NL7905423A

NL7905423A - Schrijfpunt voor waterachtige inkt.

Info

Publication number: NL7905423A
Application number: NL7905423A
Authority: NL
Original assignee: Waite & Son Ltd
Priority date: 1978-07-11
Filing date: 1979-07-11
Publication date: 1980-01-15
Also published as: KR830001065A; SE7905988L; CA1148118A; IN152415B; MX146080A; US4500222A; FR2430855B1; ATA469579A; CH640459A5; AR219983A1; IT1122096B; AU523313B2; DE2927046A1; IT7924228A0; SE440051B; AT372913B; AU4853279A; HK32383A; GB2025857A; ES482284A1

Description

793320/M/sn _ i ‘ /

Aanvraagster: Waite & Son Limited te Mitcham, Surrey, Groot-Brittannie.

Titel : Schrijfpunt voor waterachtige inkt*

De uitvinding heeft betrekking op een schrijfpunt voor waterachtige inkt.

Er zijn schrijfpunten bekend voor gebruik bij waterachtige inkt, voorzien van een langwerpig huis, dat aan één einde een holte 5 heeft waarin een kogel wordt vastgehouden, en een vezelachtige voe-dingskern met capillairen voor het voeden van waterachtige inkt, welke capillairen zich in een boring van het huis vanaf het andere einde daarvan uitstrekken voor het overbrengen van waterachtige inkt vanaf een bron daarvan naar de kogel via een gegroefd voedingskanaal in hei 10 huis tussen de boring en de.holte*

Bij deze bekende punten is de kern bestemd om in een aanliggend verband te worden geplaatst met het einde van het gegroefde voedingskanaal dat van de kogel verwijderd is, waarbij de overbrenging van inkt naar de kogel dikwijls onbetrouwbaar is, in de eerste plaats als 15 gevolg van de slechte overbrenging van inkt vanaf de kern naar de groeven van het gegroefde voedingskanaal, bijvoorbeeld veroorzaakt door een axiale tussenruimte tussen de einden van de kern en het gegroefde voedingskanaal die bestemd zijn om in een aanliggend verbani te zijn* 20 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een schrijfpunt voor waterachtige inkt welke een betrouwbaarder inktoverbrenging verschaft vanaf de kern naar het gegroefde voedingskanaal.

Volgens de uitvinding wordt een schrijfpunt verschaft bestemd voor gebruik met waterachtige inkt, voorzien van een langwerpig huis, 7905423 % <t — 2 - - t" ,_ dat aan één einde een holte heeft waarin een kogel wordt vastgehouden, en een vezelachtige voedingskern met voedingscapillairen voor waterachtige inkt, welke kern zich vanaf het andere einde van het huis door een boring hierin uitstrekt voor de overbrenging van waterachti<|e 5 inkt vanaf een bron daarvan naar de kogel via een gegroefd voedings-kanaal in het huis tussen de boring en de holte, waarbij de voedings·· kern is ingestoken in het einde van het gegroefde voedingskanaal dat van de kogel verwijderd is, terwijl het materiaal van de kern in hoofdzaak niet is sanengedrukt in de groeven van het gegroefde voe-10 dingskanaal en in hoofdzaak de gehele dwarsdoorsnede inneemt van het gegroefde voedingskanaal tenminste aan dit einde daarvan*

Het zal duidelijk zijn, dat het insteken van de kern in het gegroefde voedingskanaal op de hierboven aangegeven wijze een positief contact veroorzaakt tussen de kern en de groeven van het gegroefde 15 voedingskanaal, waardoor de inktoverbrenging daartussen betrouwbaarder wordt gemaakt.

Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het materiaal van de kern in hoofdzaak niet samengedrukt binnen en aangrenzend van het gegroefde voedingskanaal.

20 Het is bijzonder belangrijk, dat het kernmateriaal binnen de groeven van het gegroefde voedingskanaal niet aan samendrukking wordl: onderworpen welke de werking van de capillairen van de kern zou verhinderen, terwijl doelmatig de kern en het huis zodanig zijn aan-gebracht, dat bij het insteken van de kern in het gegroefde voedings-25 kanaal het materiaal van de kern zonder belangrijke sanendrukking in de groeven van het voedingskanaal wordt verplaatst, en doelmatig ook aangrenzend van dit einde van het gegroefde voedingskanaal.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van twee uitvoeringsvoorbeelden.

30 ” Fig. 1 is een axiale doorsnede van een schrijfpunt.

7905423 - .3 -

A

V

*' .

* * *

Fig, 2 en 3 zijn radiale doorsneden van de punt over de lijnen II-II resp. III-III in fig, 1,

Fig. 4 is een axiale doorsnede van een andere schrijfpunt,

Fig, 5 is een radiale doorsnede over de lijn V-V in fig, 4.

5 Elk van de weergegeven schrijfpunien T is bestemd voor gebruik met waterachtige inkt en omvat een langwerpig huis 2, een schrijfkogd 3 welke wordt vastgehouden in een holte 4 aan een einde 5 van het huis, terwijl een voedingskern 6 zich uitstrekt in een boring 7 in het huis vanaf het andere einde 8 daarvan voor het overbrengen van 10 inkt vanaf een (niet weergegeven) bron daarvan naar de kogel 3 via ψ een gegroefd voedingskanaal 9 tussen de boring 7 en de holte 4,

Het huis is eveneens voorzien van een ringvormige aanslag 10 waarmede hij kan worden geplaatst in een schrijfinstrument,

De kern 6 is gevormd als een stok overlangs verlopende, kunst·» 15 vezels die met een hars aan elkaar zijn gehecht voor het verschaffen van voedingscapillairen voor waterachtige inkt waarmede de inkt wordt gevoed naar het gegroefde kanaal 9 vanaf de inktbron, zoals bijvoorbeeld een transorbe of reservoir in een schrijfinstrument, waarin het eindgedeelte 11 van de kern zich tijdens het gebruik uit-20 strekt.

Het weergegeven, gegroefde kanaal 9 heeft axiaal verlopende, over de omtrek verdeelde groeven 12 die in staat zijn tot het verschaffen van een capillaire voeding.

Voor het verschaffen van een goede inktoverbrenging tussen de 25 kern 6 en het kanaal 9 is de kern 6 ingestoken in het einde 13 van het kanaal 9 dat van de kogel 3 is verwijderd. Het materiaal van de kern is binnen de groeven 12 van het voédingskanaal 9 in hoofdzaak niet samengedrukt en beslaat in hoofdzaak de dwarsdoorsnede van het gegroefde voédingskanaal 9, tenminste aan het einde 13 daarvan, (Zie 30 ~fig» 2 en 4), Hierdoor wordt een goed contact bereikt tussen de kern 7905423 _ 4- <r *' en de groeven 12 van het kanaal 9 zonder dat er een belangrijke samendrukking optreedt van het kernmateriaal welke de werking van de capillairen van de kern zou verhinderen.

Bij de beide weergegeven punten wordt dit bereikt door ^ het zodanig uitvoeren van de kern en het huis, dat bij het insteken van de kern 6 in het kanaal 9 het materiaal van de kern zonder belangrijke samendrukking wordt verplaatst in de groeven 12 van het voeding s-kanaal 9.

Bij de schrijfpunt die in de fig. 1 tot 3 is weergegeven, is 10 het materiaal van de kern in hoofdzaak niet samengedrukt in de gegroe Fde voedingsboring 9 - niet alleen de groeven 12 daarvan - en ook aangrenzend van de gegroefde voedingsboring 90 Het huis is uit kunststof vervaardigd door middel van spuitgieten, en het einde 13 van het kanaal 9 is gevormd met een aantal uitsteeksels 14, die zich vanaf de kogel 15 3 uitstrekken en het materiaal van de kern afschuiven wanneer dit in het kanaal 9 wordt geplaatst, teneinde een deel van het materiaal te verplaatsen dat anders in het kanaal zou zijn gekomen - en daardoor samendrukking zou hebben veroorzaakt van het materiaal in het kanaal -in een gebied 15 van de boring aangrenzend van het kanaaleinde 130 20 Het einde 13 van het kanaal is gevormd met een in hoofdzaak afgeknot kegelvormig vlak 16 dat wordt onderbroken door de groeven 12 voor het verschaffen van radiale buitenoppervlakken van de uitsteeksels 14 waarlangs het verplaatste materiaal wordt geleid naar het gebied 15.

De groeven 12 zijn onderling verbonden door meskanten die bijdragen 25 tot de verplaatsing van het kernmateriaal zonder belangrijke samendrukking daarvan in de groeven.

De boring 7 is voorzien van langsribben 17 die de kern radiaal op zijn plaats houden en axiaal in de boring vasthouden. De ribben 17 die meskanten bezitten en in de kern snijden, zoals in fig. 3 is 30 weergegeven, doen dienst voor het centreren van de kern wanneer deze 790 5 423 i' ,

!S

_ 5 _ 't· in het kanaal 9 wordt ingestoken en het daarna bevestigen van de kern in de boring 7o De omtrek van de kern wordt afgeschoven door de meskanten van de ribben 17 voorafgaande aan de inbrenging van de kern in het kanaal 9 en dit vergemakkelijkt het naderhand afschiven van de 5 kern door de uitsteeksels 14.

Tussen de ribben 17 worden de groeven 18 begrensd welke de ruimte verschaffen in het gebied 15 van de boring 13 voor het verplaatste kernmateriaal, zodat het materiaal niet belangrijk wordt sanengeperst, of het materiaal radiaal binnenwaarts daarvan niet samenperst, en 10 daardoor de capillaire werking van de kern hindert,,

Bij de schrijfpunt weergegeven in de fig. 1 tot 3 is het eind-gedeelte van de kern dat in het kanaal 9 wordt gestoken voorafgaande aan de insteken van dezelfde diameter als het hoofdgedeelte van de kern in de boring 7 en heeft een plat, radiaal eindvlak; dit eindge-15 deelte kan echter ook een verkleinde dwarsdoorsnede bezitten of taps toelopen.

Bij de schrijfpunt weergegeven in de fig. 4 en 5 is het eind-gedeelte van de kern 6 dat in het kanaal 9 wordt ingestoken puntig.

Dit vergemakkelijkt het insteken van de kern in het kanaal, doordat 20 dit werkt voor het centreren van de kern en doordat er tevens minder materiaal in de groeven 12 wordt verplaatst. Het huis 2 van de schrijf-punt weergegeven in de fig. 4 en 5 is uit metaal gevormd. Hoewel de ribben 17 en de uitsteeksels 14 van het huis van de eerst beschreven uitvoeringsvorm zouden kunnen worden aangebracht, zijn zij weggelaten.

25 Toch wordt bij de punt weergegeven in de fig. 4 en 5 het materiaal vai de kern in hoofdzaak niet samengedrukt binnen tenminste de groeven 12 van het kanaal.

Er zal worden opgemerkt, dat het einde 13 van het kanaal is voorzien van een afgeknot kegelvoimig vlak 16, dat zich uitstrekt 30 -tegenover het vlak 16 van het huis van de eerst genoemde uitvoeringsvorm.

7905423 -5*

Ar __6 _ A *

Hierdoor zijn in beide huizen de einden 13 van het kanaal niet gevornd met een plat radiaal vlak, zoals bij bekende punten is aangebracht, waarbij aanligging noodzakelijk is tussen het kerneinde en het kanaal-einde. Een plat radiaal vlak aan het einde 13 van het kanaal 9 zou 5 het insteken hinderen van de kern in het kanaal en op onoverkomelijke wijze de sanendrukking veroorzaken van de kern in de groeven 12 van het kanaal, welke samendrukking de capillaire werking van de kern 6 zou verhinderen.

o - conclusies - 790 5423

Claims

1· Schrijfpunt voor gebruik met waterachtige inkt, welke punt is voorzien van een langwerpig huis, dat aan één einde een holte heeft waarin een kogel wordt vastgehouden, waarbij een vezelachtige voeding s-kern die voedingscapillairen heeft voor waterachtige inkt zich uit-5 strekt in een boring van het huis vanaf het andere einde daarvan voor het overbrengen van waterachtige inkt vanaf een bron daarvan naar de kogel via een gegroefd voedingskanaal in het huis tussen de kern en de holte, met het kenmerk, dat de voedingskern (6) wordt ingestoken in het einde (13) van het gegroefde voedingskanai 10 (9) verwijderd van de kogel (3), terwijl het materiaal van de kern in hoofdzaak niet wordt samengedrukt in de groeven (12) van het gegroefde voedingskanaal (9) en in hoofdzaak de dwarsdoorsnede inneemt van het gegroefde voedingskanaal (9) tenminste aan het einde (13) daarvan.

2. Punt volgens conclusie l,met het kenmerk, 15 dat het materiaal in hoofdzaak niet wordt samengedrukt in en aangrenzend van het gegroefde voedingskanaal (9)0

3. Punt volgens conclusie 1 of 2, met het kenmer<, dat het einde (13) van het kanaal (9) waarin de kern (6) wordt ingestoken niet is gevormd met een plat radiaal vlak (Ï6)„

4. Punt volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de kern (6) en het huis (2) zodanig zijn uitgevoerd, dat bij het insfeken van de kern (6) in het gegroefde voedingskanaal (9) het materiaal van de kern zonder belangrijke samendrukking wordt verplaatst in de groeven (12) van het voedingskanaal (9). 790 5 4 23 i * . w

5. Punt volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kern (6) en het huis (2) zodanig zijn uitgevoerd, dat bij het insteken van de kern (6) in het gegroefde voedingskanaal (9) het materiaal van de kern (6) eveneens zonder belangrijke sanendrukking wordt 5 verplaatst aangrenzend van het einde van het gegroefde voedingskanaal (9).

6. Punt volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het einde (13) van het kanaal (9) waarin de kern (6) wordt ingestoken is gevormd met een aantal uitsteeksels (14) die zich in de 10 richting vanaf de kogel (3) uistrekken en het materiaal van de kern (6) afschuiven wanneer dit in het kanaal (9) wordt ingestoken voor het verplaatsen van een deel van het materiaal, dat anders in het kanaal (9) zou treden, naar het gebied (15) van de boring (7) aangrenzend vai het einde (13) van het kanaal (9).

7. Punt volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het einde (13) van het kanaal waarin de kern (6) wordt ingestoken is gevormd met een in hoofdzaak afgeknot kegelvormig vlak (16) dat wordt onderbroken door de groeven (12) van het voedingskanaal voor het verschaffen van de radiale buitenoppervlakken van de uitsteeksels (14je 20 8« Punt volgens één of meer van de conclusies 5 tot 7, m e t het kenmerk, dat de boring (7) is voorzien van overlangse ribben (17) die de kern (6) binnen de boring op zijn plaats houden en axiaal vasthouden en die groeven (18) begrenzen voor het opnemen van het materiaal van de kern (6) dat daarin wordt verplaatst tijdens het 25 insteken van de kern (6) in het gegroefde kanaal (9). -9 q Punt volgens conclusie 8, met het kenmerk, 790 5423 v Λ _ 9 __ *“ . dat de ribben (17) meskanten hebben en in de kern (6) snijden» 10o Punt volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het huis (2) is gevormd uit metaal.

11. Punt volgens één of meer van de conclusies 1 tot 9, m e t het kenmerk, dat het huis (2) is gevormd uit kunststof. i ! | 790 54 23