NL7905157A

NL7905157A - Scheerapparaat.

Info

Publication number: NL7905157A
Application number: NL7905157A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1979-07-03
Filing date: 1979-07-03
Publication date: 1981-01-06
Also published as: EP0021551A1; CA1154243A; US4344228A; JPH0125594B2; DE3061817D1; ATE2380T1; DE8017711U1; JPS5611089A; ES8102883A1; EP0021551B1; ES492974A0

Description

ΡΗΝ 9502 ί N.V. Philips * Gloeilampenfabrieken ” S che e r apparaat11

De uitvinding heeft betrekking op een scheer-apparaat met een eerste uitwendig knipelement en een daarmee samenwerkend tweede inwendig knipelement, waarbij tenminste één der knipelementen, bij voorkeur het tweede in-5 wendige knipelement, met een heen en weer gaande beweging ten-opzichte van het andere knipelement aandrijfbaar is.

Een dergelijk s-cheerapparaat is bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooi 4.06^.977 (PHH 8152).

10 Hierbij is het eerste knipelement uitgevoerd als een folie voorzien van openingen terwijl het tweede aangedreven knipelement door middel van veren tegen de binnenzijde van de folie wordt gedrukt. Een nadeel van deze bekende constructie is dat tengevolge van de tijdens het scheren 15 optredende krachten de folie wordt gedeformeerd of het aangedreven knipelement van de folie wordt weggedrukt waardoor de afstand tussen deze beide te groot wordt om goed te kunnen knippen.

De uitvinding, waarmee wordt beoogd dit nadeel 20 op te heffen, voert tot een constructie met het kenmerk, dat het aandrijfbare knipelement door een in de aandrijf-richting flexibel en in richtingen in hoofdzaak dwars op de aandrijfrichting stijf verbindingselement met het andere knipelement is bevestigd.

25 Een bijzondere uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt, dat het eerste knipelement tezamen met twee benen een U-vormig onderdeel van plaatmateriaal vormt en het tweede knipelement tezamen met het verbindingselement is uitgevoerd als een strip van eveneens plaatmateriaal, 30 welke strip tussen de benen van het U—vormige onderdeel is gelegen waarbij het tweede knipelement aan een uiteinde van de strip nabij het verbindingsstuk van het U-vormige onderdeel is gelegen en de strip met het andere uiteinde 7905157

V

2 PHN 9502 met de benen van het U-vormige onderdeel is verbonden.

Bij voorkeur worden het U-vprmige onderdeel en de strip als een enkel onderdeel van plaatmateriaal uitgevoerd.

5 Een bijzonder praktische uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt, dat meerdere combinaties van eerste en tweede knipelementen door tussenstukken op afstand worden gehouden en met deze tussenstukken tot een scheereenheid zijn verenigd.

10 Een andere uitvoeringsvorm wordt daardoor ge kenmerkt, dat meerdere eerste knipelementen een eerste knipeenheid vormen en meerdere tweede knipelementen een tweede knipeenheid vormen en de eerste knipeenheid door tenminste één, in aandrijfrichting flexibel en in richtin-15 gen in hoofdzaak dwars op de aandrijfrichting stijf verbindingselement is gekoppeld met de tweede knipeenheid.

No een andere uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt, dat combinaties van eerste en tweede knipelementen in een cirkel jzijn opgesteld en de aangedreven 20 knipelementen zijn voorzien van een aanslag welke binnen het bereik ligt van de spaken van een roterend aandrijf-baar wiel.

Een bijzonder efficient werkende uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt, dat elk aangedreven knip-25 element is voorzien van een knipkant in combinatie met een in aandrijfrichting vooropgaand en verder van het corresponderende andere knipelement afgelegen grijprand.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht met behulp van een beschrijving van enkele in de figuren weer-30 gegeven uitvoeringsvoorbeelden.

Fig. 1 toont in perspectief een scheerapparaat met scheereenheid en aandrijving.

Fig. 2 toont twee onderdelen van de scheereenheid in perspectief.

35 Fig. 3 toont in aanzicht een detail van een on derdeel van de scheereenheid met de knipelementen.

Fig. 4, 5 en 6 tonen een detail van de knipeenheid in zijaanzicht in verschillende posities van de 7905157

V

PHN 9502 3 knipelementen ten opzichte van elkaar en illustrerende werking van het apparaat.

Fig. 7 toont schematisch in een langsdoorsnede een andere uitvoeringsvorm van de knipelementen.

5 Fig. 8 geeft een dwarsdoorsnede volgens de lijn VIII-YIII in fig. 7.

Fig. 9 toont schematisch een uitvoeringsvorm met een roterend aandrijfmechanisme.

Fig. 10 en 11 tonen schematisch en in zijaan-10 zicht nog een andere uitvoeringsvorm van de knipelementen.

Het apparaat volgens de figuren 1 t/m 6 omvat een scheereenheid 1 en een aandrijfmechanisme 2. Deze scheereenheid en het aandrijfmechanisme zijn 'ondergebracht in een huis dat duidelijkheidshalve niet is getekend en 15 dat bijv. is voorzien van een opening waardoor de scheereenheid in aanraking kan worden gebracht met de te scheren huid.

De voornaamste onderdelen van de scheereenheid worden gevormd door de lamellen 3 en k van plaatmateriaal 20 (zie ook fig. 2). Meerdere lamellen zijn op elkaar gestapeld waarbij zich tussen twee lamellen 4 steeds een lamel 3 bevindt welke een tussenstuk vormt dat twee naburige lamellen 4 op afstand houdt. Het geheel wordt tezamen met de eindstukken 5 bijeengehouden met behulp van de 25 schroefbouten 6 welke door samenvallende gaten 7 in zowel de eindstukken als de lamellen steken.

De lamellen 4 zijn aan een uiteinde voorzien van een eerste uitwendig knipelement 8 en een tweede inwendig knipelement 9 (zie ook fig. 3)· Het eerste knip-30 element 8 vormt tezamen met twee benen 10 een U-vormig onderdeel 11. Het tweede knipelement 9 vormt in combinatie met het verbindingselement 12 een strip 13 welke tussen de benen van het U-vormige onderdeel 11 is gelegen. XJ-vormig onderdeel 11 en strip 13 vormen een enkel onderdeel 4 35 van plaatmateriaal. De strip 13 kan echter ook door lassen, of klinken etc. aan het U-vormig onderdeel worden bevestigd.

790 5 1 57 PHN 9502

V

hr

De strips 13 van de scheereenheid zijn door middel van de as 14 met het aandrijfmechanisme 2, i.e. een vibratormotor, gekoppeld zodat de uiteinden van de strips 13 met de tweede knipelementen 9 een heen en weer 5 gaande beweging kunnen maken zoals in fig. 4 is aangeduid met de pijlen P. De as 14 steekt door de openingen 15 in de strips 13. Rond de as 14 en tussen twee naburige strips 13 bevinden zich bussen 16 zodat de strips eveneens onderling op afstand worden gehouden.

^ Het verbindingselement 12 vormt in feite een bladveer welke flexibel is in de aandrijfrichtingen P maar stijf in de in het vlak van de lamel 4 gelegen richtingen, in het bijzonder in de lengterichting van het verbindingselement 12 zelf.

15 De figuren 4 t/m 6 tonen in zijaanzicht enkele lamellen 3 en 4 met de U-vormige onderdelen 11 en de strips 13 in verschillende posities ten opzichte van elkaar terwijl tevens een huidgedeelte 17 met haren 18 is weergegeven. In de situatie volgens fig. 4 hebben de strips 13 20 een maximale uitwijking waardoor de uiteinden met de knipelementen 9 zich tussen de benen van naburige U-vormige onderdelen 11 bevinden. De haren 18 kunnen hierdoor tussen twee U-vormige onderdelen 11 geraken.

Bij de teruggaande beweging P zoals aangeduid 25 in fig. 5 worden de haren door de knipkanten 20 en 21 (fig. 3) van de knipelementen 8 resp. 9 afgeknipt. De strips 13 bereiken daarna de andere uiterste stand zoals weergegeven in fig. 6 waarbij opnieuw haren tussen twee U-vormige onderdelen 11 kunnen worden gevangen.

30 Het is uiteraard ook mogelijk dat een haar wordt geknipt door samenwerking van knipelementen die niet tot dezelfde lamel 4 behoren. Zo kan bijv. knipelement 9 van de rechtse lamel van de drie lamellen van figuren 4 t/m 6 ook samenwerken met knipelement 8 van de middelste lamel.

35 Op het moment van knippen (fig. 5) treden krach ten op waarvan componenten op de strips 13 werken in een richting nagenoeg loodrecht op de huid, d.w.z. in de lengterichting van deze strips en van de knipelementen 8 af- 790 5 1 57 5 PHN 9502 gericht. Tengevolge van het feit dat de strips 13 en de U-vormige onderdelen 11 aan elkaar zijn bevestigd en de strips 13 en de benen 10 een grote stijfheid hebben in de lengterichting verandert de breedte van de knipspleet 19j 5 d.w.z. de afstand tussen de knipkanten 20 en 21 (fig. 3)» van de knipelementen 8 resp. 9 praktisch niet. Deze knipspleet 19 kan de vervaardiging op een waarde zijn afgesteld waardoor de knipeigenschappen van het apparaat optimaal zijn.

Omdat tussen de eerste en tweede knipelementen een constante knipspleet aanwezig blijft is oók het probleem van slijtage door onderling contact en temperatuur-verhoging door wrijving van de knipelementen opgeheven.

De kniphoek van het knipelement 9 zoals 15 weergegeven in fig. 6 is 90°. Door een bewerking van de knipelementen 9 kunnen ook andere kniphoeken, in het algemeen kleiner dan 90° worden toegepast.

Bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 7 en 8 zijn meerdere eerste knipelementen 22 verenigd in een 20 khipeenheid 23 terwijl meerdere tweede knipelementen 2b onderdeel zijn van een knipeenheid 25« De knipeenheid 25 bestaat in hoofdzaak uit een balk 26 waaraan de knipelementen 2b zijn bevestigd. De balk 26 is met behulp van de verende strips 27 aan de knipeenheid 23 bevestigd. De 25 knipeenheid 23 wordt gevormd door een in doorsnede U-vor-mig lichaam waarin door middel van zaagsneden 28 de eerste knipelementen 22 zijn gevormd.

De knipeenheid 25 wordt door een niet getekende vibratormotor met een heen en weer gaande beweging 30 in de richtingen P ten opzichte van de knipeenheid 23 aangedreven. De werking van deze uitvoeringsvorm is verder gelijk aan die van de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 t/m 6. Door de stijfheid in de lengterichting van de verende strips 27 zal ook bij deze uitvoeringsvorm 35 de knipspleet 29 praktisch'constant blijven tijdens het knippen.

Bij de uitvoering volgens fig. 9 zijn de lamellen 30 in een cirkel opgesteld. Deze lamellen 30 kunnen 790 5 1 57

V

6 PHN 9502 weer op afstand worden gehouden door lamellen 31 van dezelfde configuratie als de lamellen 3 volgens fig. 2. De lamellen 30 bestaan uit een U-vormig onderdeel 32 met een eerste knipelement 34 en een strip 33 met een tweede knip-5 element 35· Ue strip 33 is met behulp van dwarsstukken 36 aan U-vormig onderdeel 32 bevestigd. Het uiteinde 37 van strip 33 steekt voorbij de benen van U-vormig onderdeel 32 uit.

De aandrijving van deze uitvoeringsvorm kan ge-^ schieden met een niet-getekendeelektromotor met een roterende as 38. Op de as is een wiel 39 bevestigd met spaken 40. De uiteinden 37 vormen aanslagen waartegen de spaken 40 tikken als het wiel 39 wordt aangedreven. De strips 33 roteren hierbij om de dwarsstukken 36. Na het passeren van ^ de spaken veren de strips weer terug in de oorspronkelijke stand. De werking van de knipelementen is overigens geheel gelijk aan die van de uitvoering volgens figuren 1 t/m 6. Omdat de hoekverdraaiing van de strip 33 slechts gering is kan de beweging van het knipelement 35 ten op-2Q zichte van knipelement 3^· als een heen en weer gaande beweging worden beschouwd.

Door de grote stijfheid van de lamel 30 in het vlak van de lamel zelf zal de knipspleet tussen de knipelementen 34 en 35 tijdens het knippen van een haar ook hier weer 25 praktisch gelijk zijn aan de knipspleet 41 tussen de knipelementen als er geen haar geknipt wordt.

Ter verhoging van de stijfheid is de strip 33 voorzien van een ribbe 42.

De figuren 10 en 11 betreffen een speciale 30 uitvoeringsvorm van een tweede aangedreven knipelement zoals toepasbaar bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen.

Het tweede knipelement 43 is voorzien van knip-kanten 44 en 45 en bijbehorende grijpranden 46 resp. 47.

35 De grijprand 46 is ten opzichte van de knip- kant 44 in de aandrijfrichting P voorop gaand en ligt bovendien op een grotere afstand van het corresponderende andere eerste knipelement 48.

790 5 1 57

Claims

1. Scheerapparaat met een eerste uitwendig knipelement en een daarmee samenwerkend tweede inwendig knipelement waarbij tenminste êên der knipelementen, bij voor- 20 keur het tweede inwendige knipelement, met een heen en weer gaande beweging ten opzichte van het andere knipelement aandrijfbaar is, met het kenmerk, dat het aandrijf-bare knipelement door een in de aandrijfrichting flexibel en in richtingen in hoofdzaak dwars op de aandrijf-20 richting stijf verbindingselement met het andere knipelement is bevestigd.

2. Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste knipelement tezamen met twee benen een U-vormig onderdeel van plaatmateriaal vormt en het 20 tweede knipelement tezamen met het verbindingselement is uitgevoerd als een strip van eveneens plaatmateriaal, welke strip tussen de benen van het U-vormige onderdeel is gelegen waarbij het tweede knipelement aan een uiteinde 7905157 V PHN 9502 r 8 van de strip nabij het verbindingsstuk van het U-vormige onderdeel is gelegen en de strip met het andere uiteinde met de benen van het U-vormige onderdeel is verbonden.

3· Scheerapparaat volgens conclsie 2, met het ken- ® merk, dat het U-vormige onderdeel en de strip als een enkel onderdeel van plaatmateriaal zijn uitgevoerd. Scheerapparaat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat meerdere combinaties van eerste en tweede knipelementen door tussen-stukken op a£-^ stand worden gehouden en met deze tussenstukken tot een scheereenheid zijn verenigd.

5· Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat meerdere eerste knipelementen een eerste knip-eenheid vormen en meerdere tweede knipelementen een tweede ^ knipeenheid vormen en de eerste knipeenheid door tenminste één in aandrijfrichting flexibel en in richtingen in hoofdzaak dwars op de aandrijfrichting stijf verbindingselement is gekoppeld met de tweede knipeenheid.

6. Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk dat combinaties van eerste en tweede knipelementen in een cirkel zijn opgesteld en de aangedreven knipelementen zijn voorzien van een aanslag welke binnen het bereik ligt van de spaken vaneen roterend aandrijfbaar wiel.

7. Scheerapparaat volgens een der voorgaande con-20 clusies, met het kenmerk, dat elk aangedreven knipelement is voorzien van een knipkant in combinatie met een in aandrijfrichting voorop gaand en verder van het corresponderende andere knipelement afgelegen grijprand. 30 35 7905157