL 8005353A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
polyol
component
isocyanate
prepolymer
castor oil
Prior art date
Application number
NL8005353A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nl Industries Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nl Industries Inc filed Critical Nl Industries Inc
Publication of NL8005353A publication Critical patent/NL8005353A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08GMACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED OTHERWISE THAN BY REACTIONS ONLY INVOLVING UNSATURATED CARBON-TO-CARBON BONDS
    • C08G18/00Polymeric products of isocyanates or isothiocyanates
    • C08G18/06Polymeric products of isocyanates or isothiocyanates with compounds having active hydrogen
    • C08G18/08Processes
    • C08G18/16Catalysts
    • C08G18/166Catalysts not provided for in the groups C08G18/18 - C08G18/26
    • C08G18/168Organic compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08GMACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED OTHERWISE THAN BY REACTIONS ONLY INVOLVING UNSATURATED CARBON-TO-CARBON BONDS
    • C08G18/00Polymeric products of isocyanates or isothiocyanates
    • C08G18/06Polymeric products of isocyanates or isothiocyanates with compounds having active hydrogen
    • C08G18/08Processes
    • C08G18/10Prepolymer processes involving reaction of isocyanates or isothiocyanates with compounds having active hydrogen in a first reaction step
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08GMACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED OTHERWISE THAN BY REACTIONS ONLY INVOLVING UNSATURATED CARBON-TO-CARBON BONDS
    • C08G18/00Polymeric products of isocyanates or isothiocyanates
    • C08G18/06Polymeric products of isocyanates or isothiocyanates with compounds having active hydrogen
    • C08G18/08Processes
    • C08G18/10Prepolymer processes involving reaction of isocyanates or isothiocyanates with compounds having active hydrogen in a first reaction step
    • C08G18/12Prepolymer processes involving reaction of isocyanates or isothiocyanates with compounds having active hydrogen in a first reaction step using two or more compounds having active hydrogen in the first polymerisation step
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S524/00Synthetic resins or natural rubbers -- part of the class 520 series
    • Y10S524/906Multipackage compositions

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Separation Using Semi-Permeable Membranes (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)
  • Polyurethanes Or Polyureas (AREA)
  • Materials For Medical Uses (AREA)

Description

ί 1 Μ0· 29412
Met «-toxisch polyurethan vormend preparaat en soheidingsinrichtingen verkregen met toepassing daarvan.
Scheidingsinriohtingen, die geschikt zijn voor biomedische toepassingen, zoals nierdialyse, hemodialyse, hemoultrafiltratie, het zuurstofrijk maken van bloed en dergelijke zijn bekend· Dergelijke inrichtingen bestaan in het algemeen uit tenminste een scheidingsmembraan of element, 5 opgesteld in een huis of omhulsel met een toe- en afvoer· Het scheidingsmembraan kan de vorm hebben van een holle vezel, film, zeef en dergelijke en wordt gekozen vanwege het vermogen ervan de beoogde biomedische funktie uit te oefenen·
Terwijl verschillende vervaardigingsmethoden zijn beschreven, wor-10 den bij bepaalde methoden opvullende of dichtende harsen gepast om de scheidingsmembranen in het omhulsel te bevestigen en het mengen van vloeistoffen, die aan elke kant van het membraan passeren indien noodzakelijk te voorkomen.
De keuze van geschikte stoppende harsen is beperkt door het feit, 15 dat zij tijdens de werking van de scheidingsinrichting niêt-toxisch mogen zijn. Zoals hier gebruikt wordt de uitdrukking niet-toxisch gebruikt om een opvulhars te kenmerken, die bij opname in een scheidings-inriehting geen toxische componenten bevat, die aan de vloeistoffen worden afgegeven, die door de scheidingsinrichting gaan zoals bepaald door 20 de hier beschreven hemolyseproef* Terwijl niet-toxische opvulharsen bekend zijn, bezitten zij bepaalde nadelen, die het beste kunnen worden toegeliGht onder verwijzing naar scheidingsinriohtingen, waarin holle vezels worden toegepast·
Dergelijke inrichtingen bestaan gewoonlijk uit een veelvoud perme-25 abele holle vezels, waarvan de eindgedeelten in een afdichtende kraag zijn opgevuld en zich daardoor uitstrekken, waarbij vloeistof toegang naar het inwendige van de vezels verschaft wordt.
De scheidingselementen worden vervolgens afgedicht binnen een omhulsel voor het vormen van een scheidingscel met een of meer vloeistof-30 poorten, die de passage van een vloeistof, zoals bloed, toelaten door de vezels en een andere vloeistof rond de vezels zonder menging van de twee vloeistoffen. Het scheidingselement kan twee afdichtende kragen of een enkele afdichtende kraag hebben, in welk laatste geval de vezels terug gedubbeld zijn, zodat alle einden tezamen eindigen. De algemene 35 configuratie van het scheidingselement en de scheidingscel is soortgelijk aan een warmtewisselaar voorzien van pijpenbundels.
80 05 3 5 3 2
Tot octrooischriften, die representatief zijn voor de techniek van scheidingsinrichtingen met holle vezels behoren de Amerikaanse octrooischriften 2.972,349, 3.228.876, 3.228.877, 3.422.ΟΟ8, 3.423.491, 3.339.341, 3.503.515 en 3.551.331.
5 De afdichtingskraag is gewoonlijk afkomstig van een hars, die in staat is de vezels in te kapselen voor het verschaffen van een afdichting, die voorkomt dat de vloeistof in de holle vezels mengt met de vloeistof buiten de vezels.
Ben groep harsen geschikt voor de vervaardiging van afdichtende 10 kragen die de voorkeur verdient zijn buigzame polyurethan-vorraingssyste-men als toegelicht door de Amerikaanse octrooischriften 3.962.094 ®n 4.031.012. Centrifugaal gieten, zoals beschreven in het Amerikaanse oc-trooischrift 3.492.698, is een representatieve methode, die wordt toegepast voor de vervaardiging van afdichtende kragen. Volgens een dergelijke 15 techniek wordt een houder, die een bundel vezels,opgesteld in een evenwijdige configuratie bevat, geplaatst in een centrifuge-achtige inrichting, die een reservoir voor opvulmateriaal bevat met buizen, die dit verbinden met de eindvormen. Ben geschikte hars wordt in het opvulreser-voir gebracht, dat op een geschikte temperatuur wordt gehouden. Het gehele 20 samenstel wordt vervolgens geroteerd om de hars door de centrifugale kracht door de verbindingsbuizen te drukken. De hars stroomt daarbij rond en langs de vezels in de eindvormen. De rotatie wordt voortgezet tot de hars geleerd. Wanneer polyurethanen als hars worden toegepast, kan de gebruikelijke verblijfstijd in de centrifuge variëren van ongeveer 25 1 tot ongeveer 8 uren bij kamertemperatuur. Wanneer de rotatie voltooid is wordt de met hars geïmpregneerde vezelbundel verwijderd en nagehard·
De eindvormen worden vervolgens verwijderd en de vezeleinden worden geopend door de harskraag loodrecht op de vezelbundel door te snijden.
Andere technieken voor het vormen van een afdichtende kraag berus-30 ten op de zwaartekracht om de hars in een vorm te dwingen, die de einden van de holle vezels bevat. De hars wordt vervolgens gegeleerd en daarna nagehard·
Onafhankelijk van de bijzondere methode, die wordt toegepast voor de vervaardiging van de afdichtende kraag, vertonen de daarbij gewoonlijk 35 toegepaste urethanen uitgebreide gelerings- en lostijden, d.w.z. na-hardingsti jden.
Dezelfde polyurethanharsen, die toegepast worden voor de vervaardiging van scheidingsinrichtingen met holle vezels worden gebruikt voor het uitoefenen van soortgelijke funkties in andere scheidingsinrichtingen 8005353 * ' ί 3 waarin een scheidingsmembraan wordt verschaft in een configuratie, die verschilt van die van holle vezels· Terwijl derhalve de configuratie van de scheidingsmembranen verschillen in technisch verkrijgbare scheidings-inrichtingen, zijn de problemen van uitgebreide hardingstijden voor alle 5 inrichtingen gemeenschappelijk·
Er zijn katalysatoren bekend, die specifiek zijn voor het verhogen van de hydroxyl-isocyanaat reactiesnelheid, zoals alifatische en cyclo-alifatische tertiaire aminen en oplosbare metaalverbindingen, in het bijzonder organotin-verbindingen.
10 De keuze van een geschikte katalysator voor toepassing in een poly- urethansysteem, dat bestemd is als stoppende hars voor een biomedische inrichting wordt ingewikkeld door de eis, dat het harssysteem niet-toxisch moet zijn· Derhalve zijn de alifatische en cyclo-alifatische tertiaire aminen ongeschikt vanwege hun toxiciteit· Hoewel tin-octoaat 15 gebruikt is als katalysator en niet toxisch is, is het niet bestand tegen hydrolyse en moet aan de polyol ter plaatse worden toegevoegd in plaats van tijdens de verpakking van de polyol. Ijzer (lil) acetyl-acetonaat kan eveneens gebruikt worden als katalysator, maar is toxisch bij gehalten van ongeveer 0,1 gew.$ en hoger en geeft een donkerrode kleur aan het 20 polyurethan,
De hydroxyl-isocyanaat reactiesnelheid van polyurethan vormende systemen is ook bekend enigszins te worden vergroot door sterke zuren, zoals toegelicht door J· Saunders en £· Frisch, Polyurethanes, Chemistry and Technology biz. 211-15 (1962).
25 Echter zijn zuren in het algemeen zeer toxisch bij het inbrengen in de bloedstroom en hun residu aanwezigheid in opvulharsen, die gebruikt worden voor de vervaardiging van biomedische inrichtingen is tot dusverre vermeden vanwege het risico, dat zij geabsorbeerd zullen worden in de vloeistoffen, die door de inrichting gaan· 30 Het onderzoek is daarom voortgezet naar een polyurethanpreparaat en scheidingsinrichtingen onder toepassing daarvan, die niet toxisch zijn en die bereid kunnen worden op een meer kostenbesparende wijze dan tot dusverre mogelijk was· De onderhavige uitvinding is een gevolg van dit onderzoek· 35 Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding wordt een verbe tering verschaft in een polyurethan vormings preparaat uit twee componenten, dat niet-toxisch is bij harding en wordt toegepast als een opvul-middel in een scheidingsinriohting, die voor een biomedische toepassing kan worden gebruikt. De eerste component van het polyurethan vormende rt Λ Λ C 7 G 7 4 preparaat bevat tenminste een voorpolymeer met eindstandige isocyanaat-groep en de tweede component bevat tenminste een polyol· De verbetering bestaat in het opnemen van een werkzame katalytische hoeveelheid van een ricinolzuur in de tweede component.
5 Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een verbetering verschaft in een werkwijze voor de vervaardiging van een scheidingsinrichting, die voor een biomedische toepassing kan worden gebruikt, waarbij een deel van tenminste een scheidingsmembraan bevestigd is in een omhulsel onder toepassing van een niet-toxisch, buigzaam, 10 gehard polyurethanpreparaat door omzetting van een eerste component, die tenminste een voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen bevat met een tweede component, die tenminste een polyol bevat. De verbetering bestaat uit de omzetting van het voorpolymeer met eindstandige isocya-naatgroepen met de polyol bij aanwezigheid van een werkzame katalytische 15 hoeveelheid ricinolzuur.
Volgens nog een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een verbeterde scheidingsinrichting verschaft, geschikt voor gebruik bij een biomedische toepassing, waarbij tenminste een scheidingsmembraan in een omhulsel bevestigd is op een wijze, die voldoende is om de gekozen 20 biomedische funktie uit te oefenen onder toepassing van een niet-toxisch gehard polyurethanpreparaat verschaft door omzetting van een eerste component, die een voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen bevat met een tweede component, die tenminste een polyol bevat. De verbetering ligt in het gebruik als niet-toxisch polyurethanpreparaat van tenminste 25 een van de voorpolymeren met eindstandige isocyanaatgroepen van de eerste component omgezet met tenminste een van de polyolen van de tweede component bij aanwezigheid van een werkzame katalytische hoeveelheid ricinolzuur.
De scheidingsinriohtingen van de onderhavige uitvinding omvatten 30 een katalysator bevattend polyurethanpreparaat, dat niet-toxisch is en meer economisch toe te passen in scheidingsinrichtingen dan de poly-urethanen volgens de stand der techniek.
Meer in het bijzonder bevat het polyurethanpreparaat een uit twee componenten bestaand systeem, waarin een ricinolzuurkatalysator wordt 35 toegepast.
Uit twee componenten bestaande polyurethanvormingssysternen zijn bekend en bevatten gewoonlijk als eerste component een voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroep en als tweede component een polyfunktionele alcohol, d.w.z. polyol. De hydroxylgroepen van de polyol reageren met 8005353 5 * r de isooyanaatgroepen van het voorpolymeer met eindstandige isocyanaat-groepen onder vorming van een polyurethan.
De ricinolzuurkatalysator, die een hydroxylgroep naast een carboxyl-groep bevat, verleent unieke eigenschappen indien toegepast in een poly-5 urethan stoppingspreparaat voor de vervaardiging van scheidingsinrich-tingen. Niet alleen verschaft het ricinolzuur katalytische activiteit krachtens de carboxylgroep ervan, maar het heeft ook een meer reactief waterstof bevattende hydroxylgroep, die snel en volledig reageert met het voorpolymeer met eindstandige. isooyanaatgroepen· Voordat echter de 10 carboxylgroep reageert verschaft het een voldoende katalytisch effekt om de hardingssnelheid van het polyurethan te vergroten tot de mate, dat de gelerings- en lostijd aanzienlijk verminderd wordt. Blijkbaar maakt dit het polyurethanpreparaat niet toxisch, terwijl carbonzuren en dicar-bonzuren niet voldoende reactief zijn met isocyanaat en zij geven prepa-15 raten, die toxisch blijven. Dientengevolge kan het ricinolzuur niet in de vloeistoffen teruggeplaatst worden, die door de scheidingsinrichting passeren en het niet omgezette carbonzuur kan dit wel.
De eisen aan een gehard polyurethan, indien toegepast als een opvullende hars in een scheidingsinrichting bijvoorbeeld bij de vervaardiging 20 van afdichtingskragen toegepast in scheidingsinrichtingen met holle vezel zijn bekend. Bij voorbeeld dient het polyurethan het geschikte evenwicht te bezitten tussen verknoopte dichtheid, buigzaamheid en bindingseigenschappen, zodat het beoogde afdichtende effekt bereikt wordt, bijvoorbeeld het inwendige van de delen van de holle vezels daarin ingebed, 25 dienen in staat te zijn hermetisch te worden afgedicht van de externe omgeving. Het polyurethan vertoont bij voorkeur vermijding van gasontwikkeling tijdens het vast worden, minimale of geen verandering in volume tijdens het harden, minimale ontwikkeling van warmte tijdens het harden en een lage mengviscositeit.
30 Bovendien moet het polyurethan ook inert zijn ten opzichte van de vloeistoffen, die worden toegepast in de scheidingsinrichting en dient niet toxisch te zijn. Dit wordt bereikt, wanneer de bestanddelen in de twee componenten volledig zijn gehard, zodat achter gebleven reagentia niet kunnen worden afgegeven aan de vloeistoffen, die door de scheidings-35 inrichting zullen passeren.
Het voorpolymeer met eindstandige isooyanaatgroepen van buigzame polyurethanen wordt gevormd uit het reaktieprodukt van een polyfunktio-nele alcohol en een polyfunktioneel isocyanaat. De geschikte keuze van reagentia voor het verkrijgen van polyurethan voor toepassing in een 6 biomedische inrichting ligt voor een deskundige voor de hand (zie Amerikaans octrooisohrift 3*962.094)» indien geleid door de hiervoor beschreven eisen voor het polyurethan.
Tot representatieve voorbeelden van isocyanaten, die kunnen worden 5 toegepast bij de bereiding van het voorpolymeer met eindstandige iso-oyanaatgroepen behoren aromatische isocyanaten zoals di- en tri-isocyanaten van de benzeen en de naftaleenreeksen en mengsels daarvan. Tot voorbeelden van aromatische isocyanaten, die kunnen worden toegepast, behoren difenylmethaan-4.4’-diisocyanaat; tolyleendiisocyanaat (2.4/2.6); 10 tolueen-2.4~diisocyanaatj tolueen-2.6-diisocyanaatj m-fenyleendiisocya-naat; xenyleen-4*4’-diisocyanaat; naftaleen-1.5-diisocyanaatj difenyleen-4«4’-diisocyanaat$ difenyleenether-4*4'-diisocyanaat en 4.4'•4,,-trifenyl-methaantriisocyanaat. Polymere isocyanaten zoals polymethyleen- polyfeny-leen- polyisocyanaten kunnen worden toegepast wanneer de afwezigheid van 15 kleur geen eis is. Tot andere aromatische diisocyanaten, die geschikt zijn, behoren met alkyl en alko^jr met een klein aantal koolstofatomen gesubstitueerde derivaten.
Alifatische diisocyanaten zoals 3-isocyanatomethyl-3»5»5~trimethyl-cyclohexylisocyanaat (iPDl), 4*4'“dicyclohexy Imethaandiisocyanaat en 20 trimethyl hexamethyleen diisocyanaat kunnen eveneens worden toegepast;. Andere aromatische en alifatische isocyanaten, alsmede mengsels, kunnen gebruikt worden voor de voorpolymeerbereiding.
Tot representatieve polyolen, die gebruikt kunnen worden voor de reactie met de isocyanaten onder het vormen van het voorpolymeer met 25 eindstandige isocyanaatgroepen behoren rioinusolie, polyether polyolen (d.w.z* met eindstandige hydroxylgroepen) met inbegrip van de additie-produkten van epoxypropaan en tenminste een polyol, zoals propyleen-glycol, trimethylpropaan, 1.2.6-hexaantriol, glycerol en pentaerytritol en polytetramethyleenether-glycolen.
30 Technische kwaliteiten van ricinusolie zijn in het algemeen geschikt voor gebruik bij de vorming van het voorpolymeer. Ricinusolie is een natuurlijk voorkomend triglyceride van ricinolzuur en bevat dus tenminste drie hydroxyl groepen. Terwijl de samenstelling van ricinusolie niet nauwkeurig kan worden gedefinieerd, is algemeen aanvaard, dat de ester-35 groepen ervan gewoonlijk voor 80-92$ van ricinolzuur, 3-7$ linolzuur, 0-9$ oliezuur en 0-1$ palmitinezuur zijn afgeleid.
Polyolethers verkregen door omzetting van tweewaardige alifatische polyolen met alifatische dicarbonzuren, anhydriden of hydroxycarbonzuren zijn eveneens geschikt voor bereiding van het voorpolymeer. Tot represen- 80 05 3 5 3 1 * 7 tatieve voorbeelden van alifatische tweewaardige alcoholen, geschikt voor de bereiding van polyolesters, behoren ethyleenglycol, propyleen-glycol, hexyleenglycol, diethyleenglycol, dipropyleenglycol en hexa-methyleenglycol. De hydroxycarbonzuren, geschikt voor de bereiding van 5 polyolesters, kunnen al of niet verzadigd zijn. Tot voorbeelden van deze groep hydroxyzuren behoren ricinolzuur, 12-hydroxystearinezuur, hydroxypalmitLnezuur, hydroxypentadecaanzuur, hydroxymyristinezuur, hydroxydocosaanzuur, hydroxycerotinezuur, enz· Tot voorbeelden van alifatische carbonzuren behoren adipinezuur, glutaarzuur, pimelinezuur, 10 malonzuur, fumaarznur en dergelijke.
De polyesters die de voorkeur verdienen, zijn afgeleid van ricinolzuur, zoals ethyleenglycolmonoricinoleaat·
Het isocyanaat en de polyol worden gewoonlijk omgezet bij een NCO/OH equivalent gewichtsverhouding van ongeveer 2:1 tot ongeveer 12:1 15 en bij voorkeur ongeveer 4*1 tot ongeveer 7*1·
Tot polyolen, geschikt in de tweede component van het polyurethan vormingssysteem behoren de difunktionele polyolen en in het bijzonder de polyether- en polyolesters beschreven in verband met de vorming van het Voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen· Bovendien worden ver-20 knopingsmiddelen toegepast met een hydroxylfunktionaliteit groter dan 2.
Dergelijke verknopingsmiddelen worden toegelioht door polyolen, die ricinusolie in de gepolymeriseerde en niet gepolymeriseerde vorm, glycerol, trimethyolpropaan, 1.2.6-hexaantriol en pentaerytritol omvatten? polyether polyolen, met inbegrip van de additieprodukten van epoxypro-25 paan en elk van de hiervoor vermelde verknopende polyolenj polyolesters met inbegrip van de additieprodukten van de carbonzuren, hydroxycarbon-zuren of anhydridederivaten beschreven in verband met het voorpolymeer en elk van de hiervoor beschreven verknopende polyolen.
De voorpolyraeren met eindstandige isocyanaatgroepen, die de voorkeur 30 verdienen, zijn afgeleid van het reactieprodukt van een mengsel van poly-oxypropyleenglycol en ricinusolie met (1) difenylmethaan-4*4f-diisocya-naat (MDl) of (2) een mengsel van MDI met 3-isocyanatomethyl-3*5*5-tri-methylcyclohexylisocyanaat.
Tot de polyolen, die bij voorkeur worden toegepast in de polyolcom-35 ponent tezamen met de voorpolymeren met eindstandige isocyanaatgroepen, die de voorkeur verdienen, behoren (1) mengsels van trimethylolpropaan-diricinoleaat en ethyleenglycolmonoricinoleaat en (2) mengsels van ethyleenglycolmonoricinoleaat en gepolymeriseerde ricinusolie.
Gepolymeriseerde ricinusolie is het produkt, dat ontstaat uit 8 gecontroleerde oxidatie van ricinusolie uitgevoerd door grondig mengen of lucht of zuurstof "blazen in de ricinusolie hij temperaturen tussen ongeveer 80 en 130°C, met of zonder toepassing van een katalysator.
De reaktie tussen de zuurstof en de ricinusolie is een combinatie van 5 oxidatie en polymerisatie. Deze reaktie wordt bevorderd met overgangsmetalen, met inbegrip van ijzer, koper en mangaan. Dergelijke gepolyme-riseerde ricinusoliën zijn bekend en worden besproken door F. Naughton, F. Duneczky, C. Swenson, T. Kroplinski en M. Cooperman in Kirk Othmer Encyclopedia of Chemical Technology, Vol. 5 (3e dr. 1979)· 10 Het gebruik van gepolymeriseerde ricinusolie bevordert de buigzaam heid en chemische bestandheid van de polyurethanen en maakt eveneens een meer gemakkelijke regeling van de verknopingsdichtheid ervan mogelijk.
De ricinolzuurkatalysator wordt fysisch gemengd in de polyolcompo-nent in een doelmatige hoeveelheid om de gel- en lostijd, zoals gedefi-15 nieerd in de voorbeelden, te verminderen. Terwijl dus elke werkzame katalytische hoeveelheid kan worden toegepast, verdient het de voorkeur, dat een dergelijke hoeveelheid.ongeveer 0,1 tot ongeveer 30 gew.$ en bij voorkeur ongeveer 0,1 tot ongeveer 15 gew.$, betrokken op het gewicht van de polyol uitmaakt. De zure katalysator is stabiel en in 20 hoofdzaak niet reaktief met de polyol bij omgevingstemperatuur. Dit is een onderscheidend voordeel doordat het aan de polyol kan worden toegevoegd onmiddellijk na of tijdens (mits de katalysator wordt toegevoegd onder omstandigheden, bij voorbeeld lage temperaturen, zodanig dat niet gereageerd wordt tijdens de polyolvorming) de bereiding ervan in plaats 25 van ter plaatse, wanneer het polyurethan wordt toegepast voor de vervaardiging van de scheidingsinrichtingen.
De hoeveelheid polyol toegevoegd aan het voorpolymeer dient voldoende te zijn om te reageren met de vrije isocyanaatgroepen, die daarop achterblijven na de bereiding ervan, maar bij voorkeur wordt niet een 30 te geringe of te grote overmaat toegepast. Een te geringe hoeveelheid polyol kan resulteren in een gehard systeem, dat te hard is, terwijl overmatige hoeveelheden kunnen resulteren in een ongewenste weekmakende werking. De bijzondere hoeveelheid polyol vereist om op geschikte wijze te reageren met het voorpolymeer kan gemakkelijk bepaald worden door 35 een deskundige volgens bekende berekeningen.
Dienovereenkomstig wordt het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen met de polyol gemengd bij gewichtsverhoudingen van ongeveer 10:90 tot ongeveer 90:10, bij voorkeur van ongeveer 20:80 tot ongeveer 70:30 en het meest bij voorkeur van ongeveer 30:70 tot ongeveer 55*45 8005353 « > 9 teneinde een NCO/θΗ equivalent gewichtsverhouding te verkrijgen van ongeveer 0,9s1,4 en bij voorkeur ongeveer 1,0 tot 1,1«
Holle vezels, die toepasbaar zijn voor het katalysator bevattende polyurethan opvulmateriaal kunnen vervaardigd worden uit elk van een 5 grote verscheidenheid polymeren, waarvan bekend is dat zij geschikt zijn voor biomedische toepassingen· Tot dergelijke vezels behoren de vezels, die bereid zijn uit verbindingen, die -OH, -NHg, en “NH groepen bevatten.
Tot representatieve voorbeelden van dergelijke verbindingen behoren cellulose, eellulose-acetaat, cellulose-ethers, polyamiden, polyacryl-10 amiden, polysulfonen, polyesters, polycarbonaten, polyurethanen, poly-sacchariden en proteïnen in het algemeen, zoals caseïne, collageen en dergelijke· Tot vezels die de voorkeur verdienen behoren cellulose en eellulose-acetaat·
Zoals hiervoor beschreven kan de afdichtingskraag voor scheidings-15 inrichtingen met holle vezels op een aantal bekende wijzen worden gevormd, waarbij de methode die de voorkeur verdient centrifugaal gieten is zoals toegelioht in het Amerikaanse octrooischrift 3*492.698.
In het algemeen worden holle vezels vervaardigd tot een in hoofdzaak evenwijdige bundel van ongeveer 1000 tot 20.000 of meer vezels 20 volgens een aantal methoden. Ben dergelijke methode is het continu eind-tot-eind wikkelen van een vezel op een doornstaaf met borghaken aan elk einde. De praktisch evenwijdige vezels worden vervolgens opgenomen in een houder met eindvormen, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.492.698 met betrekking tot centrifugaal gieten.
25 De polyurethan vormingspreparaten zullen gewoonlijk in twee trappen worden gehard. Bij de eerste trap, hier aangeduid als voorharding, worden zij onderworpen aan temperaturen van ongeveer 25 tot ongeveer 75°C en bij voorkeur van ongeveer 25 tot ongeveer 50°C. Het polyurethanprepa-raat wordt als voorgehard beschouwd, wanneer het gegeleerd is tot het 30 punt, dat het niet meer zal stromen zoals vastgesteld met de gelproef, die in de voorbeelden is besproken. De wijze waarop de hars wordt voorgehard kan gevarieerd worden en zal afhangen van de in het bijzonder toegepaste apparatuur voor het vervaardigen van de scheidingsinrichting met holle vezels.
35 Bij voorbeeld wordt de houder, die de vezelbundel bevat, gewoonlijk geplaatst in een centrifuge-achtige inrichting, die een reservoir voor opvulmateriaal bevat met buizen, die dit verbinden met eindvormen.
Het mengsel van de polyoloomponent, die de zure katalysator bevat en het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen kan in het opvul- 80 05 3 5 3 reservoir gemengd en geplaatst worden, waarin het boven de beschreven voorhardingstemperaturen wordt gehandhaafd en het gehele samenstel wordt vervolgens geroteerd voor het verschaffen van een kracht van 2 tot 200 G vrijwel evenwijdig aan de vezelbundel. De hars wordt neerwaarts door de 5 zwaartekracht door de verbindingsbuizen gedwongen en stroomt rond en langs de vezels in de eindvormen· De eindvormen kunnen eventueel worden verhit tot hiervoor beschreven voorverhardings temperaturen· De werkwijze wordt voortgezet tot het reservoir vrij is van hars· Ook kan het opvul-materiaal in de houder worden gebracht bij kamertemperatuur en in de eind-10 vormen worden gebracht die verhit worden tot de hiervoor beschreven voorhardingstemperaturen·
De rotatie wordt voortgezet tot het polyurethan gegeleerd is, d.w.z. zich heeft afgezet tot een niet stroombare toestand.
Bij de afwezigheid van de ricinolzuurkatalysator zouden centrifuge-15 tijden bij kamertemperatuur voorhardingen (bijv. 25°C) gewoonlijk in het traject van ongeveer 1 tot ongeveer 8 uren zijn. Het gebruik van de katalysator maakt een vermindering in centrifugetijden mogelijk (d.w.z· gelerings- of voorhardingstijden) tot ongeveer 10 tot ongeveer 30 minuten, bij voorkeur ongeveer 15 tot ongeveer 25 minuten (bijv· 20 minuten) bij 20 de hiervoor beschreven voorhardingstemperaturen· Hogere voorhardingstemperaturen tot ongeveer 75°C maken toenemend kortere centrifugetijden mogelijk· Kamertemperatuur voorhardingen verdienen de voorkeur, aangezien deze resulteren in praktische besparingen in energieverbruik en kosten door vermindering van de tijd gedurende welke de centrifuge wordt stil-25 gezet voor elke lading holle vezels met betrekking tot die vereist bij de afwezigheid van katalytisch materiaal·
Hadat het polyurethan is voorgehard (d.w.z. gegeleerd) wordt de vezelbundel verwijderd en wordt de eenheid in een oven geplaatst voor de tweede hardingstrap, die hier zal worden aangeduid als naharding. Nahar-30 dingstemperaturen kunnen variëren van ongeveer 25°C tot ongeveer 75°C en bij voorkeur van ongeveer 45°C tot ongeveer 65°C (bijv. 50°C). Nahardings-tijden, hier ook aangeduid als loss ingstjjdei^kuunen variëren van ongeveer 1 tot ongeveer 6 uren en bij voorkeur ongeveer 1,5 tot ongeveer 3 uren (bijv. 2 uren) bij de hiervoor beschreven nahardingstemperaturen.
35 Nahardingstijden worden verminderd door de aanwezigheid van de katalysator, maar tot een mindere mate, dan de waargenomen vermindering in centrifuge- of geleringstijden. Naharding. legt niet de centri fuge vast en is dientengevolge geen sn|^heidsbeperkènde trap bij het totale proces voor de vervaardiging van/scheidingsinrichting.
80 05 35 3 3 11
Ook kunnen de voorkarding en naharding in een enkele trap bereikt worden door de hars op kamertemperatuur te doen blijven gedurende een periode van ongeveer 5 tot ongeveer 14 dagen (bijv· 7 dagen)·
De eindvormen worden vervolgens verplaatst en de opgevulde vezels 5 worden geopend door de afdichtingskraag loodrecht op de vezelbundel door te snijden. Br resulteert een bundel, waarin het opgevulde eind of de opgevulde einden struotuurintegriteit en ronde open vezels laten zien· Terwijl de onderhavige uitvinding in de eerste plaats gericht is op scheidingsinrichtingen met holle vezels, waarbij een polyurethanhars 10 gekatalyseerd met ricinolzuur wordt gebruikt, heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op...het gebruik van het hiervoor vermelde, katalysator bevattende polyurethanpreparaat tezamen met de hiervoor beschreven hardingstemperaturen en tijden in een willekeurige scheidingsinrichting, te gebruiken voor biomedische toepassingen, die de afdichting vereisen 15 van een scheidingsmembraan in een niet-toxische opvulhars· De uitdrukking scheidingsmembraan, zoals hier gebruikt, kenmerkt de configuraties, waarin een produkt kan worden verschaft voor het uitvoeren van de funktie van selecteren, filtreren of soheiden van een materiaal uit een milieu, dat dit materiaal bevat en omvat dergelijke configuraties naast holle 20 vezels in de vorm van films, schermen, schuimen, sponzen en dergelijke.
Tot dergelijke scheidingsinrichtingen behoren de scheidingsinrichtingen, die kunnen worden toegepast als bloedtransfusiefilters, zoals dieptefilters, zeeffilters en een combinatie van diepte- en zeeffilters. In de filter van het diepte-type wordt bloed, dat door de poriën van het 25 filter gaat, blootgesteld aan een groot vreemd oppervlak en mioro-aggre-gaten in het bloed (bijv. plaatjes, witte cellen en fibrinemassa) worden verwijderd door adhesie aan het filtermilieu. Filters van het zeeftype bewerkstelligen filtratie door zeven, d.w.z. door mechanisch tegenhoudende passage van deeltjes groter dan de poriënafmeting van de zeef· De 30 filters van het combinatietype combineren de filtratiewijzen van zowel diepte als zeeffilters· Tot representatieve scheidingsmembranen, die toegepast kunnen worden in dergelijke bloedtransfusie-inrichtingen, behoren de membranen vervaardigd uit dacronwol, polyestergaas, polyurethan-spons en -schuim, nylonwol, en dergelijke· Bik van deze scheidingsmembranen 35 kunnen in een filterhuis worden bevestigd onder toepassing van de hier beschreven katalysator bevattende polyurethanharsen·
Ben andere brede groep scheidingsinrichtingen, waarbij scheidingsmembranen worden toegepast, die met de hier beschreven katalysator bevattende polyurethanen kunnen worden opgevuld of gedicht, zijn inrichtingen, ή η n r 3 5 3 waarin permeabele of selectief permeabele films worden toegepast.
De identiteit van de samenstelling van dergelijke films wordt gekozen volgens bekende eisen met betrekking tot hun vermogen een beoogde funktie uit te voeren, zoals zuurstofverrijking van bloed, nierdialyse en 5 dergelijke. Dergelijke inriohtingen bevatten gewoonlijk een veelvoud membranen tegenover elkaar op afstand opgesteld, bij voorbeeld in een nagenoeg evenwijdige, geplooide, concentrische of spiraalachtige opper-vlak-tot-oppervlak opstelling, om zowel een eerste groep stromingsvolumi-na (bijv. om de bloedstroming mogelijk te maken) en een tweede groep 10 stromingsvolumina (bijv. om de stroming van een behandelingsvloeistof) te begrenzen. De leden van de tweede groep stromingsvolumina worden in afwisselend verband met de leden van de eerste groep opgesteld· Bik stromingsvolume bevat membraanafstandsmiddelen (bijv. een zeefweefsel) om de membranen te ondersteunen die de twee groepen stromingsvolumina 15 begrenzen.
Middelen worden verschaft voor het gelijktijdig begrenzen van de omtrek van elk van deze stromingsvolumina en voor het met elkaar verbinden van aangrenzende membraansamenstellen en de daartussen geplaatste afstandsmiddelen voor het vormen van gasdichte omtrekswanden. Bij de 20 onderhavige uitvinding bevatten dergelijke middelen het hier beschreven katalysator bevattende polyurethan. De technieken voor het toepassen van de opvulhars in dergelijke inrichtingen zijn bekend.
Eveneens worden middelen verschaft voor het scheiden van de ingang naar en de uitgang van de eerste en tweede groep stromingsvolumina. De 25 in- en uitgangsmiddelen, die gewoonlijk de vorm hebben van discontinue kanalen,plaat sen tenminste twee aangrenzende stromingsvolumina van dezelfde groep in stromingscommunicatie. Het gehele samenstel is geplaatst in of begrenst een omhulsel met een toevoer en een afvoer in stromingscommunicatie met respectievelijk de toevoer- en afvoermiddelen van elke 30 groep stromingsvolumina.
Tot representatieve octrooischriften die dergelijke soheidingsin-richtingen toelichten, behoren de Amerikaanse octrooischriften 3.879*293» 3.907.687 en 3.925.Ο37.
VOORBEELD
35 De volgende voorpolymeren met eindstandige isocyanaatgroepen worden op de volgende wijze bereid.
Voorpolymeer A
Een mengsel van 204 gram polyosypropyleenglycol met een aantal gemiddelde molecuulgewicht van 400, 205 gram ricinusolie en 795 gram 80 05 35 3 13 difenyl-methaaEWj..4',-diisocyanaat (MDl) worden onder stikstof en onder roeren aan de reactor toegevoegd. De temperatuur wordt langzaam op 75°C gebracht en twee uren op 70-80°C gehouden, indien noodzakelijk onder koeling. Het verkregen voorpolymeer heeft een isocyanaatgehalte van ongeveer 5 16,2 gew.$ en een viscositeit van ongeveer 6000 cP zoals bepaald met een
Brookfield viscosimeter.
Voorpolymeer B
Volgens de methode voor de bereiding van voorpolymeer A wordt een tweede voorpolymeer bereid uit 204 gram polyosypropyleenglycol met een 10 molecuulgewicht van 400, 205 gram ricinusolie, 614 gram difenylmethaan-4.4,"diisocyanaat en 181 gram 3,-isocyanatomethyl-3.5*5,"'trimethyloyclo-hesylisocyanaat. Het verkregen voorpolymeer heeft een isocyanaatgehalte van 17,4$ en een viscositeit van ongeveer 4000 cP.
Voorpolymeer 0 15 Volgens de methode voor de bereiding van voorpolymeer A wordt een derde voorpolymeer bereid uit 204 gram polyoxypropyleenglycol met een molecuulgewicht van 400, 980 gram ricinusolie en Ö44 gram MDI· Het verkregen voorpolymeer heeft een isocyanaatgehalte van 19»6$ en een viscositeit van ongeveer 4500 cP.
20 Bereiding van een polyolcomponent
Ben aantal verschillende polyolmengsels worden bereid voor reactie met een van de voorpolymeren A-C· De geschikte polyolen en hoeveelheden daarvan, die worden gemengd voor elk van de proeven 1 tot 13 zijn vermeld in tabel A. De polyolen, die worden gekozen voor elk mengsel, worden 25 genomen uit de bestanddelen 1 tot 3* Het gewicht van elk polyol voor elke proef identificeert welke polyol voor elk mengsel is gekozen.
Blanco proeven bij een bijzondere proef geven de afwezigheid van het bestanddeel aan. De geschikte polyolen voor elke proef worden bij 60°0 een uur gemengd onder een verminderde druk van tenminste 1,3 kPa. De 30 temperatuur van elk polyolmengsel wordt gekoeld tot omgevingstemperatuur, bijv. 25°C.
De proeven 1 tot 4 dienen als controle en dientengevolge wordt geen zuur toegevoegd aan de polyolcomponent voor het mengen met voorpolymeer.
Voor de proeven 5 tot 13 worden polyolmengsels verder gemengd na 35 het koelen met de geschikte hoeveelheid van een bijzonder zuur, gekozen uit de bestanddelen 4 tot 6 zoals aangegeven in tabel A.
Het mengen van het voorpolymeer en de polyolcomponenten voor elke proef wordt uitgevoerd door een uur met de hand te mengen en vervolgens elk monster gedurende een verdere minuut te ontgassen bij een druk van 80 05 35 3 1,3 k3?a.
Monsters van elk van de voorpolymeer/polyolmengsels van de proeven 1 tot 4 en de voorpolymeer/polyol-zuurmengsels van de proeven 5 tot 13 worden vervolgens onderworpen aan een aantal proeven zoals aangegeven 5 in tabel A·
Bij het onderzoek op toxiciteit met de hemolyseproef worden de monsters 7 dagen bij kamertemperatuur, d.w.z. 25°C gehard.
Monsters van de niet geharde polyurethan-vorraingspreparaten van elke proef zijn onderzocht op geleringstijd bij 25°C onder toepassing 10 van een monster van 50 gram en op lostijd.
De hemolyseproef wordt uitgevoerd volgens de volgende methode.
Vijf gram van elk polyurethanmonster, gehard zoals hiervoor beschreven, wordt afgedekt met 10 ml van een waterige oplossing van 0,9 gew.$ natriumchloride en 24 uren tot 70°C verwarmd. Het eluaat wordt gedecan-15 teerd en de temperatuur wordt op 37°C gebracht. 0,2 ml citraat bevattend bloed wordt vervolgens toegevoegd aan 10 ml van het extract en het mengsel wordt 1 uur tot 37°G - 1°0 verwarmd. Aan het einde van deze periode worden de oplossingen van de proefmonsters 10 minuten gecentrifugeerd bij ongeveer 590 G en de bovenstaande vloeistof wordt gefiltreerd 20 door een filter van 0,22 micrometer. De bovenstaande laag wordt vervolgens onderworpen aan spectrofotometrische analyse en het percentage transmissie bij 545 m^ wordt voor elk monster bepaald. Ben positieve controle wordt bereid voor volledige hemolyse door 0,2 ml citraat bevattend bloed in 10 ml 0,1$ natriumcarbonaat te brengen en onmiddellijk te 25 mengen. De verkregen aflezing voor het natriumcarbonaat-bloedmengsel in de spectrofotometer stelt 100$ hemolyse voor. Ben negatieve controle voor 0$ hemolyse wordt verkregen door alleen het bloed en de zoutoplossing te mengen.
De optische dichtheid (0D) wordt vervolgens bepaald voor elk van 30 de controle proeven en elk monster en het percentage hemolyse wordt bepaald uit de volgende vergelijking: $ hemolyse = 0D van proefmonster - OP van de negatieve controle x 100 0D van de positieve controle
Elk monster wordt beoordeeld als de hemolyseproef als niet te doorstaan, wanneer de hemolyse gelijk is aan of groter dan 5$· 35 De geleringstijd (d.w.z. droge kleefgeleringstijd) wordt bepaald volgens ASTM D2471 ea wordt gemeten vanaf een punt onmiddellijk vanaf het mengen van de twee componenten.
De lostijd wordt gemeten als de tijd vanaf het punt van mengen van 80 05 35 3 15 de twee componenten tot het punt, waarbij het polyurethan kan worden ver» wijderd uit een polypropeen beker en niet zal vervormen, relatief kleef*· vrij is en een shore Δ durometer heeft van ongeveer 70·
Zoals blijkt uit de gegevens van tabel A doorstaan de monsters ver»-5 kregen uit de proeven 11 tot 13, waarin ricinolzuur is toegepast, alle de hemolyseproef, terwijl de monsters verkregen bij de proeven 5 tot met 10 de hemolyseproef niet doorstaan. Bovendien zijn de geleringstijd en lostijden van deze proeven aanzienlijk verminderd in vergelijking met de controleproeven.
80 05 35 3 16 ____ ^---. ^ Ë| pi vo Co on vji -ft. oj rv> -. ΟΦΦ
---· V_^ N--. N_X V_x v_^ ^ * Φ CD
H riff % H 3081^^ <! <4 NÖ > td 0¾ '-'SW^g Ό Ο Ο ® d- O O O 3 H IS Η · ® 16 O rf- K S 4 © 3 h ff fr) 0 0 0 sscs* φ ο Ο Ό — 3 3* v_xh3 0 d-m®ff® 4 4 4 4l!<iHH»0 0¾ ,_, Φ Η·«+433*σΌΌ Pi ff 3 ,1-· 4 Η* Ü 4)
Cj. φ H\0 O O 0^4 HO Η- Φ H
Pi433HHHHCfcO 3 H » 3 ΟΦ 4 S
H> ·© 0 ι-g ^0¾^¾¾¾¾ w x φν —' a> H-3 h 0 ©g^-s © ra © 3 3 3 es 3 4 30¾ 0 ·
nn *3433 tv> ri- H ® © Φ Φ 0*33 H OH H
O H VJI H 3 ΦΦΦ ©34 £B H ^ 3
3 pi H(3 00.. S' pi 4 4 4 34 Φ ΦΟ O
H o s · Ο P· d- O N ^ © ffO H
© 0 3 13 n_^ "—. ο Ω tx) !> 0 ·—. 0¾ 4 ff h ® H 4 ® 4 3 VJI 4 ¢¢)^ 3 d- I ff 3. © 4 H HO T '—' * · I — ff ft" d- H 3 3 0¾ » üi V) d- d- ff © © · ---—'
ff © d- W
P 4 ^ 4^ VO Oil-. III ΓΟ -3 I -.
Pi H 00 o - ι i -. III 00 -> I
00 OMfl—*· TIT -» - I
QH ftJ J I ·* III VO -*l • t3 \ VO ’ 0 4 Ό * « -fb. VO Ο I vo I III ru -j I ro
H ff CO Vjl - I VO I III 00 -1 I
_ ff O ftJ I - I III - - I
© d- ft) 3 CO I Ον I III vo -* I
3 ® H \ O Ό
-. 3 H
-ft. © 3 -ft· 00 Ο I I -* III I OJ -J ftJ
33 co—j-iio if i 00 3 © © O ftJ I I ON II I - -
430 Cv I I - lit l OO
Φ H \ ON
3 Pi H 4) ff Φ O d·- -ft. VO Ο I VO I III I ftJ -J 4^ *d CO IV) — ί -ft. I III I 00 piiPiO Co I — I III I --
Pi©M- ftJ I vo I I I I l 00 φ © \ >5 n tr « ff © H d- ΦΟ -. . VO I I CO I I I INDOnVJI φ
ri- 3 d- —J VO ON I I — II I VO CO H
® 4 O -- I I Oil I - - 3-» 2^0,1 III 00 > *β Φ -ft.
© 4 vo ^ 4 <5 0 ff ff O 00 ftj c*J I I -J· I ftJ I I ΓΟ On On d-3 Ο O -a I I -* I-I I Co co PH — 11— tOIt — —
Spiff gvli-ft.1 II co to 4 0 s' i p <i i-S' 0¾ pf Φ © ® 4 tu ft a I VO I I O-I I I ro ON —Jj 3* 4 31 00 OV-nicoi I - I I CD co OHO To I-I I Ο I I - » 3 ft d- 4p I 00 I I I I Co ip p. 0 ® 4 0¾ ^ -HPi OJ -ft. -ft. VO 1 1 1 OJ I i ro ft a 3 on —4 on On I I I-I I coco d- © 4 O -- II I 0 I I -- ©3® CO I I I I I Co ro 4 J 3 >5° ft < p. ·> Η φ Φ c_i. 4 -j- ro rv> t I -. i n> I ro On ivo
Η < © _i CD -i I I -i I - I CO VO I
0 ® vji - i i cn t Ο I - - I
Η H 3 Pit- I ICO —J I
II < % ^ d- © Η IV) ftoVO-i.II 1-1.1 ro ON J -.
Pi -ft. —1· VJI O I I I-fVO vo I 0
Φ Η O -ft. *V l\3 I I l -ft. I - - I
4Η-Φ è-II I I On 01 P< o 3 C? -ft.
O 3* ρ* Hft 4© ro (V50IVOT JI-1. I ΓΟ ON-1 4¾) -. O - I co I I I IV) I ON -I·-, ft - Φ O ftof-I II- I - - 04 On I On I IIOI 4=. Os 4 0¾ H \ ft (D O »0 d- Pi o® vo -.011-1· I -ί ro on Jri (Hi® Oftj-ll-n i ro ui ro I ro
ΦΗ0 ftj I I 00 I I - - - I
CftPiB On I I - I I O -ft. ON I
•° \ OJ
4 d- ft *0 4 Ο ff ®d-ff ro ro o i -. ί i l -1 ro on j -.
H4 On ro - i O i ί i w vji ro Iftu pi vo 0 vo i -ft. i 11- — - i
. w ο i - ί I I 0 -ft. ON I
0 \ vo O *3 8005353

Claims (11)

1. Uit twee componenten bestaand polyurethan vormend preparaat, dat bij harding niet-toxisch is en wordt toegepast als een opvulmiddel in een scheidingsinrichting, die gebruikt kan worden voor een biomedische 5 toepassing, waarbij de eerste component tenminste één voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen bevat en de tweede component tenminste één polyol bevat, met het kenmerk, dat in de tweede component voorafgaande aan de harding een werkzame katalytische hoeveelheid ricinolzuur aanwezig is.
2. Preparaat volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat (1) het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroeoen het reaktiepro- af dukt is van (a) tenminste één polyol zoals een polyolesteryeen polyol- ether en ricinusolie en (b) tenminste één polyfunktioneel isocyanaat zoals een aromatisch diisocyanaat, aromatisch triisocyanaat of alifa- 15 tisch diisocyanaat, (2) de polyol van de tweede component tenminste een of . polyether polyolv polyolester en ricinusolie is, (3) ricinolzuurkataly-sator aanwezig is in de tweede component in een hoeveelheid van ongeveer 0,1 tot ongeveer 30 gew.$, betrokken op het gewicht van de tweede component en (4) het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen en de 20 polyol zijn omgezet bij een gewichtsverhouding van ongeveer 10:90 tot ongeveer 90s 10·
3* Preparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen van de eerste component het reaktieprodukt is van een mengsel van polyoxypropyleenglycol en 25 ricinusolie met tenminste één isocyanaat zoals (1) difenyImethaan^^’·" diisocyanaat en (2) mengsels van difenylmethaan-4·4’-diisocyanaat en 3-isocyanatomethyl-3.5*5rtrimethylcyclohexylisocyanaat en de tweede polyolcomponent bestaat uit (1) mengsels van trimethylolpropaandiricino-leaat en ethyleenglycolmonoricinoleaat en (2) mengsels van ethyleenglycol-30 monoricinoleaat en gepolymeriseerde ricinusolie en waarbij de ricinol-zuurkatalysator aanwezig is in de polyolcomponent in een hoeveelheid van ongeveer 0,1 tot ongeveer 15 gew.% betrokken op het gewicht van de polyol van de tweede component.
4* Werkwijze ter vervaardiging van een scheidingsinrichting, die 35 geschikt is voor een biomedische toepassing, waarbij een deel van tenminste één scheidingsmembraan bevestigd is in een omhulsel onder toepassing van een niet-toxisch, gehard polyurethanpreparaat, verkregen door omzetting van een eerste component, die tenminste één voorpolymeer met 8005353 eindstandige isocyanaatgroepen bevat met een tweede component, die ten- minste één polyol bevat, met bet kenmerk, dat men de reaktie van het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen van de eerste component met de polyol van de tweede component uitvoert bij 5 aanwezigheid van een werkzame katalytische hoeveelheid ricinolzuur.
5· Werkwijze volgens conclusie 4» met het kenmerk, dat het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen het reaktiepro- of dukt is van (a) tenminste één polyol zoals een polyolesterVpolyether-polyol en ricinusolie en (b) tenminste één polyfunktioneel diisocyanaat 10 zoals een aromatische diisocyanaat, een aromatisch triisocyanaat of een alifatisch diisocyanaat, (2) de polyoloomponent tenminste een polyether cf . polyolv polyolester en ricinusolie is, (3) de ricinolzuurkatalysator aanwezig is in de polyoloomponent voorafgaande aan de reaktie met het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen in een hoeveelheid van 15 ongeveer 0,1 tot ongeveer 30 gew.fo betrokken op het gewicht van de polyol en (4) de reaktie wordt uitgevoerd bij een voorhardingstempera-tuur van ongeveer 25 tot ongeveer 75°C·
6. Werkwijze volgens conclusie 5> met het kenmerk, dat het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen van de eerste 20 component het reaktieprodukt is van een mengsel van polyosypropyleen-glycol en rioinusolie met tenminste één isocyanaat zoals (1) difenyl-methaan-4*4*-diisocyanaat en (2) mengsels van difenylmethaan-4.4,,-diiso« cyanaat en 3-isocyanatomethyl*-3«5«5*-'fcrimethylcyclohe3ylisocyanaat en de tweede polyoloomponent bestaat uit (1) mengsels van trimethylolpropaan-25 diricinoleaat en ethyleenglycolmonoricinoleaat en (2) mengsels van ethyleenglycolmonoricinoleaat en gepolymeriseerde ricinusolie en waarbij de ricinolzuurkatalysator aanwezig is in de polyoloomponent in een hoeveelheid van ongeveer 0,1 tot ongeveer 15 gew*$ betrokken op het gewicht van de polyol van de tweede component· 30
7· Scheidingsinrichting geschikt voor gebruik bij biomedische toe passingen, waarbij tenminste één soheidingsmembraan bevestigd is in een omhulsel op een voldoende wijze om de gekozen biomedische funktie uit te voeren, onder toepassing van een niet-toxisch gehard polyurethanpreparaat verkregen door omzetting van een eerste component, die een voorpolymeer 35 met eindstandige isocyanaatgroepen bevat, met een tweede component die tenminste één polyol bevat, met het kenmerk, dat men als het niet-toxische polyurethanpreparaat tenminste één van de voorpolymeren met eindstandige isocyanaatgroepen van de eerste component omgezet met tenminste één van de polyolen van de tweede component bij aanwezigheid 80 05 35 3 van een werkzame katalytische hoeveelheid ricinolzuur toepast·
8· Scheidingsinrichting volgens conclusie 7i met het kenmerk, dat het scheidingsmembraan bestaat uit een samenstel van een veelvoud permeabele, continu holle vezels, waarvan de open eindgedeelten 5 zijn opgevuld in een niet-toxische afdichténde kraag van het gekatalyseerde geharde polyurethanpreparaat, waarbij de open eindgedeelten van de vezels zich uitstrekken door de afdichtingskraag, het verkregen opgevulde samenstel afgedicht is in een omhulsel voor het vormen van een scheidingscel met vloeistofpoorten, die de passage mogelijk maken van 10 een eerste vloeistof door het lumen van de holle vezels en een tweede vloeistof rond en in aanraking met het uitwendige van de holle vezels, waarbij de afdichtingskraag dient als een niet-toxisch middel voor het isoleren van de stroming van de eerste en tweede vloeistoffen van elkaar·
9· Scheidingsinrichting volgens conclusie 7, met het k e n-15 merk, dat (a) een veelvoud scheidingsmembraansamenstellen is opgesteld in een op afstand zijnd verband tegenover gesteld aan elkaar in een oppervlak-tot-oppervlak opstelling gekozen uit de groep bestaande uit evenwijdig, geplooid, concentrisch en spiraalvormig, om zowel een eerste groep stromingsvolumina als een tweede groep stromingsvolumina 20 alternerend tussen de eerste groep te begrenzen, (b) ruimtemiddelen voor de membraansamenstellen zijn aangebracht in elk van de stromingsvolumina, (c) het niet-toxische, gekatalyseerde, geharde polyurethanpreparaat wordt toegepast voor gelijktijdige begrenzing van de omtrek van elk van de stromingsvolumina en voor het met elkaar verenigen van aangrenzende 25 membraansamenstellen en de ruimtemiddelen daartussen zijn geplaatst voor het vormen van gasdichte omtrekswanden en (d) middelen worden verschaft aan voor gescheiden toevoerden afvoer uit het veelvoud stromingsvolumina in de eerste en tweede groep volumina, welke middelen tenminste twee aangrenzende stromingsvolumina van dezelfde groep in stromingsoommunica-30 tie plaatsen.
10* Scheidingsinrichting volgens conclusies 7 tot 9» met het k e n m e r k, dat (1) het voorpolymeer met eindstandige isocyanaat- groepen het reactieprodukt is van (a) tenminste één polyol zoals een of polyolesterv polyetherpolyol en ricinusolie en (b) tenminste één poly- 35 funktioneel isooyanaat zoals een aromatisch diisocyanaat, aromatisch triisocyanaat of alifatisch diisocyanaat, (2) de polyol van de tweede of component tenminste één polyetherpolyol 1/ polyolester en ricinusolie is, (3) de ricinolzuurkatalysator aanwezig is in de tweede component in een 80 05 3 5 3 hoeveelheid van ongeveer 0,1 tot ongeveer 30 gew.$ "betrokken op het gewicht van de tweede component en (4) het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen en de polyol zijn ' omgezet bij een gewichtsverhouding van ongeveer 10:90 tot ongeveer 90:10. 5
11· Scheidingsinrichting volgens conclusies 7 tot 9» met het kenmerk, dat het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen het reaktieprodukt is van een mengsel van polyosypropyleenglycol en ricinusolie met tenminste één isocyanaat zoals (1) difenyImethaan-4·4’" diisocyanaat en (2) mengsel van difenylmethaan-4«4,*-<üisocyanaat en 3-iso» 10 cyanatomethyl-3.5«5-trimethylcyclohe2ylisocyanaat en de tweede polyol-component bestaat uit (1) mengsels van trimethylolpropaandirioinoleaat en ethyleenglycolmonoricinoleaat en (2) mengsels van ethyleenglycol-monoricinoleaat en gepolymeriseerde ricinusolie en waarbij de ricinol-zuurkatalysator aanwezig is in de polyolcomponent in een hoeveelheid van 15 ongeveer 0,1 tot ongeveer 15 gew.$ betrokken op het gewicht van de polyol van de tweede component. 80 05 35 3
NL8005353A 1979-11-01 1980-09-25 Niet-toxisch polyurethan vormend preparaat en scheidingsinrichtingen verkregen met toepassing daarvan. NL8005353A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/090,206 US4256617A (en) 1979-11-01 1979-11-01 Catalyzed non-toxic polyurethane forming compositions and separatory devices employing the same
US9020679 1979-11-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005353A true NL8005353A (nl) 1981-06-01

Family

ID=22221773

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005353A NL8005353A (nl) 1979-11-01 1980-09-25 Niet-toxisch polyurethan vormend preparaat en scheidingsinrichtingen verkregen met toepassing daarvan.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4256617A (nl)
BE (1) BE886000A (nl)
CA (1) CA1147491A (nl)
DE (1) DE3040734A1 (nl)
ES (1) ES8107033A1 (nl)
FR (1) FR2468621A1 (nl)
GB (1) GB2061985B (nl)
IT (1) IT1141058B (nl)
NL (1) NL8005353A (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3411361A1 (de) * 1984-03-28 1985-10-10 Akzo Gmbh, 5600 Wuppertal Einbettmaterial, verfahren zu seiner herstellung und seine verwendung
DE3514936A1 (de) * 1985-04-25 1986-10-30 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Selbstheilender elektrischer kondensator
US4886600A (en) * 1988-02-18 1989-12-12 Caschem, Inc. Moisture and glycerine resistant polyurethane compositions for separatory devices
DE4134693A1 (de) * 1991-10-21 1993-04-22 Basf Ag Transparente, heissdampfsterilisierbare, nicht zytotoxische, im wesentlichen kompakte polyurethan-vergussmassen, verfahren zu ihrer herstellung und ihre verwendung, insbesondere fuer medizinisch-technische artikel
US5976371A (en) * 1997-12-09 1999-11-02 H.B. Fuller Licensing & Financing, Inc. White-opalescent adhesives for the preparation of bonded filters
US20030015823A1 (en) * 2001-07-18 2003-01-23 Hydranautics Method for forming a thick section, thermoset, solid casting
US20040127563A1 (en) * 2002-03-22 2004-07-01 Deslauriers Richard J. Methods of performing medical procedures which promote bone growth, compositions which promote bone growth, and methods of making such compositions
CA2575740A1 (en) * 2004-03-24 2005-10-13 Doctor's Research Group, Inc. Methods of performing medical procedures that promote bone growth, methods of making compositions that promote bone growth, and apparatus for use in such methods
PL2295132T3 (pl) 2009-05-15 2017-02-28 Interface Biologics Inc. Przeciwzakrzepowe membrany z włókien kapilarnych, materiał do zalewania i przewód do krwi
US8022164B1 (en) * 2010-03-04 2011-09-20 Microvast, Inc. Two-component solvent-free polyurethane adhesives
WO2014194303A1 (en) 2013-05-31 2014-12-04 Cytec Industries, Inc. Formulated polyurethane resin compositions for flood coating electronic circuit assemblies
US9832902B2 (en) 2013-05-31 2017-11-28 Elantas Pdg, Inc. Formulated resin compositions for flood coating electronic circuit assemblies
CN106471087B (zh) 2014-03-12 2020-07-07 艾伦塔斯Pdg有限公司 用于反渗透组件的聚氨酯粘合剂
US10590318B2 (en) 2014-11-26 2020-03-17 Elantas Pdg, Inc. Multi-part polyurethane compositions, articles thereof, and method of making
BR112017021652B1 (pt) 2015-04-09 2022-04-12 Elantas Pdg, Inc Adesivos de poliuretano para módulos de osmose reversa
CN114423798A (zh) * 2019-07-24 2022-04-29 东曹株式会社 膜密封材料用聚氨酯树脂形成性组合物、以及使用其的膜密封材料和膜组件

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2972349A (en) * 1958-12-24 1961-02-21 Univ Minnesota Capillary oxygenator
BE608328A (nl) * 1960-09-19
US3422008A (en) * 1963-10-24 1969-01-14 Dow Chemical Co Wound hollow fiber permeability apparatus and process of making the same
US3423491A (en) * 1964-09-02 1969-01-21 Dow Chemical Co Permselective hollow fibers and method of making
US3339341A (en) * 1965-12-22 1967-09-05 Du Pont Fluid separation process and apparatus
US3492698A (en) * 1965-12-22 1970-02-03 Du Pont Centrifugal casting apparatus for forming a cast wall member extending transversely across an elongated bundle of substantially parallel hollow filaments of a fluid permeation separation apparatus
US3503515A (en) * 1968-10-03 1970-03-31 Du Pont Permeation separatory apparatus
US3907687A (en) * 1968-12-07 1975-09-23 Baxter Laboratories Inc Plate dialyzer
US3551331A (en) * 1969-09-22 1970-12-29 Du Pont Reverse osmosis separations using a treated polyamide membrane
US3962094A (en) * 1973-09-18 1976-06-08 The Dow Chemical Company Hollow fiber separatory device
US3925037A (en) * 1974-02-04 1975-12-09 Gen Electric High pressure membrane package construction
US3879293A (en) * 1974-06-20 1975-04-22 Baxter Laboratories Inc Membrane diffusion device having inflatable member for pressurization and sealing
US4031012A (en) * 1975-09-17 1977-06-21 Gics Pharmaceuticals, Inc. Separatory apparatus
IT1115397B (it) * 1976-11-05 1986-02-03 Nl Industries Inc Composizione poliuretanica e relativi articoli

Also Published As

Publication number Publication date
CA1147491A (en) 1983-05-31
IT1141058B (it) 1986-10-01
US4256617A (en) 1981-03-17
GB2061985B (en) 1983-06-08
FR2468621A1 (fr) 1981-05-08
FR2468621B1 (nl) 1984-08-03
BE886000A (fr) 1981-02-16
GB2061985A (en) 1981-05-20
DE3040734A1 (de) 1981-05-07
ES495601A0 (es) 1981-08-16
IT8024743A0 (it) 1980-09-18
ES8107033A1 (es) 1981-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8005353A (nl) Niet-toxisch polyurethan vormend preparaat en scheidingsinrichtingen verkregen met toepassing daarvan.
US4284506A (en) Biomedical devices
CA1189239A (en) Embedding mass polyurethane
JP3191610B2 (ja) ポリウレタン樹脂組成物並びに該組成物を用いた接着剤、シール剤及び結束剤
JPS612868A (ja) 改善されたポツテイング及び接着組成物を有する流体分離用装置
CA1174399A (en) Catalyst-containing stable polyurethane forming compositions which are non-cytotoxic when cured and separatory devices employing same
US4224164A (en) Non-wicking polyurethane casting systems
USRE31389E (en) Non-wicking polyurethane casting systems
JP3944531B2 (ja) 細胞毒性のないポリウレタン医療用アイテム
JPH0328449B2 (nl)
JPH08151424A (ja) ポリウレタン樹脂組成物並びに該組成物を用いた接着剤、シール剤及び結束剤
EP0383596B1 (en) Process for the preparation of polyurethane elastomers
US4886600A (en) Moisture and glycerine resistant polyurethane compositions for separatory devices
JP3621481B2 (ja) ポリウレタン接着性組成物の接着プロモーターとしてのポリエチレンイミンの使用
JP3324833B2 (ja) 中空糸膜モジュール及びその製造方法
JP2002128858A (ja) 注型用ポリウレタン樹脂形成性組成物及び該組成物を用いたシール材
JP3875408B2 (ja) 細胞毒性のないポリウレタンの医療用アイテム
JPH05310950A (ja) イソシアネート系化合物を内包するカプセル及びその製造方法
WO1994023771A1 (en) Water-based coating process for isocyanate-based polyurea-urethane polymers
JP3032882B2 (ja) 膜モジュールのシール材用ポリウレタン樹脂形成性組成物
FR2518421A1 (fr) Empotage de membranes plastifiees, thermosensibles
JP2011063645A (ja) シール材用注型ポリウレタン樹脂形成性組成物
JPH0928787A (ja) 材料組成物及び成形物
JP2548032C (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: CASCHEM, INC.

A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed