NL7905616A

NL7905616A - Werkwijze voor het vervaardigen van een losmaakbare ritssluiting.

Info

Publication number: NL7905616A
Application number: NL7905616A
Authority: NL
Original assignee: Yoshida Kogyo Kk
Priority date: 1978-07-26
Filing date: 1979-07-19
Publication date: 1980-01-29
Also published as: BE877908A; FR2433314A1; CA1150459A; US4309233A; GB2028915A; HK33787A; JPS5519112A; MY8600205A; DE2929824A1; IT1118816B; ES483147A1; GB2028915B; CH641655A5; AU4916579A; SG46885G; NL185820B; FR2433314B1; IT7968549A0; BR7904823A; NL185820C

Description

<

N

Yoshicla Kbgyo K.K. te Tokio, Japan

Werkwijze voor het vervaardigen van een_losmaakbare ritssluiting.

De uitvinding heeft in hoofdzaak betrekking op het vervaardigen van ritssluitingen en betreft meer in het bijzonder een werkwijze voor het vervaardigen van ritssluitingen van een losmaakbaar type uit een paar van ritssluitingdraagbanden van continue of in hoofdzaak 5 eindloze lengte.

Er zijn vele losmaakbare ritssluitingen voorgesteld die zijn uitgerust met een losmaakbaar eindkoppelstuk dat bestaat uit een losmaakbare pen die is bevestigd aan het ondereinde van één van de tegenover elkaar gelegen ritssluitingdraagbanden, een vasthoudpen die is be-10 vestigd aan het ondereinde van de andere draagband, en een vasthouder die is bevestigd aan de vasthoudpen voor het ontvangen van de losmaakbare pen die is gekoppeld aan de twee ritssluitingdraagbanden aan de ondereinden daarvan. In het geval van bekende losmaakbare sluitingen, is elk van de losmaakbare pen en de vasthoudpen gewoonlijk gevormd door 15 het toepassen van een gescheiden onderdeel van materiaal uit het materiaal dat de ritssluitingdraagbanden zelf vormt. Een dergelijke werkwijze is ingewikkeld en tijdrovend.

Het is daarom een oogmerk van de uitvinding om een werkwijze te leveren voor het vervaardigen van een ritssluiting van het losmaakbare 20 type met een maximum aan gemak en tegen minimale kosten.

Volpns de uitvinding is dit bereikt met een werkwijze voor het vervaardigen van afzonderlijke ritssluitingen van een losmaakbaar type uit een paar van continue ritssluitingdraagbanden die een paar van draagbanden hebben die langs de respectieve binnenlangsranden een paar 25 van samenwerkende reeksen van sluitelementen hebben. Deze.continue ritssluitingdraagbanden worden intermittetend toegevoerd over een afstand die correspondeert met een gewenste ritssluitinglengte. Een steunstrip van kunsthars wordt geplaatst op een oppervlak van de draag- 7905616 * 2 banden terwijl de draagbanden stationair worden gehouden tussen elke intermitterende beweging, waarbij de strip zich in dwarsrichting van de draagbanden uitstrekt. Vervolgens worden warmte en druk toegevoerd aan de draagbanden op het eerste gedeelte waar de strip op is geplaatst, voor 5 het vastlassen van aangrenzende sluitelementen aan elkaar, de sluit- elementen aan de draagbanden, en de draagbanden aan de strip, en voor het vormen van de gesmolten sluitelementen tot een gewenste configuratie die is afgestemd op het vormen van een losmaakbare pen en een vast-houdpen. De losmaakbare pen én de vasthoudpen worden voltooid door het 10 afsnijden van dergelijke gesmolten en gevormde sluitelementen. Gelijk tijdig met het voltooien van de losmaakbare pen en de vasthoudpen, worden de draagbanden afgesneden langs een lijn die dwars over de draag*· banden loopt en passeert nabij één einde van de twee pennen, waarbij de continue ritssluitingdraagbanden worden afgesneden tot een afzonder-:: 15 lijke ritsslutinglengte. Een schuif wordt gestoken door één van de draagbanden van de afzonderlijke ritssluitinglengte waarop de vasthoudpen is gevormd. Tenslotte wordt een vasthouder aan de vasthoudpen bevestigd.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarbin bij wijze van voorbeeld een inrichting voor het 20 toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een paar van continue ritssluitingdraagbanden waaruit afzonderlijke ritssluitingen van een losmaakbaar type kunnen worden vervaardigd, 25 fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1, waarbij de wijze waarop de draagbanden worden gesmolten en samengeperst is weergegeven, fig. 3 een bovenaanzicht van de draagbanden, nadat het smelten en samendrukken zijn uitgevoerd, 30 fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV van fig. 3, fig. 5 een schematisch bovenaanzicht van de draagbanden, waarin cfe werkwijze is weergegeven waarop de draagbanden worden afgesnéden teneinde een losmaakbare pen, een vasthoudpen, en een eindaanslag te vormen, fig. 6 een schematisch bovenaanzicht van de draagbanden, waarbij 35 deze na het snijden zijn weergegeven, fig. 7 een doorsnede volgens de lijn VII-VII van fig. 6, 7905616 3 fig. 8 een doorsnede volgens de lijn VIII-VIII van fig. 6, fig. 9 een schematisch bovenaanzicht van de draagbanden, na het bevestigen van een op en doos gelijkende vasthouder aan de vasthoudpen, fig. 10 een schema van een losmaakbare ritssluiting die volgens 5 de uitvinding is vervaardigd, fig. 11 op grotere schaal een bovenaanzicht van een eindaanslag van de losmaakbare ritssluiting van fig. 10, en fig. 12 op grotere schaal een bovenaanzicht van een losmaakbaar eindkoppelstuk van de losmaakbare ritssluiting van fig.10.

10 In fig. 1 is op schematische wijze een paar van ritssliifcingdraag- banden 10 en 11 van continue lengte weergegeven, die bestaan uit een paar draagbanden 12 en 13 die een paar van samenwerkende reeksen van respectieve sluitelementen 14 en 15 dragen. Elk sluitelement 14, 15 is vastgestikt aan één van de draagbanden 12 en 13 langs de binnenlangs-15 rand door middel van een stikseldraad 16 die bestaat uit kunststof vezels, zoals polyestervezels of garens die daarmede zijn gemengd.

Elke reeks van sluitelementen 14 en 15 is gevormd uit een continue filament van een thermoplastische kunsthars tot een schroeflijnvormig wikkelstelsel, omvattende een aantal slagen die in de lengterichting 20 van de band op een afstand van elkaar liggen. Elk van de slagen omvat een paar van op afstand van elkaar gelegen benen 17, en een koppelkop 18 die tussen de benen 17 ligt. Elke sluitelementreeks 14, 15 heeft een aantal verbindingsgedeelten 19 die zich bevinden tussen aangrenzende slagen. Hoewel de sluitelementen 14 en 15 zijn weergegeven van het 25 schroeflinvormig gewikkelde type, kunenn ook andere configuraties worden toegepast, zoals een meander of op zigzag-wijze.

Afzonderlijke ritssluitingprodukten 38 (fig. 10) worden uit de hierboven beschreven continue ritssluitingdraagbanden 10 en 11 vervaardigd op de volgende wijze.

30 Eerst wordt een steunstrip 20 van kunsthars, zoals polyester, bevestigd aan het achteroppervlak van de ritssluitingdraagbanden 10 en 11 door middel van vasthechting, zoals is weergegeven in fig. 1. De steunstrip 20 loopt dwars over de ritssluitingdraagbanden 10 en 11.

Vervólgens worden de samenwefkende reeksen van sluitelementen 14 35 en 15 gevormd of vervormd met behulp van warmte -en druk in een eerste ge deelte 21 (fig. 1) daarvan tot de vorm die is weergegeven in de fig. 3 7905616 4 en 4. Deze vervorming wordt uitgevoerd met behulp van een ultrasonore hoorn 22 en een aambeeld 23 die zijn ontworpen voor het gezamenlijk samenpersen van de ritssluitingdraagbanden 10 en 11 en de steunstrip 20 op een tussengeplaatste wijze, zoals is weergegeven in £ig. 2. Op dat 5 moment worden het aambeeld 23 en de ultrasonore hoorn 22 met elkaar in aanraking gedrukt, met het frontvlak van de ritssluitingdraagbanden 10 en 11 en het afgekeerde oppervlak van de strip 20 ertussen.

Het aambeeld 23 bezit een vormholte 24 met een lengte die gelijk is aan een tevoren bepaalde waarde van been-tot-been steken (in het 10 weergegeven voorbeeld bijna 6 steken) van de sluitelementen 14 en 15,een diepte die iets kleiner is dan de hoogte H^ van de sluitelementen 14 en 15, en een breedte die iets kleiner is dan de breedte van de samenwerkende reeksen van sluitelementen 14 en 15. Het aambeeld 23 is verder voorzien van een paar uitsparingen 25 die samenvallen met 15 de holte 24 langs tegenover elkaar gelegen langsranden. Indien het aam beeld 23 naar beneden wordt gebracht voor het samendrukken van de sluitelementen 15 en 15, zullen de koppelgedeelten 19 daarvan dus worden gedrukt door de uitsparingen 25 van het aambeeld 23 en dus worden gevormd tot een paar van randgedeelten 26 met kleine dikte. De randge-20 deelten 26 met kleine dikte hebben elk een plat oppervlak, zodat een schuif 27 (fig. 4) daarover gemakkelijk kan worden bewogen. Tussen de twee randgedeelten 26 loopt een middengedeelte 28 met belangrijke dikte, waarvan de omtrek in hoofdzaak overeenkomt met de omtrek van de holte 24.

25 Gelijktijdig met het vervormen van de sluitelementen 14 en 15 uit de vorm van de fig. 1 en 2 naar de vorm van de fig. 3 en 4, wordt de steunstrip 20 vastgelast: en samengedrukt door de ultrasonore hoorn 22, met het gevolg dat de strip 20 een kleinere dikte krijgt, zoals bij het punt 29 van fig. 4. Omdat de strip 20 alleen maar doof smeltend 30 vasthechten aan de ritssluitingdraagbanden 10 en 11 kan worden bevestigd, kan de bovengenoemde door vasthechting verbindende stap worden weggelaten.

Zoals het duidelijkst in fig. 4 zichtbaar is worden de sluitelementen 14 en 15 in het vervormde eerste gedeelte 21 aan elkaar alsmede 35 aan de draagbanden 12 en 13 vastgelast, die op hun beurt worden vastge last aan de steunstrip 20. De stikselsdraden 16 worden ook vastgelast 790 5 6 1 6 «r 5 aan de sluitelementen 14 en 15 en kunnen dus niet meer losraken. De mate waarin de sluitelementen 14 en 15 worden vervormd, kan alleen maar worden afgeleid en enigszins zichtbaar worden gemaakt door de projectie van fig. 3. Zij kunnen gedeeltelijk of geheel, al. naar gelang de be-5 hoefte worden vervormd.

Vervolgens wordt een eindaanslag 30 (fig. 5) op de ritssluiting-draagbanden 10 en 11 gevormd. Zoals in fig. 3 is weergegeven wordt eerst een film of strip 31 van kunsthars op de ritssluitingdraagbanden 10 en 11 geplaatst, zodat deze zich uitstrekt over de samenwerkende sluit-10 elementreeksen 14 en 15 en ligt boven een groep van sluitelementslagen in de buurt van het achtereinde van het vervormde eerste gedeelte 21. Vervolgens worden druk en warmte toegevoerd door middel van een ultra-sonore hoorn en een aambeeld (beide niet weergegeven) aan de film 31 voor het gelijktijdig vastlassen van de film 31 aan de draagbanden 12 15 en 13 en de groep van slagen van sluitelementen 14 en 15, en het vormen van een paar buitenranden 32 en 33 van de eindaanslag 30 tot de gewenste vorm. De eindaanslag 30 wordt dus gevormd in een positie die grenst aan het achtereinde van het vervormde eerste gedeelte 21. Het is • echter ook mogelijk dat de eindaanslag 30 wordt gevormd op een plaats 20 op afstand van de vervormde eerste positie 21.

Vervolgens worden de ritssluitingdraagbanden 10 en 11 afgesneden langs de lijnen L (fig. 5) voor het leveren van een losmaakbare pen 34, een vasthoudpen 35, en een paar van tegenover elkaar gelegen eindaanslag-nokken 36 resp. 37 (fig. 6). dit afsnijden wordt .uitgevoerd door een ge-25 schikte (niet weergegeven) drevel die met warmte werkt die wordt opgewekt zoals bij een ultrasonore. hoorn.

Met der continue ritssluitingdraagbanden 10 en 11 die intermitterend worden toegevoerd over een afstand die correspondeert met een gewenste ritssluitinglengte, worden alle voorgaande stappen uitgevoerd, 30 terwijl de draagbanden 10 en 11 stationair worden gehouden tussen elke intermitterende beweging. Er wordt dus een aantal paren van ritssluitingdraagbanden van afzonderlijke ritssluitinglengte verkregen, waarbij elk paar van ritssluitingdraagbanden 10 en 11 aan zijn boveneinde is voorzien van de losmaakbare boveneindaanslag 30 en aan zijn onder-35 einde van de losmaakbare pen 34 en de vasthoudpen 35.

Bij het vervaardigen van elk ritssluiting prgdukt 38 (fig. 10), 790 56 1 6

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van afzonderlijke ritssluiting en van een losmaakbaar type uit een paar van continue ritssluitingdraagbanden die een paar van draagbanden omvatten die langs de respectieve binnenlangsranden een paar van samenwerkende reeksen van sluitelementen dragen, met het kenmerk, dat zij bestaat uit de stappen van: 20 a) het toevoeren van de continue ritssluitingdraagbanden op intermitteren de wijze over een afstand die correspondeert met een gewenste ritssluiting-lengte, b) het plaatsen van een steunstrip van kunsthars: op een oppervlak van de draagband terwijl de draagbanden stationair worden gehouden tussen 25 elke intermitterende beweging, welke strip in dwarsridating van de draagbanden loopt, c) het toevoeren van warmte en druk aan de draagbanden op het eerste gedeelte waar de strip op is geplaatst voor het vastlassen van aangrenzende sluitelementen aan elkaar, de sluitelementen aan de draag- 30 banden, en de draagbanden aan de strip, e'n voor het vormen van de gelaste sluitelementen tot een gewenste configuratie die is afgestemd op het vormen van een losmaakbare pen en een vasthoudpen, . d) het afsnijden van de gelaste en gevormde sluitelementen teneinde de losmaakbare pen en de vasthoudpen te voltooien, 35 e) het gelijktijdig met het voltooien van de losmaakbare pen en de vasthoudpen afsnijden van de draagbanden langs een lijn die dwars over de 7S0 5 6 1 6 Λ draagbanden loopt en zich bevindt nabij één einde van de twee pennen, waarbij de continue ritssluitingdraagbanden worden afgesneden tot een afzonderlijke ritssluitinglengte, f) het plaatsen van een schuif ©ver één van de draagbanden van de af- 5 zonderlijke ritssluitinglengte waarop de vasthoudpen is gevormd, en g) het bevestigen van een vasthouder 'aan de vasthoudpen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de strip is bevestigd aan het ene oppervlak van de draagbanden door middel van bevestigen met behulp van hechtmiddel.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stap van het toevoeren van warmte en druk wordt uitgevoerd door een ultra-sonore hoorn en een aambeeld.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stap van het afsnijden van de gelaste sluitelementen aan de draagbanden wordt 15 uitgevoerd door een drevel en een ultrasonore hoorn.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hij verder bestaat uit de stappen van: h) het plaatsen van een film van kunsthars op het andere oppervlak van de draagbanden, zodat de film zich uitstrekt over de sluitelementen, 20 welke film zich bevindt in de buurt van het eerste gedeelte van de draagbanden, i) het toevoeren van warmte en druk aan de draagbanden op dit tweede gedeelte waar de film op is geplaatst, voor het vastlassen van aangrenzende sluitelementen aan elkaar, de sluitelementen aan de draag- 25 banden, en voor het vormen van de gelaste sluitelementen en de film tot een gewenste configuratie die is afgestemd op het vormen van een paar van eindaanslagnokken, en j) het afsnijden van de gelaste en gevormde sluitelementen teneinde de eindaanslagnokken te voltooien.

6. Werkwijze volgnens conclusie 5, met het kenmerk, dat het toevoeren van de warmte en druk voor de eindaanslagnokken gelijktijdig wordt uitgevoerd met het eerstgenoemde toevoeren van warmte en druk voor de losmaakbare pen en de vasthoudpen*

7. Werkwijze zoals toegelicht aan de hand van de tekening. 35 790 5 6 1 6