NL8003276A - Hefkraan in het bijzonder een lopend deel voor een door een ring ondersteunde kraan. - Google Patents

Description

u.o. 29165

Hefkraan in het bijzonder een lopend deel voor een door een ring "> ondersteunde kraan.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een hefkraan en meer in het bijzonder op een lopend deel voor een door een ring ondersteunde hefkraan.

Als gevolg van de steeds toenemende eisen van de gebruiker zijn 5 zelf aangedreven kranen vervaardigd die steeds grotere lasten kunnen heffen. Hoewel een aantal factoren meespelen bij het bepalen van de capaciteit van de kraan is een principiële beperking het feit dat onontkoombaar het gewicht van de kraan en zijn last op de een of andere stabiele wijze moeten worden overgebracht op de grond en als rotatie van 10 de last vereist is moet de kraan-aardeverbinding stabiel worden gemaakt over de boog van de rotatie van de kraan.

Een belangrijke toename in de capaciteit van de kraan is bereikt door het verschaffen van een zelf aangedreven kraan met de ondersteu-ningsring en de verlengde hoorndrager als beschreven in de Amerikaanse 15 octrooischriften 3.485.383 en 3.878.944. Bij deze uitvoering wordt het gewicht van de kraan en zijn last overgebracht op de grond via een baanvormige ring met grote diameter. Als weergegeven in deze octrooischriften en als commercieel gedurende enige jaren uitgevoerd wordt de ondersteuningsring hetzij op zijn plaats geblokkeerd door blokken die 20 zijn geplaatst en vastgezet onder de ring en geheel om de ring of wordt ondersteund door een aantal vijzels die op onderlinge afstand zijn geplaatst langs de omtrek van de ring.

Het eerste doel van de uitvinding is het verschaffen van een kraan met een bovenconstructie die scharnierend is verbonden met een onderste 25 wagenlichaam omvattende middelen voor het bewegen van de kraan over de grond met een paar ondersteuningsbalken die zijn bevestigd aan en een deel vormen van het onderste wagenlichaam, een baanvormige ring, die is bevestigd op de balken en horizontaal is geplaatst en het onderste wagenlichaam omgeeft, een hoorndrager, die verticaal beweegbaar scharnie-30 rend is aangebracht op de bovenconstructie en bij rotatie loopt over de ring, een boom aangebracht op de hoorndrager voor het heffen van een last, een tegenwichtdrager, die verticaal scharnierbaar is aangebracht op de bovenconstructie en roteerbaar loopt over de ring, middelen voor het onderling verbinden van de tegenwichtdrager en de boom gekenmerkt 35 door een lopend ondersteuningsdeel omvattende een paar zijdelings op afstand van elkaar liggende rupsbandsamenstellen die respectievelijk zijn geplaatst nabij één einde van een paar bomen en 800 32 76 * 2 middelen omvattende een aantal gestelelementen, die de rupsbandsamenstellen onderling verbinden en voor het ondersteunen van de ring tussen de ondersteuningsbalken om beweging van de kraan en de ring over de grond mogelijk te maken terwijl de boom een last heft.

5 Aan de hand van een tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld sche matisch is weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader besproken.

Fig. 1 geeft in detail een aanzicht weer van een kraanondersteu-ningsconstructie volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een doorsnede ongeveer over de lijn II-II in fig. 1.

10 In de tekening is een kraan 10 weergegeven met een bovenconstructie 11 die roteerbaar is aangebracht op een wagenlichaam 12 via een rolbaan 13. De kraan 10 is gewoonlijk beweegbaar en voor het lopen over de grond vormen de rupsbandsamenstellen 14 een deel van het wagenlichaam 12.

15 Om de capaciteit van de kraan 10 te verhogen is een baanvormige ring 15 bevestigd op de einden van de ondersteuningsbalken 16 en 17 zodat zij het wagenlichaam 12 horizontaal omgeven. Bij voorkeur bezit de ring een I-vormige dwarsdoorsnede met een gehard bovenbaanvlak. Om de kraan voor deze uitvoering van de ondersteuning aan te passen zijn de 20 ondersteuningsbalken 16, 17 bevestigd op het wagenlichaam 12 en lopen zij buiten en evenwijdig met de rupsbandsamenstellen 14 zodat de balken een deel van het wagenlichaam zijn.

De geometrie van de kraan 10 draagt bij tot zijn hoge capaciteiten als hij wordt gebruikt met de ringondersteuning. Een hoorndrager 25 is 25 in verticale richting scharnierbaar bevestigd op de bovenconstructie 11 en is voorzien van een rolsamenstel 26 dat kan «roteren op de ring 15. Een boom 27 is bevestigd op de wagen waar het de last'opnemende deel 28 van het systeem is, en een orgaan 29 voor het heffen van de last loopt langs en over het einde van de boom. Een drager voor het tegenwicht 31 30 is ook verticaal scharnierend aangebracht bij 32 op de bovenconstructie 11 en de wagen strekt zich in tegengestelde richting uit vanaf de hoorndrager 25 en loopt over de ring 15 via de rolsamenstellen 33 waarvan er slechts één is weergegeven. Tegenwichten 34 zijn geplaatst op de drager 31.

35 In feite is de gehele constructie aan de zijde van het steunpunt 28 waar de boom niet aanwezig is beschikbaar voor het tegenbalanceren en stabiliseren van de kraan 10. Bij voorkeur is een mast 36 aangebracht op de wagen 25 en de inrichting 37 voor het heffen van de boom verbindt de toppen van de mast 36 en de boom 27 om de boom verticaal te 40 bewegen.

800 32 76 3 'll

De mast 36 is bevestigd door steunen 38 met de constructie 39 op de bo-venconstructie 11 voor het vormen van een in hoofdzaak stijf samenstel en de ondersteuningen 41 verschaffen in hoofdzaak stijve verbindingen tussen de drager 31 voor het tegenwicht en de bovenzijde van de mast 5 36. Steunorganen 42 bepalen de in hoofdzaak vaste hoekstand tot de mast 36. Deze uitvoering verschaft een stabiele kraan voor hoog vermogen.

Een lopende ondersteuningsinrichting 45 is aangebracht voor het ondersteunen van de ring 15 onder het steunpunt 28 zodat beweging van de kraan 10 en de ring 15 over de grond mogelijk is terwijl de boom 27 een 10 zware last heft. Bij de voorkeursuitvoering omvat het lopende onder-steuningsdeel 45 een paar zijdelingse op afstand van elkaar liggende rupsbandsamenstellen 46 en 47 die respectievelijk zijn geplaatst bij de vooreinden van de ondersteuningsbalken 16 en 17. De rupsbandsamenstellen 46, 47 zijn met elkaar verbonden door een gestel 48, dat op zijn 15 beurt is verbonden vanaf nabij zijn einden met het wagenlichaam 12 door een paar gestelelementen 51 en 52 waarop de ring 15 wordt ondersteund.

Bij voorkeur zijn de gestelelementen 51, 52 met de pen verbonden met het wagenlichaam 12 en steken naar voren uit en wel divergerend tussen de zijdelingse ondersteuningsbalken 16, 17, waar deze zijn verbonden 20 met het gestelelement 48.

Als een zware last wordt geheven door de boom 27 worden de krachten overgebracht naar beneden door de boom 27 en de mast 36 naar de bo<Jm-drager 25 die loopt over de ring 15 nabij het steunpunt 28. De hef-krachten worden ook overgebracht via steunen 41 naar de tegenwichten 34 25 geplaatst op de drager 31 die de neiging hebben de drager 31 van de ring 15 af te heffen. Omdat de bevestigingsgestelelementen 51 en 52 de ring 15 ondersteunen nabij het steunpunt 28"lopen de hefkrachten in de eerste plaats naar beneden door de ring 15 naar het bevestigingssamenstel en worden tegengewerkt door de rupsbandsamenstellen 46, 47 die met 30 de grond samenwerken. Als het gewenst is met een last te rijden kan vermogen worden toegevoerd aan de hoofdrupsbandsamenstellen 14 en de kraan 10 en de ring 15 kan naar voren "lopen" met de last in de eerste plaats ondersteund door de lopende ondersteuningsinrichting 45 en zijn rupsbandsamenstellen 46, 47. Natuurlijk kan de kraan 10 ook naar ach-35 teren worden bewogen onder belasting door de richting van de beweging van de hoofdrupsbanden 14 om te keren.

De rupsbandsamenstellen 46, 47 zijn bij voorkeur scharnierend aangebracht op versterkte einddelen 53, 54 van het gestel 48 door jukele-menten 55 en 56 en verticale scharnierposten respectievelijk 57 en 58.

40 Bovendien zijn hydraulische cilinders 61 en 62 aangebracht die de ge- 800 3 2 76 4 steleinddelen 53, 54 verbinden met de rupsbandsamenstellen 46, 47 zodat draaien van de rupsbandsamenstellen 46, 47 mogelijk is en het bewegen van de kraan 10 onder belasting over een gebogen baan vergemakkelijkt wordt.

5 Terwijl de rupsbandsamenstellen 45, 46 niet onafhankelijk van ver mogen behoeven te worden voorzien in de meeste toepassingsgebieden kan de mobiliteit en de manoeuvreerbaarheid vein de kraan 10 die onder belasting loopt verder worden verbeterd door naar keuze en omkeerbaar de rupsbanden 45, 46 te bekrachtigen zoals door onafhankelijke hydrauli-10 sche motoren respectievelijk 65 en 66. Het bedrijven van deze motoren 65, 66 verhoogt niet alleen de loopkracht van de kraan 10 omdat de last in de eerste plaats wordt ondersteund op de rupsbandsamenstellen 45, 46, maar ook verzekert, dit een meer positieve stuurregeling als de kraan in een gebogen baan wordt bewogen.

15 De drager 31 voor het tegengewieht kan zijn voorzien van van wielen voorziene ondersteuningsmiddelen 67 om het achterover kantelen van de kraan 10 en de ring 15 tegen te werken als een zware last niet wordt ondersteund door de boom 27. Dit vermijdt de noodzakelijkheid van het verwijderen van delen van het tegenwicht 34 vanaf de drager tussen op-20 eenvolgende hefhandelingen. Bij voorkeur zijn de van wielen voorziene middelen 27 scharnierend verbonden met de drager voor het tegenwicht om in hoofdzaak verticale hartlijnen zoals de scharnierposten 68 zodat de wielen kunnen draaien als de kraan 10 draait tijdens zwaaien of lopen.

Het zal ook duidelijk zijn dat de lopende ondersteuningsbevestiging 25 45 en/of de van wielen voorziene ondersteuningsmiddelen 67 snel en op gemakkelijke wijze kunnen worden bevestigd aan «en kunnen worden losgenomen van een standaardkraan met ringondersteuning als beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.878.944. Als weergegeven in dit oc-trooischrift is een aantal ringvormige ondersteuningsarmen 71 verticaal 30 scharnierend bevestigd op het wagenlichaam 12 exi' strekt zich naar buiten uit zodat zij onder de ring 15 liggen op op afstand van elkaar liggende punten om de trek van de ring. Een aantal vijzels 72 is geplaatst aan het ene einde van elk van de armen 72 waarbij de vijzels 72 zodanige afmetingen bezitten dat zij met de grond samenwerken als zij zijn 35 uitgezet en de ring 15, het wagenlichaam 12 en de rupsbandsamenstellen 14 van de grond heffen.

Om het opzetten van de ring 15 te vergemakkelijken zijn hydraulische vijzels 73 aangebracht op de vier einden van de ondersteuningsbal-ken 16, 17. Het besturen van deze vijzels 73 maakt het mogelijk dat de 40 ring 15 wordt geheven en horizontaal wordt geplaatst waarna de handvij- 800 32 76 5

Ik zeis 72 snel kunnen worden uitgezet om een goede ondersteuning te verschaffen voor de gehele ring over zijn gehele omtrek en om het koppelen en ontkoppelen van de lopende ondersteuningsinrichting 45 en/of de van wielen voorziene ondersteuningsmiddelen 67 te vergemakkelijken.

8 2 5 3 2 76

Claims (5)

1. Kraan met een bovenconstructie scharnierend aangebracht op een onderste wagenlichaam omvattende middelen voor het bewegen van de kraan over de grond met een paar ondersteuningsbalken bevestigd aan en vormende een deel van het onderste wagenlichaam, een baanvormige ring, be- 5 vestigd aan deze balken welke ring horizontaal het onderste wagenlichaam omgeeft, een bovendrager, die verticaal beweegbaar is bevestigd op de bovenconstructie en roterend loopt over genoemde ring, een boom aangebracht op de boomdrager, voor het heffen van een last, een drager voor een tegenwicht die verticaal scharnierend is aangebracht op de bo-10 venconstructie en roterend rijdt op de ring, middelen voor het onderling verbinden van de drager voor het tegenwicht en de boom, g e k e n-. merkt door een lopende ondersteuningsinrichting omvattende een paar zijdelings op afstand van elkaar liggende rupsbandsamenstellen respectievelijk geplaatst nabij één einde van genoemd paar balken en 15 middelen omvattende een aantal gestelelementen die de rupsbandsamenstellen onderling verbinden en dienen voor het ondersteunen van de ring tussen de ondersteuningsbalken zodat beweging van de kraan en de ring over de grond mogelijk is terwijl de boom een last heft.

2. Combinatie volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, 20 dat de rupsbandsamenstellen zijn verbonden met de gestelelementen via verticale scharnierposten en middelen aanwezig zijn voor het scharnieren van de rupsbandsamenstellen om de hartlijnen van deze posten.

3. Combinatie volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de rupsbandsamenstellen elk een eindloze rupsband en hydraulische 25 motoren bezitten voor het selectieve omkeerbaar aandrijven van de banden.

4. Combinatie volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het tegenwicht zich naar de buitenzijde van de ring uitstrekt en van wielen voorziene ondersteuningsmiddelen aanwezig zijn onder de dra- 30 ger voor het tegenwicht buiten de ring.

5. Combinatie volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de van wielen voorziene ondersteuningsmiddelen scharnierend zijn aangebracht op de drager voor het tegenwicht om in hoofdzaak verticale hartlijnen. 35 -------- 800 32 76