NL8004272A - Werkwijze voor het bevestigen van een bodemplaat vervaardigd uit plastic materiaal aan een uiteinde van een aan beide zijden open holle cylinder vervaardigd uit plastic materiaal alsmede een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. - Google Patents

Description

ir.0. 29536 1

Werkwijze voor het bevestigen van een bodemplaat vervaardigd uit plastic materiaal aan een uiteinde van een aan beide zijden open holle cylinder vervaardigd uit plastic materiaal alsmede een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bevestigen van een bodemplaat van plastic materiaal aan een uiteinde van een aan beide zijden open holle cylinder vervaardigd van een plastic materiaal alsmede een 5 inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.

Volgens een bekende werkwijze voor het bevestigen van een bodemplaat vervaardigd uit plastic materiaal aan een uiteinde van een aan beide zijden open holle cylinder vervaardigd uit plastic materiaal teneinde een cylindrische 10 plastic houder te verkrijgen wordt een bindmiddel of hecht-middel 2 aangebracht aan een fittinggedeelte van een bodemplaat 3» welk deel aan een buitenwandoppervlak of bin-nenwandoppervlak van een cylinder 1 moet worden bevestigd en de cylinder 1 en de bodemplaat 3 worden aan elkaar ge-15 hecht zodat op de figuren 1a en 1b getoonde wijze een cylindrische plastic houder wordt verkregen. Volgens een verdere werkwijze wordt de cylinder 1 geplaatst in een randgroef gevormd in de bodemplaat 3 ©el bestemd voor ontvangst van de cylinder 1 en wordt een afdichting verkregen 20 door gebruik te maken van hoogfrequenttechnieken, waarin de hoogfrequente elektrodeplaten 4 en 4' worden aangedrukt tegen de cylinder 1 en de bodemplaat 3 op de in figuur 1c getoonde wijze. Deze werkwijzen hebben een aantal nadelen. In de werkwijze waarin gebruik wordt gemaakt van 25 een hechtmiddel of bindmiddel kan het gebruikte hechtmiddel nadelige effecten hebben en bijvoorbeeld migreren naar de inhoud van de cylindrische houder, het gebruikte hechtmiddel kan een dusdanig lage hechtsterkte bezitten dat de geproduceerde houders niet praktisch bruikbaar zijn en de 30 resulterende hechting kan van houder tot houder variëren waardoor de productiviteit wordt gereduceerd. Bovendien vraagt het gebruik van een hechtmiddel om een extra aan-brengstap in de werkwijze. Anderzijds vraagt de werkwijze waarin gebruik wordt gemaakt van hoogfrequenttechnieken, 800 42 72 t * ‘ 2 zoals bijvoorbeeld beschreven is in de Japanse Patent Gazette nr. 13118/66 en die geïllustreerd is in figuur 1c een complex mechanisme voor het vervaardigen van de hoogfrequente las waarbij het probleem van het onderhoud een 5 belangrijke rol speelt. Ook de sterkte van de met behulp van de hoogfrequenttechniek verkregen afdichting varieert van de ene houder tot de andere en het is tot nu toe onmogelijk gebleken om een stabiele kwaliteit van de produkten te verkrijgen.

10 De uitvinding heeft nu ten doel bovengenoemde uit de stand der techniek bekende nadelen te vermijden en een werkwijze te verschaffen voor het bevestigen.van een bodemplaat vervaardigt uit plastic materiaal aan een uiteinde van een aan de einden open holle cylinder vervaardigd uit plastic 15 materiaal teneinde in een zeer productief proces een cilindrische plastic houder te vervaardigen met een sterk ver-bindingsgedeelte en een uniforme kwaliteit en heeft verder ten doel een inrichting te verschaffen voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.

20 Volgens de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het bevestigen van een bodemplaat vervaardigd uit plastic materiaal aan een uiteinde van een aan de einden open holle cylinder vervaardigd uit plastic materiaal, volgens welke werkwijze de bodemplaat in een horizontale 25 positie wordt gehouden, de aan de einden open holle cylinder in een omsluitende relatie ten opzichte van de bodemplaat wordt gepositioneerd op zodanige wijze dat een deel van de aan de einden open holle cylinder opwaarts over een vooraf bepaalde afstand uitsteekt voorbij de bodemplaat, 30 welke aan de einden open holle cylinder een inwendige diameter heeft die enigszins groter is dan de diameter van de bodemplaat, waarna het opwaarts uitstekende deel van de aan de einden open holle cylinder wordt verwarmd en week wordt gemaakt en dit deel radiaal inwaarts wordt ge-35 bogen tot in contact met een buitenrandgedeelte van de bodemplaat en het verbogen gedeelte van de aan de einden open holle cylinder en het buitenrandgedeelte van de bodemplaat met elkaar worden verbonden door verwarming en het uitoefenen van druk.

40 Volgens de uitvinding wordt verder een inrichting 80 0 4 2 72 £ * 3 verschaft voorzien van een roteerbare tafel, een aantal bodemplaatsteunposten elk voor het ondersteunen van een bodemplaat uit plastic materiaal welke aan een uiteinde van een aan de einden open holle cylinder moet worden be-5 vestigd voor het produceren van een cylindrische plastic houder, waarbij er tenminste zes bodemplaatsteunposten aanwezig zijn op onderling gelijke afstand van elkaar gerangschikt op een buitenrandgedeelte van de roteerbare tafel en de uitwendige diameter van de steunposten iets kleiner 10 is dan de inwendige diameter van de aan de uiteinden open holle cylinder welke tot de plastic cylindrische houder moet worden omgevormd, terwijl verder middelen aanwezig zijn in een eerste werkstation voor het plaatsen van een bodemplaat uit plastic materiaal op elke bodemplaatsteunpost, 15 middelen aanwezig in een tweede werkstation voor het positioneren van een aan de einden open holle cylinder vervaardigt uit plastic materiaal in een omsluitende relatie rond elke bodemplaatsteunpost en het bewegen van de aan de einden open holle cylinder in benedenwaartse richting tot-20 dat een gedeelte van de aan de einden open holle cylinder dat bestemd is om dienst te doen als verbindingsgedeelte juist opwaarts uitsteekt boven de bovenzijde van de bodemplaatsteunpost, middelen aangebracht in een derde werkstation voor het verwarmen en radiaal inwaarts buigen van 25 het te verbinden deel van de aan de einden open holle cylinder, middelen aangebracht in een vierde werkstation voor het verbinden van zowel het radiaal inwaarts gebogen gedeelte van de aan de einden open holle cylinder en de bodemplaat, beiden vervaardigd uit een plastic materiaal, 50 teneinde de van een bodem voorziene holle cylinder te vormen, middelen aangebracht in een vijfde werkstation voor het koelen van het verbindingsgedeelte van de, van een bodem voorziene holle cylinder en middelen aangebracht in een zesde werkstation voor het verwijderen van de, van een 55 bodem voorziene holle cylinder van de roteerbare .tafel als zijnde de cylindrische plastic houder vervaardigd met behulp van de inrichting.

Een aan de einden open holle cylinder vervaardigd uit een plastic materiaal kan worden geproduceerd door een vel 40 plastic materiaal in geschikte lengten te snijden en de eind- 80 0 4272 4 gedeelten van elke lengte van het gesneden plastic vel na vorming tot de cylindrische vorm aan te hechten of vast te lassen of een huis uit plastic materiaal te extru-deren door middel van een extruder en deze huis in geschik-5 te lengten te snijden. Ook de inrichting die beschreven is in de Japanse Patent Gazette nr. 33516/75 (corresponderend met het Amerikaanse octrooischrift 3»671.360 en het Duitse octrooischrift 1.036.450) kan worden gebruikt voor het produceren van aan de einden open holle cylinders. Bij voor-10 keur wordt de bodemplaat vervaardigd uit hetzelfde plastic materiaal als de aan de einden open holle cylinder en heeft de plaat dezelfde dikte als de aan de einden open holle cylinder. De plastic materialen kunnen echter ook willekeurig worden gekozen zolang er maar een las kan worden be-15 reikt tussen de bodemplaat en de aan de einden open holle cylinder. De temperatuur tot waar het radiaal inwaarts gebogen verbindingsgedeelte van de aan de einden open holle cylinder uit plastic materiaal wordt verwarmd bedraagt bij voorkeur de verwekingstemperatuur van het gebruikte plastic 20 materiaal of een temperatuur in de nabijheid van het ver-wekingspunt. Het verwarmen kan worden uitgevoerd door middel van een hetelucht blaasinrichting of een infrarood verwarmingsinrichting. Volgens de uitvinding echter wordt een metalen stempel gebruikte met een ingebouwde verwarmings-25 eenheid welke tevens dienst kan doen als middel voor het buigen van het verbindingsgedeelte. Middelen voor het verbinden van een bodemplaat vervaardigd uit plastic materiaal aan een aan de einden open holle cylinder vervaardigd uit plastic materiaal door middel van lassen kunnen bestaan uit 30 ultrasonische lasmiddelen, hoogfrequente lasmiddelen, im-pulsafdichtmiddelen, en verwarmingsafdichtmiddelen. Gezien de productiviteit en de gestegen stabiliteit van de kwaliteit van de producten wordt de voorkeur gegeven aan hoogfrequente lasmiddelen. Er bestaan geen beperkingen voor de 35 dikte van de aan de einden open holle cylinder en de bodemplaat zolang er een las kan worden bereikt en de geproduceerde houder een voldoende stijfheid bezit. In verband met de wenselijkheid om de kosten te reduceren wordt de dikte bij voorkeur gekozen tussen 0,1 en 1,0 mm. Het ver-40 bindingsgedeelte zal de neiging hebben om te gaan trekken 800 42 72 5 i 9 of te vervormen indien liet onbehandeld blijft zodat het nodig is om het verbindingsgedeelte te koelen. De koel-periode kan variëren afhankelijk van het gebruikte plastic materiaal en de dikte daarvan. Het koelen kan worden uit-5 gevoerd door een plaat of een metalen stempel waar doorheen koel water stroomt in contact te brengen met het verbindingsgedeelte of door perslucht tegen het verbindingsgedeelte aan te blazen. Het in de uitvinding toegepaste plastic materiaal kan met voordeel worden gekozen uit de 10 groep bestaande uit polyvinylchloride (PVC), polyvinyl-acetaat (PVAc), polyvinylideenchloride (PVDO), polystyreen (PS), polyvinylalcohol (PVA), polyamiden (Ny), polypropeen (PP), polyester (PET), polycarbonaat (PC) en verzeepte ethyleen-vinyl-acetaat-copolymeren (EVAL), of een samenge-15 steld materiaal waarin tenminste twee van deze plastic . materialen op elkaar gelaagd zijn in een laminaat. Een laminaat van drie lagen van deze plastic materialen kan bijvoorbeeld bestaan uit PE/PVC/PE, PP/EVAL/PP, PP/EVAL/PP, en PS/EVAL/PS.

20 Hen cylindrische houder, vervaardigd met de werkwijze volgens de uitvinding, kan worden gebruikt als een houder met een deksel dat vrij kan worden geopend en gesloten of als een afgedichte houder indien een dergelijk deksel aan . het uiteinde ervan wordt bevestigd. De met behulp van de 25 werkwijzen volgens de uitvinding geproduceerde cylindrische houder kan ook worden gebruikt als bekleding voor een andere houder en bijvoorbeeld dienst doen als mantel.

De figuren 1a-1c tonen schematische aanzichten ter verklaring van de uit de stand der techniek bekende werk-50 wijzen voor het bevestigen van een bodemplaat uit plastic materiaal aan een uiteinde van een aan de einden open holle cylinder vervaardigd uit plastic materiaal.

De figuren tonen schematische aanzichten ter verklaring van de werkwijze volgens de uitvinding voor het ver-55 binden van de bodemplaat vervaardigd uit plastic materiaal aan een einde van een aan de einden open holle cylinder vervaardigd uit plastic materiaal.

Figuur 5 toont een perspectief aanzicht van een cylindrische houder vervaardigd met de werkwijze volgens de 40 uitvinding.

800 4 2 72

* V

6

Figuur 4 toont een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont een doorsnede volgens de lijn V-V in 5 figuur 4.

Figuur 6 toont een doorsnede volgens de lijn VI-VI in figuur 4.

Figuur 7 toont een doorsnede volgens de lijn VII-VII in figuur 4.

10 De figuren 8a en 8b tonen doorsneden door de aanzuig- eenheid die gebruikt wordt in de inrichting volgens de uitvinding waarbij de eenheid zich respectievelijk in de actieve en de niet actieve positie bevindt.

In het volgende zal met verwijzing naar de figuren een 15 uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding voor het verbinden van een bodemplaat vervaardigd uit plastic materiaal aan een einde van een aan de einden open cylinder vervaardigd uit plastic materiaal worden beschreven.

In figuur 2a is een bodemplaat 7 vervaardigd uit polyvinyl-20 chloride met een diameter van 79 mm en een dikte van 0,4 mm geplaatst op een bodemplaatsteunpost 5 met een uitwendige diameter van 79f8 mm, hetgeen iets kleiner is dan de binnen-diameter van een aan de einden open cylinder 8 vervaardigd uit polyvinylchloride met een inwendige diameter van 80 mm, 25 een wanddikte van 0,4 mm en een hoogte van 100 mm. Zoals getoond is in figuur 2b wordt de aan de einden open cylinder 8 geplaatst op een steunplaat 6 in een omsluitende relatie ten opzichte van de bodemplaat 7 zodanig dat het binnenwandoppervlak van de cylinder 8 in contact wordt ge-30 bracht met de zijkant van de bodemplaatsteunpost 5· In dit geval wordt de hoogte van het cylindersteunplatform 6 tevoren dusdanig geregeld dat het bovenste uiteinde van het verbindingsdeel 13 3» 5 mm uitsteekt boven de bodemplaatsteunpost 5· Nadat de cylinder 8 geplaatst is op het steun-35 platform 6 wordt een buigstempel 9 met een uitsparing in hoofdzaak van dezelfde vorm als het bodemdeel van een te produceren cylindrische houder, welke stempel verwarmd is tot 110°C op de in figuur 2c getoonde wijze in contact gebracht met het gedeelte 13 zodat alleen dit gedeelte wordt 40 verwarmd. De stempel 9 beweegt verder in benedenwaartse 800 42 72 » '4 7 richting zodanig dat het verbindingsgedeelte inwaarts zal buigen langs het afrondingsdeel 9' in de uitsparing.

Na voltooiing van het verbuigen van het verbindingsdeel 13 wordt de cylinder 8 getransporteerd naar een positie 5 direct onder een laseenheid 14 die zowel dienst doet als hoogfrequente anode-aansluiting en als een luchtcylinder-zuigercombinatie, op zichzelf niet getoond, van een bekende constructie met een diameter van 40 mm en gekoppeld met het bovenste deel van de laseenheid 14 teneinde de eenheid 10 14 in benedenwaartse richting te bewegen en het gebogen deel 13 en de bodemplaat 7 tussen de eenheid 14 vast te houden waarbij de bodemplaatsteunpost 5 tevens dienst doet als hoogfrequente kathode aansluiting. Een hoogfrequente stroom met een vermogen van kilowatt en een frequentie van 15 40 MHz loopt tussen de twee elektrodeaansluitingen en door het verbindingsdeel 13 en de bodemplaat 7 welke in contact staan met elkaar en tegelijkertijd wordt een druk van 2 kg/cm , gemeten in een drukopnemer van de luchtcylinder-zuigercombi-natie uitgeoefend op het gebogen deel 13 en het daarmee in 20 contact staande deel van de bodemplaat 7 gedurende 1 seconde waarbij het gedeelte 13 en de bodemplaat 7 aan elkaar worden gelast.

Het gelaste deel wordt gekoeld door er lucht tegenaan te blazen vanaf een luchtuittree-opening 12 in een koel-25 stempel 11 dat in hoofdzaak dezelfde vorm heeft als het bodemgedeelte van de te vervaardigen cylindrische houder.

Na voltooiing van de koeling is een cylindrische houder vervaardigd uit plastic materiaal met een stevig daaraan bevestigde bodem, geïllustreerd in figuur 3» verkregen.

30 Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uit vinding geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding volgens welke een bodemplaat vervaardigd uit plastic materiaal aan een uiteinde van een aan de einden open holle cylinder wordt bevestigd zal nu in 35 het volgende aan de hand van de figuren 4-8 worden beschreven. De uitvoeringsvorm is voorzien van een roteerbare tafel 21, een aantal cylindersteunplatforms 23 aangebracht op de tafel 21 en elk bestemt voor het.ondersteunen van een aan de einden open cylinder, en een aantal bodemplaat-40 steunposten 27 elk aangebracht in rechtop staande positie 800 4272

f V

8 op een van de cylindersteunplatforms 23 voor het daarop ondersteunen van een bodemplaat 7· Elke bodemplaatsteun-post 27 is voorzien van een schijfvormig deel met een diameter van 79,8 mm voor het daarop ondersteunen van een 5 bodemplaat 7 met een diameter van 79 mm, een stangvormig deel aan het bovenuiteinde waarvan het schijfvormige gedeelte is bevestigd en een verder schijfvormig deel met dezelfde diameter en in hoofdzaak dezelfde vorm als het eerstgenoemde schijfvormige gedeelte en bevestigd aan het 10 onderuiteinde van het stangvormige deel. De afstand tussen de bovenzijde van het schijfvormige deel aan het bovenuiteinde van het stangvormige deel en het oppervlak van het cylindrische steunplatform 23 wordt tevoren ingesteld op 96,5 mm, rekening houdend met de hoogte van de als produkt 15 te verkrijgen cylindrische houder. Er zijn tenminste zes bodemplaatsteunposten 27 gerangschikt langs de buitenrand van een tafel 21 in hoofdzaak op equidistante wijze ten opzichte van elkaar. Boven elk van de zes bodemplaatsteun-posten 27 zijn eenheden met nog nader te beschrijven functies 20 aangebracht.

(A). In een positie boven de bodemplaatsteunpost 27 aanwezig rechts in figuur 5 is een cylinder-zuiger-combi-natie 33 met een aanzuigeenheid 36 aanwezig met een aan-zuigeenheid aan zijn ondereinde en bestemd voor het uit-25 voeren van een vertikale beweging alsmede een cylinder-zuiger-combinatie 34· samenwerkend met een geleidingsele-ment voor het horizontaal bewegen van de cylinder-zuiger-combinatie 33· Zoals getoond is in de figuren 8a en 8b is de aanzuigeenheid 36 voorzien van een elektromagnetische 30 klep 41 van bekende constructie, gevormd in de eenheid met een holle ruimte 43 die in verbinding staat met de buitenwereld via een kleine opening 45 en door een vertikale boring 46 in verbinding staat met een conisch gedeelte 48 van de aanzuigeenheid 47 vervaardigd uit rubber en bestemt 42 35 voor het leveren van het zuigeffect. Een kleporgaan en een compressieveer 44, gemonteerd tussen het klepelement 42 en de behuizing van de elektromagnetische klep 41 zijn aangebracht in de holle ruimte 43. Als er geen stroom loopt door de elektromagnetische klep 41 dan sluit het klep-40 element 42 een uiteinde van de vertikale boring 46 af 300 42 72 2 « 9 zoals getoond is in figuur 8a; als er een stroom loopt door de elektromagnetische klep 41 dan blijft dit uiteinde van de vertikale boring 46 open zodat bet conische gedeelte 48 in communicatieverbinding staat met de vertikale 5 boring 43 en de kleine opening 45· Zoals blijkt uit figuur 5 is een bodemplaathouder 30, waarin zich een aantal bodemplaten 7 bevindt, geplaatst op een hoog gelegen positie waarboven de aanzuigeenheid 36 zich bevindt wanneer deze radiaal buitenwaarts ten opzichte van de tafel 21 is bewogen. 10 De werking van de zuigeenheid 36 zal worden beschreven.

Door bediening van de cylinder-zuiger-combinatie 33 wordt de zuigeenheid 36 naar beneden bewogen teneinde een bodemplaat 7 uit de bodemplaathouder 30 op te nemen en vervolgens wordt de eenheid opwaarts bewogen samen met de bodem-15 plaat 7· Op dat moment loopt er geen stroom door de elektromagnetische klep 41 zoals getoond is in figuur 8a, zodat, wanneer het conische deel 48 van de aanzuigeenheid 47 aangeperst is tegen de platte bodemplaat 7 de bodemplaat 7 veilig wordt vastgehouden door de aanzuigeenheid 47 omdat 20 de vertikale boring 46 is gesloten. Vervolgens wordt de aanzuigeenheid 36 naar links (in de figuur waarnaar, evenals in het volgende wordt verwezen) bewogen tot een positie waarin de eenheid 36 zich exact boven de bodemplaat steun-post 27 bevindt. Daarna wordt de aanzuigeenheid 36 naar 25 beneden bewogen door de bewerking van de cylinder-zuiger-combinatie 33 teneinde de bodemplaat 7 bovenop de bodem-plaatsteunpost 27 te plaatsen en er wordt een stroom toegevoerd aan de elektromagnetische klep 41 om deze in de positie van figuur 8 bij te brengen zodat de aanzuigeenheid 30 47 zijn zuigfunctie verliest en het conische gedeelte 48 de bodemplaat 7 loslaat. De aanzuigeenheid 36 vanwaar de bodemplaat 7 wordt losgelaten wordt omhoog bewogen onder invloed van de cylinder-zuiger-combinatie 33 en vervolgens naar rechts bewogen naar zijn oorspronkelijke positie door 35 de werking van de cylinder-zuiger-combinatie 34.

(B). Zoals getoond is aan de rechterzijde van de figuren 4 en 6 is er een transportband 31 aangebracht om achtereenvolgens de aan de einden open cylinders 8 te bewegen naar een positie aan de rechterzijde van de bodemplaatsteun-40 post 27, waar een cylinder-zuiger-combinatie 29 aanwezig is 80042 72 10 voorzien van een zuigerstang die naar links en naar rechts kan bewegen en die aan zijn uiteinde voorzien is van een cylindergeleidingselement 15 waarvan de vorm correspondeert met de vorm van de zijwand van de bolle cylinder, een 5 en ander bestemt om de bolle cylinder naar links te bewegen waarbij een cylinderstopelement 26 van in hoofdzaak dezelfde vorm als de cylindergeleider 25 is geplaatst op een positie aan de linkerzijde van de bodemplaatsteunpost 27 zodanig dat bet mogellk is dat elke cylinder exact wordt gepositioneerd 10 boven de bodemsteunplaat 27 terwijl verder een cylinder-zuiger-combinatie 55 voorzien van een zuigerstang die in vertikale richting beweegbaar is en waapaan een duwplaat 22 is bevestigd voor bet positioneren van elke cylinder in een omsluitende relatie ten opzichte van de bodemplaat 7 15 is aangebracbt op de bodemplaatsteunpost 27 wanneer de cylinder exact geplaatst is boven de bodemplaatsteunpost 27 en voor bet neerlaten van de cylinder in benedenwaartse richting totdat bet cylindersteunplatform 25 is bereikt.

De aan bet einde open cylinders 8 worden in rechtop staande 20 positie een voor een toegevoerd door de bandtransporteur 51 aan een vooraf bepaalde positie en door de cylindergeleider 15 bewogen naar een positie exact boven de bodemplaatsteunpost 27. Als de cylindergeleider 15 beweegt naar zijn oorspronkelijke positie dan wordt de duwplaat 22 in beneden-25 waartse richting bewogen om een cylinder te plaatsen rond de bodemplaat 7 op de bodemplaatsteunpost 27 en de cylinder naar beneden te drukken totdat deze bet cylindersteunplatform 25 bereikt. In dat geval steekt bet bovenste verbindingsdeel van elke cylinder uit boven de bovenzijde van 50 de bodemplaatsteunpost 27 over een afstand van 5,5 mm.

(G). Aan de rechterzijde van figuur 7 is een vrouwelijk buigstempel 24 aangebracht exact boven de bodemplaatsteunpost 27. Het stempel 24 bezit een uitsparing van in hoofdzaak dezelfde vorm als het bodemdeel van de te produceren 55 cylindrische houder en is voorzien van een verwarmings-eenheid 40 langs zijn buitenrand voor het verwarmen en inwaarts buigen van het opwaarts uitstekende verbindingsdeel van de cylinder 8 en is gekoppeld met een zuigerstang van een zuiger-cylinder-combinatie 17 welke vertikaal kan wor-40 den bewogen. De in figuur 7 getoonde bodemplaat-steunpost 800 4 2 72 11 = * 27 is voorzien van een daarop geplaatste bodemplaat 7 en een cylinder 8 is gepositioneerd rond de bodemplaat 7 waarbij het verbindingsdeel over een afstand van 3»5 mm uitsteekt boven de bovenzijde van de bodemplaatsteunpost 27.

5 In deze toestand beweegt het vrouwlijke buigstempel 24 naar beneden teneinde het verbindingsgedeelte te verwarmen en inwaarts te buigen en keert terug naar zijn oorspronkelijke positie nadat het naar beneden bewogen is naar een positie waarin het verbindingsgedeelte en de bodemplaat door het 10 vrouwelijke stempel 24 tegen de bodemplaatsteunpost 27 zijn gedrukt. Op dat moment ontstaat er nog geen verbinding van de cylinder 8 met de bodemplaat 7» maar.de vorm van de cy-lindrische houder is reeds bereikt. Het vrouwelijke buigstempel 24 is voorzien van een afgerond gedeelte 9' dat in 15 contact wordt gebracht met het verbindingsdeel voordat dit inwaarts wordt gebogen, zodat het verwarmde opwaarts uitstekende gedeelte radiaal inwaarts wordt gebogen door het afgeronde gedeelte 9* wanneer er druk wordt uitgeoefend door het vrouwelijke stempel 24.

20 (D). Aan de linkerzijde van figuur 5 is de laseenheid 25 getoond voorzien van een ringvormig stempel dat tevens dienst doet als hoogfrequente anodeaansluiting voor het lassen van het inwaarts gebogen deel van de cylinder 8 aan de bodemplaat 7. De laseenheid 25 is gekoppeld met een 25 cylinder-zuiger-combinatie 18 voor vertikale beweging, aangebracht exact boven de bodemplaatsteunpost 27 welke tevens dienst doet als hoogfrequente kathode-aansluiting.

Als de laseenheid 25 in benedenwaartse richting beweegt dan wordt een hoogfrequent eenheid met een uitgangsvermogen 30 van 1 kWatt en een frequentie van 40 MHz aangesloten ter- p wijl een druk (van 2 kg/cm in een drukmeeteenheid van een cylinder van 40 mm diameter) wordt toegevoerd aan zowel het gebogen verbindingsdeel als aan de bodemplaat 7» welke onderdelen worden vastgehouden tussen de bodemplaatsteun-35 post 27 en de koppeleenheid 25 teneinde een cylindrische houder te produceren. De cylinder-zuiger-combinatie 18 wordt opwaarts bewogen teneinde de laseenheid 25 naar zijn oorspronkelijke positie terug te brengen.

(E). Aan de linkerzijde van figuur 6 is een cylinder-40 zuiger-combinatie 19 voor een vertikale beweging aangebracht.

8 0 0 4 2 72 12 waarbij het uiteinde van de zuigerstang gekoppeld is met een koelstempel 26 met een uitsparing die in hoofdzaak dezelfde vorm heeft als het bodemdeel van de cylindrische houder en voorzien is van een luchtuitstroomopening voor 5 het direct koelen van het gelaste deel van de cylindrische houder. In dit station is er op de bodemplaatsteunpost 27 een cylindrische houder aanwezig waarvan de bodem verbonden is met de cylinder maar waarbij het lasgedeelte van de cylindrische houder nog steeds een hoge temperatuur heeft 10 en gemakkelijk kan worden vervormd. Om deformatie van de cylindrische houder te vermijden wordt het koelstempel 26 naar beneden bewogen teneinde de vorm ervan te corrigeren tijdens het koelen van het lasgedeelte met perslucht uitstromend door de luchtuitstroomopening, zodat een cylin-15 drische houder van correcte vorm wordt verkregen. In plaats van een luchtkoelstempel kan ook een stempel met een water-koelstelsel worden toegepast. In dat geval kan het koelende stempel worden aangedrukt tegen de cylindrische houder teneinde de cylindrische houder te koelen in de vorm te cor-20 rigeren.

(F). Aan de linkerzijde van figuur 7 is een cylinder-zuiger-combinatie 20 voor vertikale beweging getoond waarbij het einde van de zuigerstang verbonden is met een aan-zuigeenheid 37 van dezelfde constructie als de aanzuigeen-25 heid 36 die reeds in paragraaf (A) werd beschreven. Als de cylinder-zuiger-combinatie 20 wordt geactueerd dan wordt de aanzuigeenheid 37 naar beneden bewogen teneinde de cylindrische houder op de bodemplaatsteunpost 27, waarvan de bodemplaat 7 verbonden is met de cylinder 8, vast te 30 grijpen.

Als de aanzuigeenheid 37 de cylindrisdhe houder vast houdt, dan wordt ze opwaarts bewogen. De andere cylinder-zuiger-combinatie 28 wordt bediend teneinde de cylindrische houder naar links te bewegen samen met de aanzuigeen-35 heid 37· De aanzuigeenheid 37 wordt naar beneden bewogen wanneer ze een positie heeft bereikt boven een afvoerrek 29 en een elektromagnetische klep wordt bediend teneinde de cylindrische houder los te laten en deze te plaatsen op het afvoerrek 29. Daarna wordt de aanzuigeenheid 37 op-40 waarts bewogen door de cylinder-zuiger-combinatie 20 en 800 42 72 13 teruggebracht naar zijn oorspronkelijke positie door de cy-linder-zuiger-combinatie 28 waardoor de productie van een cylindrische houder is voltooid.

De componenten van de inrichting en de processtappen 5 die uitgevoerd moeten worden in de werkwijze voor het bevestigen van een bodemplaat vervaardigd uit plastic materiaal aan een aan de uiteinden open holle cylinder zijn in het bovenstaande beschreven. Het zal duidelijk zijn dat deze processtappen niet intermitterend op elkaar volgen maar 10 simultaan uitgevoerd kunnen worden. De roterende tafel 21 heeft derhalve een aantal steumposten 2? welke met de klok mee roteren in figuur 4 telkens over 1/6 cirkelgedeelte van 360°, dat wil zeggen over 60°, aan het einde van een stap teneinde op continue wijze cylindrische houders te 15 produceren.

De cylinder-zuiger-combinaties die volgens de uitvinding worden toegepast kunnen ofwel van het pneumatische type ofwel van het hydraulische type zijn. In de in het bovenstaande beschreven uitvoeringsvorm van de inrichting 20 kunnen de middelen voor het plaatsen van een bodemplaat op elke bodemplaatsteunpost en de middelen voor het positioneren van een cylinder op elke bodemplaatsteunpost onderling worden verwisseld.

ïïet aantal cylindrische houders dat met behulp van de 25 werkwijze volgens de uitvinding kan worden geproduceerd kan afhangen van het gebruikte plastic materiaal en van de dikte van de plastic plaatjes. De productiesnelheid kan echter een maximum bereiken van 600 stuks per uur. De uitvinding maakt het mogelijk om cylindrische plastic houders te pro-30 duceren op een massaproductiebasis door middel van lassen in plaats van het gebruikelijke aanhechten of lijmen, zodat de producten minder kosten, eenvoudig geproduceerd kunnen worden en verder kwaliteitsvariaties worden vermeden.

800 42 72

Claims (11)

1. Werkwijze voor het bevestigen van een bodemplaat vervaardigd, uit plastic materiaal aan een uiteinde van een aan de einden open holle cylinder vervaardigd uit plastic 5 materiaal, gekenmerkt door de volgende stappen: het houden van de bodemplaat in een horizontale positie; het positioneren van de aan de einden open holle cylinder rondom de bodemplaat zodanig dat een deel van de aan 10 de einden open holle cylinder uitsteekt over een vooraf bepaalde afstand opwaarts buiten de bodemplaat, waarbij de aan de einden open holle cylinder een inwendige diameter bezit die enigszins groter is dan de diameter van de bodemplaat ; 15 het verwarmen en verweken van het opwaarts uitsteken de deel van de aan de einden open holle cylinder en het radiaal inwaarts buigen daarvan tot in contact met het buitenrandgedeelte van de bodemplaat; en het aan elkaar lassen van het gebogen deel van de aan 20 de einden open holle cylinder en het buitenrandgedeelte van de bodemplaat door verwarming en het erop uitoefenen van een druk.

2. Werkwijze volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de aan de einden open holle cylinder en de 25 genoemde bodemplaat zijn vervaardigd uit een materiaal gekozen uit de groep waartoe behoort polyvinylchloride, polyvinylacetaat, polystyreen, polyvinylalcohol, polyamiden, polypropeen, polyester, polycarbonaat, verzeepte ethe en-vinylac e taat-c op olyme ren· 30

3· Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het verwarmen en verweken van het opwaarts uitstekende deel van de aan de einden open holle cylinder en het buigen daarvan in radiaal inwaartse richting wordt uitgevoerd door middel van een, van een ver-35 warmingseenheid voorzien stempel.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het· aan elkaar lassen van het gebogen deel van de aan de einden open holle cylinder en het buitenrandgedeelte van de bodemplaat door verwarming en het 40 uitoefenen van een druk erop wordt uitgevoerd door het laten 800 4272 15 ! vloeien van een hoogfrequente stroom tussen een anode aansluiting en een kathode aansluiting terwijl er met gebruikmaking van deze twee aansluitingen een druk wordt uitgeoefend.

5. Inrichting voor het bevestigen van een bodemplaat, vervaardigd uit een plastic materiaal, aan een einde van een aan de einden open holle cylinder, gekenmerkt door: een roteerbare tafel; 10 een aantal bodemplaatsteunposten, elk bestemt voor het ondersteunen van een bodemplaat vervaardigd uit plastic materiaal en bestemt om aan een uiteinde van een aan de einden open holle cylinder te worden gelast teneinde een plastic houder te produceren, waarbij tenminste zes van 15 deze bodemplaatsteunposten op equidistante wijze ten opzichte van elkaar zijn geplaatst langs het buitenrandge-deelte van de genoemde roteerbare tafel en de bodemplaatsteunposten een uitwendige diameter bezitten die enigszins kleiner is dan de inwendige diameter van de aan de einden 20 open holle cylinder welke tot een plastic houder moet worden gevormd; middelen aangebracht in een eerste werkstation voor het plaatsen van een bodemplaat vervaardigd uit een plastic materiaal op elke bódemplaatsteunpost; 25 middelen aangebracht in een tweede werkstation voor het positioneren van een aan de einden open holle cylinder vervaardigd uit een plastic materiaal rond elk van de bodemplaatsteunposten en voor het bewegen van de aan de einden open holle cylinder naar beneden totdat slechts een 50 gedeelte van de aan de einden open holle cylinder zich bevindt boven de bódemplaatsteunpost; middelen aangebracht in een derde werkstation bestemt voor het verwarmen en radiaal inwaarts buigen van het te lassen gedeelte; 55 middelen geplaatst in een vierde werkstation en be stemt voor het aan elkaar lassen van het radiaal inwaarts gebogen gedeelte van de aan de einden open holle cylinder en de bodemplaat, beiden vervaardigt uit een plastic materiaal, teneinde een van een bodem voorziene holle cylinder 40 te produceren; 800 42 72 middelen aangebracht in een vijfde werkstation voor bet koelen van het gelaste deel van de, van een bodem voorziene holle cylinder; en middelen aangebracht in een zesde werkstation voor 5 het verwijderen van de, van een bodem voorziene holle cylinder van de roteerbare tafel waarmee door de inrichting een cylindrische plastic houder is geproduceerd.

6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de genoemde middelen aangebracht in het 10 eerste werkstation voor het plaatsen van een bodemplaat op elke bodemplaatsteunpost voorzien is van een aanzuigeen-heid waartoe een elektromagnetische klep behoort alsmede een eerste zuiger-cylinder-combinatie voor het vertikaal bewegen van deze aanzuigeenheid en een tweede cylinder-15 zuiger-combinatie voor het bewegen van deze aanzuigeenheid in. radiale richting ten opzichte van de rotatietafel.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, m e t h et kenmerk, dat de genoemde middelen aangebracht in het tweede werkstation voor het positioneren van een aan de 20 uiteinden open holle cylinder rondom elke bodemplaatsteun-post voorzien zijn van een eindloze bandtransporteur voor het transporteren van een aan de einden open holle cylinder naar een zijde van elke bodemplaatsteunpost, een cylin-dergeleider voor het geleiden van de beweging van elke aan 25 de einden open holle cylinder naar een positie direct boven elke bodemplaatsteunpost, een eerste cylinder-zuiger-combinatie voor het bewegen van de cylindergeleider en een tweede cylinder-zuiger-combinatie voor het bewegen van de boven elke bodemplaatsteunpost aangebrachte aan de einden 30 open holle cylinder naar beneden zodanig dat elke bodemplaatsteunpost wordt omgeven door de aan de einden open holle cylinder.

8. Inrichting volgens een der conclusies 5-7» waarbij de genoemde middelen aangebracht in het derde werkstation 35 voor het verwarmen en radiaal buigen van het te lassen gedeelte van elke aan de einden open holle cylinder voorzien is van een metalen stempel dat een uitsparing bezit van nagenoeg dezelfde vorm als het bodemgedeelte van de aan de einden open holle cylinder, terwijl een verwarmings-40 eenheid gemonteerd is in het buitenrandgedeelte van het 800 4 2 72 genoemde metalen stempel en een cylinder-zuiger-combinatie aanwezig is voor het vertikaal bewegen van het genoemde metalen stempel waarbij het uitsparingsgedeelte van het genoemde metalen stempel afgerond is in het gedeelte dat 5 in contact wordt gebracht met het te lassen deel van elke aan de einden open holle en nog niet gebogen cylinder, waarbij het te lassen gedeelte inwaarts wordt gebogen door contact met dit afgeronde gedeelte van de uitsparing van het genoemde metalen stempel.

9. Inrichting volgens een der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de genoemde middelen aangebracht in het vierde werkstation voor het verbinden van het gedeelte van elke aan de einden open holle cylinder en elke bodemplaat door het vervaardigen van een las voorzien is 15 van een metalen stempel welke tevens dienst doet als hoogfrequente .anode aansluiting samenwerkend met de bodemplaat-steunpost welke tevens dienst doet als hoogfrequente kathode aansluiting, terwijl een cylinder-zuiger-combinatie aanwezig is voor het vertikaal bewegen van het genoemde meta-20 len stempel teneinde een druk uit te oefenen op het te lassen gedeelte van de aan de einden open holle cylinder en elke bodemplaat vastgehouden tussen de hoogfrequente anode aansluiting en de hoogfrequente kathode aansluiting terwijl een hoogfrequente inrichting aanwezig is voor het 25 laten lopen van een hoogfrequente stroom tussen de anode aansluiting en de kathode aansluiting.

10. Inrichting volgens een der conclusies 5-9, met het kenmerk, dat de genoemde middelen aangebracht in het vijfde werkstation voor het koelen van het gelaste 30 gedeelte van elke aan de uiteinden open holle cylinder en elke bodemplaat voorzien is van een metalen stempel met een uitsparing van dezelfde vorm als het bodemgedeelte van elke van een bodem voorziene holle cylinder en voorzien van een luchtuitstraalopening in elk uitsparingsgedeelte als-35 mede een cylinder-zuiger-combinatie voor het vertikaal bewegen van het genoemde metalen stempel.

11. Inrichting volgens een der conclusies 5-10, met het kenmerk, dat de middelen aangebracht in het zesde werkstation voor het verwijderen van elk van de van 40 een bodem voorziene holle cylinders, als zijnde de holle 800 4 2 72 ’ 18 cylindrische te produceren houder, "bestaat uit een aan-zuigeenheid welke de bodem van elke van een "bodem voorziene holle cylinder kan aangrijpen, welke aanzuigeenheid voorzien is van een elektromagnetische klep om de aan-5 zuigeenheid "buiten werking te stellen alsmede een eerste cylinder-zuiger-combinatie voor het vertikaal "bewegen van de aanzuigeenheid en een tweede cylinder-zuiger-comhinatie voor het radiaal ten opzichte van de rotatietafel bewegen van de aanzuigeenheid. s|Q ******** 4 800 42 72