NL7906880A - Een insteekinrichting voor het insteken van een inslag in een vak van een straalweefgetouw. - Google Patents

Een insteekinrichting voor het insteken van een inslag in een vak van een straalweefgetouw. Download PDF

Info

Publication number
NL7906880A
NL7906880A NL7906880A NL7906880A NL7906880A NL 7906880 A NL7906880 A NL 7906880A NL 7906880 A NL7906880 A NL 7906880A NL 7906880 A NL7906880 A NL 7906880A NL 7906880 A NL7906880 A NL 7906880A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
guide
notched
wall
opening
insertion device
Prior art date
Application number
NL7906880A
Other languages
English (en)
Other versions
NL178337C (nl
NL178337B (nl
Original Assignee
Toyoda Automatic Loom Works
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Toyoda Automatic Loom Works filed Critical Toyoda Automatic Loom Works
Publication of NL7906880A publication Critical patent/NL7906880A/nl
Publication of NL178337B publication Critical patent/NL178337B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL178337C publication Critical patent/NL178337C/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3006Construction of the nozzles
    • D03D47/302Auxiliary nozzles
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/277Guide mechanisms
    • D03D47/278Guide mechanisms for pneumatic looms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/34Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means
    • D03D47/36Measuring and cutting the weft
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/34Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means
    • D03D47/36Measuring and cutting the weft
    • D03D47/368Air chamber storage devices
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/22Temples

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Description

ί < * KABUSHIKI KAISHA TOYODA JIDOSHOKKI SEISAKUSHO, te liariya-shi, Aichi-ken, KSHJSEKT MISHA TOYOTA CHOO KENKYtSHO, te ffagoya-shi, Aichi-ken, Japan
Een insteekinrichting voor het insteken van een inslag in een vak van een straalweefgetouw.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een insteekinrichting voor het insteken van een inslag in een vak van een straalweefgetouw, waarbij een aantal hulpmondstukken voor het spuiten van een hulpfluïdum en een aantal geleidingsorganen om het hulpfluïdum 5 en een inslag te geleiden, respectievelijk op een lijn op de lade zijn aangebracht. Het insteken van een inslag in een vak wordt in de hierna volgende beschrijving aangeduid met "insteken".
Als conventionele insteekinrichting, die een aantal geleidingsorganen omvat die op ëën lijn op een lade zijn aan-10 gebracht om een fluïdum en een inslag te geleiden, is een type inrichting bekend waarbij het geleidingsvlak van elk van de geleidingsorganen een in hoofdzaak cirkelvormige vorm heeft om daardoor een geleidingsdoor-gang te vormen die in de insteekrichting in hoofdzaak cylindrisch is.
In een dergelijke type inrichting loopt de inslag door de ruimte in de 15 bovengenoemde cylindrische doorgang door het inbrengen van het hulp fluïdum die vanuit een hoofdmondstuk in hoofdzaak door het centrale deel van de cylindrische doorgang heen wordt gespoten.
De onderhavige uitvinding is nietop een insteekwerkwijze van dit type gericht. De onderhavige uitvinding is gericht op een insteekwerkwijze 20 waarbij het inslaggeleadingsdeel van ëën of meer geleidingsorganen, die tegenover een hulpmondstuk en tussen een aantal geleidingsorganen op een lade zijn aangebracht, semi-open zijn en waarbij de overige geleidingsorganen een in hoofdzaak gesloten constructie hebben, omvattende een sleuf waaruit een inslag wordt genomen gedurende de slagbe- 790 6 8 80 % 2 Υ κ '
V
werking; een insteekwerkwijze waarbij de inslaggeleidingsdelen van alle geleidingsorganen semi-open zijn of; een insteekwerkwijze waarbij een deel van een riet is gemodificeerd zodat deze geleidingsorganen vormt, en waarbij een hulpfluïdum wordt gespoten op de geleidingwand die wordt 5 gevormd door de open vlakken van de geleidingsorganen om de insteekbe- werking tot stand te brengen. De onderhavige uitvinding wordt bijvoorbeeld toegepast op de insteekinrichting zoals geopenbaard in het Amerikaanse octrooi 3.818.952.
Aangezien in de bovengenoemde insteekinrichting van het type waarop de 10 onderhavige uitvinding is gericht, een hulpmondstuk voor het spuiten van vloeistof wordt gebruikt kan de insteekbewerking stabiel wordt uitgevoerd onafhankelijk van de breedte van een geweven stof. Aangezien bovendien het inslaggeleidingsdeel 'van een geleidingsorgaan tegen over het hulpmondstuk open is, kan het voordeel worden bereikt dat het hulp-15 mondstuk zeer eenvoudig kan worden aangebracht en de insteektoestand gemakkelijk kan worden bereikt. Deze stabiele insteektoestand kan echter alleen worden verwezenlijkt als de insteekbewerking bij een relatief lage snelheid wordt uitgevoerd, en indien de snelheid van het fluïdum wordt verhoogd om de snelheid waarmee de inslag in een vak wordt ge-20 stoken te verhogen, kan de aandrijf snelheid van de inslag niet worden verhoogd en wordt de stabiliteit van de insteekbewerking verminderd.
Bij een onderzoek dat is uitgevoerd met het oog op het verduidelijken van de oorzaken van deze ongewenste nadelen,, zoals de moeilijkheden bij het vergroten van de insteeksnelheid en het verminderen van de 25 stabiliteit van de insteekbewerking, werd gevonden dat de hoofdoorzaak is gelegen in de vormgeving van het semi-open geleidingsorgaan. Omdat bijvoorbeeld de geleidingswand van elk van de geleidingsorganen samenvalt met een denkbeeldig eindloos oppervlak van de cylindrische geleidingsorgaan, dat wil zeggen dat elk van de geleidingswanden vlak is 30 ondanks het feit dat de cylindrische geleidingsdoorgang de functie vervult van het verlenen van een. hoge stabiliteit aan de insteekbewerking, beperkt de geleidingswand van elk geleidingsorgaan in hoge mate de funktie van het verhogen van de aandrijf snelheid van de inslag. Daarom, zelfs als de stroomsnelheid van het fluïdum wordt 35 verhoogd, dan nog kan de insteeksnelheid niet effektief worden verhoogd 7906880 / * 3 en dientengevolge wordt de stabiliteit van de insteekbewerking minder.
Het is een eerste oogmerk van de onderhavige uitvinding om een insteekinrichting te verschaffen voor een straalweef-getouw waarbij de structuur van het semi-open geleidingsorgaan is ver-5 beterd, zodat de bovengenoemde nadelen die zich in de conventionele inrichting voordoen, worden opgeheven door het spuiten van een hulp-fluïdum naar dit verbeterde geleidingsorgaan, en waarbij de insteek-snelheid kan worden verhoogd terwijl toch een goede stabiliteit gedurende de insteekbewerking wordt gehandhaafd.
10 Volgens de onderhavige uitvinding kan het bovenaangegeven oogmerk worden gerealizeerd door het verschaffen van een insteekinrichting voor een straalweefgetouw, omvattende een aantal geleidingsorganen die op ëën lijn met de insteekrichting op een lade zijn aangebracht om een fluïdum en een inslag te geleiden, en met een 15 hulpmondstuk dat open is in de richting van een geleidingsvlak dat door de geleidingsorganen wordt gevormd, welke inrichting wordt gekenmerkt door een hellend vlak dat op de geleidingswand is gevormd van ten minste het geleidingsorgaan dat tegenover het hulpmondstuk is opgesteld, waarbij de opening van het geleidingsorgaan toeneemt vanaf de 20 insteekzijde tot de tegenovergestelde zijde daarvan en de opening van het hulpmondstuk is gericht naar het hellende vlak van de geleidingsorganen.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvorm zoals in de beschrijving en teke-25 ningen is weergegeven.
Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van een straalweefgetouw dat is voorzien van een uitvoeringsvorm van de insteekinrichting volgens de onderhavige uitvinding.
Fig. 2 is een schematische bovenaanzicht van 30 het straalweefgetouw zoals getoond in fig. 1,
Fig. 3 is een schematisch zijaanzicht van het geleidingsorgaan volgens de onderhavige uitvinding.
Fig. 4 is een aanzicht in doorsnede volgens de lijn I-I in fig. 3,
35 Fig. 5 is een doorsnede volgens de lijn II-II
7906880 *· «.
4 in fig. 6.
Fig. 6 is een gedeeltelijke doorsnede, weergegeven in bovenaanzicht, die de funktie toont van een uitvoeringsvorm van de geleidingsorganen volgens de onderhavige uitvinding.
5 Fig. 7 is een gedeeltelijk doorsnede, weerge geven in bovenaanzicht, die de funktie toont van de bekende geleidingsorganen die bij een conventioneel straalweefgetouw worden gebruikt.
Fig. 1 en 2 tonen schematisch een uitvoeringsvorm van het straalweefgetouw waarin de onderhavige uitvinding kan 10 worden gebruikt, waarbij een lade 1 star is opgesteld ten opzichte van een ladezwaard 2 dat door middel van een (niet getekend) aandrijfmechanisme oscillerend heen en weer kan bewegen in de richtingen en A2 die in fig. 1 met pijlen worden aangegeven. Een riet 3, een ge-leidingsorgaan dat door geleidingsdelen 4 wordt gevormd en hulpmond-15 stukken 5 zijn in evenwijdige rijen op de lade 1 aangebracht.
Zoals in de fig. 2 en 3 is getoond, is een groot aantal geleidingsdelen 4 op één lijn aangebracht in de insteek-richitng, waarbij een geleidingsvlak voor fluïdum en een inslag wordt gevormd door geleidingswanden 6 van deze geleidingsdelen 4, welke 20 semi-open zijn aan de kant van het rietvormige orgaan. De hulpmondstuk- ken 5 zijn op één lijn en op bepaalde tussenafstanden op de lade 1 geplaatst en zijn zodoende tegenover de geleidingswanden 6 van de geleidingsdelen 4 opgesteld. Een fluïdumspuitopening 7 (fig. 7) van elk hulpmondstuk 5 is gericht naar de tegenovergelegen geleidingswanden 6 en 25 van de geleidingsdelen 4, welke laatst', aan de kant van de insteek- richting zijn geplaatst. Een inslag Y wordt toegevoerd vanaf een kruis-spoel 8, die stationair aan de zijkant van het machinegestel is gemonteerd, afgegeven door lengte-afmeetrollen 9 en 10, dan tijdelijk in een opslaginrichting 11 opgeslagen en vervolgens naar een hoofdmond-30 stuk 13 geleid door een regelinrichting 12. Door spuiten van fluïdum uit het hoofdmondstuk 13 wordt de inslag Y voortgedreven en langs het door de geleidingsdelen 4 gevormde geleidingsvlak in een vak gestoken, terwijl de kracht voor het voortdrijven van de inslag Y wordt gehandhaafd door hulpfluïdum dat uit de hulpmondstukken 5 wordt gespoten.
35 Na het voltooien van de insteekbewerking wordt de lade 1 gedraaid in 7906880 ί / ι 5 \ de richting, zoals door de pijl Aj aangegeven, en de geleidingsdelen 4 en mondstukken 5 maken zich los van scheringdraden W zoals met stippel lijnen in fig. ] is aangegeven waarna de slagbewerking wordt uitgevoerd door het riet-vormige orgaan 3 ter verkrijging van een geweven materiaal 5 14. Verder zij nog vermeld, dat met het verwijzingscijfer 15 een breed- houdinrichting 15 wordt aangegeven.
Het volgens de onderhavige uitvinding geconstrueerde geleidingsdeel 4 wordt in de fig. I tot en met 5 getoond.
Het bovendeel van het geleidingsdeel 4 is semi-open in de richting 10 van het riet-vormige orgaan 3 zodat een ingekeepte geleidingswand 6 wordt gevormd door de binnenste geleidingsvlakken 6a van de opening.
Al de boven-, beneden- en binnendelen van het geleidingsvlak 6a, dat wil zeggen alle delen van het geleidingsvlak 6a zijn hellend uitgevoerd zodat het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de opening toeneemt in 15 de riching, tegengesteld aan de richting waarin de inslag in een vak wordt ingestoken. Zoals in fig. 3 getoond heeft deze opening een semi-open vorm, zoals bijvoorbeeld een U-vorm. Een opening met een V-vorm kan ook worden gebruikt voor de geleidingsorganen die worden gebruikt bij de insteekinrichting volgens de onderhavige uitvin<Sng. Er wordt nog 20 opgemerkt dat het benedenvlak 6a van de geledingswand 6 ook naar be neden helt zodat wanneer het geleidingsdeel 4 in het scheringvak is binnengedrongen, deze niet in de scheringen verward raakt.
De werking en het funktionele effekt van de onderhavige uitvinding zal hierna meer in detail worden beschreven.
25 De inrichting volgens de onderhavige uitvinding, zoals getoond in fig. 6, verschilt alleen van de conventionele inrichting, zoals in fig. 7 getoond, door het feit dat volgens de onderhavige uitvinding de vlakken 6a van de geleidingswanden 6 enigszins hellen tegen de insteekrichting in, terwijl bij de conventionele in-30 richting een vlak 6b van de geleidingswand, die overeenkomt met de vlakken 6a van de geleidingswand 6 volgens de onderhavige uitvinding, samenvalt met een denkbeeldige eindloze wand van de cylindrische ge-leidingsdoorgang. Andere voorzienigen zijn in de inrichting volgens de onderhavige uitvinding en in de conventionele inrichting gelijk.
35 Bij de conventionele inrichting, zoals in fig. 7 is getoond, wordt 7906880
V
6 een vanuit het hulpmondstuk 5 gespoten hulpfluïdum radiaal verstrooid in een konische vorm vanaf de opening 7 van het hulpmondstuk 5. In fig. 7 is de lijn voor de grootste stroomsnelheid met a aangegeven.
De stroomsnelheden dalen naarmate zij verder van de stroomlijn a zijn 5 gelegen. Deze toestand is op dezelfde wijze gerealiseerd in de in richting volgens de onderhavige uitvinding, zoals in fig. 6 is getoond. De stroming die wordt aangeduid door de lijn a, stoot tégen het einde van de insteekzijde van het vlak 6b van de geleidingswand van het ge-leidingsdeel 4b dat zich bevindt bij de plaats (Xg) en wordt onder een 10 bepaalde hoek in de insteekrichting teruggekaatst. De stroming die wordt voorgesteld door een lijn b botst tegen het tegenoverliggende einde van het geleidingsvlak 6b van het geleidingsdeel 4b, dat zich op de plaats bevindt en wordt in de insteekrichting teruggekaatst. De stroming die door een lijn e wordt voorgesteld, stroomt in de in-15 steekrichting zonder tegen het geleidingsdeel 4b, dat zich op de plaats (X2) bevindt, te botsen. Echter passeert de stroming, die door een lijn d wordt voorgesteld, een insteekzijhoek van het geleidingsvlak 6b van het geleidingsdeel 4b, dat zich op de plaats (Xj) bevindt, en botst tegen het zijvlak van het geleidingsdeel 4b, dat zich op de plaats 20 bevindt, en derhalve gaat de stroming d door de ruimte die zich tussen twee naast elkaar gelegen geleidingsdelen 4b bevindt. Derhalve stroomt het fluïdum in het gebied B tussen de stroomlijnen a en d naar de achterzijde van het geleidingsdeel 4b als lekvloeistof en heeft geen funktie meer het voortdrijven van de inslag. Verder is het fluïdum 25 in het gebied B fluïdum dat stroomt in de nabijheid van de plaats a met de hoogste stromingssnelheid, zodat het grootste gedeelte van het fluïdum in het gebied met hoge snelheid verloren gaat als lekfluïdum. Daarom is de doelmatigheid van het gebruik van fluïdum voor het verhogen van de insteeksnelheid erg klein. In de conventionele inrichting 30 oefent dit lekfluïdum echter een functie uit, wat inhoud dat de voor gedreven inslag op de zijde van degeleidingswand 6b wordt gehouden en daardoor wordt het effect verkregen dat de verbeterde stabiliteit van de insteekbewerking wordt gerealiseer. Het lekfluïdum drukt echter de inslag te hard tegen de zijde van de geleidingswand 6b, en daardoor 35 wordt de kontaktfrequentie van de inslag Y met de geleidingswand 6b 7906880 * 7 verhoogd, en de weerstand van de voortgedreven inslag wordt verhoogd door de kontakten met de geleidingswand 6b. Dit resulteert in de onmogelijkheid de insteeksnelheid te verhogen, evenals in de bovengenoemde geringe doelmatigheid van het gebruik van het fluïdum.
5 In de inrichting volgens de onderhavige uit vinding, zoals getoond in fig. 6, is elke geleidingswand 6 voorzien van de bovengenoemde hellende geleidingsvlakken 6a zodat het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de opening, welke wordt gevormd door de geleidingswand 6, toeneemt in de richting tegengesteld aan de insteek-10 richting. De stromingslijnen a, b en e worden bij de onderhavige uit vinding in dezelfde toestand gerealiseerd als bij de conventionele inrichting. Echter botst de stroming die door de stromingslijn a wordt voorgesteld, tegen het centrale deel van het geleidingsvlak 6a van het geleidingsdeel 4 dat zich bevindt op de plaats (X2). De stroming die 15 wordt voorgesteld door de stromingslijn c en die met een betrekkelijk hoge snelheid passeert door een plaats in de nabijheid van de plaats van de stromingslijn a, botst tegen het einde van de insteekzijde van het geleidingsvlak 6a van het geleidingsdeel 4 dat zich bevindt op de plaats en stroomt in de insteekrichting. Derhalve wordt het 20 gebied B van lekfluïdum tussen de stromingslijnen c en d aanzienlijk versmald, gerekend in verhouding tot het gebied B in de conventionele inrichting, en alle fluïdum die zich in het gebied met hoge snelheid bevindt, en die noodzakelijk is voor het verhogen van de insteeksnelheid, dat wil zeggen alle fluïdum die in de nabijheid van de stromings-25 lijn a stroomt, kan in de insteekrichting stromen. Derhalve wordt de doelmatigheid van het hulpfluïdum voor het verhogen van de voort-drijfsnelheid van de inslag opmerkelijk vergroot in verhouding tot die van de conventionele inrichting en daardoor kan deinsteeksnelheid opmerkelijk verhoogd worden. Bovendien wordt de kracht waarmee de 30 inslag tegen de geleidingswand 6 wordt gedrukt, verminderd door de
verminderde hoeveelheid lekfluïdum in verhouding tot de hoeveelheid lekfluïdum bij de conventionele inrichting, hetgeen resulteert in een verminderde kontaktweerstand op de inslag. Bovendien wordt door deze verminderde kontaktweerstand het effekt van het verhogen van de insteek-35 snelheid van de inslag vergroot. In fig. 6 is het gereduceerde gebied B
7906880 %* 4 * 8 van lekfluïdum twee-dimensionaal weergegeven. Bij de werking in de praktijk wordt echter het hulpfluïdum in een konische vorm verspreid en dientengevolge is de mate van verkleining van de hoeveelheid lekfluïdum erg groot.
5 Aangezien de geleidingswand 6 is voorzien van zodanig hellende geleidingsvlakken 6a dat de oppervlakte van de dwarsdoorsnede van de opening, welke wordt gevormd door de geleidingsvlakken 6a van elk geleidingsdeel 6, toeneemt in de richting tegengesteld aan de insteekrichting, wordt volgens de onderhavige uitvinding het pel-10 verschijnsel van het lekfluïdum opmerkelijk verhoogd in vergelijking met de bovengenoemde geleidingswand van de conventionele inrichting, en daarom wordt het een turbulent stroming opwekkende gebied tussen twee geleidingsdelen 4 opmerkelijk verbreed. In verband hiermee wordt een ruimte die het lekfluïdum doorlaat, anders dan het een turbulente 15 stromingopwekkendgebied, erg klein en daardoor wordt de hoeveelheid lekfluïdum verder verkleind. Met andere woorden, aangezien de bovengenoemde vermindering van de ruimte voor het lekfluïdum en de invloed van het bovengenoemde pelverschijnsel van het lekfluïdum tesamen worden gerealiseerd, kan de hoeveelheid lekfluïdum op een niveau worden ge-20 houden dat veel lager is dan in de conventionele inrichting.
In het algemeen is het zo dat wanneer de straal-hoek van het fluïdum uit de straalopening 7 van de hulpmondstukken 5 konstant is, de hellingshoek van de geleidingsvlakken van de geleidingswand bij voorkeur wordt ingesteld op een verhouding die omgekeerd 25 evenredig is aan de verhouding van de ruimte van het geleidingsorgaan.
Uit de resultaten van proeven die met de inrichzing volgens de onderhavige uitvinding werden gedaan, bleek dat de hellingshoek Θ (fig. 6) van het geleidingsvlak 6a in de onderhavige uitvinding bij voorkeur ligt in het bereik van 0° < 0 4 30°. In het onderhavige geval wordt 30 de voorkeur gegeven aan een straalhoek van de straalopening 7 van het hulpmondstuk 5 van 5° tot 60° met betrekking tot de insteekrichting.
Het effekt van de onderhavige uitvinding kan in voldoende mate worden bereikt zelfs indien het hellende geleidingsvlak alleen maar op het diepste deel van de opening van de geleidings-35 wand 6 is gevormd. Het spreekt vanzelf dat wanneer de hellingshoek 7906880 * / 9 « niet alleen in het diepste deel wordt toegepast, maar ook in de bovenste en onderste delen van de geleidingswand, het effekt van het voorkomen van onnodig lekfluïdum kan worden vergroot.
Aangezien het lekken van fluïdum bij de onder-5 havige uitvinding is teruggebracht tot een zeer laag niveau in ver gelijking tot de conventionele inrichting, zal het duidelijk zijn dat een goede stabiliteit van de insteekbewerking die in de conventionele inrichting wordt bereikt, wordt verminderd. Bovendien, aangezien de geleidingswand 6 een hellend vlak bezit en de afbuighoek van het 10 fluïdum wordt vergroot, zal het duidelijk zijn dat de inslag naar de opening van het geleidingsdeel 4 zal worden gedrukt door het teruggekaatste fluïdum, zodat daardoorde stabiliteit van de insteekbewerking drastisch wordt verminderd. In de onderhavige uitvinding is echter een bepaald lekfluïdumgebied B aanwezig, zoals in fig. 6 is getoond.
15 De kracht die de inslag naar de kant van de opening van het geleidings deel 4 drukt, wordt veroorzaakt door een grote afbuighoek van het fluïdum tussen de stromingslijnen b en c. Aangezien volgens de onderhavige uitvinding een stroming is aanwezig is van hulpvloeistof in de insteekrichting langs de lijn e die dichterbij het open einde gelegen 20 is dan het bovengenoemde teruggekaatste fluïdum, wordt het stromen van de bovengenoemde teruggekaatste fluïdum door deze stroming van hulpfluïdum gestoord en stroomt alle hulpfluïdum in hoofdzaak in de insteekrichting. Daarom wordt de kracht waarmee de inslag naar de open zijde van het geleidingsdeel 4 wordt gedrukt opmerkelijk verminderd en 25 wordt een sterke voorwaarste kracht uitgeoefend op de inslag in de insteekrichting, terwijl het houden van de inslag tegen de zijde van de geleidingswand wordt bereikt zodat een grote stabiliteit kan worden gehandhaafd bij de insteekbewerking.
Volgens de onderhavige uitvinding behoeven 30 de bovengenoemde hellende vlakken van het geleidingsdeel niet op alle geleidingsorganen aanwezig te zijn. Het is mogelijk om zulke hellende vlakken alleen aan te brengen op ten minste dat geleidingsorgaan dat tegenover het hulpmondstuk is opgesteld of op verscheidene van deze geleidingsorganen. Bovendien kan de onderhavige uitvinding worden ge-35 bruikt in een geleidingsinrichting van een zogenoemd gemodificeerd riet 7906880 * 10 type, waarin het riet-vormige orgaan ook dient als een orgaan voor het geleiden van fluïdum en een inslag, en in dit geval kan het bovengenoemde effekt evenzo worden bereikt.
Zoals uit de bovengenoemde toelichting 5 duidelijk zal zijn, wordt de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat sommige of alle geleidingsorganen, die op een lijn met de insteekin-richting zijn opgesteld, zijn voorzien van een zodanig hellend vlak op de geleidingswand, dat het oppervlak van de doorsnede van de opening die wordt gevormd door de geleidingsvlakken, toeneemt in de richting 10 tegengesteld aan de insteekinrichting, waarbij de fluïdumstraalopening van hulpmondstukken naar zulke geleidingswanden zijn gericht.
Dankzij deze kenmerkende maatregel wordt volgens de onderhavige uitvinding de doelmatigheid van het gebruik van hulpfluïdum voor het voortdrijven van de inslag opmerkelijk vergroot en kan de insteeksnelheid 15 opmerkelijk worden verhoogd onder op een hoog niveau handhaven van de stabiliteit.
Bovendien kan, omdat de hellende vlakken op de geleidingswand zijn gevormd, de straalhoek van het hulpmondstuk worden vergroot met betrekking tot de insteekrichting en daardoor kan 20 de afstand tussen het hulpmondstuk en de geleidingswand worden bekort om zodoende de insteeksnelheid te verhogen. Een grote insteeksnelheid kan namelijk met een lage straaldruk worden verkregen.
Tenslotte wordt het lekken van fluïdum gereduceerd door de aanwezigheid van de hellende vlakken die op de gelei-25 dingswand zijn gevormd en daarom kan de afstand tussen twee geleidings organen verhoudingsgewijze worden verhoogd. Daardoor kan het in elkaar verstrikt raken vm scheringen worden voorkomen. In verband hiermee kan, aangezien de insteekbewerking op een zeer stabiele manier kan worden uitgevoerd, een geweven materiaal worden vervaardigd dat een verhoogde 30 scheringdichtheid heeft.
7906880

Claims (10)

1. Insteekinrichting voor het insteken van een inslag in een vak van een straalweefgetouw, voorzien van een aantal 5 geleidingsorganen om de inslag te leiden van een hoofdmondstuk dat is aangebracht op één lijn met de insteekrichting op een lade-en een aantal hulpmondstukken die op die lade zijn aangebracht, waarbij elk van de geleidingsorganen zijn voorzien van een opening die wordt gevormd door een van een ingekeepte geleidingswand, en waarbij elk van 10 de hulpmondstukken is voorzien van ten minste één opening om fluïdum in voorwaartse richting naar de geleidingswand te spuiten, gekenmerkt doordat ten minste een bepaald aantal van deze geleidingsorganen tegenover ten minste elk van deze hulpmondstukken zijn opgesteld, waarbij het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de opening van de geleidings-15 organen toeneemt in een richting die tegengesteld is een de inslagin- steekrichting, waarbij deze toename van het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de opening van het geleidingsorgaan wordt gevormd door een hellend geleidingsvlak van de ingekeepte geleidingswand, en waarbij de opening van dit hulpmondstuk gericht is naar het hellende geleidings-20 vlak van de ingekeepte geleidingswand van de geleidingsorganen.
2. Insteekinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsorganen, met uitzondering van de groep van bepaalde geleidingsorganen die tegenover elk van de hulpmondstukken zijn opgesteld, zijn voorzien van een opening die dezelfde constructie 25 heeft als de opening van de groep van bepaalde geleidingsorganen die tegenover elk van de hulpmondstukken zijn opgesteld.
3. Insteekinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleidingsorgaan een gewijzigde riet is met de funkties van een riet en het geleidingsorgaan tesamen.
4. Insteekinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hellende geleidingsvlak van de ingekeepte geleidingswand is gevormd op de binnenste plaats van deze geleidingswand.
5. Insteekinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hellende geleidingsvlak van de ingekeepte 35 geleidingswand is gevormd over het gehele ingekeepte deel van de ge- 7906880 <* leidingswand.
6. Insteekinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ingekeepte geleidingswand van het geleidings-orgaan een semi-open vorm heeft.
7. Insteekinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de semi-open vorm van de ingekeepte geleidingswand van het geleidingsorgaan een gebogen vorm heeft.
8. Insteekinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de semi-open vorm van de ingekeepte geleidingswand 10 van het geleidingsorgaan een V-vorm heeft.
9. Insteekinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de semi-open vorm van de ingekeepte geleidingswand van het geleidingsorgaan een U-vorm heeft.
10. Insteekinrichting volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat het hellende geleidingsvlak van de ingekeepte ge leidingswand een hellingshoek Θ heeft met betrekking tot de lijn langs de op êën lijn gelegen geleidingsorganen in een bereik van 0° < Θ <. 30°. 7906880
NLAANVRAGE7906880,A 1978-09-15 1979-09-14 Weefgetouw waarbij de inslagdraad met behulp van stromend medium door het weefvak wordt getransporteerd. NL178337C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP11398778 1978-09-15
JP53113987A JPS5926688B2 (ja) 1978-09-15 1978-09-15 ジエツトル−ムにおける緯入れ装置

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7906880A true NL7906880A (nl) 1980-03-18
NL178337B NL178337B (nl) 1985-10-01
NL178337C NL178337C (nl) 1986-03-03

Family

ID=14626212

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7906880,A NL178337C (nl) 1978-09-15 1979-09-14 Weefgetouw waarbij de inslagdraad met behulp van stromend medium door het weefvak wordt getransporteerd.

Country Status (6)

Country Link
JP (1) JPS5926688B2 (nl)
CH (1) CH640277A5 (nl)
DE (1) DE2937192C2 (nl)
FR (1) FR2436205B1 (nl)
GB (1) GB2031033B (nl)
NL (1) NL178337C (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4391305A (en) * 1979-05-18 1983-07-05 Nissan Motor Co., Ltd. Weft picking device of air jet type weaving loom
CH637707A5 (de) * 1979-06-13 1983-08-15 Rueti Ag Maschf Webblatt fuer eine duesenwebmaschine.
CH648616A5 (de) * 1980-12-02 1985-03-29 Sulzer Ag Fuehrungszahn zur bildung eines schusseintragskanales einer webmaschine.
JPS59204944A (ja) * 1983-05-04 1984-11-20 株式会社豊田自動織機製作所 流体噴射式織機における緯糸案内装置
JP2500307B2 (ja) * 1992-07-09 1996-05-29 株式会社ソフィア パチンコ遊技機における球払出装置
BE1015725A3 (nl) * 2003-10-20 2005-07-05 Picanol Nv Riet voor een weefmachine.

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7005782A (nl) * 1970-04-21 1971-10-25
CS149198B1 (nl) * 1971-07-27 1973-05-24
CS165822B1 (nl) * 1972-04-27 1975-12-22

Also Published As

Publication number Publication date
CH640277A5 (de) 1983-12-30
JPS5926688B2 (ja) 1984-06-29
NL178337C (nl) 1986-03-03
JPS5540856A (en) 1980-03-22
NL178337B (nl) 1985-10-01
FR2436205A1 (fr) 1980-04-11
DE2937192A1 (de) 1980-04-03
GB2031033A (en) 1980-04-16
FR2436205B1 (fr) 1986-04-11
GB2031033B (en) 1983-04-27
DE2937192C2 (de) 1984-08-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7906880A (nl) Een insteekinrichting voor het insteken van een inslag in een vak van een straalweefgetouw.
US3198515A (en) Aerodynamic document handling apparatus
BE1005230A3 (nl) Inrichting voor het strekken van een inslagdraad bij weefmachines.
US5588470A (en) Weft inserting device for an air jet loom having reed pieces with recessed weft guide openings
US7199323B2 (en) Postal sorting machine including an injection carousel fitted with flexible deflectors
KR910008970B1 (ko) 공기분사직기용 씨날삽입시스템
NL7906879A (nl) Werkwijze en inrichting voor het spuiten van hulp- fluidum in een straalweefgetouw.
CA1096272A (en) Device for inserting a weft yarn in jet operated weaving machines
US4344641A (en) Snow ski having air cushion forming undersurface
NL7907050A (nl) Pneumatische weefmachine.
RU1813131C (ru) Бесчелночный ткацкий станок
NL8001448A (nl) Geleidingskam voor de inslagdraad bij een onder invloed van een fluidumstraal werkende weefinrichting.
NL8001580A (nl) Apparaat voor het geleiden van de inslagdraad bij een onder invloed van een fluidumstraal werkende weef- inrichting.
JP2623701B2 (ja) ジェットルームにおける緯入れ装置
KR850001114B1 (ko) 젯트직기에 있어서의 위사안내장치
BE1010943A3 (nl) Grijperweefmachine met een aantal geleidingsmiddelen.
US7175029B2 (en) Mail sorting machine comprising a blower between a system for the injection of mail articles and an injection carousel
US4516610A (en) Weft picking device of air jet weaving loom
US422834A (en) Soda-water-draft apparatus
JPS6011136B2 (ja) 空気噴射式織機の緯入れ装置
KR890002864A (ko) 신장형 순환 테이프의 저장 및 운반장치와 그 장치를 이용한 자기 테이프 복사방법
JPH09316754A (ja) 流体噴射織機の緯糸張力安定化装置
KR840000302B1 (ko) 유체분사기에 있어서의 위사 가이드 집합체
JP2829704B2 (ja) 流体噴射織機の緯糸安定化装置
NL8603069A (nl) Hoofdblazer met verhoogde trekkracht voor weefmachines.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee