NL7905232A - Veldhakselaar. - Google Patents

Veldhakselaar. Download PDF

Info

Publication number
NL7905232A
NL7905232A NL7905232A NL7905232A NL7905232A NL 7905232 A NL7905232 A NL 7905232A NL 7905232 A NL7905232 A NL 7905232A NL 7905232 A NL7905232 A NL 7905232A NL 7905232 A NL7905232 A NL 7905232A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arms
feed roller
forage harvester
feed
harvester according
Prior art date
Application number
NL7905232A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Deere & Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Deere & Co filed Critical Deere & Co
Publication of NL7905232A publication Critical patent/NL7905232A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F29/00Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like
    • A01F29/09Details
    • A01F29/10Feeding devices

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Outside Dividers And Delivering Mechanisms For Harvesters (AREA)

Description

* -1- 20769/CV/tj >
Aanvrager: Deere & Company, Moline, Illinois, Verenigde Staten van Amerika. Korte aanduiding: Veldhakselaar.
De uitvinding heeft betrekking op een op een voedingssysteem voor 5 het toevoeren van gewas naar een snijkop, bijvoorbeeld in een veldhakselaar en meer in het bijzonder op een geleiding en regelopstelling voor een veerkrachtig zwevende transporteur, welke deel uitmaakt van een dergelijk systeem.
Veldhakselaars en dergelijke voor het verwijderen van gewas van een TO veld, het verminderen van de afmeting of gesneden lengte en het afleveren van dit gewas aan een aanhangwagen of ander verzamelorgaan zijn algemeen bekend. In een algemeen gebruikelijk machinetype verplaatst een voedingssysteem het geoogste gewas vanaf een oogsteenheid naar een snijkop van het cilinder of haspeltype waardoor de hartlijnen van de voedingsrollen of roterende or-15 ganen van de transporteur evenwijdig zijn aan de hartlijn van de snijkop en het materiaal in een althans in hoofdzaak radiale richting naar de snijkop wordt toegevoerd.
In het algemeen zijn de snijkop en zijn voedingssysteem opgenomen tussen evenwijdige althans in hoofdzaak rechtopstaande zijwanden en gebruike-20 lijk bestaat het voedingssysteem uit twee tegenover elkaar gelegen trans- porteurssamenstellen waarvan er een, in het algemeen de onderste, een vaste stand inneemt ten opzichte van de snijkop, terwijl de andere vrij is om te zweven voor het vergroten van de voedingsopening met het oog op het opnemen van variaties in de stroom van gewas, waarbij echter dit transporteurssamen-25 stel door een of ander verend orgaan wordt tegengehouden ten einde druk uit te oefenen op de gewasmat die wordt verplaatst en zo een positieve en doelmatige voeding te waarborgen. Voor het gemak in de bespreking zal worden aangenomen, dat de bovenste transporteur de verende transporteur is.
Gebruikelijk bestaat een dergelijke transporteur uit althans in hoofd-30 zaak cilindrische naast elkaar gelegen rollen,waarvan de cilindrische opper vlakken zijn behandeld, bijvoorbeeld uitgerust met tandvormige axiaal uitstekende ribben, voor het positief verplaatsen van materiaal, ofschoon een transporteur van het eindloze bandtype kan worden gebruikt waarbij een band aandrijvend wordt ondersteund op een aantal rollen. De neiging van een verend 35 en zwevend opgesteld bovenste transporteurssamenstel om zich te spannen of 790 5 2 32 1 ' -2- 20769/CV/tj te kantelen ten gevolge van zijdelingse oneffenheid in de gewasmat is reeds lang een probleem. Daar waar een spannen moet worden toegestaan moeten extra spelingen tussen-de einden van de rollen en de zijwanden worden aangebracht hetgeen mogelijk kan resulteren in een omwikkelen . van gewas om 5 de rollen en assen of een verlies op de regeling van de toegevoerde mat.
Ook de slijtage van de aandrijfcomponenten en de legers kan worden vergroot. Verschillende pogingen zijn gedaan voor het verkrijgen van steunsamenstel-len voor de bovenste transporteur, die bestendig zijn tegen een verkanten en in staat zijn de uitlijning van de rollen te handhaven. Deze pogingen heb-10 ben omvat het onderling verbinden van tegenover elkaar gelegen zijkanten van het transporteursamenstel waarbij de snijkop, bijvoorbeeld met een dwarsas die is gelegerd in de steunarmen, die de rollen’^ dragen en is uitgerust met rondsels aan ieder einde voor ingrijping op een overeenkomstig· gevormde tand-'beugel die is bevestigd aan een zijwand op het gestel. Bij een andere me-15 thode is een torsiestijve as gelegerd in de zijwanden op het gestel en ver bonden met de tegenover elkaar gelegen zijkanten van het transporteursamenstel met behulp van tuimelarmen en koppelorganen. Met deze systemen wordt ^ het probleem slechts gedeeltelijk opgelost omdat zij de tegenover elkaar gelegen zi jkanten van het transporteursamenstel slechts indirect met 'elkaar 20 koppelen en de verhoudingsgewijs gecompliceerde‘uitvoering brengt weer ex tra slijtagepunten en verbindingsspelingen met zich mee waarvan de speling moet worden opgenomen voor krachten ten gevolge van een ongelijke :mat, die ertoe neigen een zijde van de transporteur op te lichten, van de ene zijde naar de andere zijde kunnen worden overgedragen, zodat beide zijkanten te-25 samen bewegen.
Het is verder bekend een torsie-orgaan aan te brengen in een bovenste transporteur op afstand van de snijkop, maar uitwendig en achter een voorste voedingsrol opgesteld en dientengevolge op een mechanisch minder gunstig punt met betrekking tot het verkrijgen van doelmatige torsie- en buigweerstanden 30 voor een voorste deel van een hulpgestel van -de transporteur.
Een verder probleem bij veldhakselaars is het in het voedingssysteem voor de snijkop verkrijgen van een flexibel, de gewasmat samendrukkend bovenste transporteursamenstel, dat snel en gelijkmatig reageert op wijzigingen in de grootte van de gewassstroom en de dikte van de mat en in staat is om 35 een gelijkmatige en continue druk aan te brengen, zodat de blokkeringen en 790 5 2 32 -3- 20769/CV/tj pieken van het koppel in de aandrijfreeks worden vermeden. Bij vele trans- : porteursystemen is gebruik gemaakt van een van een sleuf voorziene gelei-dingsopstelling voor-het verkrijgen van een deel van de regeling van een zwevende transporteurbeweging met dientengevolge enigszins onvoorspelbare 5 wrijvingskrachten. Zelfs in systemen waarbij slechts gebruik wordt gemaakt van scharnierende verbindingen is· de rolspanningsinrichting indirect aangebracht door veren via tuimelassen en koppelorganen en met een enigszins schuine aanbrengrichting van de tegenhoudkracht op een hulpgestel van het transporteursamenstel. Verder is er weinig .aandacht gegeven aan het optimaal 10 maken van de ligging van aanslagen voor het begrenzen van de neerwaartse be weging van het bovenste transporteursamenstel of het voorzien in een instelling van dergelijke aanslagen of het voorzien van onderling verbindende middelen voor het regelen van relatieve beweging tussen naburige rollen van het bovenste transporteursamenstel.
15 Dienovereenkosmtig is het een oogmerk van de uitvinding een verend, zwevend transporteursamenstel te verkrijgen voor het voedingssysteem van de snijkop van een veldhakselaar, welke scharnierend en doelmatig reageert bij het verwerken van variabele stromingshoeveelheden en zijdelings ongelijkmatige diktes van een gewasmat. Het is een verder-oogmerk, dat het systeem eenvou-20 dig zal zijn en goedkoop te vervaardigen en verder gemakkelijk samen te bouwen en in te stellen is.
Achter elkaar opgestelde zwevende voedingsrolsubsamenstellen kunnen zijn aangebracht met een benedenstrooms samenstel gedragen op straatarmen, welke zich uitstrekken langs een cilindrische snijkop naar een scharnier in de 25 richting van de snijkopas met een door de armen ondersteunde voedingsrol, die rechtstreeks draaibaar wordt aangedreven vanaf de aandrijflijn van de veldhakselaar. Iedere arm kan zijn voorzien van een losmaakbare klem, welke een zich dwars uitstrekkende torsiestaaf nivelleeras, welke samenwerkt.met de tegenover liggende arm, stijf grijpt voor het vormen van een stijf U-vormig 30 hulpgestel voor het ondersteunen en handhaven, van de uitlijning van een daar door gedragen voedingsrol.
Een enigszins overeenkomend bovenstroomsvoedingsrol-hulpsamenstel kan scharnierend worden ondersteund door het benedenstroomse samenstel bij een scharnieras nabij of coaxiaal met de benedenstroomse rol. De bovenstroomse 35 rol kan worden ondersteund in een paar tegenover elkaar gelegen voedingsrol- 790 5 2 32 ; ' -4- 20769/CV/tj 4.
armen en worden aangedreven vanaf de. benedenstroomse rol, bijvoorbeeld met behulp van een gebruikelijke ketting en kettingwielaandrijving in welk geval de bovenstroomse rol kan zijn gelegen op een stilstaande as, die aan zijn uiteinden vast kan zijn verbonden met de tegenover elkaar gelegen 5 steunarmen, waardoor zo een tweede stijf U-vormig voorste hulpgestel wordt gevormd voor het ondersteunen en handhaven van de ligging van een daardoor ondersteunde voedingsrol. De tandemkoppeling van de benedenstroomse en bovenstroomse hulpgestellen maken aan beide mogelijk om samen te werken en bij te dragen voor het verkrijgen van een torsiestijf niet verwringende onder-10 steuning voor het tegengaan/kantelen van door een of beide van de hulpge stellen gedragen voedingsrollen.
Beide hulpgestellen zijn uitgerust met de neerwaartse beweging begrenzende aanslagen voor het handhaven van een minimum afstand tussen de rollen en de daarmee samenwerkende delen in een samenwerkend vast transpor-15 teursamenstel van een voedingssysteem. Een aanslag voor een voedingsrolsa- menstel kan instelbaar zijn uitgevoerd, zodat de minimale afstand tussen de rollen of de voedingsopening kan worden ingesteld ter aanpassing aan bepaalde gewasomstandigheden. Deze.instelbaarheid is in het bijzonder nuttig in het geval van de benedenstroomse röllenr welke in het algemeen minder 20 agressief zijn dan de bovenstroomse rollen.
Middelen zijn aangebracht om de verende zwevende transporteur naar het vaste transporteursamenstel te dringen ten einde een positieve voeding t te handhaven. Een lineair werkend orgaan, zoals een schroefveer, kan worden gebruikt voor het verkrijgen van de voorspankracht en indien de werk-25 lijn de verbindingslijn tussen de middelpunten van de bovenstroomse en beneden stroomse rollen doormidden snijdt. zal een goede balans van de rolkracht worden verkregen waarbij iedere rol in staat is om onafhankelijk uit te wijken in een van de tegenover liggende tansporteur afgekeerde richting zonder de op de andere rol uitgeoefende kracht omgewenst te beïnvloeden.
f 3° Een kenmerk van de uitvinding is heb aanbrengen van een differen tieel of draaiing beperkende aanslag tussen de bovenstroomse en benedenstroomse hulpgestel-len , zodat slechts een beperkte zweving of scheidingsbeweging van de bovenstroomse rol kan plaatsvinden waarna de benedenstroomse rol met de bovenstroomse rol wordt meegenomen en het gehele meegevende ^ transporteurssamenStel alseen .stijve eenheid draaitom de scharnieras van het benedenstroomse hulpgestel. Dit is bijvoorbeeld van voordeel in een 790 52 32 -*· -5- 20769/CV/jb * veldhakselaar, die is uitgerust met een omkeerbaar voedingssamenstel waar na de omkering b’ jvoorbeeld voor het opheffen van een blokkering bij het herstellen van de normale werking de benedenstroomse voedingsrollen een stomp - uiteinde van een voordien afgesneden- gewasmat tegenover zich vinden· Gebruikelijk zijn de bovenstroomse rollen groter in diameter en aggressiever dan de benedenstroomse rollen en kunnen deze een dergelijk aanbod opnemen, maar de kleinere minder agressieve benedenstroomse rollen kunnen eventueel niet instaat zijn om te "bijten" en te openen voor het opnemen voor een dergelijke dikke laag. De de rotatie begrenzende aanslag tussen de bovenstroomse en benedenstroomse hulpsamenstellen maakt ^ in feite de benedenstroomse rol gereed in overeenstemming - met een signaal van de bovenstroomse rollen.
Een ander kenmerk van de uitvinding is, dat een schild, dat gedeeltelijk een benedenstroomse voedingsrol omgeeft voor het opnieuw leiden van gewas dat word overgedragen door de snijkoppen en naar de voedingsrol, wordt 13 afgevoerd, uit een stuk kan worden vervaardigd met een hulpgestel van een benedenstrooms gelegen voedingsrolsamenstel en in het bijzonder gedragen door de bovengenoemde zich in dwarsrichting uitstrekkende torsie-staaf.
De uitvinding zal hieronder nader uiteengezet worden aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de kon- struktie volgens de uitvinding.
20 . ....
figuur 1 toont schematisch een zigaa.nzi.cht van een veldhakselaar volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont op grotere schaal een zijaanzicht van de voorste ge -deelten van de voedings en snijkop samenstellen van de veldhakselaar.
Figuur 3 toont schematisch een bovenaanzicht op het bovenste voedings- 25 . . . . .
transporteur samenstel gezien volgens lijn 3 -3 m figuur 2 waarbij een normaal door een zich dwars uitstrekkende nivelleeras onderseteund anti-overdrach schild is verwijderd.
Figuur 4 toont op grotere schaal een doorsnede over figuur 2 gezien volgens de lijn 4- 4 in figuur 2 waarbij de scharnierende verbinding tussen 30 het bovenstroomse en benedenstroomse voedingsrolsamenstel is weergegeven .
Figuur 5 toont op grotere schaal een doorsnede over figuur 3 globaal gezie: volgens de lijn 5-5 waarbij het anti-overdraeht schild, aangebracht op de nivellee: as, is weergegeven.
De uitvinding is toegepast bij een verder gebruikelijke veldhakselaar, 35 Zoals bijvoorbeeld een machine van het getrokken type zoals afgebeeld in figuur 1.
790 52 32 -6- 20769/CV/jb
De machine omvat een door transport-wielen 12 ondersteund hoofdgestel 10.Ren nabij de voorzijde van de machine gelegen oogsteenheid, zoals een weergegeven maiskop 14 levert het geoogste gewas aan een voedings en snij-kop samenstel 16, dat op zijn beurt dit gewas afvoert naar een zich in dwars"' richting uitstrekkende vijzeltransporteur 18 ,terwijl een ventilator 20 2 Het gewas afvoert via een afvoertuit 22, waarvan slechts een deel is weer gegeven. Afgevoerd materiaal kan worden verzameld in een niet nader weergegeven aanhangwagen, die kan zijn gekoppeld met een op de oogsfcnachine aangebracht koppelorgaan 24. De veldhakselaar wordt voorgetrokken en aangedreven met behulp van een geschikte landbouwtrekker, die kan worden aan-2^ gekoppeld aan een trekarm 26,· terwijl een aandrijfassamenstel 28 met de aftakas van de trekker kan worden verbonden. Een geschikte niet nader weergegeven aandrijftrein brengt vermogen over vanaf de aandrijfas 28 naar de onderdelen van de veldhakselaar.
Het voedings en snijkopsaraenstel 16, is meergedetailleerd in figuur 2 weergegeven en omvat een paar in hoofdzaak gelijke, maar tegengestelde linker en rechter zijplaatsamenstellen 30, die op afstand van elkaar zijn gelegen en zich althans in hoofdzaak omhoog uitstrekken voor het opnemen van de voedings en snijkopcomponenten . De zijplaten 30, zijn op geschikte wijze versterkt en ondersteund op het gestel 10 van de veldhakselaar m.b.v.
2q hieronder niet nader besproken hulpgesteldelen. Iedere zijplaat 30 omvat een schematisch aangeduide boring en ondersteuning 32, voor een snijkopcylinder, een vast bevestigd scharnier 34 voor een benedenstrooms voedingsrolsamenstel een in althans in hoofdzaak gekromde spelingssleuf 36 voor een benedenstrooms voedingsrol-samenstel , welk zich concentrisch om de scharnier-pin 34 uit-25 strekt , en een grotere onregelmatig gevormde spelingssleuf 38, voor de bovenstroomse voedingsrol .
Naar beneden gerichte bewegingen begrensde aanslagen vormende steunen 40 en 42 voor de benedenstroomse voedingsrol en de bovenstroomse· voedingsrol zijn vast bevestigd 0p de buitenzijde van iedere zijplaat 30, 20 waarbij de benedenstroomse steun 40 is gelegen tussen de sleuven 36 en 38 en de steun 42 ongeveer midden onder de sleuf 38 is gelegen. Aan de bovenzijde van iedere 790 5 2 32 35 -7- 20769/CV/jb steun 40,42 is een kom 44 bevestigd, welke een uit eenigzins veerkrachtig materiaal zoals hard rubber bestaande steun 46 omvat, die een weinig boven de bovenrand van de kom 44 uitsteekt. De bovenste en onderste steunarmen 48 respectievelijk-50 worden gedragen door de tegenover elkaar gelegen zijpla-5 ten 30 nabij hun bovenste en onderste voorste hoeken.
Tussen de onderste achterste delen van de tegenover elkaar gelegen zij-platen 30 is een snijkopsamenstel 52 gelegen, welke een gebruikelijke op-bcuw kan hebben en is voorzien van een cilindrische snijkop 54, waarvan slechts de omtrek is aangeduid en welke op zijn cilindrische omtrek een 11 aantal schroeflijnvormige opgestelde messen'draagt, die zoals algemeen be kend is werken in samenwerking met een stationaire schaarbalk 56. Het snij-kopsamenstel omvat verder een mantelorgaan 57 dat het bovenste deel van de cilinder omgeeft en waarvan slechts een voorste gedeelte is weergegeven (fig. 2).
15 Een voedingstransporteursamenstel 58 dat tussen de tegenover elkaar gelegen zijplaten 30 en direct voor of bovenstroom van het snijkopsamenstel 52 is gelegen omvat een meegevend zwevende bovenste transporteursamenstel 60 en onmiddellijk daaronder een tegenover liggend vast onderste transporteursamenstel 62 dat is voorzien van een bovenstrooms gelegen onderste 20 voedingsrol 64 en een kleinere benedenstrooms gelegen voedingsrol 66, welke dicht nabij het schaarbalksamenstel 56 is opgesteld. De uitvoering van de oppervlakken van de voedingsrollen is op gebruikelijke wijze bewerkstelligd.
Het bovenste voedingstransporteursamenstel 60 is scharnierend aan-gebracht en gelegerd en omvat een benedenstrooms voedingsrolsamenstel 68 resp. eer. 25 bovenstrooms voedingsrolsamenstel 70. Het benedenstroomse samenstel 68 om vat een paar tegenover elkaar gelegen armen 72, die zich langs de buitenoppervlakken van de zijplaten 30 uitstrekken, een zich in dwarsrichting uitstrekkende voedingsrolas 74 en een vast en concentrisch door de as gedragen benedenstroomse bovenste voedingsrol 76, welke zich in dwarsrichting tussen 30 de tegenover elkaar gelegen zijplaten 30 uitTstrekt. Het benedenstroomse voedingsrolsamenstel 68 omvat verder een zich in dwarsrichting uitstrekkende nivelleeras 78 en een anti-overdrachtsschild 80.
Iedere arm 72 is aan zijn benedenstroomse einde voorzien van een scharnierboring 82 met behulp waarvan de arm 72 is. gelegerd op de tap 34, 35 en een grotere bovenstrooms; gelegen boring 84 waarin een leger 86 is opge- 790 52 32 %» -8- 20769/CV/tj nomen (fig. 4). De bovenzijde van ieder voorste of bovenstrooms gedeelte van iedere arm 72 omvat een loaneembaar asklemgedeelte 88 met een zich dwars uitstrekkende boring-met een zeshoekige dwarsdoorsnede welke is omgeven door een paar tegenover elkaar liggende klemoren 92, die zijn uitgerust 5 met een geschikt vastzetorgaan 94 voor het vastzetten van de klem. De zes hoekige boring 90 is bij voorkeur·opgeruimd op een zodanige maat, dat de zeshoekige nivelleeras78 gemakkelijk daarin is aan te brengen maar stevig en veilig wordt vastgegrepen indien de klem wordt vastgezet. Een weinig voor de hartlijn van de bovenstroomse boring 84 van de arm 72 is een aanslag 10 knop 96 (fig. 2) bevestigd, die uitsteekt vanaf de buitenzijde van de arm 72 en in feite een zich naar beneden toe uitstrekkend verlengstuk van het klem-gedeelte 88 vormt, welk klemgedeelte zelf zijdelings uitsteekt van de buitenzijde van de desbetreffende arm 72. Een instelbare aanslagarm 98 is verkregen door een zich naar voren toe uitstrekkend verlengstuk van de arm 72 15 en draagt een instelbare van schroefdraad voorziene aanslagbout 100.
Het anti-overdrachtsschild 80 omvat een stijf gekromd hoofdgedeelte 102 dat gedeeltelijk de benedenstroomse bovenste voedingsrol 76 omgeeft en zich zijdelings uitstrekt om nauw te passen tussen de tegenover elkaar gelegen zijwanden 30 en in omtreksrich'ting op de voorzijde van de rol 76 naar 20 beneden tot ongeveer het niveau van de hartlijn van de rol, waarbij dit scherm 80 vast is bevestigd aan de zeshoekige nivelleeras 78 met behulp van geschikte vastzetorganen 104. Het schild 80 omvat verder een veerkrachtige flap 106, die met behulp van vastzetsamenstellen 104 en een tegenhoudorgaan 107 aan de as 78 is bevestigd en zich zijdelings uitstrekt, zodanig dat de einden 25 van de flap schuivend contact maken met de binnenoppervlakken van de zij- platen 30 en de flap zich verder naar achteren uitstrekt om dicht nabij het huisdeel 57 te eindigen.
Het bovenstroomse bovenste voedingsrolsamenstel 70 omvat tegenover elkaar gelegen linker- en rechtervoedingsrolarmen 108 respectievelijk 110, 30 welke zich althans in hoofdzaak evenwijdig aan naar buiten de plaatsamen- stellen 30 uitstrekken terwijl tussen de armen een bovenstroomse bovenste voedingsrol 112 op een as 113 is gelegerd. Een zijdelings uitstekend naafvormig gedeelte 114 bij het benedenstroomse einde van de rechter voedmgs-rolarm 110 (fig. 4) omvat een naaf 116 die is gelegerd in het leger 86 van 35 de arm 72 en zijdelings buiten de naaf 116 neemt een concentrische boring 790 52 32 -9- 20769/CV/tj 11 118 een leger 120 op waarin de as 74 van de benedenstroomse bovenste voe-dingsrol 76 is gelegerd. Een voorste gedeelte 122 van de arm 110 is een weinig naafvormig en voorzien van een boring voor het opnemen van de as 113 van de benedenstroomse bovenste voedingsrol waarbij de as met een ste-5 vige passing is aangebracht in de rechterarm 110 terwijl een borgpen 124 wordt gebruikt voor aanvullende-veiligheid, zodat een constructieve stijve verbinding is gemaakt tussen de as 113 en de arm 110. Vanaf de arm 110 en ongeveer midden tussen het achterste naafgedeelte 114 en het voorste naaf-gedeelte 122 strekt zich zijdelings een uitsteeksel 126 uit voor de be-10 vestiging van een trekveer 142. Een teengedeelte 128 van de arm 110 strekt zich naar voren toe uit vanaf het voorste naafgedeelte 122.
De bovenstroomse bovenste voedingsrol 112 omvat evenals een rol-gedeelte 130, dat zich tussen de zijplaten 30 uitstrekt, legerhulsen 132, die vast en concentrisch zijn bevestigd aan zijn uiteinden en zich door de 15 zijplaten 30 naar buiten toe, uitsteken. Iedere huls 132 neemt een leger 134 op voor het legeren van het rolsaraenstel 112 op de vaste as 113· Een kettingwiel voor de aandrijving van een voedingsrol is vast bevestigd aan het buiteneinde van de linkerhuls 132.
De linkerarm 180 voor de bovenstroomse voedingsrol komt althans in 20 hoofdzaak overeen met de rechterarm 110 en is vast bevestigd aan het einde van de as 113» maar omvat verder een versprongen deel 138 voor het verkrijgen van de ruimte voor een kettingaandrijving voor de bovenstroomse voedingsrol 112 en is verder voorzien van een naaf 140 voor het aanbrengen van een kettingspanner.
25 Een paar trekveren 142, die ieder met een einde over een uitsteek sel 126 van de armen 108 en 110 zijn haakt en met hun andere einden aan niet nader weergegeven gesteldelen zijn gekoppeld dringen het bovenste trans-porteursamenstel 60 naar beneden in de richting van het vaste onderste transporteursamenstel 62.
30 De aandrijving van de voedingsrollen^is conventioneel en cmvat een universeel koppeling en tandwiel saraenstel 144 dat vast is bevestigd aan de benedenstroomse bovenste voedingsrolas 74 bij het linkereinde daarvan, terwijl dit kettingwielsamenstel is gekoppeld of verbonden met een verlengstuk 146 (gedeeltelijk afgebeeld in fig. 3) van de aandrijftrein van de veldhak-35 selaar. De benedenstroomsgelegen voedingsrol 76 wordt dus rechtstreeks aan- 790 52 32 >fc ! " -ίο- 20769/cv/tj gedreven, terwijl vermogen aan de bovenstroomse voedingarol 130 wordt overgedragen via de tandwielsamenstellen 144 en 36 met behulp van een gebruikelijke aandrijfketting 148. Tijdens normale oogstbewerkingen is de draairichting van de voedingsrollen 64, 66, 76 en 130 uiteraard als weergegeven 5 in fig. 2 maar niet nader weergegeven gebruikelijke middelen, die met het verlengstuk 146 van de aandrijftrein zijn verbonden, zijn aangebracht voor het naar keuze omkeren van de aandrijfrichting van de rollen.
Tijdens bedrijf wordt de veldhakselaar over een veld, waarop gewas staat, vooruitbewogen en de oogsteenheid 14 levert het gewas aan de kneep 10 150 tussen de bovenste en ondèrste bovenstroomse voedingsrollen 130 respec tievelijk 160 en materiaal wordt stroomafwaarts toegevoerd tussen de bovenste en onderste tranporteursamenstellen 60 respectievelijk 62. Zoals duidelijk zal zijn uit fig. 2 zijn de bovenste oppervlakken van de vaste onderste rollen 64 en 66 en het schaarbalksamenstel 56 nagenoeg in lijn en 15 vormen zij een transporteuroppervlak voor het althans nagenoeg radiaal naar de snijkopcilinder 54 toevoeren van het materiaal. In fig. 2 is het bovenste transporteursamenstel 60 afgeheeld in een gesloten toestand, dat wil zeggen alsof geen gewas wordt getransporteerd en met de bovenste voedingsrol op effectieve wijze tegen neergaande'beweging verhinderd door de ingrijping 20 van de armen 108 en 110 met de steunen 46 en met de benedenstroomse voe dingsrol 76 tegen neerwaartse beweging begrensd door ingrijping van de in-stelbout 100 met de steunen 46. Indien gewas doorstroomt zullen beide rollen zwevend van hun .aanslagen worden opgetild door de druk van de gewasmat waarbij het bovenste transporteursamenstel 60 als een geheel en het beneden-25 stroomse voedingsrolsamenstel 68 zijn verankerd door en draaiend om de tappen 34 terwijl de scharnierverbinding tussen het benedenstroomse rol-samenstel 68 en het bovenstroomse rolsamenstel 70, gevormd door het leger 86 het mogelijk maken, dat het bovenatroomse samenstel 70 zijn eigen niveau vindt. Zoals uit fig. 2 duidelijk zal zijn zal de werklijn van de veer 142 30 een lijn, welke de middelpunten van de benedenstroomse en bovenstroomse bo venste voedingsrollen 66 respectievelijk 130 met elkaar verbindt, althans nagenoeg loodrecht midden door delen over een gebied van diktes van de getransporteerde gewasmat, zodat iedere rol nagenoeg een gelijke druk op de mat uitoefent en iedere rol nagenoeg op gelijke wijze onder de tegenhouding van 35 de veer 142 reageert op totale langsvariaties in de dikte van de gewasmat.
790 52 32 % -11- 20769/CV/tj
De instelbout 100 wordt op gewenste wijze ingesteld om de minimale speling tussen de benedenstroomse voedingsrollen 76 en 66 in overeenstemming met bepaalde werkomstandigheden in te stellen. Een dergelijke instelling zal noodzakelijkerwijs het benedenstroomse einde van de armen 108 5 en 110 (achterste naaf 114) omhoog of omlaag bewegen, maar het zal duide lijk zijn, dat de bovenstroomse bovenste voedingsrol 130 onmiddellijk tegen naar beneden gerichte beweging wordt tegengehouden onder zijn hartlijn, zodat instelling van de benedenstroomse aanslag aanslag slechts een tuimeling veroorzaakt van de armen 108 en 110 op hun steunen of aan-10 slagen 46, zodat het effect van de instelling op de voedingsrolopening tus sen de bovenstroomse voedingsrollen onbetekenend is.
In iedere ongebruikelijke werkomstandigheid waarin de achterste bovenste voedingsrol 76 in grote mate opwaarts wordt verplaatst in verhouding tot de voorste bovenste voedingsrol 130 waarbij in feite de armen 108 en 110 15 een weinig naar achteren worden verplaatst houdt het voorste verlengstuk 128 van de voedingsrolarmen contact tussen de voedingsrolarmen en de bovenstrocm-se aanslagen 46 indien dit nodig mocht zijn.
Ofschoon in het algemeen de onderste voedingsrollen onafhankelijk omhoog kunnen bewegen voor het opnemen van onregelmatige materiaalstroming in 20 de lengterichting is het gewenst, dat de benedenstroomse rollen 66 en 76 ge reed zullen zijn indden zij op het punt staan om een ongebruikelijk dik mat-gedeelte te ontvangen, dat naar achteren wordt getransporteerd door de bovenstroomse rollen 64 en 130. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren indien de voedingsrollen zijn omgekeerd voor het opheffen van een blokkering en het afge-25 knipte stompe einde van een gewasmat weer opnieuw wordt toegevoerd aan de voedingsrol waarbij de mat een eindvlak kan bezitten, dat te hoog is om door de benedenstrooms gelegen voedingsrollen te worden opgenomen. Dit probleem wordt overwonnen door het aanbrengen van de differentieel aanslag 96, welke waarborgt, dat iedere toename in voedingsopening tussen de bovenstroom-30 se rollen 130 en 64 boven een bepaalde minimumwaarde (ongeveer 3/4 van een inch is bijvoorbeeld bijzonder effectief gebleken) daarna vergezeld wordt door een corresponderende opening of toename van opening van tussen de benedenstrooms gelegen voedingsrollen 76 en 66 ten gevolge van de ingrijping tussen de differentieel aanslagen 96 en het bovenoppervlak van de armen 108 35 en 110. Bij een dergelijke ingrijping wordt verdere opwaartse verdraaiing 79052 32 it ' 5 -12- 20769/CV/tj van de armen 108 en 110 ten opzichte van de armen 72 voorkomen en draait het bovenste transporteursamenstel 60 omhoog als een eenheid om de tappen 34, zodat de opening .tussen de benedenstroomsgelegen voedingsrollen 76 en 66 wordt opgevoerd om deze rollen te ondersteunen in het opnemen van de 5 nieuwe stroom gewas.Daarna kan uiteraard het bovenste transporteursamen stel buigen, waarbij de armen 108 en 110 tuimelen voor het instellen van de langsvariaties in de dikte van de gewasmat, hoewel steeds onderworpen aan de beperking, dat indien de bovenstroomse voedingsrolopening wordt gedwongen om differentieel aanzienlijk groter te zijn dan de benedenstroomse voedings-10 rolopening op een bepaalde tijdstip de differentiële aanslag 96 effectief wordt voor het dienovereenkomstig instellen van de benedenstroomse voedings-rolhoogte.
De gekoppelde tandemopstelling van de twee althans in hoofdzaak ü-vormige stijve hulpgestellen gevormd door het benedenstroomse bovenste voedingsrolsamen-^5 stel 68 en het bovenstroomse bovenste voedingsrolsamenstel 70 vormt een scharnie rend bovenste transporteursamenstel 60, dat zeer bestendig is tegen verkanting van voedingsrollen of zijdelingse uit lijn ligging tengevolge van zijdelingse ongelijkmatigheid in de te verplaatsen gewasmat. In het bovenstroomse voedings-rolsamenstèl 70 geeft de stijve verbinding tussen de tegenover elkaar gelegen armen 108 en 110 en de torsiestijve stilstaande as 113 het de stabiliteit om een zijdelingse versprongen kantelkracht effectief op de bovenstroomse voedings-rol 130 te weerstaan en deze over te dragen door de naven 114 van de voedingsrol-armen naar het hulpgestel gevormd door het benedenstroomse voedingsrolsamenstel 68. In dit laatste voedingsrolsamenstel resulteert de gestelstijfheid uit.de stijf vastgeklemde niet cirkelvormige dwarsdoorsnedeverbinding tussen de sterke zich in dwarsrichting uitstrekkende nivelleeras 78 en de armen 172, welke uiteraard eveneens iedere kantelkracht aangebracht op de benedenstroomse voedingsrol 76 tegengaat. Uiteraard is het in een dergelijke opstelling vereist, dat beide hulpgestellen stijf zijn indien moet worden voorkomen, dat de bovenstroomse rol wordt 3° verkant.
Het is onvermijdbaar, dat enig gewas niet direkt in de vijzeltransporteur 18 wordt afgevoerd, maar mee wordt rondgevöerd om de cylinder 54 in het cylinder-huis, dat de mantel 57 omvat. De mantel 57 moet uiteraard ver genoeg boven het schaarbalksamenstel 56 eindigen om ruimte te verkrijgen voor een op en neer gaande 35 790 5 2 32 -13- 20769/CV/ts > zweefbeweging vanide benedenstroomse voedingsrol 76 en voor het toevoeren van binnenkomend gewas naar de cylinder 54. Dientengevolge wordt enig mee rondgevoerd gewas afgevoerd in de benedenstroomse bovenste voedingsrol 76 op dit punt en wordt daar omhoog en naar voren- afgeleid. Het anti-overdrachtsscherm 80, dat uiteraard met de 5 rol 76 meebeweegt houdt dit materiaal echter tegen en voert dit terug naar beneden in de gewasmat tussen de bovenste voedingsrollen. De veerkrachtige flap |06, waarvan de einden nauw aanliggen tegen de zijwanden 30, terwijl het achtereinde daarvan dicht bij het buitenoppervlak van het mantelorgaan 57 blijft bij de bewegingen van de bovenste transporteur dient als een afdichting voor het minimaal hou-10 den van verlies aan gewas in het bijzonder indiën het gewas droog is en het venti-latieeffect van de .-.cylinder een verre verspreiding van materiaal zou kunnen ver-
V
oorzaken door de spleet boven de benedenstroomse voedingsrol 76.
Zoals duidelijk zal zijn voorziet de uitvinding in een scharnierende transporteur voor het voedingssysteem van een veldhakselaar, welke zoals 15 hier omschreven kan zijn uitgevoerd in een samenstel voorzien van slechts een klein aantal eenvoudige verhoudingsgewijs goedkope onderdelen zonder gecompliceerde verbindingsorganen en schuifverbindingen met een potentieel gevaar voor verloren bewegingen veroorzakende slijtages, maar veeleer met een klein aantal nagenoeg wrijvingsloze scharnierverbindingen, waarbij het samen-20 stel de flexibiliteit bezit om snel te reageren en binnen ruime grenzen fluctuerende materiaalstromen doelmatig en effectief te verwerken.
-CONCLUSIES- 25 • t 790 52 32

Claims (14)

1. Veldhakselaar -voorzien van een snijkop en een voedingssaraenstel voor het toevoeren van een gewasmat naar de snijkop, waarbij het voedingssamenstel 5 is voorzien van een bovenste transporteursamenstel en een onderste transpor- teursamenstel, die relatief ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn voor het opnemen van wijzigingen in de dikte van de daartussen gelegen mat, waarbij een van de transporteursamenstellen is voorzien van een voedingsrol nabij de snijkop, een paar armen, waartussen de voedingsrol is aangebracht en die draai-10 baar zijn voor het verkrijgen van de aanpasbeweging en voorspanmiddelen om de transporteursamenstellen naar elkaar toe te dringen, en verder een vereffenings-balk is aangebracht, die op afstand van de voedingsrol is gelegen en vast is verbonden met de armen teneinde met de armen een stijf gestel te vormen voor het handhaven van de uitlijning van de voedingsrol. 15
2. Veldhakselaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vereffe-ningsbalk is verbonden met de armen met behulp van losneembare klemmiddelen, die in iedere arm zijn opgenomen.
3. Veldhakselaar volgens conclusie 1, of 2, met het kenmerk, dèt de ver- effeningsbalk een scherm ondersteunt, dat de voedingsrol gedeeltelijk omgeeft ter bescherming tegen gewas dat op de rol wordt meegevoerd.
4. Veldhakselaar volgens conclusie 3> met het kenmerk, dat het scherm 25 is voorzien van een veerkrachtige flap, welke aan de benedenstroomse zijde een afdichting geeft.
5. Veldhakselaar volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dathet cransporteursamenstel is voorzien van een paar voedingsrolarraen, die 30 i^der scharnierend zijn verbonden met een desbetreffende arm nabij de voedingsrol en zich stroomopwaarts daarvan uitstrekt, terwijl een verdere voedingsrol tussen de voedingsrolarmen bij het bovenstroomse einde daarvan is aangebracht.
6. Veldhakselaar volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een voedings-35 rolas de voedingsrolarmen aan het bovenstroomse einde daarvan stijf verbindt, 790 52 32 -15- 20769/CV/ts terwijl de verdere voedingsrol is aangebracht op de as,'zodanig, dat de as met de voedingsrolarmen een stijf gestel vormt voor het handhaven van de uit-lijning van de verdere'voedingsrol. 5
7· Veldhakselaar volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat althans een van de armen en een daarmee samenhangende voedingsrolarm aanslagoppervlakken bezitten, die in contact kunnen komen ter begrenzing van de scharnierbeweging van de voedingrolarmen ten opzichte van de andere armen in een richting afgekeerd van het andere transporteursamenstel. 10
8. Veldhakselaar volgens een der voorgaande conclusies 5-7, met het kenmerk, dat aanslagen’ zijn aangebracht ter begrenzing van^de beweging van de voedings-rolarmen en de eerstgenoemde armen in een richting naar het andere transporteursamenstel.
9- Veldhakselaar volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aanslagor- ganen instelbare aanslagen voor de eerstgenoemde armen omvatten.
10. Veldhakselaar volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 20 dat de voorspanmiddelen een paar schroeflijnvormige veren omvatten, die zijn bevestigd aan desbetreffende voedingsrolarmen, zodanig, dat hun desbetreffende geometrische langshartlijn ongeveer midden tussen de middelpunten van de twee voedingsrollen verloopt.
11. Veldhakselaar volgens een der voorgaande conclusies 5-10, met het ken merk, dat de scharnierverbinding van de voedingsrolarmen met de eerstgenoemde armen is gelegen bij de hartlijn van de voedingsrol welke tussen de eerstgenoemde armen is aangebracht.
12. Veldhakselaar volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerstgenoemde armen zich gedeeltelijk langs de snijkop uitstrekken.
13. Veldhakselaar volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het transporteursamenstel wordt gevormd door het bovenste transporteur-35 samenstel. 790 5 2 32 ' ' “16“ 20769/C.V/±3
14. Veldhakselaar althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en of is afgebeeld in bijgaande figuren. 5 s. \ 790 5 2 32
NL7905232A 1978-07-05 1979-07-05 Veldhakselaar. NL7905232A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US05/922,029 US4192468A (en) 1978-07-05 1978-07-05 Feed roll assembly for a forage harvester
US92202978 1978-07-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905232A true NL7905232A (nl) 1980-01-08

Family

ID=25446378

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905232A NL7905232A (nl) 1978-07-05 1979-07-05 Veldhakselaar.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4192468A (nl)
JP (1) JPS5515792A (nl)
BE (1) BE877468A (nl)
CA (1) CA1091451A (nl)
DE (1) DE2926764C3 (nl)
DK (1) DK283679A (nl)
FR (1) FR2430190A1 (nl)
GB (1) GB2024590B (nl)
HU (1) HU187250B (nl)
IT (1) IT1118881B (nl)
MX (1) MX148044A (nl)
NL (1) NL7905232A (nl)
PL (1) PL121005B1 (nl)
SU (1) SU1083894A3 (nl)
YU (1) YU155779A (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3144917A1 (de) * 1981-11-12 1983-05-19 Claas Saulgau GmbH, 7968 Saulgau Zufuehrvorrichtung fuer haeckselmaschinen
DE8428150U1 (de) * 1984-09-25 1985-04-11 Willibald, Josef, 7771 Frickingen Zerkleinerungsvorrichtung fuer organische abfallmaterialien
US5797250A (en) * 1996-09-27 1998-08-25 Deere & Company Forage harvester feed roll assembly designed for minimizing false tripping of a metal detector system
GB2323512A (en) * 1997-03-27 1998-09-30 Ford New Holland Nv Forage harvester
US7591627B2 (en) * 2003-06-04 2009-09-22 Westover Erik A Suspended wheeled cargo transport apparatus and self-standing platform
DE102005055983A1 (de) * 2005-11-24 2007-07-05 Deere & Company, Moline Zuführeinrichtung für einen Feldhäcksler
ATE509519T1 (de) * 2008-05-20 2011-06-15 Cnh Belgium Nv Regelungssystem für einzugswalzen eines häckslers
DE102010002343A1 (de) * 2010-02-25 2011-08-25 Deere & Company, Ill. Feldhäcksler mit einer Häckseleinrichtung und einer stromab der Häckseleinrichtung angeordneten Nachbearbeitungseinrichtung
BE1020280A3 (nl) * 2011-10-20 2013-07-02 Cnh Belgium Nv Vierkantebalenpers met voorcompressierollen.
US10743467B2 (en) * 2017-10-26 2020-08-18 Kooima Ag, Inc. Self-propelled forage harvester corn head adapter
CN111844322B (zh) * 2020-07-23 2021-11-02 山东金轮机械制造有限公司 利用凸轮自动无级换挡变化旋切单板厚度的旋切机

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE366054C (de) * 1922-12-27 August Faehnle Vorschubvorrichtung fuer Haeckselmaschinen
DE1059701B (de) * 1957-09-12 1959-06-18 Fortschritt Veb K Zufuehrvorrichtung einer Trommelhaeckselmaschine
US3444673A (en) * 1966-12-09 1969-05-20 Case Co J I Feeder drive mechanism
YU32771B (en) * 1969-05-04 1975-06-30 Agrostroj Pelhrimov Np Dostavni mehanizam, spregnut sa uredajem za secenje masine za sitnjenje plodova, posebno poljske dobosne masine za sitnjenje plodova
US3873033A (en) * 1973-04-26 1975-03-25 Canadian Cane Equip Methods and apparatus for preparing sugarcane stalks for subsequent processing
US3913303A (en) * 1974-03-04 1975-10-21 Avco Corp Feed roll construction for forage harvester
US4040344A (en) * 1974-12-02 1977-08-09 Dehye Harvesters Limited Feed roller mechanisms for forage harvesters
US4028779A (en) * 1975-12-17 1977-06-14 Leesona Corporation Film granulator
US4044557A (en) * 1976-04-20 1977-08-30 Hesston Corporation Feed rolls having automatic speed control
US4073377A (en) * 1976-04-20 1978-02-14 Hesston Corporation Feed rolls having automatic speed control

Also Published As

Publication number Publication date
PL216879A1 (nl) 1980-03-24
CA1091451A (en) 1980-12-16
GB2024590A (en) 1980-01-16
DE2926764B2 (de) 1981-01-29
MX148044A (es) 1983-03-08
HU187250B (en) 1985-11-28
IT7949647A0 (it) 1979-07-04
DK283679A (da) 1980-01-06
DE2926764C3 (de) 1983-12-22
SU1083894A3 (ru) 1984-03-30
BE877468A (fr) 1979-11-05
FR2430190B1 (nl) 1984-11-23
IT1118881B (it) 1986-03-03
FR2430190A1 (fr) 1980-02-01
GB2024590B (en) 1982-07-14
US4192468A (en) 1980-03-11
JPS5515792A (en) 1980-02-04
YU155779A (en) 1983-02-28
PL121005B1 (en) 1982-04-30
DE2926764A1 (de) 1980-01-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU769851B2 (en) Tensioner for the header of a harvester
US6601375B1 (en) Wide pickup and feeding system for supplying crop material to the crop inlet of an agricultural implement
US7188461B2 (en) Conditioning roller drive
NL7905232A (nl) Veldhakselaar.
US6029432A (en) Apparatus for treating plant material
US4369617A (en) Feeder idler drum shaft with removable extensions
GB2414373A (en) Accelerator and crop processor movement
EP3119183B1 (de) Erntemaschine
EP0117588B1 (en) Drive means
CA1108871A (en) Crop material saver for a forage harvester feed roll assembly
EP0872171B1 (en) Feeder means for a forage harvester
HU191668B (en) Harvesting machine for sown in line hay-plants e.g. maiz
NL1001586C2 (nl) Maaimachine.
US3643720A (en) Forage harvester feed roll drive
US3444673A (en) Feeder drive mechanism
EP0177995A1 (en) Forage harvester crop processor apparatus
US20220240449A1 (en) Agricultural header with inter-frame flexible seal
EP0242463A1 (en) Forage harvesters
GB1574033A (en) Crop gathering apparatus
US10375889B2 (en) Dual belt conveyor for agricultural machine
CA1081585A (en) Forage harvester throat sheets
US3511287A (en) Forage harvester drive for feed elements
CA3079853A1 (en) Agricultural header with flexible joint
JPS635B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed