NL8004511A - Meerboei voor tankers. - Google Patents

Description

803273/Rey/TH

>

Korte aanduiding: Meerboei voor tankers.

De uitvinding heeft betrekking op een meerboei voor tankers, waarbij het schip wordt afgemeerd aan de verankering van de boei. Meerboeien voor tankers, zogenaamde "afmeerboeien met een bovenste draagkabel" zijn bekend, welke boeien bestaan uit een 5 drijvend cilindrisch lichaam dat door middel van een aantal kettingen is verankerd aan de zeebodem en is uitgerust met drijvende buizen, een boven water gelegen roterende koppeling alsmede met één of meer onder water gelegen buizen die een verbinding verschaffen met een onderzeese leiding. Het schip wordt afgemeerd met behulp van het 10 genoemde drijflichaam. Boeien van het hierboven genoemde type hebben de volgende nadelen.

- De onder water gelegen flexibele buizen moeten regelmatig worden onderhouden en vervangen, waarbij milieuverontreiniging kan optreden ten gevolge van het breken van de buizen.

15 - De boei kan ernstig worden beschadigd ten gevol ge van het hiertegenaan stoten van het schip en - Op de plaatsen waar de kettingen aan de zeebodem zijn bevestigd, treden ongelijkmatige spanningen op, waardoor de ankerpalen groter moeten zijn.

20 Een ander type afmeerboei voor tankers, de zoge naamde "scharnierende boei" omvat een duwlichaam dat via een car-dankoppeling is verankerd, aan een op de zeebodem geplaatste ankerplaat. Een schip wordt afgemeerd aan het deel van het genoemde lichaam, dat boven het zeeniveau uitsteekt, waarbij het te laden 25 of te lossen medium, afhankelijk van het geval, naar en van het schip, respectievelijk van en naar de onderzeese leiding, geschiedt via flexibele buizen die gedeeltelijk drijven en zich gedeeltelijk onder water bevinden, een boven water gelegen roterende koppeling en een cardankoppeling nabij de bodem. Dergelijke boeien hebben 30 de volgende gebreken.

- De zich gedeeltelijk onder water bevindende buizen vereisen regelmatige onderhoudswerkzaamheden, evenals bij de boei van het eerdergenoemde type.

- De onderhoudswerkzaamheden aan een cardankoppe-35 ling nabij de bodem zijn zowel moeilijk als duur.

~ Het duwlichaam moet voor het afmeren van het ^ schip op zeeniveau aanzienlijke afmetingen hebben.

\ 8004511 t .-2-

Een ander type boei, de zogeheten "enkele kettingboei" bestaat uit een cilindrisch drijflichaam dat met een ketting aan een ankerplaat is bevestigd, welke ankerplaat door middel van in de zeebodem gedreven palen is bevestigd. De gedeeltelijk drijvende en gedeeltelijk 5 onder water gelegen buizen, verbinden het schip met een op de zeebodem aangebrachte roterende koppeling. De afmeerkabels van het schip worden verbonden met het boeilichaam.

De nadelen zijn dezelfde als die van de hierboven genoemde scharnierende boei, daar er een roterende koppeling in 10 plaats van een cardankoppeling op de zeebodem aanwezig is. De uitvinding beoogt een afmeerboei voor tankers te verschaffen, waarbij alle hierboven genoemde nadelen worden vermeden. Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de boei bestaat uit een op de zeebodem aangebracht verankeringsblok, een boeilichaam dat boven 15 het zeeoppervlak uitsteekt en met het verankeringsblok is verbonden en uit ten minste één afmeerkabel die met een uiteinde is bevestigd aan een op de ankerplaat gemonteerd element dat vrij kan draaien om de as van de boei. Bij voorkeur bestaat het element dat het onder water gelegen uiteinde van de meerkabel vasthoudt, uit een arm, en 20 is de betreffende meerkabel aan het vrije uiteinde van de arm bevestigd.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, die een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm hiervan weergeeft.

25 Fig. 1 toont een aanzicht van de meerboei volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht van het verankeringsblok.

Fig. 3 toont gedeeltelijk in doorsnede de con-30 structie van een rol van het verankeringsblok.

Fig. k toont de constructie van een afmeerarm van het verankeringsblok.

Zoals blijkt uit fig. 1 bestaat de meerboei volgens de uitvinding uit een verankeringsblok 1, dat is verzwaard 35 of is uitgerust met fundatiepalen 2, een kogelscharnier 3 of een ^ soortgelijk verbindingelement met hetzelfde aantal vrijheidsgraden, zoals bij voorbeeld een cardankoppeling, een boeilichaam, bestaande

A

uit een duwdeel 51 een stijf been k, of uit een duwdeel en een ketting 8004511 -> - 3 - of als volgend alternatief uit alleen een duwlichaam, elementen 6 voor het beschermen van de constructie tegen botsingen met schepen, boven water constructies 7, die in hoofdzaak bestaan uit een draaibare koppeling en een draaitafel, drijvende buizen 8, leidingen 9, 5 onder water gelegen buizen 1G en een onderzeese leiding 11, voor het af- of aanvoeren van de ruwe olie bij het laden of lossen, een cirkelvormige ring 12, die kan roteren om de as van de boei, een stijve afmeerarm 13, die is bevestigd aan de draaibare ring 12 en tevens in een verticaal vlak kan bewegen, een veerkrachtige afmeer- 10 kabel 1^·, ten einde het vrije uiteinde van de afmeerarm aan het schip te bevestigen, waarbij de afmeerkabel in de niet werkzame stand kan worden bevestigd aan de boven water gelagen draaitafel.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht van het veranke-ringsblok 1, met zijn fundatiepalen 2, de draaibare ring 12, de 15 afmeerarm 13 en het ondersteuningsdeel 15, waarbij duidelijk de rol len 16 voor het geleiden van de ring 12 zichtbaar zijn.

De constructie van een dergelijke rol 16 is weergegeven in fig. 3, welke figuur een smeermiddel kamer 17 voor de legers 18, een inlaatkanaal 19 en een retourkanaal 20 voor desmeer-20 middelen toont.

Fig. 4 toont de constructie met de afmeerarm 13, de draaibare ring 12, de rollen 16 en de steun 21 van deze rollen.

In fig. 1 is de inrichting weergegeven in zijn niet-werkzame stand wanneer geen schip is afgemeerd. Het afmeren 25 van het schip geschiedt direct aan het verankeringsblok door middel van de stijve afmeerarm, die om de as van de boei kan draaien met behulp van de draaibare ring 12, zodat de arm in de stand kan 'worden geplaatst waarbij het schip een minimale weerstand heeft ten opzichte van de zeegolven, de stroom en de wind. De afmeerkabel maakt het 30 systeem veerkrachtig. De afmeerarm is beweegbaar in een verticaal vlak, zodat deze de juiste hoekstand kan innemen afhankelijk van de hoogte van het schip en in een niet-werkzame stand kan worden geplaatst, waarbij de arm een maximale afstand ten opzichte van het zeeoppervlak heeft.

35 De ring 12 wordt met zijn inwendige omtrek geleid ·- door rollen '16, die alle zijn gemonteerd op een losneembare onder- ' steuning, zodat de gehele constructie bestaande uit de ondersteuning, \ rollen, de ring en de afmeerarm in hun geheel omhoog kunnen schuiven \ 8004511 > - if - zonder dat het boeilichaam gedemonteerd behoeft te worden daar de maximale breedte van de boei kleiner is dan de minimumdiameter van de ondersteuning van de rollen.

De huizen voor de legers (fig. 3) waarom de rollen 5 van de afmeerconstructie draaibaar zijn, zijn gevuld met een smeermiddel en worden onder dezelfde druk gehouden als die hierop van buitenaf werkt, met behulp van een kolom smeermiddel (al of niet onder druk) die zich tot het zeeoppervlak uitstrekt. Ten einde de legers van de rollen vanaf het zeeoppervlak te kunnen smeren 10 zijn de huizen in serie met elkaar verbonden. Een geforceerde circulatie van smeermiddel kan worden verkregen via een toevoerleiding en een retourleiding. Deze methode maakt het tevens mogelijk het binnendringen van water in de smeerleiding te ontdekken. De leidingen die de legerhuizen met het zeeoppervlak verbinden, kunnen worden 15 gebruikt voor het verschaffen van de kolom smeermiddel die nodig is om de druk van het water te overwinnen. De afmeerarm kan vanaf het zeeoppervlak roterend worden aangedreven door middel van een onder water gelegen hydraulische aandrijving, die de ring aandrijft, en wordt bestuurd door een boven water aangebrachte hydraulische be-20 sturing. Op deze wijze kan de arm in de richting worden geplaatst waarin het schip nadert, ten einde het afmeren te vereenvoudigen.

De betreffende boei werkt volgens het principe dat de twee functies die een afmeerboei gewoonlijk heeft, namelijk het afmeren van het schip, en het overbrengen van het door het schip 25 vervoerde medium naar de onderzeese leiding en vice versa, worden gescheiden.

Op deze wijze werkt de afmeerkabel van het schip direct op het verankeringsblok, zonder de boei te beïnvloeden. De afmetingen van het boeilichaam kunnen zodoende minimaal zijn daar 50 de boei alleen de oppervlakte-inrichtingen, en de invloed van golven en stromingen op de boei en de drijvende buizen behoeft te weerstaan. Het verankeringsblok heeft eveneens afmetingen die klein zijn vergeleken bij conventionele boeien, daar de stootweerstand van de boei aanzienlijk lager is, omdat de boei het afgemeerde schip niet behoeft 35 vast te houden.

De palen van het verankeringsblok kunnen minder stevig en minder \ talrijk zijn dan soms noodzakelijk is ten gevolge van de samenstelling van de zeebodem.

| 8 Q 0 4 5 1 1 06 met verankeringsblok verbonden door - 5 - 4 ^ middel van een kogelseharnier, zodat de boei vanuit zijn centrale stand door de druk van de golven, de stroom en bij een botsing met het schip kan worden verplaatst. Alhoewel het boeilichaam kleinere afmetingen heeft daar de boei zelf geen afmeerpunt vormt, biedt het 5 weinig weerstand indien het in botsing komt met het schip, en wordt de boei in dit geval opzij gedrukt. De ernstige gevolgen die bij andere boeien in geval van een botsing optreden en die de gehele constructie ernstig kunnen beschadigen, treden zodoende niet op. Bovendien maakt de vorm van de boei het mogelijk op de bovenkant 10 alle inrichtingen en machines te plaatsen die periodiek onderhoud vereisen, zodat de onderhoudskosten worden verlaagd.

Alhoewel een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding is beschreven, kunnen binnen het kader van de uitvinding een groot aantal wijzigingen en veranderingen worden 15 aangebracht.

8004511

Claims (8)

1. Meerboei voor tankers, met het kenmerk, dat de boei bestaat uit een op de zeebodem aangebracht verankerings-blok, een boeilichaam dat boven het zeeoppervlak uitsteekt en met 5 het verankeringsblok is verbonden en uit ten minste één afmeerkabel die met een uiteinde is bevestigd aan een op het verankeringsblok gemonteerd element dat vrij kan draaien om de as van de boei.

2. Boei volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het element voor het bevestigen van het onder water 10 gelegen uiteinde van elke afmeerkabel bestaat uit een arm waaraan aan het vrije uiteinde de genoemde afmeerkabel is bevestigd.

3. Boei volgens cmclusie 2, met het kenmerk, dat de afmeerarm scharnierend is bevestigd aan zijn ondersteuning en in een verticaal vlak kan bewegen.

15 Boei volgens conclusie 2 of met het kenmerk, dat de afmeerarm op een draaibare ring is gemonteerd.

5. Boei volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de ondersteuning voor de draaibare ring en de draaibare ring zelf zijn voorzien van een centrale opening met een diameter 20 die groter is dan de maximale breedte van het boeilichaam.

6. Boei volgens conclusie 4 of 5» π e t het kenmerk, dat de draaibare ring is gemonteerd op de draag- en geleidingsrollen, die worden gesmeerd met een onder druk gehouden medium, welke druk hoger is dan de ter plaatse heersende hydrosta- 25 tische druk.

7. Boei volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elke draag- en geleidingsrol van de draaibare ring is voorzien van een meermiddelkamer die via een leiding is verbonden met het zeeroppervlak voor het controleren en op peil houden van 30 het smeermiddelniveau.

8. Boei volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat elke smeermiddel-kamer is verbonden met een onder druk staande circuit, dat is voorzien van een in het boeilichaam aangebrachte besturingsunit. 35 9· Boei volgens een der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de draaibare ring is voorzien van een aandrijving die van boven af wordt bestuurd. 8004511