NL8005058A - Rakelinrichting alsmede werkwijze voor het toepassen van deze inrichting. - Google Patents

Description

v · S

* * i 805093/toathol

Korte aanduiding: Kakelinrichting alsmede werkwijze voor het toepassen van deze inrichting·

De uitvinding heeft betrekking op een rakelinrichting voor het via de perforaties van een beweegbare sjabloon op een voortbewegend substraat persen van een visqueuze substantie, welke inrichting is voorzien van een steunconstructie voor een rakelelement, 5 een aanvoer voor de substantie en een aandrukorgaan waarmede het rakelelement in aanraking met de sjabloon wordt gehouden. Ben dergelijke rakelinrichting is bekend uit de Europese octrooiaanvrage publikatie nr. 0,011.314, zie Big, 10 en 11.

De hiermede te verwerken visqueuze substantie kan bestaan 10 uit een drukpasta of een verdikte vloeistof (verf). In de bekende inrichting sluit het rakelelement een scherpe hoek in met de sjabloon welke hoek meestal bepalend is voor de verfopbrengst. In-de bekende inrichting wordt een zekere onafhankelijkheid nagestreefd van de instelling van de hoek tussen het rakelelement en de sja-15 bloon enerzijds en de kracht waarmede het rakelelement in aanraking met de sjabloon wordt gehouden. Deze kracht beïnvloedt in het bijzonder de zgn. penetratie hetgeen vooral bij het bedrukken van weefsels belangrijk is. In de hierboven genoemde bekende inrichting bevindt zich een hoeveelheid substantie in de wighoek tussen het 20 rakelelement en de sjabloon. In deze substantie, de zgn. verfrol ontstaat een dynamische druk welke de hoofdoorzaak vormt van het door de perforaties van de sjabloon persen van de substantie. De aanvoer van de substantie vindt meestal plaats via een in de steunconstructie opgenomen doseerpijp van waaruit de substantie in een 25 open systeem vloeit naar de wigvormige ruimte. Daarbij kunnen wel eens afwijkingen in de egaliteit van de opgebrachte substantie optreden, vooral bij een grote lengte van het rakelelement.

De uitvinding beoogt een rakelinrichting te verschaffen die het mogelijk maakt de opbrengst van de substantie op het substraat 30 naar wens binnen nauwe grenzen te regelen zonder dat daarbij de penetratie graad beïnvloed wordt, terwijl voorts beoogd wordt de egaliteit van de op het substraat opgebrachte substantie zowel in de breedte richting als in de lengte richting van het substraat zo hoog mogelijk op te voeren.

35 Deze oogmerken worden in de rakelinrichting volgens de uit vinding verwezenlijkt door de toepassing van een afsluitstrip die 8005058 J- * - 2 - wordt gedragen door de steuneonstructie en die met zijn voorste rand eveneens in aanraking met de sjabloon wordt gehouden in een gebied - gezien in de voortbewegingsrichting - op enige afstand vóór het rakelelement zodat een doorgangsspleet wordt gevormd 5 tussen de met de sjabloon in aanraking zijnde randen van rakelelement en strip, waarbij voorts middelen aanwezig zijn voor het onder enige druk aanvoeren van de visqueuze substantie en voor het zijwaarts afdichten van de uiteinden van de spleet·

Door deze maatregelen ontstaat in de ruimte tussen het rakel-10 element en de afsluitstrip een bepaalde statische druk van de substantie* Deze druk zal de strip tegen de sjabloon aandrukken met een kracht die evenredig is aan deze druk. Hierdoor wordt een goede afdichting langs de ene zijde van de doorgangsspleet verkregen. Dezelfde statische druk alsmede enige dynamische druk wordt uitge-15 oefend op het rakelelement in een richting van de sjabloon af. Deze kracht kan nauwkeurig gecontroleerd worden met behulp van het aan-drukorgaan. Op deze wijze ontstaat er een grote vrijheid in het regelen van de opbrengst van de substantie vooral wanneer het daarbij gaat om een schuimstof.

20 In een gunstige uitvoeringsvorm van de rakelinrichting vol gens de uitvinding is de afsluitstrip verplaatsbaar in de steunconstructie aangebracht zodat de breedte van de doorgangsspleet instelbaar is. Door het vergroten van deze breedte kan het opzuigend vermogen van het substraat beter benut worden. De optimale 25 verhouding tussen de hoeveelheid substantie en de "definitie" (d.w.z. de scherpte van het gedrukte dessin) wordt mede door de spleetbreedte bepaald.

Volgens een uitvoeringsvorm bestaat het rakelelement uit een prismatische kunststofstaaf, bij voorkeur van polyetheen die ener-30 zijds wordt gedragen door een L-vormig geknikt verbindingsblad en waarop anderzijds het aandrukorgaan rechtstreeks inwerkt. Deze staaf die weinig weerstand biedt tegen de erlangs bewegende sjabloon, neemt de taak van het klassieke rakelblad over waardoor met behulp van een vooraf bepaalde dwarsdoorsnede vorm, de rakelinrich-35 ting kan worden aangepast aan de te verwerken substantie.

Volgens een verder kenmerk bestaat de afsluitstrip uit verenbandstaal en rust deze strip op een metalen deel van de 8005058 t * Λ - 3 - t.

steunconstructie welk deel zich tot dichtbij de voorste raad van de strip uitstrekt. Echter kan deze strip ook uit een kunststof worden vervaardigd aangezien de statische druk van het substraat in de doorgangsspleet grotendeels wordt opgenomen door het metalen deel 5 van de steunconstructie. Er kan zelfs een kunststoffolie worden toegepast met een geringe stijfheid zonder het gevaar van een uitstulping onder invloed van de statische druk.

De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het op een voortbewegend substraat aanbrengen van een visqueuze substantie 10 door middel van een sjabloon met toepassing van de hiervoor beschreven Takelinrichting. Deze werkwijze onderscheidt zich doordat tenminste een pomp wordt toegepast voor het gebruiksgereed aanvoeren van de substantie waarbij de opbrengst van de pómp(en) recht evenredig wordt gehouden met de voortbewegingssnelheid van het 15 substraat, en doordat de beoogde hoeveelheid van de opgebrachte substantie wordt bepaald door het regelen van de kracht van het aandrukorgaan en door het instellen van de breedte van de doorgangsspleet. Bij voorkeur is de aandrijving van de aanvoerpomp(en) voor de visqueuze substantie gekoppeld met de voortbewegingsmid-20 delen van het substraat. Het is dan mogelijk de opbrengst van de substantie per oppervlakte-eenheid van het substraat constant te houden ongeacht de druksnelheid en de eigenschappen van het substraat.

Tolgens een uitvoeringsvorm van deze werkwijze wordt de 25 visqueuze substantie in op ge schuimde toestand aangevoerd vanaf een mengapparaat dat is aangesloten zowel op een aanvoerpomp van de substantie als op een gedoseerde gastoevoer. Dit laatste is bijzonder belangrijk wanneer een schuimstof moet worden opgebracht die snel in kwaliteit achteruitgaat wanneer deze eenmaal is bereid. Een' 50 verder voordeel hiervan is det er geen voorraden van de schuimstof behoeven te worden aangemaakt en dat bij het beëindigen van de werkwijze zeer weinig ongebruikt materiaal verloren gaat.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening die enkele varianten toont van de rakelinrichting.

55 Eig. 1 is een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm

welke uitgaat van Eig. 10 uit de bovengenoemde publikatie EU

O.OU.514.

8005058 # * - 4 -

Fig. 2 geeft bij benadering een beeld van de in de substantie optredende druk ter plaatse van de doorgangsspleet.

Jig. 3A-C toont een drietal varianten van het rakelelement.

De Figs. 4-6 geven drie varianten van de Takelinrichting.

5 De Figs. 7A en B alsmede 8 en 9 tonen drie varianten van de werkwijze voor het toepassen van de rakel inrichting volgens de uitvinding.

Zoals te zien in Fig. 1 bestaat de Takelinrichting uit een steunconstructie 1 die is uitgevoerd als een doosvormig huis met in 10 het midden een pijp 2 voor de toevoer van de substantie, bijvoorbeeld een verfpasta of een schuimstof. Nabij de onderzijde is de steunconstructie 1 voorzien van een rakelelement 3 dat via een opblaasbare klemslang 4 in een vatting 5 van de steunconstructie is bevestigd. Het rakelelement 3 bestaat uit een metalen blad 6 van 15 bijvoorbeeld verenstaal welk blad aan zijn vrije rand is voorzien van een prismatische kunststof staaf 7· In Fig. 1 heeft deze staaf 7 een vierkante doorsnede en rust met een ribbe tegen de binnenzijde van een cilindrisch sjabloon 8, In de vatting 5 is ook nog een slangvormige zak 9 geklemd welke zak is gevuld met een medium waar-20 van de druk kan worden verhoogd of verlaagd. De zak 9 vormt een aandrukorgaan voor het rakelelement 3 on steunt aan zijn bovenzijde tegen een gedeelte van de steunconstructie 1 en aan de onderzijde tegen het blad en de staaf 7· lot zover onderscheidt de beschreven inrichting zich nauwelijks van de hierboven genoemde publikatie 25 EU 0.011.314.

De sjabloon 8 is in aanraking met een substraat 10 meestal bestaande uit een baan textiel of kunststof. Het rakelelement 3 sluit een hoek α in met het substraat. Op enige afstand van het rakelelement is een afsluitstrip 11 aanwezig die gevormd wordt door 30 een blad 12, bijvoorbeeld verenbandstaal en een metalen deel 13·

Dit deel is bevestigd op een aanvullende verlenging 14 van de buisvormige steunconstructie 1. De voorste rand 15 van de afsluitstrip 11 d.w.z. van het metaalblad 12 is in aanraking met de sjabloon 8 en wel in een gebied - gezien in de voortbewegingsrichting Y - op 35 enige afstand voor het rakelelement 3* Aldus wordt een doorgangsspleet 16 gevormd tussen de met de sjabloon 8 in aanraking zijnde randen van rakelelement en strip.

8005058 * * I · - 5 -

De pijp 2 is nabij zijn onderzijde voorzien van een aantal gaten 17 voor het doorlaten van de binnen de pijp 2 aangevoerde visqueuze substantie. Deze aanvoer geschiedt onder enige druk, zodat de ruimte 18 met de substantie wordt gevuld. Deze ruimte 18 5 wordt begrensd door de pijp 2, de verlenging 14» de vatting 5» bet rakelelement 3, de afsluitstrip 11 en de sjabloon 8. De breedte van de doorgangsspleet 16 is in Fig. 1 aangegeven met S.

Tijdens het functioneren van de Takelinrichting is er een zekere druk opbouw in de visqueuze substantie ter plaatse van de 10 doorgangsspleet 16, Tig, 2 toont deze drukopbouw welke bestaat uit een dynamisch drukgedeelte tengevolge van de wigwerking tussen het rakelelement 3 en de voortbewegende sjabloon 8. Over de breedte S van de spleet lé neemt dit gedeelte van de druk toe. zie het bovenste gedeelte van Tig, 2, Tengevolge van het feit dat de substantie 15 via de pijp 2 met enige overdruk wordt aangevoerd is er een statisch gedeelte van de druk aangegeven in het middelste deel van Tig, 2, De totale druk is hiervan de som en is aangegeven in het onderste deel van Fig. 2. Deze druk zorgt voor een goede afdichting ter plaatse van de rand 15 van het metaalblad 12 terwijl het aan-20 drukorgaan 9 er voor zorgt dat de staaf 7 met de gewenste kracht drukt tegen de binnenzijde van de sjabloon 8. De substantie zal nu via de perforaties van de sjabloon 8 op het substraat 10 worden geperst.

Fig. 3 toont een drietal varianten van het rakelelement 3 25 waarbij elke variant bestaat uit een blad 6 en een prismatische staaf 7· De variant A komt vrijwel overeen met het rakelelement uit Fig. 1. De variant B geeft de mogelijkheid van een grotere hoek cc ondanks de geringe helling van het blad 6. De variant C voorkomt het ontstaan van dynamische druk door de loodrecht op het sjabloon 30 staande zijde van het kunststof prisma (geen wighoek). Hierdoor is opbrengstregeling met uitsluitend statische druk van de pomp of een drukvat mogelijk.

Fig. 4 toont een uitvoeringsvorm waarbij de afsluitstrip 11 verplaatsbaar in de steunconstructie 1 is aangebracht. Daartoe is 35 aan een of beide uiteinden van de steunconstructie een bedienings-hefboom 19 aanwezig met een scharnierpunt 20. Op deze wijze kan de breedte S van de doorgangsspleet 16 worden ingesteld.

8005058 * \ - 6 -

In de variant volgens de Figs. 4 en 5 bestaat het rakel-element 3 uit de prismatische kunststof staaf 7 welke bij voorkeur van polyetheen is vervaardigd. Deze staaf wordt gedragen door een L-vormig geknikt verbindingsblad 21. De hoogte ligging van de staaf 5 7 ten opzichte van de steunconstructie 1 en. hierdoor de stand ten opzichte van de afsluitstrip 11 kan op deze wijze gemakkelijk worden ingesteld. Op de staaf 7 werkt het aandrukorgaan 9 rechtstreeks in waarbij dit orgaan aan de bovenzijde steunt op een hiertoe aangebracht hoekijzer 22. Bovendien is in Fig. 5 een uitvoering met 10 een kunststoffolie 12 aangegeven.

Fig. 6 toont een variant waarbij het substraat 10 niet horizontaal, doch vertikaal bovenwaarts beweegt. Yoor het overige zijn er geen principiële dooh uitsluitend constructieve verschilpunten met de variant volgens Fig. 1. Het substraat 10 wordt ter 15 plaatse van de doorgangsspleet 16 gesteund door een gebruikelijke rol 23.

Fig. 7A toont schematisch de opstelling van de rakelinrich-ting in een sjabloon met de middelen voor het onder enige druk aanvoeren van de visqueuze substantie en voor het zijwaarts afdich-20 ten van de uiteinden van de doorgangsspleet 16. De visqueuze substantie bevindt zich in een bak 24 waarbij deze substantie via een pomp 25 wordt gevoerd naar een vat 26. Op dit vat bevindt zich een (conventionele) drukregeling 27 terwijl een niveautaster 28 aanwezig is voor het in- en uitschakelen van de motor 29 van de pomp 25. 25 Een slang 30 verbindt het inwendige van het vat 26 met de pijp 2 van de rakelinrichting. Deze pijp 2 is aan het in Fig, 7A linker-uiteinde afgesloten. De twee uiteinden van de ruimte 18 zijn afgesloten ter voorkoming van drukverlies in de visqueuze substantie.

De twee uiteinden van de doorgangsspleet 16 zijn afgedicht met be-30 hulp van plaatvormige elementen 31 van cel-rubber met gesloten eel-struktuur. Een bovenaanzicht van de zojuist beschreven inrichting is afgebeeld in Fig. JB.

Fig. 8 toont een opstelling waarbij de motor 29 van de aan-voerpomp 25 voor de visqueuze substantie via een regelaar 32 is 35 gekoppeld met een tachometer 33 van het substraat 10.

Fig. 9 is een uitbreiding van de opstelling volgens Fig. 8 waarbij de aan te voeren visqueuze substantie bestaat uit een 8005058 ▼ * * - 7 - schuimstof die ter plaatse wordt bereid. Daartoe is de aan de pijp 2 gekoppelde slang 30 verbonden met een emulgator 34 die wordt aangedreven door een motor 35· Op deze emulgator 34 sluit enerzijds een leiding 36 aan waarmede de substantie uit de bak 24 wordt aan-5 gevoerd. Anderzijds is er een gedoseerde gastoevoer via de leiding 37· In deze leiding bevindt zich nog een stroommeter 38 en een regelklep 39*

Met de Takelinrichting volgens de uitvinding zijn een aantal drukproeven uitgevoerd onder toepassing van de volgende substanties: 10 a) normaal toegepaste drukverdikkingen met pigment en reac tief dispers etc. kleurstof systemen in niet opgeschuimde -vorm; b) recepturen gelijk aan coating recepturen volgens e ; c) mechanisch opgeschuimde recepturen met een 'bindersysteem voor pigmenten.

15 Eecegt_i emulgator w bayer 10 gr acrafix uc 100 gr acramin 3187 n 200 gr acramin clw 100 gr 20 acraconc c 15 gr (+ 10) nekanil In basf 10 gr pigment 100 gr water _465_S£ 1000 gr.

25 Ook zijn een reeks coating proeven uitgevoerd en wel met de volgende substanties: d) mechanisch opgeschuimde verf recepturen;

Yoorbeeld: Verfreceptuur voor reactief kleurstof: koud water 18950 gz 30 ureum 7500 gr na-bicarbonaat 1750 gr ludigol 750 gr cibacronviolett f 2 ra 750 gr nekalin ln __300_gr 35 40000 gr.

e) mechanisch opgeschuimde acrylaat dispersies en P.V.C. plastisolen; 8005058 - 8 - S^enstellmg_mechanisch_gYc schuim

Toor het fabriceren van mechanisch opgeklopte pvc schuim zijn drie methodes toepasbaar.

a. receptuur, waarbij een pvc type gebruikt wordt, waarin 5 reeds een schuimstabilisator ingebracht is, bijvoorbeeld vestolit b 7022 van Huels.

b. receptuur waarbij een metaalzeep als schuimstabilisator wordt toegepast.

c. receptuur, waarbij een siliconen produkt als schuimstabi-10 lisator wordt toegepast.

a. vestolit b 7022 100 gr dioctylftalaat 30 gr benzyl buryftalaat 40 gr valstof (b.v. calciumcarbonaat) 50 gr 15 b. vestolit 7021 100 gr santiciser 160 (weekmaker) 40 gr dioctylftalaat 25 gr +) metaalzeep (k.l.o.p.) 5 gr valstof (b.v. calciumcarbonaat) 50 gr 20 +) barium calcium zink complexe.

c. vestolit b 7021 100 gr dioctylftalaat 30 gr benzyl butylftalaat 40 gr vulstof (b.v. calciumcarbonaat) 50 gr 25 wacker schuimstabilisator up 2242 3 gr barium cadmium stabilisator 2 gr schuimdichtheid ca 500 g/liter geleertemperatuur ca 170 graden cel.

receptuur acrylaatschuim fa. Rohmen en Haas 30 primax 200 (acrylaatdispersie) 100 gr primax 110 (schuimmiddel + stabilisator) 7»5 gr titaandioxyde (50 $) 10 gr schuimdichtheid ca 200 g/liter 35 +) alternatief toepasbaar.

f) mechanisch opgeschuimde recepturen welke voor het aanbrengen van diverse veredelingsprodukten op textiel worden gebruikt? 8005058 - 0 - hierbij is gewerkt met de navolgende stoffen: 1· kreukherstellend maken van b.v. 100 °fo katoen, pe katoen en andere natuurlijke vezels cq. mengsels van synthetische en natuurlijke vezels· 5 a· kunsthars 200-400 gr/l b. katalysator 50-150 w c. weekmaker(s) 60-120 w d. schuimmiddel 5-10 '* e. additiven 0-10 1 10

Hierin onderscheiden we de zelfvemettende typen en de reaktant typen. He laatste gaan alleen onder invloed van een katalysator een reaktie aan met de hydroxylgroepen van de vezel, h.v. 1. zelfvemettende typen: dimethylol ureum 15 2· reaktant typen: dimethylol-dihydroxy-ethyleen ureum (wordt het meest toegepast).

Enkele handelsnamen: a-1 kaurit's basf a-2 fixaprèt cpn basf 20 sancowad k resin 7901 sandoz knittex gm conc ciba-geigy.

b. Katalysator.

Meest toegepaste katalysatoren zijn metaalzouten b.v. zinknitraat, zinkchloride en magnesiumchloride.

25 Yooral voor cellulose houdende substraten worden ammoniumzouten toegepast.

b.v. ammoniumnitraat ammoniumchloride ammoniumsulfaat.

50 Komplexkatalysatoren worden vooral toegepast bij het stk-proces (schok-trocknung kondensations verfahren) b.v. condensol sk basf.

c. J!7eekmaker ( s)

De in de veredeling in gebruik zijnde standaard weekmakers zijn ook hier inzetbaar.

35 Enige restrictie is, dat de weekmaker niet een te hoge stabiliteit aan het verkregen schuim mag geven. Tfeekmakers op siliconenbasis kunnen (vooral in hoge concentraties) als anti-schuimmiddel gaan werken.

8005058 - 10 -

Toe te passen zijn bijvoorbeeld: sancowad k 7906 sandoz sancowad k 7911 sandoz 5 basosoft on basf avivan spl ciba geigy avivan ra ciba geigy.

d. Schnimmiddel 10 Toegepast worden bijvoorbeeld nonylfenolen met 5-10 mol ethyleen-oxyde of sulfonaten van hogere alkoholen. b*v. nekanil ln basf laviron waz (spec) henkel sancowad an sandoz 15 sancowad η 1 sandoz irgapadol 4252 ciba geigy. e* Additiven.

Enkele van de belangrijkste zijn bijvoorbeeld: 1. chamikalien ter verbetering van de scheurweerstand 20 b.v. perapret hvn basf siligen e basf 2. chemikalien om de verwerking in de confectie mogelijk te te maken. Dit zijn in het algemeen: polyethyleendispersies 25 b.v. perapret pe 40 basf sancowad k 7905 sandoz 5. Schuimstabilisatoren cq, lamellenstabilisatoren synthetische verdikkingsmiddelen (b.v. hydroxyethyl-cellulose) 50 Toegepasti natrosol 250 hhr tylose h 4000 irgapadol 4187 komperlan kd 4* Optische aufheller.

55 b.v. blankopher bru bayer uvitex 2 bt-150 fo ciba geigy uvitex emp 250 ciba geigy 8005058 - 11 - leukophor bcr sandoz leukophor ehb sandoz 2. Hydrofobering.

In principe kan recept 1 toegepast worden. Keuze van kunsthars 5 katalysator e.d. is afgestemd op het hydrofoberingsmiddel.

Kunsthars: knittex fa conc. ciba geigy

Hydrofoberingsmiddel: phoboton ws conc ciba geigy phoboton bc ciba geigy.

Tijdens het testprogramma bij de bovengenoemde proeven is 10 gebleken dat met de nieuwe Takelinrichting een optimale en gelijkmatige dynamische druk ter plaatse van de doorgangsspleet 16 kan worden opgewekt* Voorts is gebleken dat bij vele substanties het grootste deel van de opbrengst regeling tot stand kan komen met behulp van uitsluitend de statische druk in de substantie. Daarbij 15 kan dan gebruik worden gemaakt van een rakelelement volgens de

Figuren 3B, 4 en 5. De voorziening volgens Fig. 4 voor het regelen van de breedte S van de doorgangsspleet 16 kan ook worden toegepast als een faktor voor de opbrengstregeling van de substantie.

8005058

'J

= 12- -

De proeven welke zijn genomen met substanties bestaande uit de normale drukpasta's tonen de grote flexibiliteit in de opbrengst regeling aan. De toevoer van de drukpasta naar de Takelinrichting geschiedde daarbij op een wijze afgeheeld in de Pigs* 7 en 8. De in 5 Pig. 8 toegepaste regelaar 32 maakt het mogelijk het gewenste volume substantie per strekkende meter substraat in te stellen*

Ook de proeven met opgeschuimde substanties hebben goede resultaten getoond. Het is voor de verwerking van scuim gewenst de tijd tussen de produktie van schuim en de applicatie zo kort moge-10 lijk te houden. Dit is belangrijker naarmate het schuim minder gestabiliseerd is. De verschijnselen hierbij zijn verandering van schuimstruktuur en uitscheiding van vocht. Het resultaat zal dan een ongelijkmatige schuimopdracht zijn. Bij de opstelling volgens Pig. 9 is de emulgator of schuimmixer 34 on-line gekoppeld met de 15 PijP 2 en is de verblijftijd van de schuimstof tot een minimum beperkt. Tevens is de inhoud van het rakel systeem minimaal gehouden* Hierdoor kunnen zeer instabiele schuimsystemen met succes worden verwerkt.

De constructie van de Takelinrichting brengt met zich mee 20 dat het schuim pas bij de doorgangsspleet 16 in aanraking komt met de afschuifkrachten van de voortbewegende sjabloon 8. Dit is van wezenlijk bedang om het schuim zo constant mogelijk van kwaliteit te houden. Daarnaast is gebleken dat de sjabloon die een geperforeerde scheidingswand vormt tussen de substantie en het substraat, er 25 voor zorgt dat de applicatie vrijwel onafhankelijk van de hydrofili-teit van het substraat wordt. De toepassing van speciale fijnmazige rotatiesjablonen 8 met een groot percentage doorlaat geeft nauwelijks enige belasting op het schuim.

Opgemerkt wordt dat bij een rakelsysteem zoals bijvoorbeeld 30 beschreven in de publikatie EU 0.011.314 de toepassing van schuimstof een verblijftijd onder zware afschuivingscondities met zich brengt welke verblijftijd zodanig lang en ongecontroleerd is dat geen goed drukresultaat kan worden bereikt, tenzij met extreem stabiele schuimstoffen wordt gewerkt. Deze geval echter elders in het 35 proces problemen omdat dergelijke schuimstoffen moeilijk te vernietigen zijn en daardoor niet snel genoeg door het substraat worden opgenomen.

8005058 - 13 -

Bij het verwerken van visqueuze substanties in de vorm van sehuimstoffen is het gewenst de schuimproduktie continu te laten lopen en derhalve geen onderbrekingen te laten optreden. Onder die omstandigheden is een aan/uitregeling met niveautasters uitgesloten.

5 Be opstelling volgens Pig. 7 is derhalve uitsluitend geschikt voor normale drukpasta’s. Be variant volgens Pig* 8 toont een opstelling die een ononderbroken koppeling aan het voortbewegende substraat waarborgt. Beze regeling kan nog worden uitgebreid zoals afgebeeld in Pig. 9 waarbij de toegevoerde gashoeveelheid d.w.z. de zogenaam- « 10 de blow ratio constant wordt gehouden. Yoor een zeer nauwkeurige regeling dient daarbij nog een stroommeting van zowel gas als substantie plaats te vinden via de elementen 58.

» 8005058

Claims (8)

1. Rakelinrichting voor het via de perforaties van een beweegbare sjabloon op een voortbewegend substraat persen van een visqueuze substantie, welke inrichting is voorzien van een steun-constructie voor een rakelelement, een aanvoer voor de substantie 5 en een aandrukorgaan waarmede het rakelelement in aanraking met de sjabloon wordt gehouden, gekenmerkt door een afsluitstrip (ll) die wordt gedragen door de steunconstructie (l) en die met zijn voorste rand (15) eveneens in aanraking met de sjabloon wordt gehouden in een gebied - gezien in de voortbewegingsrichting - op 10 enige afstand vóór het rakelelement (3) zodat een doorgangsspleet (16) wordt gevormd tussen de met de sjabloon in aanraking zijnde randen van rakelelement en strip, waarbij voorts middelen aanwezig zijn voor het onder enige druk aanvoeren van de visqueuze substantie en voor het zijwaarts afdichten van de uiteinden van de spleet. 15

2. Rakelinrichting volgens conclusie l,met het ken merk, dat de afsluitstrip (ll) verplaatsbaar in de steunconstructie (l) is aangebracht zodat de breedte van de doorgangsspleet (l6) instelbaar is.

3. Rakelinrichting volgens conclusie 1 of 2,met het 20 kenmerk, dat het rakelelement (3) bestaat uit een prismatische kunststof staaf (7), bij voorkeur van polyetheen die enerzijds wordt gedragen door een L-vormig geknikt verbindingsblad (2l) en waarop anderzijds het aandrukorgaan (9) rechtstreeks inwerkt.

4. Rakelinrichting volgens een der conclusies 1-3, met het 25 kenmerk, dat de afsluitstrip (ll) uit kunststof bestaat en rust op een metalen deel (13) van de steunconstructie (l) welk deel zich tot dicht bij de voorste rand (15) van de strip uitstrekt (Fig. 5).

5. Rakelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat de afdichtmiddelen voor de uiteinden van de doorgangsspleet (16) bestaan uit elementen (31) van cel-rubber met gesloten celstruktuur.

6. Werkwijze voor het op een voortbewegend substraat aanbrengen van een visqueuze substantie door middel van een sjabloon met toe- 35 passing van een rakelinrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat tenminste een pomp wordt toegepast 8005058 - 15 - voor het gebruiksgereed aanvoeren van de substantie waarbij de opbrengst van de pomp(en) rechtevenredig wordt gehouden met de voort-bewegingssnelheid van het substraat en dat de beoogde hoeveelheid van de opgebrachte substantie wordt bepaald door het regelen van de 5 kracht van het aandrukorgaan en door het instellen van de breedte van de doorgangsspleet.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aandrijving van de aanvoerpomp(en) voor de visqueuze substantie is gekoppeld met de voortbewegingsmiddelen van het sub- 10 straat.

8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 1, a e t het kenmerk, dat de visqueuze substantie in opgeschuimde toestand wordt aangevoerd vanaf een mengapparaat dat is aangesloten zowel op een aanvoerpomp van de substantie als op een gedoseerde gastoevoer. 8005058