NL7906335A - Opneemsysteem en cassette voor een dergelijk opneemsy- steem. - Google Patents

Opneemsysteem en cassette voor een dergelijk opneemsy- steem. Download PDF

Info

Publication number
NL7906335A
NL7906335A NL7906335A NL7906335A NL7906335A NL 7906335 A NL7906335 A NL 7906335A NL 7906335 A NL7906335 A NL 7906335A NL 7906335 A NL7906335 A NL 7906335A NL 7906335 A NL7906335 A NL 7906335A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
recording
cassette
magnetic tape
detection
detection device
Prior art date
Application number
NL7906335A
Other languages
English (en)
Other versions
NL179617B (nl
NL179617C (nl
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Publication of NL7906335A publication Critical patent/NL7906335A/nl
Publication of NL179617B publication Critical patent/NL179617B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL179617C publication Critical patent/NL179617C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/005Programmed access in sequence to indexed parts of tracks of operating tapes, by driving or guiding the tape
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B15/026Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by using processor, e.g. microcomputer
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/38Visual features other than those contained in record tracks or represented by sprocket holes the visual signals being auxiliary signals
    • G11B23/42Marks for indexing, speed-controlling, synchronising, or timing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/11Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information not detectable on the record carrier
    • G11B27/13Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information not detectable on the record carrier the information being derived from movement of the record carrier, e.g. using tachometer
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/34Indicating arrangements 
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/36Monitoring, i.e. supervising the progress of recording or reproducing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Hardware Design (AREA)
  • Indexing, Searching, Synchronizing, And The Amount Of Synchronization Travel Of Record Carriers (AREA)
  • Automatic Tape Cassette Changers (AREA)
  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)

Description

* »1 · PHO 78.513 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven, "Opneerasysteem en cassette voor een dergelijk opneemsys— teem1'.
t
De uitvinding heeft betrekking op een registratiesysteem voor het registreren van signalen op een magneetband, welk systeem uit een registratieapparaat en uit hierop plaatsbare, elk een bepaalde hoeveelheid magneet-5 band bevattende cassettes bestaat, waarbij het registratie-apparaat een schakelklok bevat voor het vastleggen van tenminste één inschakeltijdstip alsmede één uitschakelt!jd-stip ten behoeve van een in de tijd voorgeprogrammeerde automatische registratie.
10 Een dergelijk bekend registratiesysteem wordt bijvoorbeeld voor het automatisch registreren van televisiesignalen gebruikt en is in het tijdschrift "Elektronik-schau" 1977» Nr. 5» pagina's kj tot 50 beschreven. Met behulp van de schakelklok is het binnen een vrij lange pe-15 riode, bijvoorbeeld een periode van vier dagen, mogelijk, een voorgeprogrammeerde automatische registratie te maken.
Er zijn verschillende types cassettes beschikbaar die zich van elkaar onderscheiden door verschillende hoeveelheden magneetband. De gebruiker van een dergelijk registratie-20 systeem dient er derhalve op te letten, dat bij het voorprogrammeren van een registratie een cassette met een zodanige hoeveelheid magneetband gebruikt wordt dat het inderdaad mogelijk is de voorgeprogrammeerde automatische registratie in zijn geheel te kunnen maken.
25 De uitvinding heeft nu tot doel, het bedienings- comfort van een registratiesysteem van de bovengenoemde soort te vergroten en een foutieve bediening uit te sluiten. De uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat het registratieapparaat tenminste één detectie-inrichting voor 30 het detecteren van. de met een op het apparaat geplaatste cassette mogelijke registratietijd en een een waarschu-wingsinrichting voor de gebruiker van het apparaat bestu- 790 6 3 35 1r * 1 \ PHO 78.513 2 rende vergelijkingsinrichting bezit, waaraan enerzijds de......
een maat voor de mogelijke registratietijd met de cassette aanduidende uitgangsgrootheid van de detectie-inrichting en anderzijds een van de schakelklok afgeleide, een maat 5 voor de hiermee in totaal vastgelegde tijd voor de voorgeprogrammeerde automatische registratie met het regis-tratieapparaat aangevende vergelijkingsgrootheid wordt toegevoerd, waarbij de waarschuwingsinrichting aktief wordt, wanneer de tijd welke benodigd is voor de voorgeprogram-10 meerde automatische registratie groter is dan de mogelijke opnametijd met de toegepaste cassette. Op deze wijze wordt een gebruiker van het apparaat automatisch gewaarschuwd, wanneer een cassette toegepast wordt die een kortere re-gistratieduur toestaat, dan dat met de schakelklok werd 15 voorgeprogrammeerd. Hierdoor wordt een foutieve bediening vermeden, die vooral dan gemakkelijk kan optreden wanneer met de schakelklok meerdere, na elkaar te registreren, opvolgende registraties worden voorgeprogrammeerd, aangezien daarbij gemakkelijk fouten kunnen worden gemaakt 20 bij het opstellen van de tijdsduur van de diverse registraties.
Er zijn meerdere mogelijkheden voor het uitvoeren van een dergelijk registratiesysteem voor wat betreft de keuze van de toe te passen detektie-inrichting voor het 25 detekteren van de, met een op het detektieapparaat geplaatste cassette mogelyke,. registratieti jd; daartoe kunnen bijvoorbeeld optische of mechanische detectieinrichtingen voor de beschikbare hoeveelheid band worden gebruikt. Het is eenvoudig en voordelig gebleken, wanneer de detektie-in-30 richting van het apparaat voorzien is van een uitleesin-richting voor het uitlezen van tenminste een aan de cassette voorziene, de hierin aanwezige totale hoeveelheid magneetband aanduidende, bandlengtemarkering. Hierdoor kan op eenvoudige wijze de met de totale hoeveelheid magneet-35 band in een cassette evenredige maximale registratietijd worden vastgesteld. Er kan namelijk van worden uitgegaan dat een gebruiker van het registratieapparaat, wanneer 790 6 3 35 * ί PHO 78.513 3 deze meerdere opvolgende registraties programmeert, een cassette zal gebruiken, waarvan de totale hoeveelheid magneetband nog voor registraties beschikbaar is. Het is dan voldoende, de som van de tijdsduren van de voorgeprogram— 5 meerde registraties met de maximaal mogelijke registratie-tijd van de toegepaste cassette te vergelijken. Er zijn verschillende mogelijkheden om een bandlengtemarkering te effektueren. Zo kan bijvoorbeeld een optisch markerings-teken worden gebruikt, dat dan ook optisch wordt uitgelezen.
10 Ook zijl mechanische bandlengtemarkeringen mogelijk, in de vorm van tongen of rillen in de cassette, die met voelers worden uitgelezen. Een bepaalde hoeveelheid magneetband kan een bepaal(¾ bandlengtemarkering worden toebedeeld. Een andere mogelijkheid is dat diverse markeringstekens samen 15 in de vorm van een binaire code verschillende hoeveelheden magneetband markeren.
Het is bijzonder voordelig gebleken, wanneer de detektie-inrichting van het registratieapparaat voor het detekteren van de in een op het registratieappa-20 raat geplaatste cassette werkelijk voor registratie beschikbare hoeveelheid band is uitgevoerd. Op deze wijze wordt een foutieve bediening vermeden, aangezien rekening wordt gehouden met het feit dat het voor kan komen, dat een zekere hoeveelheid magneetband in de cassette niet meer is 25 voor verdere registraties beschikbaar/wegens eerder gemaakte registraties. In dat geval kunnen derhalve voor voor geprogrammeerde automatische registraties ook cassettes worden gebruikt, waarbij al een bepaalde hoeveelheid magneetband van de voorraadspoel is afgewikkeld die voor ver-30 dere registraties niet meer beschikbaar is. Ook deze detektie-inrichting kan weer op de meest uiteenlopende wijzen zijn uitgevoerd en daarmee aan de gewenste eisen zijn aangepast, waarbij kan worden teruggegrepen op de stand van de techniek. Zo kan bijvoorbeeld de detektie- 35 inrichting met mechanische of optische middelen zijn voorzien, die de zich op de voorraadspoel van de cassette bevindende hoeveelheid magneetband detekteren. Er kunnen 790 6 3 35 * ♦ t 1 PHO 78.513 k echter ook op de magneetband zelf merktekens zijn voorzien, zodat met de detektieinrichting kan worden gedetekteerd op welke plaats op de magneetband een nieuwe registratie aanvangt, waardoor dan automatisch wordt gedetekteerd hoe-5 veel magneetband nog voor registratie beschikbaar is.
als detektie -inrichting kan een, bijvoorbeeld in de Duitse ter visie gelegde octrooiaanvrage 27 30 13^ beschreven, inrichting voor het detekteren van een van een voorraad-spoel naar een opwikkelspoel van een cassette gespoelde ^ hoeveelheid magneetband worden gebruikt, die als detektie-criterium het verschil in rotatiesnelheid van de voorraad-spoel en de opwikkelspoel gebruikt. Bij dergelijke detek-tie-inrichtingen dient met zulke paramaters als de totale hoeveelheid magneetband, de dikte van de magneetband en de ^ diameter van de naaf van de voorraadspoel en de opwikkelspoel rekening te worden gehouden.
Bij voorkeur wordt een uitvoeringsvorm van de uitvinding gebruikt met het kenmerk, dat het registratie- apparaat een detektie-inrichting bezit die een combinatie on is van een, een uitleesinrichting voor tenminste één aan de cassette aanwezige en de daarin aanwezige hoeveelheid magneetband aangegevende markering omvattende, eerste detektieinrichting en een tweede detektieinrichting, die voor het detekteren van de in een op het registratieappa-raat geplaatste cassette werkelijk voor registratie beschikbare hoeveelheid magneetband is uitgevoerd, en waarbij de uitgangsgrootheid van de eerste detektieinrichting als referentiegrootheid voor de tweede detektieinrichting dient. Op deze wijze kan ook de totale hoeveelheid magneet-30 band in een cassette een variabele parameter zijn, hetgeen voordelig is met het oog op het in de praktijk vaak optredende geval dat een registratiesysteem cassettes met verschillende hoeveelheiden magneetband omvat. De totale hoeveelheid magneetband wordt automatisch door de eerste de-tektieinrichting gedetekteerd en hi rmee wordt bij het vaststellen van de werkelijk nog ten behoeve van registratie beschikbare hoeveelheid magneetband rekening gehouden.
Het is doelmatig als de toegepaste detektie- 790 6 3 35 ? * ü PHO 78.513 5 inrichting van het registratieapparaat tevens voor het vaststellen of er al dan niet een cassette op het registratieapparaat is geplaatst, is uitgevoerd. Op deze wqze wordt een gebruiker van het registratieapparaat, wanneer deze 5 een automatische registratie programmeert, gewaarschuwd indien op het registratieapparaat geen cassette is geplaatst en het registratieapparaat derhalve niet bedrijfklaar is.
Met het oog op een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm is het voordelig gebleken, wanneer het registra-10 tieapparaat een mikroprocessor bezit, die tenminste dient voor het vormen van de schakelklok, de detektieinrichting en de vergelijkingsinrichting. Met een dergelijke mikroprocessor wordt een eenvoudige, compacte bouw verkregen en, zoals bekend, kunnen de in dit verband vereiste functies op 15 eenvoudige wijze worden uitgevoerd.
De uitvinding heeft mede betrekking op een cassette voor een registratiesysteem volgens de uitvinding, welke cassette van tenminste één uitleesbare markering is voorzien. Volgens de uitvinding is de cassette voorzien van 20 een uitleesbare bandlengtemarkering die de lengte van de in de cassette aanwezige magneetband markeert. Hiermede is bereikt dat een belangrijke parameter van de cassette, namelijk de met de lengte van de magneetband evenredige maximaal bereikbare registratietijd, op eenvoudige wijze door 25 uitlezing kan worden vastgesteld.
Bij voorkeur wordt een cassette gebruikt die zoals gewoonlijk is voorzien van een cassettehuis met twee e-venwijdige in hoofdzaak vierhoekige hoofdwanden verbonden door zijwanden, waarbij de bandlengtemarkering in een, meerde 30 re bits omvattende, binaire code op de cassette aanwezig is, waarbij iedere bit wordt gevormd door een deelmarkering welke in één van twee specifieke toestanden voorkomt. Een belangrijk voordeel hiervan is, dat met n deelmarkeringen in principe een totaal van 2n types cassettes voorzien van 35 verschillende hoeveelheden magneetband van elkaar kunnen worden onderscheiden. Aldus is het bijvoorbeeld mogelijk dat een registratiesysteem volgens de uitvinding door gebruikmaking van een 3-bits gecodeerde bandlengtemarkering in 790 6335 * «*
t I
PHO 78.513 6 principe acht types cassettes van verschillende speelduur omvat.
Het is van voordeel indien de verschillende ty» pen cassetten niettegenstaande hun verschillende bandleng-® temarkeringen en dus de verschillende hoeveelheden magneet
band die ze bevatten, uit steeds dezelfde onderdelen kunnen worden opgebouwd. In verband hiermede is een uitvoeringsvorm van de uitvinding van interesse, met het kenmerk, dat het cassettehuis is voorzien van, door wegbreekbare ^ wandgedeelten afdekbare, markeringsopeningen en dat één van de beide toestanden van iedere deelmarkering bestaat uit de aanwezigheid van het wegbreekbare wandgedeelte van een markeringsopening en de andere van de beide toestanden uit de afwezigheid van het wegbreekbare wandgedeelte. Bij ^ deze uitvoeringsvorm worden'de cassettehuizen steeds uit dezelfde onderdelen opgebouwd. Ter markering van de in de cassette aanwezige hoeveelheid magneetband worden naderhand met zeer eenvoudig gereedschap één of meer van de wegbreekbare wanddelen weggebroken, in overeenstemming met de toe-2D
gepaste binaire code. In verband met de beschikbare plaatsruimte is het voordelig, indien de deelmarkeringen zich bevinden nabij een hoek van een hoofdwand van het cassettehuis. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de ruimte welke in de cassette aanwezig is tussen de hoofdwanden en de zijwan-25 den welke in de hoek bij elkaar komen en de ronde spoel goed benut. Een bijkomend voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat vooral bij registratieapparaten waarbij de cassette in een beweegbare cassettehouder wordt geplaatst die vervolgens met de erin geplaatste cassette naar een on J bedrijfsstand wordt bewogen, de bandlengtemarkering van de cassette zich op een gunstige plaats bevindt om samen te werken met de detektieinrichting van het registratie- apparaat. Bovendien is de manier waarop het gedeelte van de cassette met de bandlengtemarkering van .en naar de 25 detektieinrichting door de cassette-houder wordt bewogen gunstig.
Dit laatste voordeel speelt een rol bij een 790 63 35 ? / PHO 78.513 7 uitvoeringsvorm van een registratie-apparaat voor een registratiesysteem volgens de uitvinding, die tot kenmerk heeft:, dat de detektieinrichting van het registratieappa-raat ten behoeve van het vaststellen van de in een op het 5 registratieapparaat geplaatste cassette werkelijk voor registratie beschikbare hoeveelheid magneetband is voorzien van een, met het aantal bits van de binaire code van de bandmarkering overeenstemmend ,aantal detektieschakelaars, ieder voorzien van een veerbelast verplaatsbaar 10 detektieorgaan voor het detekteren van de toestand van een deelmarkering op de cassette, waarbij het detektieorgaan bij afwezigheid van een wegbreekbaar wandgedeelte zich althans ten dele in een markeringsopening bevindt waarbij de betreffende detektieschakelaar zich dan in een eerste 15 toestand bevindt en bij aanwezigheid van het wegbreekbare wandgedeelte met dit wandgedeelte samenwerkt waarbij de detektieschakelaar zich dan in een tweede toestand bevindt.
Door het bewegen van de cassettehouder van en naar diens bedrijfsstand worden de detektieorganen, althans wanneer 20 een wegbreekbaar wandgedeelte ter plaatse aanwezig is, tegen de veerbelasting in verplaatst. Dit gaat zonder extra, bewegingen overbrengende, delen indien volgens een volgende uitvoeringsvorm de detektieorganen van de detektieschake-laars bestaan uit in hun lengterichting indrukbare detek-25 tiepennen.
Bij nog een volgende uitvoeringsvorm zijn geen speciale middelen nodig om vast te stellen of op het registratieapparaat al of niet een cassette is aangebracht. Deze uitvoeringsvorm heeft tot kenmerk, dat de detektieinrichtii^j 30 is uitgevoerd om vast te stellen dat indien alle detektie-schakelaars zich in hun eerste toestand bevinden, geen cassette op het registratieapparaat is geplaatst. Een consequentie van deze uitvoeringsvorm is, dat één van de binaire woorden van de binaire code van de bandlengtemarkering 35 gereserveerd is voor andere doeleinden. Bij toepassing van drie deelmarkeringen kunnen dus zeven in plaats van acht types cassettes van verschillende speelduur worden gebruikt. Dit is voor de praktijk evenwel geen bezwaar.
ττη Λ ft X 7K
* ·*
I I
PHO 78.513 8
De uitvinding wordt onderstaand aan de hand vantwee in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, tot welke zich echter de uitvinding niet beperkt, nader beschre ven. In figuur 1 is gedeeltelijk in doorsnede een registra-5 tiesysteem weergegeven, waarvan het registratieapparaat een detektie-inrichting voor het detekteren van de lengte van de in de cassette aanwezige hoeveelheid magneetband vertoont. Figuur 2 toont gedeeltelijk in doorsnede een registratiesysteem, waarvan het registratieapparaat twee 10 detektie-inrichtingen bezit, waarvan de ene de lengte van de in de cassette aanwezige magneetband en de tweede de werkelijke voor registratie beschikbare lengte magneetband in de cassette detekteert.
Figuur 3 toont perspectivisch een videocassette 15 behorende tot een registratiesysteem volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont de voor de uitvinding essentiële delen van een registratiesysteem J_, dat een gedeeltelijk weergegeven registratieapparaat 2 omvat. Het registratieapparaat 2 heeft een cassette-opneemruimte 3 voor het op-20 nemen van een cassette 4, die een bepaalde, van de soort cassette afhankelijke, lengte magneetband bevat. In Fig.
1 is een dergelijke in de opneemruimte 3 van het registratieapparaat aangebrachte cassette 4 weergegeven, waarbij de hierin aanwezige magneetband 5 op symbolische wijze door 25 streep-punt-lijnen is aangegeven.
Zoals in figuur 1 te zien is, is de cassette 4 aan de ene zijwand 6 voorzien van drie uitsparingen 7» 8 en 9, waarin wegneembare, uitleesbare markeringen vormende . tongen zijn aangebracht, In het betreffende geval zijn 30 twee in de beide uitsparingen 7 en 9 aangebrachte tongen 10 en 11 in de cassette 4 blijven zitten, terwijl in de uitsparing 8 de betreffende tong is verwijderd resp, niet is voorzien. De tongen hebben tot doel , de in de cassette 4 aanwezige lengte magneetband 5 te markeren. Hierbij kan 35 elke tong bij een bepaalde lengte magneetband horen, waarbij dan in het betreffende geval drie soorten cassettes met verschillende lengten magneetband van elkaar kunnen worden onderscheiden. Er kunnen echter ook gecodeerde com- 790 6335 PHO 78.513 9 binaties van aanwezige resp. verwijderde tongen worden toegepast, waarbij voor het geval van een binaire codering bij de betreffende cassette met drie tongen maximaal acht soorten cassettes van elkaar kunnen worden onderscheiden.
5 De in figuur 1 weergegeven cassette 4 kan slechts in een bepaalde stand in de cassette-opneemruimte 3 worden geplaatst en wel zodanig, dat de wand 6 op de bodem 12 van de cassette-opneemruimte ligt. Om met de in de. cassette-opneemruimte 3 geplaatste cassette 4 opnames op de in de 10 cassette ondergebrachte magneetband 3 te kunnen maken, is het apparaat 2 op bekende wijze voorzien van een aandrijf— inrichting voor het transporteren van de band, van een af-tastinrichting, die bijv. opnamekoppen, wiskoppen, stuur-signaalkoppen, e.d. vertoont, voor het aftasten van de 15 band, van elektrische versterkerinrichtingen voor het versterken van op de band op te nemen signalen en van verdere inrichtingen. Deze inrichtingen zijn in figuur 1 over— zichtelijkheidshalve niet weergegeven, daar ze voor de uitvinding niet essentieel zijn. Om al deze inrichtingen op de 20 juiste wijze te sturen, in bedrijf en buiten bedrijf te stellen en om verdere funkties van het apparaat resp. het apparaat zelf in- en uit te schakelen, is het registratie-apparaat 2 voorzien van een stuurinrichting 13, die op niet weergegeven wijze deze besturingen bewerkstelligt, 25 doordat deze besturingsinrichting met de betreffende appa-raatdelen samenwerkt. De stuurinrichting kan daartoe elektronische of elektromagnetische bouwstenen, zoals schakel-transistoren, elektromagneten e.d. bevatten.
Het -registratieapparaat 2 bezit verder een mi-30 kroprocessor 14, waaraan voor het invoeren van opdrachten via een bus 15 met ingangsleidingen een invoerinrichting 16 is aangesloten, die op bekende wijze een aantal van symbolen voorziene schakeltoetsen vertoont. Aan de mikroproces-sor 14 is via een bus 17 met uitgangsleidingen de stuur-35 inrichting 13 aangesloten. Op deze wijze is bereikt, dat door middel van de invoerinrichting 16 via de bus 15 in de mikroprocessor 14 ingevoerde opdrachten, die hierin worden verwerkt, in verwerkte vorm als stuursignalen via 790 6 3 35 te « PHO 78.513 10 -----------de bus 17 naar de stuurinrichting ,13 worden geleid, waarin..
deze signalen de met de ingevoerde opdrachten overeenkomende besturingen voor het opneemapparaat, bijv. voor het maken van een registratie, bewerkstelligen.
5 Om met het registratieapparaat 2 een in de tijd voorgeprogrammeerde registratie te kunnen maken, waarbij voor het eigenlijke uitvoeren van de registratie het in-schakeltijdstip en het uitschakeltijdstip van de registratie worden vastgelegd, is het apparaat voorzien van een schakel— 10 klok. De schakelklok is in het betreffende geval met behulp van de mikroprocessor 14 gevormd, die de funkties van de schakelklok bewerkstelligt en waarin ook het inschakeltijdstip alsmede het uitschakelt!jdstip van tenminste één voorgeprogrammeerde opname door middel van de invoerinrichting 15 16 wordt ingevoerd en in de mikroprocessor wordt opgeslagen.
Voor een optische indikatie van de met de schakelklok vastgelegde tijdstippen is via een andere bus 18 met uitgangs-leidingen aan de mikroprocessor 14 een indikatie-inrichting 19 aangesloten, die drie indikatoren 20, 21 en 22 voor het 20 aanduiden van de dag, het uur en de minuut van het inscha-keltijdstip resp. uitschakelt!jdstip van de zojuist voorgeprogrammeerde opname vertoont. Vanzelfsprekend kan deze indikatie-inrichting ook nog voor het aangeven van andere funkties resp. gegevens zijn uitgerust; de inrichting kan 25 ook voor het doorlopend aangeven van de tijd dienen. De mikroprocessor zorgt er dan door vergelijking van de opgeslagen tijdstippen met de lopende tijd bij het bereiken van het inschakeltijdstip automatisch voor, dat via de bus 17 aan de stuurinrichting 13 zodanige stuursignalen worden 30 afgegeven, dat.de stuurinrichting het inschakelen van een automatische registratie in het registratieapparaat bewerkstelligt. Bij het bereiken van het uitschakelt!jdstip bewerkstelligt de mikroprocessor op analoge wijze, dat de tevoren ingeschakelde registratie weer automatisch wordt be— 35 eindigd. De mikroprocessor vervult hiermede geheel de bekende funkties van een schakelklok, waarbij de mogelijkheid bestaat, ook verscheidene automatische registraties na el-- kaar te programmeren. ________________ 790 63 35 9 » PHO 78.513 11
Bij een dergelijke in de tijd voorgeprogrammeerde registratie is vanzelfsprekend slechts dan gegarandeerd dat de gewenste registratie geheel en al op de in de cassette ondergebrachte magneetband wordt geregistreerd, wanneer 5 de voor de registratie beschikbare hoeveelheid magneetband daarvoor toereikend is. Om die reden moest tot dusver een gebruiker van een dergelijk registratiesysteem steeds er op letten, dat de met een op het apparaat geplaatste case sette mogelijke opneemtijd voldoende was om een voorgepro-10 grammeerde automatische registratie geheel en al te kunnen maken. Dit is in het bijzonder bij het voorprogrammeren van verscheidene automatische registraties over een langer tijdsbestek onaangenaam én kan de oorzaak van foutieve bediening zijn.
10 Om dit euvel op te lossen, vertoont het regis- tratieapparaat 2 volgens figuur 1 een detektie-inrichting 23 voor het detekteren van de met een op het apparaat geplaatste cassette 4 mogelijke registratietijd en een ver-gelijkingsinrichting 25 die een waarschuwingsinrichting 24 20 voor de gebruiker van het apparaat bestuurt. Aan de verge-lijkingsinrichting 25 wordt hierbij enerzijds aan een ingang 26 de een maat voor de mogelijke registratietijd met de cassette aangevende uitgangsgrootheid van de detektie-inrichting' 23 toegevoerd, waartoe een uitgang 27 van de de-25 tektie-inrichting 23 met de ingang 26 van de vergelijkingsinrichting 25 is verbonden. Aan een tweede ingang 28 wordt aan de vergelijkingsinrichting 25 anderzijds een van de door de mikroprocessor 14 gevormde schakelklok afgeleide, een maat voor de hiermee in totaal vastgelegde tijd voor 30 voorgeprogrammeerde automatische registratie aangeven de vergelijkingsgrootheid toegevoerd, waartoe een overeenkomstige uitgang 29 van de mikroprocessor 14 via een uit-gangsleiding 30 met de ingang 28 van de vergelijkingsin— richting 25 is verbonden. Aan de uitgang 31 van de verge-35 lijkingsinrichting 25 is de ingang 32 van de waarschuwings-inrichting 24 aangesloten, die in het betreffende geval een lamp 33 bevat, die begint te branden, wanneer de totale tijd voor de voorgeprogrammeerde automatische registratie 790 6 3 35 ' ’~ t ' PHO 78.513 12 — met het apparaat groter is dan de mogelijke opnametijd met de cassette.
Bij het opneemsysteem volgens figuur 1 wordt uitgegaan van de veronderstelling, dat bij een in de tijd 5 voorgeprogrammeerde automatische registratie op doelmatige wijze een cassette in het apparaat wordt geplaatst, die nog de totale hoeveelheid van de hierin ondergebrachte band voor opname beschikbaar heeft. Deze veronderstelling komt in de praktijk in zeer vele gevallen voor. Dienovereenkom-10 stig is ook de detektie-inrichting 23 van het registratie-apparaat 2 uitgevoerd, die in het betreffende geval een uitleesinrichting 34 voor de aan de cassette 4 voorziene,^ de in de cassette aanwezige lengte magneetband markerende door de genoemde tongen gevormde markeringen vertoont.
15 De uitleesinrichting jk bestaat hierbij uit drie in het apparaat loodrecht op de bodem 12 van de cassette-opneem-ruimte 3 verschuifbaar geleide, de tongen in de cassette aftastende, schuiven 35» 36 en 37» die elk onder invloed van een tegen een beugel 38 in het apparaat steunende veer 20 39, 40 resp. 41 in de richting van de bodem 12 zijn belast,.
De drie schuiven 35» 36 en 37 zijn hierbij elk voorzien van schouders 42, 43 resp. 44, waartegen de met de overeenkomstige schuif samenwerkende veer 39» 40 resp. 41 steunt. Wanneer een cassette in de cassette-opneemruimte 3 wordt 25 geplaatst, steunt elke schuif 35» 36 resp. 37 onder invloed van de hierop inwerkende veer 39» 40 resp. 41 met de schouders 42, 43» resp. 44 tegen de bodem 12, waarbij dan de vrije uiteinden 45» 46 en 47 van de schuiven 35» 36 resp.
37 door de bodem 12 heen in de cassette-opneemruimte 3 ste-30 ken. Bij een op het apparaat geplaatste cassette worden de schuiven 35» 36 en 37 overeenkomstig de combinatie aanwezige resp. niet-aanwezige tongen in een bepaalde stand verschoven, zoals dit in figuur 1 is te zien.
Voor het decoderen van de stand van de schui-35 ven 35» 35 en 37 is de detektie-inrichting 23 verder voorzien van een decodeerinrichting 48, die drie elk met één van de schuiven 35» 36 en 37 samenwerkende schakelaars 49, 50 en 51 vertoont. Een contact van elke schakelaar is...aan..
790 6 3 35 I 1 PHO 78.513 13 een gemeenschappelijke spanningsbron V aangesloten en het andere contact van elke schakelaar is verbonden met een weerstand 52, 53 resp. 54. De van de schakelaars afgekeerde uiteinden van de weerstanden 52, 53 en 5b zijn met elkaar 5 en met een uiteinde van een andere weerstand 53 verbonden, waarvan het vrije uiteinde aan massa ligt. Hierbij vormen de weerstanden 52, 53» 54 en de weerstand 55 een spannings-deler, waarvan de deelverhouding afhankelijk is van de stand van de schakelaars 49, 50 en 51 en daarmee van de 1° stand van de met de schakelaars samenwerkende schuiven 35» 36, 37. De deelverhouding van de spanningsdeler bepaalt hierbij de aan het aftakpunt 56 van.de spanningsdeler optredende uitgangsgrootheid van de decodeerinrichting 48, die tevens de aan de vergelijkingsinrichting 25 toegevoerde I5 uitgangsgrootheid van de detektie-inrichting 23 vormt. Op deze wijze stelt de uitgangsgrootheid van de detektie-in- de richting 23, die/door de tongen aan de cassette vastgelegde stand van de schuiven bepaalt., een door de tongen aan de cassette aangegeven maat voor de in de cassette aanwe-20 zige hoeveelheid band voor^. waarmee echter deze uitgangs— grootheid tevens een maat voor de met de cassette maximaal bereikbare opnametijd voorstelt.
Zoals figuur 1 toont, zijn in het betreffende geval de beide schuiven 35 en 37 door de beide tongen 10 25 en 11 in een positie gebracht, waarin de met de schuiven 35 en 37 samenwerkende schakelaars 49 en 5I zich in een gesloten positie bevinden. De schuif 36 daarentegen ontmoet op zijn weg geen tong, zodat deze schuif onder invloed van de hierop inwerkende veer 40 met het vrije uiteinde 46 30 in de in de wand 6 van de cassette 4 voorziene uitsparing 8 steekt. Daarbij wordt dan de met deze schuif 36 samenwerkende schakelaar 50 geopend. Door deze stand van de schakelaars 49, 50» en 51 ontstaat een bepaalde deelverhou-ding van de spanningsdeler 52, 53, 5^ en 55, hetgeen een 35 bepaalde uitgangsgrootheid van de detektie-inrichting 23 aan de uitgang 27 hiervan tot gevolg heeft. Deze uitgangsgrootheid wordt via de ingang 26 aan de vergelijkingsin-richting 25 toegevoerd.
7 0 0 6 3 3* I * PHO 78.513 14
Wanneer nu de gebruiker van het betreffende ---- registratiesysteem met behulp van de door de mikroprocessor 14 gevormde schakelklok een voorprogrammering van bijv. meerdere automatische registraties met elk een inschakel-5 tijdstip en elk een uitschakelt!jdstip uitvoert, vindt in het apparaat het volgende plaats. In de mikroprocessor wordt voor elke voorgeprogrammeerde registratie de tijd hiervan vast-gelegd en opgeslagen, waarna de som van de tijden van alle voorgeprogrammeerde registraties wordt bepaald en een 10 met deze som overeenkomende uitgangsgrootheid wordt gevormd. Deze uitgangsgrootheid van de mikroprocessor wordt vanaf een uitgang 29 via een uitgangsleiding 30 aan een ingang 28 van de vergelijkingsinrichting 25 als vergelijkings-grootheid toegevoerd. De vergelijkingsinrichting 25 verge-15 lijkt nu de aan de ingangen 26 en 28 aanwezige grootheden, die daarbij als elektrische signalen in analoge vorm aanwezig zijn en geeft voor het geval, dat de door de detektie-inrichting 23 vastgestelde maximaal mogelijke registratie-tijd met de cassette korter is dan de met de schakelklok 20 in totaal vastgelegde benodigde tijd voor de voorgeprogrammeerde automatische registraties een signaal aan de waar-schuwingsinrichting 24, zodat deze aktief wordt. Hierbij begint dan de lamp 33 van de waarschuwingsinrichting 24 te aldus een branden en geeft klankgebruiker op optische wijze een sig-25 naai dat een foutieve programmering is uitgevoerd. De vergelijkingsinrichting 25 dient in het betreffende geval twee analoge grootheden te vergelijken, hetgeen door een verschilvorming op eenvoudige wijze kan plaatsvinden.
Zoals reeds vermeld, staat elk van de schuiven 30 35» 36, 37 onder invloed van een veer 39> 40 resp. 41, die elke schuif met de schouders 42, 43 resp. 44 tegen de bodem 12 van de cassette-opneemruimte 3 houden, wanneer geen cassette hierin is geplaatst. Daarbij worden de schuiven in een zodanige positie gehouden, dat de hiermee samenwer-35 kende schakelaars 49, 5° en 51 van de decodeerinrichting 48 zich alle in geopende stand bevinden. Bij deze standen van de schakelaars wordt aan de uitgang 27 van de detektie-in-richting 23 als uitgangsgrootheid geen spanning verkregen,..
790 6 3 35 PHO 78.513 15 hetgeen betekent dat geen cassette en derhalve geen mag-„ neetband voor het maken van een registratie in het apparaat aanwezig is. De uitgangsgrootheid geeft in dit ge val aan, dat de mogelijke registratietijd gelijk nul is.
5 Zodra in dit geval een voorprogrammering van het registratiesysteem wordt uitgevoerd, stelt de vergelijkingsinrich-ting 25 vast, dat de mogelijke registratietijd kleiner is dan de benodigde tijd voor de voorgeprogrammeerde automatische registratie. Derhalve wordt op de reeds bovenstaand 10 beschreven wijze de waarschuwingsinrichting 2k zodanig bestuurd, dat deze een optisch waarschuwingssignaal met de lamp 33 geeft. De detektie-inrichting 23 is in het betreffende geval dus ook geschikt voor het detekteren of al dan niet een cassette op het apparaat is geplaatst.
15 Op deze wijze is er bij een registratiesysteem met een registratieapparaat en met hierop plaatsbare cassettes van verschillende soort met verschillende lengten magneetband, waarbij een voorprogrammering van automatische registraties met behulp van een schakelklok mogelijk is, 20 voor gezorgd, dat foutieve programmeringen van de in totaal vastgelegde benodigde tijd voor het voorgeprogrammeerd automatisch registreren met betrekking tot de mogelijke registratieti jd met een cassette praktisch worden vermeden. Een dergelijke foutieve programmering wordt nl. direkt op 25 optische wijze aan de gebruiker kenbaar gemaakt, zodat deze een correctie van zijn programmering kan uitvoeren ofwel een andere cassette, waarmee een langere registratie mogelijk is, in het apparaat kan plaatsen. Door de opbouw van de detektie-inrichting met een mechanisch werkende 30 aftastinrichting voor de als mechanische markeringen voorziene tongen op de cassettes is een robuuste en bedrijfs-zekere inrichting verkregen, die tevens geschikt is om vast te stellen, of er al dan niet een cassette in het apparaat aanwezig is.
35 Het in figuur 2 weergegeven registratiesysteem 101 is voor het gebruik van omkeerbare cassettes uitgevoeid Het registratieapparaat 102 is voorzien van een cassette-opneemruimte 103» waarin een cassette 104 met een wand 106 790 63 35 i 1 PHO 78.513 16 fr .......öfwel met de andere wand 157 naar de bodem gekeerd kan worden geplaatst.
Afhankelijk van de situatie van de cassette in de cassetteopneemruimte kan de op elke helft van een mag-5 neetband 105 een registratie worden gemaakt. De magneetband 105 kan op bekende wijze tussen twee in de cassette 104 draaibaar gelagerde spoelen 158 en 159 worden getransporteerd, waarbij, afhankelijk van de situatie van de cassette in de cassetteopneemruimte, één van de beide spoelen 10 de opwikkelspoel en de andere de voorraadspoel vormt. In de in figuur 2 weergegeven situatie dient bijv. de spoel 158 als voorrraadspoel en de spoel 159 als opwikkelspoel. Voor het aandrijven van de beide spoelen 158 en 159 zijn twee met deze spoelen samenwerkende wikkeldoorns 160 en 161 15 voorzien, die elk op een roterend aandrijfbare as 162 resp. 163 zijn bevestigd. Voor het aandrijven van elke as 162 en 163 is een met deze assen verbonden motor 164 resp. 165 voorzien, die via een schakelaar 166 resp. 167 aan een mo-torvoedingsschakeling 168 resp. 169 voor de energieverzor-20 ging van de motor kan worden aangesloten. De motorvoedings— schakelingen 168 en 169 kunnen daarbij als bekende regel— schakelingen voor het verkrijgen van een bepaalde spanning in de band resp. van een bepaalde transportsnelheid hiervan zijn uitgevoerd. De schakelaars 166 en 167» die vanzelf-25 sprekend als elektronische schakelaars uitgevoerd kunnen zijn, worden vanuit de stuurinrichting 113 gestuurd, zoals dit in figuur 2 door streep-lijnen is aangegeven.
De cassette 104 is aan de beide wanden 106 resp. 157 voorzien van uitsparingen 107» 109 resp. 170, 171» 30 waarin elk een verwijderbare, als mechanisch aftastbare markeringen voorziene tong 110, 111 resp. 172, 173 is aan-geb-racht. Deze tongen markeren de in de cassette ondergebrachte lengte van de magneetband 105· Door het feit, dat deze tongen aan de beide wanden 106 en 157 van de cassette 35 zijn voorzien, is de detektie van de lengte magneetband met behulp van een van een als uitleesinrichting funktio— nerende aftastinrichting 134 voorziene detektie-inrichting 123 in beide ten opzichte van elkaar omgekeerde situaties,.
790 63 35 PHO 78.513 17 van de cassette 104 mogelijk. Vanzelfsprekend zouden deze. markeringen echter ook aan een zijwand van de cassette kunnen zijn voorzien, en het zou eveneens mogelijk zijn, de markeringen bijv. als optisch uitleesbare markeringen uit 5 te voeren.
De detektie-inrichting 123 van het in figuur 2 weergegeven apparaat is met een aftastinrichting 134 en een dekodeerinrichting 148 opgebouwd. Deze dienen voor het vaststellen van de lengte van de in de cassette 104 aanwe-10 zige magneetband. De detektie-inrichting is tevens uitgevoerd voor het vaststellen of er al of niet een cassette in het apparaat is geplaatst. De aftastinrichting 134 bezit met de beide tongen 110, 111, resp. 172, 173 corresponderende schuiven 135 en 137» die met twee schakelaars 149 15 en 151 van de dekodeerinrichting 148 een uitgangsgrootheid veroorzaken. Elk van de uitgangen 174 resp. 175 is daarbij verbonden met een ingang 176 resp. 177 van de mikroproces-sor 114, die in dit geval ook de vergelijkingsinrichting bevat die de uitgangsgrootheden van de dekodeer-inrichting 20 148 verwerkt.
Het in figuur 2 weergegeven apparaat vertoont naast de detektieinrichting 123 een tweede detektie-inrichting 178, die voor het detekteren van de in een op het apparaat geplaatste cassette werkelijk nog voor registra-. 25 tie beschikbare lengte magneetband is uitgevoerd. Hierbij dient de uitgangsgrootheid van de eerste detektie-inrichting 123, die een indikatie geeft omtrent de totale lengte van de magneetband in de cassette 104, als referentie-grootheid van de tweede detektie-inrichting 178.
30 De tweede detektie-inrichting 178 vertoont twee met de assen 162 en 163 verbonden tachogeneratoren 179 en 180, die elk aan hun uitgang 181 resp. 182 een uitgangsgrootheid leveren die evenredig is met het aantal omwentelingen van de met de betreffende tachogenerator 179 resp.
35 180 via de as 162 resp. 163 en de wikkeldoorn 160 resp.
162 gekoppelde spoelen 158 en 159* Elke uitgang 181 resp.
182 van de tachogeneratoren 179 resp. 180 is met een ingang 183» resp. 184 van de mikroprocessor 114 verbonden, zodat 790 6 3 35 PHO 78.513 18 __________ de uitgangsgrootheden van de tachogeneratoren aan de ml-____ kroprocessor worden toegevoerd, die in het betreffende geval ook voor het vormen van de tweede detektie—inrichting wordt gebruikt. De mikroprocessor voert de voor het vast-5 stellen van de in dè cassette nog werkelijk beschikbare lengte magneetband vereiste berekening uit. Bij het begin van een voorprogrammering van een registratie met behulp van de invoerinrichting 116, wordt door de mikroprocessor 114 via de stuurinrichting 113 een kcat, beperkt transport 10 van de magneetband met een vooraf bepaalde snelheid bewerkstelligd. Hierdoor worden de spoelen 158 en 159 aangedreven en de tachogeneratoren 179 en 180 leveren informaties omtrent het hierbij optredende toerental van de spoel 158 resp. de spoel 159 aan de mikroprocessor. Deze berekent 15 vervolgens aan de hand van deze gegevens en de bovendien nog toegevoerde vereiste overige parameters, zoals de diameter van de naven van de afwikkelspoel en de voorraadspoel de dikte van de magneetband en de totale lengte van de magneetband, de nog op de voorraadspoel aanwezige lengte mag-20 neetband, die werkelijk voor een registratie nog ter beschikking staat. Dit alles kan bijv. plaats vinden op een manier zoals de Duitse ter visie gelegde octrooiaanvrage 27.30.134 gedetailleerd is beschreven.
De door de mikroprocessor 14 verkregen waarde 25 van de werkelijk voor registratie nog beschikbare lengte band wordt in de mikroprocessor in een met een uitgangs-grootheid van de tweede detektie-inrichting overeenkomende grootheid omgezet. Deze grootheid wordt weer vergeleken met de vergelijkingsgrootheid die een maat is voor de in totaal 30 door een gebruiker met de schakelklok vastgelegde benodigde tijd voor de voorgeprogrammeerde automatische registraties en die met behulp van een mikroprocessor uit de met de schakelklok opgeslagen gegevens gevormd is. Dit vindt in de mikroprocessor zelf plaats. De mikroprocessor bevat dus 35 ook de vergelijkingsinrichting voor het vergelijken van de beide genoemde grootheden en geeft aan een uitgang 185 een met het resultaat van de vergelijking overeenstemmend sig-... „.naai af. De uitgang 185 van de mikroprocessor 114 is met de 79 0 6 J 35 PHO 78.513 19 ingang 132 van de waarschuwingsinrichting 124 verbonden,._____ die in dit geval als acoustische signaalgever is uitgevoerd Aan de uitgang 185*van de mikroprocessor 114 treedt derhalve een signaal op dat de signaalgever 186 aktiveert wanneer 5 de benodigde tijd voor de voorgeprogrammeerde automatische registratie groter is dan de mogelijke registratietijd met de cassette, die in dit geval gelijk is aan de met de werkelijk nog beschikbare lengte magneetband overeenkomende tijd.
10 Voor het vaststellen van de werkelijk voor re gistratie nog beschikbare lengte magneetband moeten aan de mikroprocessor, zoals vermeld, bepaalde parameters van de cassette worden toegevoerd. Deze parameters kunnen bijvoorbeeld van huis uit in de mikroprocessor aanwezig zijn 15 of door de gebruiker telkens door middel van de invoerin-richting 116 hieraan worden toegevoerd. In het onderhavige voorbeeld wordt een van deze parameters, namelijk de totale leng-ce van de magneetband in een cassette, automatisch door middel van de eerste detektieinrichting 123 telkens 20 aan de mikroprocessor toegevoerd. Dit gebeurt, zoals reeds toegelicht, door het toevoeren van de beide uitgangsgrootheden van de eerste detektieinrichting 123 aan de mikroprocessor via de beide ingangen 176 en 177 hiervan, waarbij deze uitgangsgrootheden als referentiegrootheden voor de 25 tweede detektieinrichting 178 bij het vaststellen van de werkelijk beschikbare lengte magneetband dienen. Deze maatregel is voordelig, aangezien de totale lengte magneetband een parameter van een cassette betreft, die vaak afhankelijk is van het gebruikte soort cassette. De andere para-30 meters, namelijk de dikte van de band en de diameter van de naven van de spoelen, zijn veelal voor alle tot één registratiesysteem behorende cassettes gelijk. Daardoor kunnen de beide laatstgenoemde parameters in de mikroprocessor vast worden opgeslagen. De variabele parameter betreffende 35 de lengte van de magneetband in de cassette wordt voor elke cassette automatisch aan de mikroprocessor toegevoerd. Indien gewenst zouden op een cassette ook nog andere parameters in de vorm van uitleesbare markeringen kunne el worden 790 6 3 35 + c PHO 78.513 20 ______ gemarkeerd, die dan door overeenkomstige detektieinrich-__________ tingen worden uitgelezen die op hun beurt de met behulp van de markeringen gedetekteerde informaties aan de mikropro-cessor doorgeven.
5 De tweede detektieinrichting is zodanig uitge voerd, dat deze tevens geschikt is voor het vaststellen of er al dan niet een cassette in het apparaat is aangebracht. Wanneer geen cassette op het apparaat is aangebracht blijft de bij de voorraadspoel behorende wikkeldoorn en dus ook 10 de hiermee verbonden tachogenerator stilstaan, zodat deze geen uitgangssignaal levert. Deze toestand kan in de mikro-processor worden geëvalueerd, waarna deze de waarschuwings— inrichting bestuurt en deze een geschikt waarschuwingssignaal afgeeft.
15 Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens Figuur 2 is met zekerheid een foutieve bediening vermeden, zelfs wanneer een reeds gedeeltelijk van een registratie voorziene cassette wordt gebruikt. De werkelijk voor opname beschikbare tijd wordt uit de beschikbare lengte magneetband 20 berekend en met de door een gebruiker van het registratiesysteem vastgelegde benodigde tijd voor de voorgeprogrammeerde automatische registratie vergeleken. Voor het geval dat geen cassette in het apparaat is aangebracht wordt een waarschuwing aan een gebruiker gegeven. Het gebruik van de 25 mikroprocessor voor het vormen van zowel de schakelklok als de tweede detektieinrichting en de vergelijkingsinrivöhting biedt het voordeel dat een compacte en goedkope opbouw ontstaat.
In het kader van de uitzijn 30 vinding/een aantal varianten van de bovenstaan beschreven uitvoeringsvoorbeelden mogelijk; dit in het bijzonder met het oog op de uitvoering van de beide detektieinrichtingen, de vergelijkingsinrichting en de waarschuwingsinrichting. Het is bijvoorbeeld denkbaar een registratiesysteem zodanig 35 uit te voeren, dat bij een foutieve programmering de vergeli jkingsinrichting een signaal naar de stuurinrichting van het apparaat geeft en deze een volgende inrichting be-........ krachtigd waardoor de cassette uit het apparaat wordt___________ 790 6 3 35 PHO 78.513 21 - * a geworpen, zodat dan de waarschuwing voor de gebruiker door het uitwerpen van de cassette uit het apparaat gegeven woxtt Een detektieinrichting voor het detekteren van de werkelijk voor registratie beschikbare lengte magneetband kan 5 bijvoorbeeld ook met slechts één met een spoel gekoppelde tachogenerator en met een de transportsnelheid van de band detekterende tachogenerator zijn uitgevoerd, waarbij dan uit de uitgangsgrootheden van deze beide tachogeneratoren weer de werkelijk voor registratie beschikbare tijd voor 10 automatische registratie kan worden berekend.
De omkeerbare videocassette 204 van Fig. 3 omvat een cassettehuis waarvan te zien is een vlakke hoofd-rand 206, een uit twee delen 211a en 211b bestaande zijwand, twee spoelen met spoelkernen 212 en 213» een schuif 15 214 en een in twee richtingen zwenkbare klep 215. Deze kan door de schuif 214 naar voren te bewegen worden gesloten ter bescherming van een magneetband 205. Voor een verdere beschrijving van de cassette zij men verwezen naar aan-vraagsters eerdere aanvrage, no. 7^0^936..
20 Hier zij nog opgemerkt, dat de magneetband 205 slechts over de halve breedte beschreven wordt en na omkering ook over de andere helft beschrijfbaar is.
In de hoofdwand 206 bevinden zich nabij een hoek 216 van de cassette drie markeringsopeningen 201¾ 208, 209· 25 De markeringsopening 208 is voorzien van een wegbreekbaar wandgedeelte 210. Deze deelmarkeringen geven volgens een 3-bit binaire code de speelduur van de cassette aan en wel volgens de volgende code, waarbij een "O” betekent dat geen wegbreekbaar wandgedeelte meer aanwezig is en een "X” bete-30 kent dat het wegbreekbare wandgedeelte wel aanwezig is.
» 35 790 6 3 35 <r 9 * ” PHO 78.513 22 207 208 209 speelduur_ 0 0 0 2 x 30 minuten 0 0 X 2 x 90 ” 5 0 X 0 2 x 150 " X 0 02x210" X X 0 2 x 60 " X OX 2 x 120 " 0 X X 2 x 180 » 10 X ] X I X 2 x 240 »
Aangezien de cassette omkeerbaar is, is uiteraard in de hoofdwand welke zich in de tekening aan de onderkant van de cassette bevindt en op de plaats welke na omkering van de cassette samenvalt met de plaats van de deelmarkerhgen 15 207 - 209» nog een drietal deelmarkeringen aanwezig, welke identiek gekodeerd zijn.
20 25 30 35 790 6 3 35

Claims (13)

1. Registratiesysteem voor het registreren van sig nalen op een magneetband, welk registratiesysteem uit een registratieapparaat en uit hierop plaatsbare, elk een be-5 paalde hoeveelheid magneetband bevattende, cassettes bestaat^ waarbij het registratieapparaat een schakelklok bevat voor het vastleggen van tenminste één inschakeltijdstip alsmede één uitschakelt!jdstip ten behoeve van een in de tijd voorgeprogrammeerde automatische registratie, met het ken-10 merk, dat het registratieapparaat tenminste één detektie-inrichting voor het detekteren van de met een op het registratieapparaat geplaatste cassette mogelijke registratie alsmede een, een waarschuwingsinrichting voor de gebruiker van het registratieapparaat besturende, vergelijkingsin-15 richting bezit, waaraan enerzijds de een maat voor de mogelijke registratietijd met de cassette aanduidende uit-gangsgrootheid van de detektieinrichting en anderzijds een van de schakelklok afgeleide, een maat voor de hiermee in totaal vastgelegde tijd voor de voorgeprogrammeerde auto-20 matische registratie met het registratieapparaat aangevende vergelijkingsgrootheid wordt toegevoerd, waarbij de waar-schuwingsinrichting aktief wordt, wanneer de tijd welke benodigd is voor de voorgeprogrammeerde automatische registratie groter is dan de mogelijke registratietijd met de 25 toegepaste cassette.
2. Registratiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de detektieinrichting van het registratieappa— raat voorzien is van een uitleesinrichting voor het uitle- Λ / zen van tenmxnste een aan de cassette voorzien, de hierin 30 aanwezige totale hoeveelheid magneetband aanduidende^ band-1engt emarkering.
3. Registratiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de detektieinrichting van het registratieapparaat ten behoeve van het vaststellen van de in een op het 35 registratieapparaat geplaatste cassette werkelijk voor registratie beschikbare hoeveelheid magneetband is uitgevoerd. 790 6 3 35 ' * < PHO 78.513 24
4. Registratiesysteem volgens conclusie 2 en 3, met het kenmerk, dat het registratieapparaat een detektieinrichting bezit die een combinatie omvat van een, een uitleesinrichting voor ténminste één aan de cassette aanwezige en de dsa& 5 in aanwezige hoeveelheid magneetband aangevende markering omvattende, eerste detektieinrichting en een tweede detektieinrichting, die voor het detekteren van de in een op het registratieapparaat geplaatste cassette werkelijk voor registratie beschikbare hoeveelheid magneetband is uitgevoerd 10 en waarbij de uitgangsgrootheid van de eerste detektieinrichting als referentiegrootheid voor de tweede detektieinrichting dient.
5· Registratiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de detektieinrichting van het 15 registratieapparaat tevens voor het vaststellen, of er al dan niet een cassette op het registratieapparaat is geplaatefc is uitgevoerd.
6. Registratiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het registratieapparaat een mi- 20 kroprocessor.bezit, die tenminste dient voor het vormen van de schakelklok, de detektieinrichting en de vergelijkingsin— richting.
7. Cassette voor een registratiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, welke cassette van tenminste één 25 uitleesbare markering is voorzien, met het kenmerk dat de cassette is voorzien van een uitleesbare bandlengtemarkericg die de lergfce van de in de cassette aanwezige magneetband markeert.
8. Cassette volgens conclusie 7» en voorzien van een cassettehuis met twee evenwijdige in hoöfdzaak vierhoeki- 30 ge hoofdwanden verbonden door zijwanden, met het kenmerk, dat de bandlengtemarkering in een, meerdere bits omvattende, binaire code op de cassette aanwezig is, waarbij iedere bit wordt gevormd door een deelmarkering, welke in één van twee specifieke toestanden voorkomt. 35
9· Cassette volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat het cassettehuis is voorzien van, door wegbreekbare wand-gedeelten afdekbare, markeringsopeningen en dat één van de beide toestanden van iedere deelmarkering bestaat 790 63 35 .« * ^ 2 PHO 78.513 25 uit de aanwezigheid van het wegbreekbare wandgedeelte van -een markeringsopening en de andere van de beide toestanden uit de afwezigheid van het wegbreekbare wandgedeelte.
10. Cassette volgens conclusie 8, met het kenmerk, 5 dat de deelmarkeringen zich bevinden nabij een hoek van een hoofdwand van het cassettehuis,
11. Registratieapparaat behorende tot een registratiesysteem volgens conclusie 3» en voor samenwerking met een cassette volgens conclusie 9., met het kenmerk, dat de detektieinrichting van het registratieapparaat ten behoeve van het vaststellen van de in een op het registratieapparaat geplaatste cassette werkelijk voor registratie beschikbare hoeveelheid magneetband is voorzien van een, met het aantal bits van de binaire code van de bandmarkering overeenstem- ^ mend, aantal detektieschakelaars, ieder voorzien van een veerbelast verplaatsbaar detektieorgaan voor het detekteren van de toestand van een deelmarkering op de cassette, waarbij het detektieorgaan bij afwezigheid van een wegbreek-baar wandgedeelte zich althans ten dele in een markerings-20 opening bevindt waarbij de betreffende detektieschakelaar zich dan in een eerste toestand bevindt en bij aanwezigheid van het wegbreekbare wandgedeelte met dit wandgedeelte samenwerkt waarbij de detektiéschakelaar zich dan in een tweede toestand bevindt. 2^
12. Registratieapparaat volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de detektieorganen van de detektieschakelaars bestaan uit in hun lengterichting indrukbare detek-tiepennen.
13. Registratieapparaat volgens conclusie 11 voor 30 een registratiesysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de detektieinrichting is uitgevoerd om vast te stellen dat, indien alle detektieschakelaars zich in hun eerste toestand bevinden, geen cassette op het registratieapparaat is geplaatst. 790 63 35 " 35
NLAANVRAGE7906335,A 1978-09-01 1979-08-22 Registratiesysteem en cassette voor een dergelijk registratiesysteem. NL179617C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT634178A AT356916B (de) 1978-09-01 1978-09-01 Aufzeichnungssystem und kassette fuer ein solches aufzeichnungssystem
AT634178 1978-09-01

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7906335A true NL7906335A (nl) 1980-03-04
NL179617B NL179617B (nl) 1986-05-01
NL179617C NL179617C (nl) 1986-10-01

Family

ID=3585333

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7906335,A NL179617C (nl) 1978-09-01 1979-08-22 Registratiesysteem en cassette voor een dergelijk registratiesysteem.

Country Status (16)

Country Link
US (1) US4339776A (nl)
JP (1) JPS5534389A (nl)
AT (1) AT356916B (nl)
AU (1) AU532078B2 (nl)
CA (1) CA1147458A (nl)
CH (1) CH649407A5 (nl)
DE (2) DE2934225C2 (nl)
ES (2) ES483742A1 (nl)
FR (1) FR2435097B1 (nl)
GB (1) GB2030755B (nl)
HK (2) HK21084A (nl)
IE (1) IE48936B1 (nl)
IT (1) IT1203304B (nl)
NL (1) NL179617C (nl)
SE (2) SE443469B (nl)
SG (1) SG53083G (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4398300A (en) * 1977-12-09 1983-08-09 Staar S. A. Method and apparatus for cassette identification by operating characteristics
BE885102R (fr) * 1978-10-27 1980-12-31 Staar Sa Dispositif de memorisation de la position instantanee d'une bande magnetique contenue dans une cassette
US4406426A (en) * 1981-06-16 1983-09-27 Richard Crandall Secrecy-coded cassette
JPS5875161A (ja) * 1981-10-29 1983-05-06 Canon Inc プロセスキツト及びこのキツトを用いる画像形成装置
NL8201573A (nl) * 1982-04-15 1983-11-01 Philips Nv Magneetband-loopwerk.
US4554599A (en) * 1982-06-21 1985-11-19 Fujitsu Ten Limited Cassette tape reproduction control arrangement
JPS61294652A (ja) * 1985-06-20 1986-12-25 Sony Corp 記録再生装置
JPS62134856A (ja) * 1985-12-05 1987-06-17 Pioneer Electronic Corp デイジタル・オ−デイオ・デイスク再生装置
US4723181A (en) * 1986-09-24 1988-02-02 Eastman Kodak Company Tape memory with integral disk index on reel
JPS6391884U (nl) * 1986-12-04 1988-06-14
JP2663425B2 (ja) * 1987-01-20 1997-10-15 松下電器産業株式会社 光学式デイスク再生装置
JPS647615U (nl) * 1987-06-30 1989-01-17
KR910003393Y1 (ko) * 1988-08-26 1991-05-24 삼성전자 주식회사 예약 녹화시 비디오 테이프의 주행 모드 자동 설정회로
DE3833452A1 (de) * 1988-10-01 1990-04-05 Grundig Emv Verfahren zur vermeidung des versehentlichen ueberschreibens von auf einem videomagnetband aufgezeichneten videosignalabschnitten und videomagnetbandrecorder zur durchfuehrung dieses verfahrens
KR910010183B1 (ko) * 1988-12-22 1991-12-20 삼성전자 주식회사 녹화 정지 시간 설정 방법
JPH0346158A (ja) * 1989-07-14 1991-02-27 Teac Corp ディスク装置
GB9011889D0 (en) * 1990-05-26 1990-07-18 Crowhurst Business Systems Improvements relating to recording machines
EP0501338A3 (en) * 1991-02-28 1994-09-28 Toshiba Kk Timer operation management apparatus
KR920020481A (ko) * 1991-04-29 1992-11-21 강진구 Vcr의 녹화 속도 자동 변환 방법
US5414859A (en) * 1992-05-27 1995-05-09 Tandy Corporation Interprocessor communication protocol with built-in error prevention encoding
US5594601A (en) * 1992-05-27 1997-01-14 Tandy Corporation Method of programming audio tracks in a sequential medium
DE69321423T2 (de) * 1992-07-10 1999-05-12 Koninklijke Philips Electronics N.V., Eindhoven System zur Aufnahme und/oder Wiedergabe von Informationssignalen und Kassette und Gerät für das System
JP3339123B2 (ja) * 1993-08-24 2002-10-28 ソニー株式会社 録画情報記録方法
JPH0798935A (ja) * 1993-09-29 1995-04-11 Toshiba Corp 情報信号記録再生装置
US6101070A (en) * 1993-09-30 2000-08-08 Sony Corporation Method and apparatus for determining information and a cassette for use therewith

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3601558A (en) * 1967-11-20 1971-08-24 Matsushita Electric Ind Co Ltd Cartridge-type magnetic tape recording and reproducing apparatus with means to indicate the coercivity of the tape
US3557360A (en) * 1968-05-31 1971-01-19 Bell & Howell Co Apparatus for illuminating the tape reels and spindle splines of tape cassettes
US3712559A (en) * 1969-11-05 1973-01-23 Information Terminals Corp Tape cassette and improvements therefor
AT311693B (de) * 1971-03-08 1973-11-26 Philips Nv Aufzeichnungs- und/oder Wiedergabegerät
US3723666A (en) * 1971-03-23 1973-03-27 Bell & Howell Co Method for distinguishing pauses in recorded features during replay thereof
US3761643A (en) * 1971-07-16 1973-09-25 M Keeler Video playback unit in inaccessible container
GB1479755A (en) * 1973-06-28 1977-07-13 Matsushita Electric Ind Co Ltd Magnetic tape recording and reproducing apparatus
US4075669A (en) * 1974-03-22 1978-02-21 U.S. Philips Corporation Index marking for a cassette magazine apparatus
AT335195B (de) * 1974-07-17 1977-02-25 Philips Nv Aufzeichnungs- und/oder wiedergabegerat und kassette fur ein solches gerat
GB1569957A (en) * 1977-01-17 1980-06-25 Matsushita Electric Ind Co Ltd Magnetic recording and playback apparatus
JPS5951054B2 (ja) * 1977-08-25 1984-12-12 ソニー株式会社 記録再生装置
US4197561A (en) * 1978-01-18 1980-04-08 Brigham Young University Portable recorder apparatus for recording time-related data

Also Published As

Publication number Publication date
SE7907174L (sv) 1980-03-02
CH649407A5 (de) 1985-05-15
SE8501782L (sv) 1985-04-11
JPS5534389A (en) 1980-03-10
HK48384A (en) 1984-06-15
ES483742A1 (es) 1980-09-01
SE8501782D0 (sv) 1985-04-11
FR2435097B1 (fr) 1985-07-12
NL179617B (nl) 1986-05-01
IT1203304B (it) 1989-02-15
CA1147458A (en) 1983-05-31
IE48936B1 (en) 1985-06-26
ATA634178A (de) 1979-10-15
GB2030755A (en) 1980-04-10
ES483733A1 (es) 1980-09-01
DE2934225A1 (de) 1980-03-13
IT7968723A0 (it) 1979-08-28
DE2934225C2 (de) 1985-04-18
SE443469B (sv) 1986-02-24
SG53083G (en) 1984-04-19
US4339776A (en) 1982-07-13
DE7924084U1 (de) 1980-07-10
AU532078B2 (en) 1983-09-15
HK21084A (en) 1984-03-16
AU5032079A (en) 1980-03-27
FR2435097A1 (fr) 1980-03-28
AT356916B (de) 1980-06-10
NL179617C (nl) 1986-10-01
GB2030755B (en) 1983-06-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7906335A (nl) Opneemsysteem en cassette voor een dergelijk opneemsy- steem.
US5030978A (en) Photographic film cassette
EP0541714B1 (en) Photographic film cassette and camera apparatus and method
US5566033A (en) Method and apparatus for determining the location of information on a magnetic tape
CN103026412B (zh) 磁带驱动器及操作磁带驱动器的方法
KR910005447B1 (ko) 자기밴드의 스타아트 및/또는 아직 처리를 기다리는 플레이 타임의 확인을 위한 방법
JPS6222197B2 (nl)
GB2111945A (en) Magnetic tape cassette
JPS6059580A (ja) カセツトテープの固有の特性データの識別方法
IE48937B1 (en) Magnetic tape cassette
KR830001682Y1 (ko) 자동 기록 시스템
JPS5858746B2 (ja) カセツトテ−プの残量時間表示装置
US5899589A (en) Camera
JPS6051183B2 (ja) 電子テ−プカウンタ装置
JPS6051180B2 (ja) テ−プレコ−ダ
JPS6053392B2 (ja) カセツトテ−プの走行時間表示方式
JPH06282970A (ja) テープ位置演算装置
JPH02198053A (ja) テーププレーヤーの記録位置検出装置
JPS58139380A (ja) テ−プサイズ識別装置
JPH01319103A (ja) 磁気テープ制御装置
JPS6190380A (ja) 磁気テ−プの位置を表示する方法
JPS6053393B2 (ja) カセツトテ−プの残量時間表示方式
JPH0157431B2 (nl)
JPS618784A (ja) テ−プ残量時間表示装置
JPH10186498A (ja) 磁気記録可能なフィルムを使用するカメラ

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee