NL7904286A - Continue werkwijze en apparaat voor het bleken van triglyceride olieen met een adsorbens. - Google Patents

Description

'49176/Lob CANADA PACKERS LIMITED, West .Toronto, Ontario, CANADA.

Continue werkwijze en apparaat voor het bleken van triglyceride oliin met een adsorbens.

De uitvinding heeft betrekking op een continue werkwijze en apparaat voor het bleken van triglyceride oliën met een adsorbens.

Bij het verwerken van oliën en vetten om daaruit sla- en bakolie te bereiden en andere eetbare olieproducten, zoals margarine 5 en bak- en braadvetten, is het noodzakelijk om de olie te bleken met -een blekend adsorbens, zoals een adsorberende klei.Het doel van het bleekproces is om gekleurde materialen, zoals chiorofyl en afbraakpro-dukten daarvan, bruingekleurde verbindingen en andere materialen, die voldoende polair zijn, uit de olie te verwijderen door adsorptie aan 10 de klei.Wanneer deze verbindingen niet worden verwijderd, kunnen in de verschillende olie en vetprodukten als bovengenoemd de gewenste lichte kleuren niet worden verkregen.Even belangrijk is, dat de chemische activiteit van deze verbindingen kan leiden tot de vorming van aanvullende gekleurde materialen en de vorming van verbindingen die een onaan-15 vaardbare smaak verlenen aan de olieprodukten.Deze moeten daarom tot een zeer gering gehalte worden teruggebracht.

Het is in het algemeen niet de bedoeling om caroteen te verwijderen, dat een hoofdbijdrage levert aan de kleur van de meeste oliën in ruwe toestand, met deze werkwijze.Caroteen adsorbeert niet gemakke-20 lijk op bleekklei, maar het wordt bij verhitten afgebroken tot vrijwel kleurloze (gele) verbindingen.Derhalve wordt gerekend op de hoge temperaturen waaraan oliën worden blootgesteld tijdens het desodoriseren na het bleken, om de sterke caroteen(rode) kleur van vele oliën te doen verdwijnen.

25 De ingewikkeldheid en verscheidenheid van de door bleken te verwijderen verbindingen zijn zodanig, dat het anpractisch is om de gebleekte olie daarop nauwkeurig te analyseren om het effect van het proces te bepalen.Inplaats daarvan is het gebruikelijk om de kleur van de olie na het bleken te bepalen door vergelijking met Lovibond-Red 3D standaarden, zoals beschreven in Bailey's Industrial Oil and Fat Products, 3e ed.,1964, biz.132 en 133.Wegens de moeilijkheden bij kleurver-gelijking in aanwezigheid.van caroteen is het dikwijls wenselijk om de 7904286 - 2 - * ·1 4 ι _____ . ______ - _ ; hoeveelheid ohlorofyl die in de olie is achtergebleven, door analyse ; te bepalen en het peroxydegetal (PV) te bepalen als een maat voor primaire oxydatieprodukten en het anisidinegetal(AV) als een maat voor secundaire oxydatieprodukten in de gebleekte olie.Wanneer het bleken 5 ondoelmatig wordt uitgevoerd of zonder behoorlijke bescherming tegen zuurstof, valt te verwachten, dat gekleurde materialen van niet-caro-tene aard, zoals ohlorofyl, onvoldoende worden verwijderd en dat oxyda-tiegetallen in de gebleekte olie naar verhouding hoger zijn.

Wegens deze ingewikkeldheid bij het beoordelen van gebleekte 10 oliën, bestaat de doorslaggevende proef uit het beoordelen van de olie na desodoriseren.In dat stadium is het mogelijk om de invloed van het bleekproces op de kleur juist te bepalen, omdat er niet meer enigerlei storing door caroteenachtige verbindingen plaats vindt.Ook kan in dit stadium de invloed op smaak en smaakstabiliteit worden beoordeeld.

15 In een karakteristiek proces voor het bleken, zoals dat in de industrie wordt uitgevoerd, wordt adsorberende klei gemengd met de olie of het gesmolten vet (hierin verder algemeen aangeduid als olie], die ‘gewoonlijk onderworpen is geweest aan een raffineringsbewerking,het mengsel .wordt dan ingesteld op de gewenste bleektemperatuur en gpduren-20 de een voldoende tijdsduur op die temperatuur gehouden om adsorptie van gekleurd materiaal in maxomale mate te doen plaats vinden.Aan het einde van deze periode wordt de olie gefiltreerd om de klei te verwijderen-.

Het verdient gewoonlijk de voorkeur om gedurende het gehele 25 proces:-.de olie tegen aanraking met lucht te beschermen, en in het bij zonder gedurende de fase van het proces, waarin de olie op maximum temperatuur is en in aanraking met de bleekklei is.Gewoonlijk wordt dit tot stand gebracht door onder vacuum te werken, hetzij discontinu in ketels, of continu in geroerde doorstroom tanks, die onderverdeejLd kun-30 nen zijn teneinde de verblijftijd van het olie/klei mengsel enigermate te kunnen regelen.Het gebruik van vacuum leidt er ook toe dat alle lucht uit het olie/klei mengsel wordt verwijderd en ook vocht wordt verwijderd.Het is echter belangrijk dat volledig drogen van het olie/klei mengsel wordt vermeden, aangezien daardoor het adsorptievermogen van 35 de klei volgens vele onderzoekers wordt verminderd (zie b.v. Bailey's Industrial Oil and Fat Products, 3e ed., biz.780).

7904286 t * -3 - « r Een bleekproces waarbij de bleekwerking plaats vindt ander atmosferische of verhoogde druk wordt beschreven in Amerikaans octrooi-schrift 3.673.228.In dit proces wordt een voorafgaande vacuumbehande-ling teegepast die alleen maar dient voor het verwijderen van lucht en 5 het instellen van het vochtgehalte in het olie/klei mengsel voor een optimale bleek doelmatigheid.Dit kan worden bereikt door het olie/klei mengsel door een vacuumdroger te voeren in plaats van het gehele bleek-gedeelte van het proces onder vacuum uit te voeren.Met deze uitvoering is een nauwkeuriger regeling van de vocht-instellingsfase van het pro-10 ces magelijk, omdat er geen noodzaak bestaat om het olie/klei mengsel onder vacuum te houden gedurende de gehele bleekfase van het proces om bescherming tegen lucht te handhaven.

Bij gebruikelijke bleekprocessen zijn er twee ernstige problemen.Ten eerste is het moeilijk om de. bleekklei, .die eerr~f±jn; poeder^-15 is, van'de heersende omgevingsdruk te doseren in het vacuum getrokken vat, waarin het olie/klei mengsel moet warden gedroogd, of waarin zowel het drogen als het bleken moeten plaats vinden.Gewoonlijk kan dit geschieden door organen aan te brengen, die een kleine hoeveelheid klei afmeten en deze overbrengen van de heersende druk naar het vacuum ge-20 trokken vat.Dit betekent, dat de bleekbewerking semi-continu moet zijn, hetgeen mechanisch ingewikkelder is.Een andere methode, zoals voorgesteld in Amerikaans ootrooischrift 3.673.228 bestaat er uit dat in een afzonderlijke tank de klei in een kleine hoeveelheid olie tot een brij wordt opgeslagen en daarna deze brij continu in de hoofdoliestroom 25 wordt gedoseerd.Het nadeel van deze methode is, dat wijzigingen in de olievoorraden die gebleekt moeten worden ook een verandering vereisen van de brij-voorraad, indien verontreiniging van de ene olievoorraad door de andere dient te worden vermeden, waardoor het proces aanzienlijk ingewikkelder wordt.Ook is het contact van een deel van de olie 30 met de klei ver uitgaand boven de optimale tijdsduur en hoeveelheid klei voor het bleken.

De tweede moeilijkheid treedt op ten aanzien van de contact duur van de olie met de klei tijdens het bleken.De gekozen verblijftijd van het olie/klei mengsel in de bleekzone bij de gebruikelijke, 35 in de industrie toegepaste processen ligt in het trajekt van 5-30 min, afhankelijk van het type olie en het type klei.Geroerde tanks laten 7904286 — 4 — r 'ï I aanzienlijke verkorting en terugmengen toe, met als gevolg dat”de wer- kelijke verblijftijd van de stapsgewijze toegevoegde hoeveelheden van i . ...

• het olie/klei mengsel sterk varieert.Het gebruik van een kolom met : vullichamen, zoals beschreven in Amerikaans octrooischrift 3,673,228, 5 verschaft wat verbetering, maar er is nog steeds een aanzienlijke vari-: atie in de verblijftijd tussen verschillende delen van het mengsel.Het resultaat van deze variatie is dat de afmetingen van bleekvaten zijn ; afgesteld op betrekkelijk lange gemiddelde verblijftijden.Dit maakt het onvermijdelijk, dat delen van de olie zijn blootgesteld aan bleek-10 · omstandigheden gedurende zo lange tijd, dat bepaalde reacties, die ge kleurd materiaal vormen tijdens het bleken tot aanzienlijke hoeveelheden kunnen leiden.Als gevolg daarvan is het bleekproces dan dienovereenkomstig minder doelmatig.Ook laten met vullichamen gevulde kolommen geen doelmatig mengen van olie en klei toe, zodat langere bleektijden 15 :moeten warden aangehouden om een goede benutting van de klei te ver krijgen.De uitvinding heeft ten doel deze nadelen te overwinnen.

Overeenkomstig de uitvinding is nu gevonden, dat bij een werkwijze voor het continu bleken van oliën het blekende adsorbens aan de olie kan worden toegevoegd zonder dat de olie onder vacuum wordt 20 gehouden en toch contact met lucht wordt vermeden.Er is verder gevonden, dat het contact van het blekende adsorbens met de olie in een bleekzone van 5-30 min. kan worden bekort tot ongeveer één minuut.Tijdens de werkwijze wordt de olie eerst in een warmteuitwisselaar verwarmd op bleektemperatuur.Hij wordt daarna in een mengvat afgel«atén onder om-25 standigheden waardoor het oppervlak van de olie in het vat krachtig in beweging wordt gebracht.Bij voorkeur is het mengvat voorzien van een gedeelte of zone met konische configuratie, zoals een cycloon.Het adsorbens, dat altijd wat vocht bevat, wordt uit een doseerinrichting op het geroerde olieoppervlak in het vat neergelaten, waar het snel wordt 30 bevochtigd door de verhitte olie.Wanneer het adsorbens in aanraking komt met de hete olie wordt een deel van het in het adsorbens aanwezige water verdampt.In de bovenruimte van het vat wordt boven het oppervlak van de olie een waterdamp- of stoomatmosfeer gevormd.Deze stoom- of waterdampatmosfeer wordt voortdurend vernieuwd en verschaft een doelma-35 tige bescherming tegen lucht voor de olie in het vat.

Het olie/adsorbens mengsel kan dan direct in een bleekzone of 7904286 -5 - r .

s ; station, worden gepompt, dat bestaat uit een reeks statische mengers, die voor snel en doelmatig mengen ontworpen zijn, zoals hieronder beschreven.

Inplaats daarvan kan het olie/adsorbens mengsel continu uit 5 de menger worden afgelaten in een vacuumdroger, waar eventueel in de aangevoerde olie meegesleepte lucht of met het adsorbens in de olie gebrachte lucht wordt verwijderd en waar het olie/adsorbens mengsel wordt gedroogd tot het gewenste vochtgehalte.Het gewenste vochtgehalte wordt verkregen door instellen van het vacuum in de droger en bovendien 10 door instellen van de gemiddelde verblijftijd van het olie/adsorbens mengsel in de droger.Het gedroogde mengsel wordt dan naar de bleekzone of het bleekstation gepompt.

De verblijftijd in de bleekzone ligt in de orde van één minuut inplaats van de gebruikelijke S - 30 min. bij bekende bleekprocessen, 15 Tijdens deze contactduur wordt doelmatige bleking verkregen door het uitstekende mengen en de zeer beperkte verblijftijdverdeling die in de statische mengers wordt verkregen.Het olie/adsorbens mengsel wordt daarna gefiltreerd.

In de bijgaande tekeningen, die dienen ter nadere toelichting 20 van de uitvinding geeft Fig.1 in diagramvorm een weergave van de proces trappen en de apparatuur die gebruikt .wordt voor het uitvoeren van de voorkeurscombinatie van omstandigheden volgens de uitvinding.

Fig.2 is een vooraanzicht, gedeeltelijk in doorsnee, waaruit de voorkeurs olie/klei mengkenmerken van de uitvinding blijken.

25 Fig.3 is een gedeeltelijke doorsnede van een uitvoeringsvorm van een statische menginrichting, die gebruikt kan worden in de bleek-zane van de werkwijze volgens de uitvinding.

In de tekeningen, en in het bijzonder in Fig.1, wordt een triglyceride olie, zoals b.v. een met alkali geraffineerde olie, gehy-30 drogeneerde olie, of met fosforzuur voorbehandelde ruwe olie, uit tank 1 door pomp 2 door stroomregelorgaan 3 gepompt naar een warmteuitwisse-laar 4, waar hij tot bleektemperatuur wordt verhit.

De bleektemperatuur kan sterk variëren-,, afhankelijk van voorkeur en van het type olie, maar voor de doeleinden van de uitvinding 35 dient de temperatuur niet beneden 70°C te liggen.Het voorkeurs tempera-tuurtrajekt is 95 - 105°C.

7904286 * * — 6 - t__________ . .

I De verhitte olie wordt afgelaten door pijp 7 naar een mengvat ; 5, dat voorzien is van een onderste gedeelte 6 met iconische configure- i . 2 tie, b.v. een cycloon, bij een overdruk van tenminste 0,35 kg/cm , tangentieel t.o.v. de wand van het vat.De oliespiegel in vat 5 wordt 5 : zo geregeld dat de olieaflaatpijp ondergedompeld is.Zie Fig,2, waarin ; het aflaateinde van de olieaflaatpijp beneden het oppervlak 8 van de geroerde olie ligt,Daardoor wordt alle versproeiingswerking vermeden en wordt de stroomenergie overgebracht op de oliemassa die in de cycloon aanwezig is, waardoor de roerwerking wordt verschaft, die het adsorbens 10 bevochtigt.

De hoeveelheid olie in vat 5 komt bij voorkeur overeen met ongeveer 10 sec. oliestroom .In dit geval kan de totale capaciteit van vat 5 gelijk zijn aan 40 sec. oliestroom.Het zal duidelijk zijn, dat de verblijftijd van de olie in dit vat minder dan 1 minuut bedraagt en 15 gewoonlijk in de orde van 10 sec. ligt.

Zoals weergegeven in Fig.1 en Fig.2 wordt een vast blekend adsorbens, zoals bleekklei, in vat 5 gedoseerd uit een doseerinrichting 9.Deze inrichting kan bestaan uit een transportschroef 10 (Fig.2) die met een ingestelde snelheid wordt aangedreven met een willekeurige ge-20 bruikelijke aandrijving, zoals schematisch aangegeven bij 11.Het vaste adsorbens, zoals aangegeven in Fig.2, wordt continu uitgestrooid op-oppervlak 8 van de hete olie, wordt in de vortex van de geroerde olie getrokken en snel en grondig met de olie gemengd tijdens zijn neerwaartse doorgang door het konische ondergedeelte 6 van vat 5.Het olie/adsorbens 25 mengsel wordt dan uit vat 5 afgevoerd door afvoer 12, die in het onderste gedeelte van onderstuk 6 gelegen is.

Het bij de werkwijze volgens de uitvinding gebruikte blekende adsorbens kan ieder adsorbens zijn, dat gebruikelijk wordt toegepast bij het bleken van triglyceride oliën.Bleekklei, en in het bijzonder 30 met zuur geactiveerde bleekklei, zijn voor de werkwijze geschikt.Deze adsorbentia bevatten, zoals ze geleverd worden, omstreeks 10 - 15 % vrij vocht.Waar in het onderstaande het handelsmerk Filtrol wordt gebruikt, heeft dit betrekking op zuur geactiveerde bleekaarde.Men kan bij de werkwijze volgens de uitvinding echter ieder vast blekend adsor-r 35 bens gebruiken, dat een hoeveelheid vrij vocht van meer dan 3 °/o bevat.

Hiertoe behoren alle tot nu toe bekende bleekklei soorten.Deze hoeveel- 790 4 2 86 -7 - r * t heid vocht is voldoende am de beschermende laag waterdamp of stoom te verschaffen boven de hete olie in het mengvat.Wanneer het vochtige ad-sorbens uit de doseerinrichting 1Q in aanraking komt met het oppervlak van de hete olie, wordt vrijwel onmiddellijk waterdamp of stoom gevormd 5 waardoor de beschermende atmosfeer in het bovenste gedeelte van vat 5 boven het oppervlak van de olie wordt verschaft.

De hoeveelheid adsorbens komt overeen met de in bekende processen gebruikte hoeveelheden en varieert afhankelijke van het specifieke adsorbens en de aard van de olie die verwerkt wordt.In het algemeen 10 ligt de hoeveelheid adsorbens in het trajekt van 0,2 - 3,0 gew.%, betrokken op Het gewicht van de olie.

Vat 5 kan aan de bovenkant geheel open zijn, zoals weergegeven in Fig.l.De bovenkant van vat 5 kan echter voorzien zijn van een kap, zoals weergegeven bij 14 in Fig.2, om stof en stoom tegen te houd-15 en.Het is niet noodzakelijk dat deze kap luchtdicht is en hij kan word en ontlucht, zoals bij 15 naar de omgeving of naar een afvoersysteem.Het zal duidelijk zijn, dat, ofschoon de voorkeur wordt gegeven aan atmosferische omstandigheden, zoals die zich voordoen in een vat met open bovenkant, het mengsysteem ook gebruikt kan worden met ietwat verhoogde 20 af verlaagde druk boven de olie in het mengvat.

Het olie/adsorbens mengsel stroomt uit mengvat 5 door een niveauregelklep 16, die de gewenste oliehoogte in menger 5 in stand houdt.Het kan dan direct door open kleppen 17 en 1S naar de bleekzone 20 worden gepompt met Domo 19.De niveauregelkleo kan reageren op niveau-25 sensoren, die in diagramvorm zijn weergegeven door lijn 16a, om een automatische niveauregeling te verschaffen,

In plaats daarvan kan het olie/adsorbens mengsel uit mengvat 5 stromen door de niveauregelklep 16 in een gebruikelijke vacuumdroger 21.Dit geschiedt door geschikt instellen van kleppen 17, 22 en 23.De 30 oliespiegel in vat 5 sluit de vacuumdroger 21 van de atmosfeer af.Eventueel in de aangevoerde olie meegesleepte lucht en in het blekende ad-sorbens wordt in vacuumdroger 21 verwijderd, en het vochtgehalte van het olie/adsorbens mengsel kan worden ingesteld op de gewenste concen-tratie.De verblijftijd van het olie/adsorbens mengsel in vacuumdroger 35 21 kan worden ingesteld in het trajekt van enige seconden tot 1 min. , afhankelijk van de hoeveelheid te verwijderen vocht.Ook kan de druk in 7904286 — 8- I __________________ __ _ ! de droger worden ingesteld van omgevingsdruk [760 mm Hg absoluut) tot 50 mm Hg.Het optimale vochtgehalte voor de beste bleekdoelmatigheid varieert afhankelijk van het type olie, dat verwerkt moet worden.Dit ligt in het algemeen in het trajekt van 0,05 - 0,25 gew.%.Voor vele 5— oliën bedraagt de voorkeursooncentratie echter 0,1 3 , gemeten in de gebleekte, gefiltreerde olie,Omdat de olie die in het proces wordt ingevoerd gewoonlijk niet meer dan 0,2 % vocht bevat (in vele gevallen slechts 0,03 - 0,05 en veel van het met het adsorbens toegevoegde vocht in menger 5 is verdampt, behoeft in droger 21 weinig, of in de 10 meeste gevallen gean vocht te worden verwijderd.Derhalve is de verblijftijd in deze eenheid heel kort of de eenheid kan volledig worden weggelaten. Gebleken is, dat tijdens' het beschreven mengproces weinig of geen lucht wordt meegesleept in het olie/adsorbens mengsel.

Het ontluchte en op vochtgehalte ingestelde olie/adsorbens 15 mengsel wordt dan door middel van pomp 19 door bleekzone of gedeelte 20 gepompt, dat bestaat uit een reeks statische mengers 24,Zo nodig kan het olie/adsorbens mengsel, voordat het in de bleekzone 20 kamt, door een warmteuitwisselaar 25 worden gepompt voor instelling van de temperatuur, om er voor tgkorgen dat de temperatuur in bleekzone 20 in het 20 trajekt van 70 - 180°C ligt.Dit wordt bereikt door geschikt instellen van de kleppen 18, 26 en 27.

De statische mengers 24 zijn bij voorkeur ontworpen voor het verschaffen van een gemiddelde verblijftijd van 1 min. , en voor een verblijftijdverdeling van niet meer dan 10 % van de stroom gedurende 25 minder dan 0,5 min. in de bleekzone en niet meer dan 10 % van de stroom langer dan 1,5 min.Om deze verblijftijd verdelging tot stand te brengen is het belangrijk dat de statische mengers nagenoeg vrij zijn van elementen die kunnen leiden tot terugmengen en verkorting, zoals plaats zou vinden in de geroerde tank of met vullichamen gevulde toren, d.w.z. 30 dat de voorwaarste stroom van het olie-adsorbens mengsel in wezen onbelemmerd is.Bovendien is het natuurlijk noodzakelijk om de stroomsnelheid zodanig te kiezen, dat geen aanmerkelijk uitzakken van de klei kan plaats vinden.Dit hangt· af van het type klei dat gebruikt wordt en de inrichting van het bleekgedeelte.Indien de statische mengers verti-35 caal staan opgesteld, kan bij lagere stroomsnelheden worden gewerkt.

In een horizontale opstalling zijn hogere snelheden nodig om uitzakken 7904286 r * — 9 - te voorkomen.Deze snelheden, die door de vakman gemakkelijk kunnen worden berekend, hangen af van de deeltjesgrootte van de bleekklei en van de deeltjesdichtheid.De stroom kan laminair of turbulent zijn.

Statische mengers van allerlei ontwerp, met inbegrip van lege 5 pijpstukken, kunnen worden gebruikt, vooropgesteld dat de juiste ver-blijftijdverdeling wordt verkregen.Een voorkeursontwerp is de "Kenics" (handelsmerk) statische menger, die voorzien is van schroefvormige meng-elementen met een lengte van ongeveer 1,5 pijpdiameters.Een inrichting waarin schroefvormige mengelementen worden gebruikt, wordt weergegeven 10 in Fig*3.Men kan een aantal van dergelijke elementen gebruiken, die zodanig zijn opgesteld, dat opeenvolgende omkering van de richting van de schroefvormiggfetroom kan worden gebruikt.Andere beschikbare ontwerpen zijn de onder de volgende handelsnamen bekende mengers: "Ross", "Lightnin'*, "Komax" en "Sulzer" (koch).

15 Na doorleiden door de statische mengers 24 van bleekzone 20, wordt het olie-adsorbens mengsel gefiltreerd door een gebruikelijk filter 28.De filtreertemperatuur kan sterk schommelen,Bij gebruik van fil-terpersen kan het warmteverdragend vermogen van het doek een beperking veroorzaken."Open aflaat" filterpersen vergen lage filtreertemperaturen 20 om de gebleekte, gefiltreerde olie tegen oxydatie te beschermen.ïn dergelijke gevallen kan het olie-adsorbens mengsel door een warmteuitwisse-laar 29 worden gevoerd om voor het filtreren af te koelen tot geschikte temperatuur.Dit kan geschieden door geschikte instelling van kleppen 30, 31 en 32.

25 Er bestaan geen temperatuurbeperkingen voor tankfilters, voor opgesteld dat de olie door een warmteuitwisselaar is gevoerd voordat deze in aanraking komt met de armosfeer, om de olie voldoende af te koelen am oxydatie te voorkomen.Daarom verdient het de voorkeur dat filter 28 van het tankfilter type is en dat de olie in warmteuitwisse— 30 laar 33 kan worden afgekoeld,Kleppen 34 en 35 kunnen worden ingesteld om stroming door warmteuitwisselaar 33 te verschaffen.

De onderstaande voorbeelden dienen ter .nadere toelichting van de uitvinding.

Voorbeeld I

35 Met alkali geraffineerde raapzaadolie werd gebleekt met een snelheid van 200 kg/uur_met 1,5 % geactiveerde bleekklei(Filtrol 105) 7904286 -id - ¥ % jvolgens de uitvinding.De olie werd eerst op 107UC verhit door doorleiden , door een warmteuitwisselaar.De verhitte olie werd afgelaten in de meng-: cycloon terwijl tegelijkertijd de geschikte hoeveelheid klei in de bovenkant van de cycloon wordt ingevoerd.Het niveau van het olie/klei 5 mengsel in de cycloon werd geregeld om een afdichting voor de vacuum-' droger te verschaffen en de olieaflaatpijp in de cycloon ondergedompeld te houden.Dit kwam overeen met een gemiddelde verblijftijd van ongeveer i 10 sec. voer het olie/klei mengsel in de cycloon.Het olie/klei mengsel werd afgelaten in de vacuum-droger, die onder aan absolute druk van 10 50 mm Hg stond en waarin het niveau van het olie/klei mengsel werd ge regeld om 1 min. beschikbaar te hebben aan gemiddelde verblijftijd voor ontluchten en instellen van vochtgehalte.Het olie/klei mengsel werd daarna door de bleekzone gepompt, die bestond uit een reeks statische mengers van zodanige afmeting, dat een gemiddelde verblijftijd van 1 15 min. mogelijk was.Na doorgang door het bleekgedeelte bedroeg de olie-temperatuur 100°C.Bij die temperatuur vond het filtreren plaats in een tank-filter.Na filtreren werd de olie tot 55°C afgekoeld alvorens hij aan de atmosfeer werd afgegeven.De gebleekte olie werd beoordeeld met betrekking tot kleur, peroxydegetal (PV) en anisidinegetal (AV).Hij 20 werd daarna gedesodoriseerd en de gedeodoriseerde olie werd beoordeeld op kleur, anisidinegetal, smaak en Schaal-overfstabiliteit bij 46°C.

Ter vergelijking werd een hoeveelheid van dezelfde olie discontinu in vacuum gedurende 15 min. bij 105°C gebleekt en gefiltreerd (gebruikelijke werkwijze) en op dezelfde wijze beoordeeld.De resultaten van deze 25 proeven zijn vermeld in Tabel A.

Uit de daarin vermelde gegevens blijkt, dat de gedeadoriseeiv de olie kleur die verkregen' wordt met de olie, die gebleekt is volgens de nieuwe werkwijze iets beter was, in het bijzonder wat betreft verwijdering van J’ groene" verbindingen. Smaak en smaakstabiliteit waren 30 vrijwel gelijk in beide processen, maar de concentratie aan secundaire oxydatieprodukten (zoals gemeten met AV) was geringer voor de nieuwe werkwijze.

Voorbeeld II

Een tweede hoeveelheid met alkali geraffineerde raapzaadolie 35 werd gebleekt met 1,5 fa Filtrol 105 klei onder dezelfde omstandigheden 7904286 - « *r 0 -11 -

il I

λ·8 e| J-d jg* tn ih !> t> K nt a a to <A g ® ° £ ω g-g i o

Ira ®® a .y c·- ® -¾ ^ tn H St I iO H g** 10 10 ° I- ° «-Ι CD ® Έ lOlC'Dl S* ->ΙσΐΙΏ,\.

I ύ - cm" c a <1 - - w CD ai 10 CD *H '— Ο ® £ '"p

-H JW E £* n U

η o a a a S u D o h n * in CD -D o fc CO tn in « § ·§ S c η α o a £ 1 ,S ^ 2 ° ° ° N IDH « *H ΰ cn Π n a y < ‘ ‘—J Q. CD v— a ε p i *· u, ** 1 cn st o

mas* n U n ® “ 5¾ nJ * *-T

^ Hiinlw n fe ^ 5 = 21 CD Q ιΗ H g Of. 3 g ^ cm^ftocoo £ £ >| Ώ- " £ £ <1 n « « £ m ¢1 n co «fc g a ai _ ® ® vi L H tX U r-i -S£| . -, ^

m S V to ςί (D 12 H ^ CM O

5f iloo· “ & l il O a a •Η B ^

< (-1 03 H

Η .M a Ί= ^ “ 5ί ϋ m m cn CD pH tC 3’ O QJ r-1 >ri 33 “1 UJ “·* n a η is a: con -g c π ,2 ^ ^ <rT _T ^ a oh cn - > a DH · <r ^ 'i

i_+3 v '· ί I— -P v^CU

^ CD 03 CM go w e -p - ε -p cm i to co cm joioicn a m > » - « a > ^ > rH < 1 'f <- > H ^ J3 ^ cm cm .

5 c > a ° ° ® c > ° « * m o cl^ cn tn ° °-*ϊ βΤ ω αΓ cd ε 03 ε Ü) rn c ui 2

Ti QJ Q

1 g mao

5 g N N U

> a -r? I? α 3 ^ .1 § 3 ^4 ί.3 C<X ^ m3 m α m <-< SS m 5 a s | a ^ m m ή

g 3 5 c 3 o P

5 t 3 cd mg J-.

l n m m m cn xj || £_ s 7904286 -12- I als beschreven in Voorbeeld I, behoudens dat bij één proef geen vacuum-drogen werd toegepast en in een tweede proef het vaouumdrogen geschied- i de bij 500 mm Hg absolute druk en met een verblijftijd van slechts 20 sec# inplaats van 1 min<*£en gebruikelijke 15 min. discontinue vacuum-5 bleking (200 mm Hg absolute druk) werd ter vergelijking met dezelfde olie uitgevoerd.De resultaten van deze proeven zijn vermeld in bovenstaande Tabel B.

Uite de gegevens blijkt dat de kleur van de gedeodoriseerde olie voor de twee werkwijzen dezelfde was.Smaak en smaakstabiliteit 10 van de oliën volgens de nieuwe werkwijze waren iets beter.Uitvoeren van de werkwijze met en zonder vacuumdrogen maakte geen wezenlijk verschil.

V.oorbeeld III

Met alkali geraffineerde sojaboonolie werd gebleekt met 0,5°/o 15 geactiveerde klei, zoals beschreven in Voorbeeld I, behoudens dat de klei anders was (Filtrol' 4), de bleekteraperatuur 105°C bedroeg en de druk in de vacuumdroger 500 mm Hg absoluut bedroeg met een gemiddelde verblijftijd varr"2Crsec. voor vochtinstelling.Ter vergelijking werd een gebruikelijke 15 min. discontinue vacuumbleking uitgevoerd bij een 20 absolute druk van 200 mm Hg.De resultaten zijn vastgelegd in Tabel C.

Voorbeeld IV

Met alkali geraffineerde aardnootolie werd gebleekt met de werkwijze volgens de uitvinding, in wezen zoals beschreven in Voorbeeld I, behoudens dat 1,3$ Filtrol 4 werden gebruikt en de temperatuur van 25 de olie 105°C bedroeg.In één proef werden een verblijftijd van 20 sec. en een absolute druk van 50 mm Hg in de vacuumdroger gebruikt.In een tweede proef werd geen vacuumdroging taegepast.De druk in de vacuumdro-ger bedroeg bij deze proef 760 mm Hg absoluut.Dezelfde olie werd ook gebleekt volgens de gebruikelijke 15 min. discontinue vacuum werkwijze 30 'bij 105aC, 100 mm Hg absolute druk en bij de heersende druk.De resultaten zijn vastgelegd in Tabel D.

De kleur en smaak van de met de nieuwe werkwijze gebleekte gedeodoriseerde oliën waren identiek aan hetgeen verkregen wordt met het gebruikelijke vacuum bleekproces.Gebruikelijk bleken aan de atmos-35 feer leverde een iets mindere kleur en smaak.Daaruit blijkt, dat bij 7904286 tr 2 -13 - E 0 • o

XI E Ε Ό -P

0) H f» E Μ E E E

e x: ε u ® ® 03 .y «-

5 «/ *- Η B ^ CQ CD 10 CO

Η B Ο H

OE^tntD CD o ωωο *g j *· c» o «-

§ >| 'l ” 0 <I I> to c> O

03 <i π m ® ra _ "p _ E *H — 5 n ^ ^ Ο ο H *m la a a cm o-π oosura--»* col niO(0 -PEE**- «- =“ ^ 0030 »««·> Ο Ό OJflrn ο 13 oj cc n a o °®rj 'v X 0 H "r c CD ' B CD ^ «η <—* b ^ O E Sn m ϋο«ί 0 in to to to

Bmp co -- I g Sj n, _* _r ^ τ-Γ Ί3 -H 3 - >3- to T5 Ή 5 * ^ ^ ^ ^ h H BtcB b n ^ ^ 2 S °5 ^ 0J>£w O*-CJ(>

5 ** >1 ^ ° 5 £ > CD «D CO O

51 CD β t % E E Dï) ® ® B1

ί. H i ID (D CTmi-itaCD

O Q 5 lm ° * a ö <§l l Η Ο o « .cl -

•H *H

H r-1 > Η H

EE ε e e , ε -Ω -ϋ Ε/ί* ο n y. to u u _

Bi-H-riB OO B rH Ή Π _ Ο Ο Ο O

(- 5J ri EB Π - H E Η E QC n * - * * +1 \s co -p y. “ (BE <T- Ε E <r ε -p 1—* ε -p ^ c"e con ce I α ο o a

ο E > t - EE > JT _r JT

>H < <r- v- > r4 <1 ^ ^ ^

n JD

C E C E

ECD CX| (0 ID Eg1 ^ wj S S ^ « « 3 a‘ cvi CM w w mi m § m

S BE

_ y ε e

ML 03 0 O

. T-J N U M

5 _v ·Η ‘η 0. o.

£ T? I s'? ^ -* H

I *3 Soil na ji S 5 SXEÜrHXHÜ

m X 3 E m E E

οε>^ε^>

Sr 3εΕ·πε·Η O 3 C 3 3 c

5m E O 3 E PO JhE

5fn riffl EE X20 XIE

ZCS z -H CD E <r E CD

_j Z —' CD'—' CD’—' 7904286 -14 - ΐgebruikelijk bleken het aanleggen van vacuum belangrijk is voor de be- -j •scherming van de olie tijdens de behandeling,Ook blijkt daaruit, dat de 4 methode van kleitoevoeging die bij de nieuwe werkwijze wordt gebruikt ; aanraking met de lucht door de olie uitsluit.

5 VoorbeeldV

*

Met alkali geraffineerde maisolie werd met 0,8 °ja Filtrol 4 klei gebleekt onder omstandigheden die in wezen waren zoals beschreven in Voorbeeld I.De gebruikte temperatuur was 105°C en de druk in de vacuumdroger bedroeg 50 mm Hg absoluut met een verblijftijd van 20 sec. 10 Ter vergelijking werd dezelfde olie ook gebleekt met het gebruikelijke 15 min. discontinu vacuum proces bij dezelfde temperatuur en druk.De resultaten zijn samengevat in Tabel E.

De gedeodoriseerde oliën uit beide bleekprocessen waren van vergelijkbare kwaliteit wat betreft kleur, oxydatiegetallen en smaak.

15 Voorbeeld VI

Met alkali geraffineerde katoenzaadolie werd gebleekt met ,2*0 i» Filtrol 105 onder omstandigheden, die in wezen gelijk waren aan die als beschreven in Voorbeeld I.De bleektemperatuur bedroeg 105°C en in één proef bedroeg de druk in de vacuumdroger 50 mm Hg absoluut en in 20 een andere proef bedroeg de druk 760 mm Hg.De verblijftijd in de vacuum droger bedroeg 1 min. bij beide proeven.Dezelfde olie werd ook gebleekt met het gebruikelijke 15 min. discontinue vacuum proces.De gebleekte oliën werden geanalyseerd op vochtgehalte naast de gebruikelijke beoordeling.De resultaten zijn vastgelegd in Tabel F.

25 Uit de gegevens blijkt, dat bleken van met alkali geraffineer de katoenzaadolie zeer gevoelig was voor de hoeveelheid in het systeem aanwezig vocht, zoals aangegeven door het vochtgehalte van de gebleekte olie.Hoe lager het vochtgehalte in de olie, des te slechter de kleur.Bij het gebruikelijke proces bestaat er klaarblijkelijk een moeilijkheid om 30 de optimale vochtinstelling te bereiken tijdens afscherming van het olie/klei mengsel van de lucht.Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt dit gemakkelijk bereikt omdat het gebruik van vacuum alleen maar nodig is om het optimale vochtgehalte te verkrijgen, maar niet om tegen lucht af te schermen.Bij de proef waarbij geen vacuum werd gebruikt 35 werd een gedeodoriseerde olie van 2,0R verkregen.Dit is een uitstekend 7904286 -15- _ * ^ i v «- (C to qj s) φ tn ι· 5 •η ε ΙΩ -Η π ω (S Έ. w _ ° ° co cd η ΐ >1 1 “ € ! * ra ώ * 1 <1 - - *Sm[> S ω 03 5 ΐ 3 5 7? 1 Ε, 5 ^ ϋ, * •π π ® ·σ ο] (> 031 Ο -ic^CO ® ο ^ Η Ο ο Ή 0) 3 η] » * - η ή ta cellij ο α £ -Γ «, ςτ α

Π m Η ν__, 03 03 1-1 >—1 π LM

Ö3CDÜ·—. Ο CD ϊίί Ο η ε "S e ·ρ ® ο. SM r4 ε I α, α 03 ο u Η Ώ- °·» 03 ω u ο{ ο σι σ. ω π “ 3 Γ3] οι ^ ? id R ^ ml co m «- +3 λ Η ΙΙΙΐΗ π =“ χ 0 Ο ιΗ <*>-. 0) ο ι-ι «"I 03 2 m ^ ’—ι ,η π Ο 0 C 0 ΙίΟίΠ RR^,IS CU CM Η

•rl +3 >1 » » *Η -Ρ +* I JÜ _ Ο _D

£ S < CM CO O - ffl * § ö ΐ I i a ° ° ° s ω n -^1 ω α ω ^ 3 w to ° uj ο; οι > o » » U- B: ω “ r-T o 03 o 0.E .f <ί CD a. | D o -0 i—J i-i H -H Et 0 H <—< <B H c XI Ο Ε X3 O 03 0 -M 0 5« Ü ® ^ “ί| I >

i- r-i -H 3 H ‘«j R ° rn rn tO

ID H SC03 Ο O ® ^ J„,n Ui * 03 OH - - - Ο H OC tn - - m +3

-P isi CO 03 CD t w n m H

03 qj <c- 0 0 CM 0

Ε -P *—> Ε ·Ρ '— -C

V 03 C 0 I CM CM c 0 Ö3

0 0 Ds>J ·> » 55 -P

> s <1 - 5 5 i c 0 C 0 a 0tB Cd ο a g b b co > VC >v · * -X c > ^ UJ «-J * m a CL\ CO to a a 0-^ co“ π w *

03 E ED E

0 1

S g S 8 S

E -n t> cl lr ·η ή - > Ö V/ S 3 Ε Λί 5 .-¾ v ^ n *«3^:' 77 Sh f—ι 5-( 3 Ή 03

S 5 0 t33 0 Ü Η X

3 0 3-X 5 β β ε

0 ·Η i I i C 3 E

IE Is ii go

3 £ 0O00JDO

1 I 5£ 5-3 so 7904286 —16- I resultaat vergeleken met de 4,7R die wordt verkregen bij gebruikelijk :15 rain, vacuum bleken.

i

Voorbeeld VII

Ruwe, gesmolten reuzel werd gebleekt op de wijze als beschre-5 ;ven in Voorbeeld I.Er werden drie verschillende gehalten Filtrol 4 bleekklei gebruikt: 0,76$; 0,9$; en 1,5 $.De bleektemperatuur bedroeg 105dC en de druk in de vacuumdroger was 50 mm Hg absoluut.De verblijftijd' in de drager bedroeg 1 min.Dezelfde olie werd bij alle drie de klei-gehalten gebleekt volgens het gebruikelijke discontinue vacuum proces 10 ter vergelijking, waarbij een druk van 100 mm Hg absoluut werd gebruikt. De resultaten z , jn vastgelegd in Tabel G.

Uit de gegevens blijkt, dat de werkwijze volgens de uitvinding een aanzienlijk mindere kleur verschafte voor gebleekte olie en gedeo-doriseerde olie bij ieder gehalte kleigebruik, dan wordt verkregen met 15 het gebruikelijke bleekproces.De AV en smaak verschilden niet wezenlijk bij de twee processen,

: V' o: a r b. e e 1 d VIII

Ruwe palmolie werd na een voorbehandeling met fosforzuur gebleekt. De voorbehandeling met het zuur werd continu uitgevoerd en de 20 bleektrap sloot daar direct op aan.Het bleken werd uitgevoerd met 2,1 $ Filtrol 105 bij 105°G met de vacuumdroger op een druk van 50 mm Hg absoluut.De verblijftijd in de vacuumdroger bedroeg 1 min. en de gemiddelde verblijft!j,d in de bleekzone bedroeg; miftïlqfcyei^lijking werd dezelfde olie voorbehandeld en onmiddellijk gebleekt met het gebruike-25 lijke 15 min. discontinu vacuum proces bij een absolute druk van 75 mm Hg.De resultaten zijn vastgelegd in Tabel H.

Oliën die met de werkwijze volgens de uitvinding waren gebleekt bezaten een geringere kleur en lager anisidinegetal na deodori-seren dan de met het gebruikelijke proces gebleekte olie.De smaken 30 verschilden niet aanmerkelijk.

Met de werkwijze volgens de uitvinding kunnen een grote verscheidenheid oliën, vetten en wassen, die gewoonlijk aan een bleekproces worden onderworpen, worden gebleekt.Waar in de conclusies het woord "olie" wordt gebruikt heeft dit ook op dergelijke stoffen betrekking, 35 Het bleekproces kan in Het bijzonder worden toegepast op geraffineerde 7904286 * ^ -17- __________ • ' ~ Q3 ” Ή γΗ Ο * Ό Ο 01 ϊ r ω

Q g , co co I

s 1 ro(>

S I « ? β Ο ΐ ΐ « I

coc^tn tn^r Ο) ι o ^ co (D „ _ 5>l « -- T3 _ °1 £1 <| 0 0s 0 u ι ω ω oi co co zJn 1

QJ >1“ - - I - - O H

(D <| CM CM CM CM g +3 <-—>

ω J 1 E

£ ^ D -P °

Ο Ο α “ CO

TJ _ 3 » Ο CD

O k COI 5 m CO - - -

ID 3 J CM CD O CM CO 2 m ι-H ^ CM CMCO

T5 GJ CC col ·"►»>·“· v/<_ CD r-i τ- Ο O CM «=- -f- -Süj^ CD id CD..

^ ® c r= SZ © g o m 4J u, f col cm co o (D h (0 Ct CO CO CM O CO feKo ri - •h 3 - - - - * * n 2 m cc co | 0 toco

r-f m cc co *- *- o cm «- «- 9 r-i H

Η Ο H «- -1 “ V,/ © y . Si N CD £} 1 «ί <ί 'tf 3 4J ι to to a cm 5 ι--» h sj ¢1^00 ςΐ-'ί N m <| r- <r- cm m i^4 Βί D I i s n 3d cotorooo' m-π a _ _

3 (3 > ^. ι - - - -- Sm ^-J O O O

b CD CL ω I CM O CM CM CM ° m > ω| ε _ 2 ο. εΙ α Ε· Χ-Ρ © ^ m — η* g 0 ι !Β. § §|«ο «ο «ι ί I ΙΆ* η . . « I I ί|5§ βη· Β «ί ° S d „ r 3 ^ I « ^ cm o o o o cd o c -H _ | - m © I » » ·> » - - Sm -ol o o o > t-i >1 co co co co co CO > O <| co co co c d < cm m π οι a o a a a ο g ξ ,„ £? ο οσ 3d C > 51 -----* mr? ff-Ο - - ~ m O CL -M «-«-«r-'T·'-'-* 2 CC CL u, Oi 0) cor ε m e (0 co tn co m m ω m -—. u DUD (D m c o m m m ο ο o n n © b n n n k k io!-r3>a « ·ο -ο ·<οι a a a ·η·ηο τί·—> -r-i··—» ί-{·—> t—' <—> . 5-—' 5 J3 3d-—> 3 -H S-H 3-H 3d Ή 3di-f 3d ϋ τΙ 3£ ^τ< 3dmJdmjdtD*rom-nQi'r3 l gj ^ c ή id !<H iirl hrl ΉΗ tIH t) § rl (D Hi H rl CD 3d ω 3d QlJdrHJdrHJdrH 5 > 1) Jd 5 3 2 0 0) 01 3d 3d-#. 3d#. 3d QJ# ffi Q ·Η#- O © ID *H Ή *H 3 S ri 3 2102 0 2030303 B-r-SakT- 3030130^^^01¾ ffl-D30“

a-m·. CD-0-0-0 tH CM -H TO 0) CM

ho -ho -π T- mo mo m > z·—'CD'—'

z W zw Z-—' CD '—' CD —' CD

7904286

Claims (30)

1. Continue werkwijze voor het bleken van olie met blekend ad-sorbens, met het ke'hmerk, dat verhitte olie die gebleekt 10 moet worden continu in een mengvat wordt geleid, dat voorzien is van een afvoer in het onderste gedeelte daarvan, op zodanige wijze, dat de olie naar beneden wordt geslingerd in het vat, vocht bevattend, blekend adsorbens aan de slingerende olie wordt toegevoegd waardoor de olie en adsorbens in het vat worden gemengd door de draaiende beweging 15 van de olie en water wordt verdampt uit het adsorbens en een beschermen- 4 de atmosfeer vormt boven het oppervlak van de olie in het vat om de verhitte olie tegen atmosferische oxydatie te beschermen, waarna het mengsel van olie en adsorbens uit het vat wordt afgelaten door de afvoer,

2. Werkwijze volgens conclusie 1,met het kenmerk, 20 dat de olie tangentieel wordt ingevoerd in het mengvat, dat voorzien is van een onderste gedeelte met konische configuratie.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, m e t he t kenmerk , dat de olie in het vat wordt gevoerd in een gebied beneden het hoogste niveau van de olie in het vat.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de olie wordt voorverhit tot de bleektemperatuur voor de olie voordat hij in aanraking wordt gebracht met het adsorben. . i 1 2 3 7904286 Werkwijze volgens conclusie 1,met het kenmerk, i 2 dat de bovehant van het vat open is naar de atmosfeer.

6. Werkwijze volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de olie wordt voorverhit op een temperatuur van 70 - 180°C. 3 Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het adsorbens een geactiveerde blekende klei is met een vrij vocht- -19- : gehalte van meer dan 3 $·

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de blekende klei continu op het oppervlak van de bewegende hete olie wordt opgebracht.

9. Werkwijze volgens conclusie 7,methet kenmerk, dat de olie een triglyceride olie of vet is.

10. Continue werkwijze voor het bleken van olie met bleekklei, met het kenmerk, dat de olie tot bleektemperatuur wordt verhit, de verhitte olie continu tangentieel in een bovenste gedeelte 10 van een mengvat wordt ingeleid, waarvan een onderste gedeelte een koni-sche configuratie heeft, continu vocht bevattende bleekklei op het oppervlak van de verhitte olie in het vat wordt opgebracht en het mengsel van olie en klei uit een onderste gedeelte van het vat wordt afgelaten, waardoor vocht wordt verdampt uit de klei en een laag van stoom of 15 waterdamp vormt boven de olie in het vat om deze tegen atmosferisch oxydatie te beschermen.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de bleekklei een vrij vochtgehalt heeft van meer dan 3 %.

12. Werkwijze volgens conclusie 11,met het kenmerk, 20 dat de olie wordt voorverhit tot een temperatuur van 70 - 180°D voor hij in het vat wordt gebracht.

13. Werkwijze volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat de olie en adsorbens in een tijdsbestek van minder dan 1 min. door het mengvat gaan.

14. Continue werkwijze voor het bleken van olie, met het kenmerk, dat een oliestroom tot bleektemoeratuur’wordt voorverhit, deze verhitte olie in een mengzone wordt gevoerd, die in het onderste gedeelte voorzien is van een afvoer, vocht bevattend blekend adsorbens in de olie in de mengzone wordt gebracht, waardoor de olie 30 en adsorbens door de mengzone worden geslingerd, waardoor het adsorbens met de olie ..wordt gemengd en vocht wordt verdampt onder vorming van een beschermende laag boven het oppervlak van de olie in de zone, waarna het olie-adsorbens mengsel door de afvoer wordt afgelaten en in een 7904286 -20 - w * ^ I» jbleekzone wordt gevoerd, die bestaat uit één of meer statische mengers,. * de stroomsnelheid van het olie-adsorbens mengsel door de bleekzone zo- ! . danig wordt geregeld, dat niet meer dan 10% van het mengsel in de bleek-! zone blijft gedurende een tijdsbestek van meer dan 1,5 min., en het 5 adsorbens van de gebleekte olie wordt afgefiltreerd.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, met h b t kenmerk, 'dat de gemiddelde verblijftijd van het olie-adsorbens mengsel in de bleekzone 1 min, bedraagt en niet meer dan 10% van de strrom in minder dan 0,5 min door de bleekzone gaat en niet meer dan 10% van de stroom 10 meer dan 1,5 min. nodig heeft om door de bleekzone te gaan.

16. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de druk in het menggebied de atmosferische druk is en het olie-adsorbens mengsel onder druk door de bleekzone wordt gepompt.

17. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, 15 dat het olie-adsorbens mengsel uit de mengzone wordt onderworpen aan ontluchting en vochtinstelling voorafgaande aan het inleiden in de bleekzone.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de mengzone open is naar de·· atmosfeer de ontluchting en vochtin- 20 stellingstrap onder vacuum wordt uitgevoerd en het olie-adsorbens mengsel né ontluchting en vochtinstelling onder druk door de bleekzone wordt gepompt.

19. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de totale duur van de werkwijze voor het mengen, ontluchten en 25 instellen van vochtgehalte alsmede bleken minder dan 3 min. bedraagt.

20. Continue werkwijze voor het bleken van olie, met het kenmerk, dat een oliestroom wordt voorverhit op een temperatuur van 70 - 180°C, de verhitte olie tangentieel wordt ingeleid in een konische mengzone, met een afvoer in een onderste gebied daarvan, op 30 zodanige wijze, dat de olie krachtig door de zone naar beneden wordt geslingerd, vochtbevattende bleeklei continu op het oppervlak van de rondgeslingerde hete olie wordt gebracht,. waardoor de olie en klei in de zone worden gemengd door de rondslingerende beweging van de olie, en water uit de klei wordt verdampt onder vorming van een beschermende at- 7904286 —21 - V ·* < * mosfeer van waterdamp of stoom boven het oppervlak van de olie om de olie te beschermen tegen atmosferische oxydatie, het olie-klei mengsel door de afvoer wordt afgelaten en het mengsel in een ontluchtingszone wordt gebracht, het mengsel wordt ontlucht en het vochtgehalte van de 5 olie in de ontluchtingszone wordt bijgesteld, het olie-klei mengsel uit de ontluchtingszone door een blseekzone, die bestaat uit één of meer statische mengers, wordt gevoerd, zodanig dat de gemiddelde verblijftijd van het mengsel in de bleekzone niet meer dan 1 min. bedraagt en tenslotte de klei van de olie wordt afgefiltreerd.

21. Werkwijze voor het bleken van olie, waarbij een mengsel van olie en bleekklei bij bleektemperatuur door een bleekzone wordt gevoerd, met het kenmerk, dat het mengsel door een bleekzone, die uit één of meer statische mengers bestaat, wordt gevoerd met een gemiddelde verblijftijd van het mengsel in de bleekzone van 1 min.

22. Werkwijze volgens conclusie 21,met het kenmerk, dat het mengsel door de bleekzone wordt gevoerd met een zodanige stroomsnelheid, dat niet meer dan 10^ van de stroom door de zone gaat in minder dan 0,5 min, en niet meer dan 10ja van de stroom dear de zone meer dan 1,5 min, nodig heeft.

23. Werkwijze volgens conclusie 21,met het kenmerk, dat de bleekzone bestaat uit één of meer pijpstukken.

24. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de één of meer pijpstukken schroefvormige stroomelementen bevatten.

25. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, 25 dat de één of meer pijpstukken geen stroombelemmeringen bevatten.

25. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1, 14 en 21, met het kenmerk, dat de olie een met alkali geraffineerde eetbare olie is. 27. verkwijze volgens één of meer van de conclusies 1, 14 en 21, 30 met het kenmerk, dat de olie gesmolten reuzel of talk is. 28. 'Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1, 14 en 21, met het kenmerk, dat de olie een met fosforzuur behandelde olie is. 7904286 -22- * 4, * *ι

29. Werkwijze volgens conclusie 28, met h e t k e rr m er k , i dat de olie met fosforzuur behandelde palmolie is. ]

30. Apparaat voor het adsorbens bleken van oliën, met het kenmerk, dat het voorzien is van organen voor het verhitten van 5. olie tot bleektemperatuur, een mengvat met een bodemgedeelte met koni- * sche configuratie, organen voor het inleiden van hete olie uit het verhit tings orgaan tangentieel in het mengvat zodat de olie daarin wordt • rondgeslingerd, organen voor het continu doseren van gepoederd! vast ad-! sorbens in de bovenkant van het vat op het oppervlak van de olie erin, 10 een afvoer in een onderste gedeelte van het mengvat, bleekorganen, die bestaan uit tenminste één statische menger, en organen voor het overbrengen van het olie/adsorbens mengsel van de afvoer naar het bleekor-gaan of de bleekorganen.

31. Apparaat volgens cnclusie 30, met het kenmerk, 15 dat het organen bevat om de oliespiegel in het mengvat op een bepaalde hoogte te handhaven, en de organen voor het tangentieel invoeren van hete olie in het mengvat zo zijn aangebracht dat ze de olie beneden de gekozen oliehoogte invoeren.

32. Apparaat volgens conclusie 30, met het kenmerk, 20 dat de statische menger bestaat uit een stuk lege pijp.

33. Apparaat volgens conclusie 30,met het kenmerk, dat de statische menger bestaat uit een stuk pijp met een inwendig schroefvormig stroomelement,

34. Apparaat volgens conclusie 30,met het kenmerk, 25 dat het voorzien is van een vacuumdroger, die gelegen is in de overbreng organen tussen het mengvat en het bleekorgaan of de bleekorganen. 790 4286