NL7812543A - Werkwijze voor het vervaardigen van een kleurentele- visiebeeldbuis en kleurentelevisiebeeldbuis vervaardigd volgens de werkwijze. - Google Patents

Description

* PHN 9322 N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Werkwijze voor het vervaardigen van een kleurentelevisie-beeldbuis en kleurentelevisiebeeldbuis vervaardigd volgens de werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een kleurentelevisiebeeldbuis bevattende een hals, een conusdeel, een beeldvenster en een in de hals gemonteerd elektronenkanon voor het opwekken 5 van drie elektronenbundels, waarbij onder gebruikmaking van een referentiesysteem de genoemde onderdelen van de buis ten opzichte van elkaar worden gejusteerd.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een kleurentelevisiebeeldbuis vervaardigd volgens deze werk-10 wijze.

Bij de vervaardiging van kleurentelevisiebeeld-buizen is het gebruikelijk om kleuronzuiverheden en conver— gentiefouten van de buis met behulp van een aantal correctiemiddelen op te heffen. Deze kleuronzuiverheden en jcon-15 vergentiefouten zijn een gevolg van het feit, dat bij het samenstellen van de buis het ten opzichte van elkaar justeren van de verschillende onderdelen, zoals bijvoorbeeld het beeldvenster, het trechterdeel, het elektronenkanon en de deflektieinrichting, met onvoldoende nauwkeurigheid 20 plaatsvindt. Bovendien is de vervaardiging van de onderdelen zelf aan grenzen met betrekking tot de nauwkeurigheid gebonden, waardoor dezelfde onderdelen niet identiek aan elkaar zijn.

Voor het justeren van de verschillende onderdelen 25 van de buis zijn verschillende referentie-systemen bekend.

Een gebruikelijk referentie-systeem wordt beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.971.^90. Daarin worden referen- 78 1 25 43 2 ip

‘V

PHN 9322 tieoppervlakken aan het trechterdeel van de buis geslepen, waarbij de as van de hals van het trechterdeel aan de geslepen referentiepppervlakken wordt gerefereerd. Het beeld-venster bevat aan de omtrek daarvan referentiepunten ten 5 opzichte waarvan het beeldscherm op het beeldvenster is aangebracht. Het beeldvenster wordt op het trechterdeel gepositioneerd, waarbij de referentiepunten van het beeldscherm en de referentieoppervlakken van het trechterdeel aan een gemeenschappelijke referentie R worden gerefereerd. 10 Aldus is het beeldscherm gerefereerd aan de as van de hals van het trechterdeel. Hierbij wordt aangenomen, dat de effectieve bron van de elektronenbundels, welke door een later in de hals aangebracht.elektronenkanon worden opgewekt, op- de as van de hals is gelegen, zodat ook deze 15 effectieve bron aan het beeldscherm is gerefereerd. Bij toepassing van een dergelijk referentiesysteem is het echter noodzakelijk, dat het voor het beeldvenster bestemde ondersteunings-Vlak van het trechterdeel loodrecht staat op de as van de hals. Het haaks op een as slijpen van het 20 ondersteuningsvlak blijkt in de praktijk echter niet of nauwelijks met de vereiste nauwkeurigheid verwezenlijkt te kunnen worden. Voorts is bij toepassing van dit referentiesysteem een individuele positionering van de deflektie-inrichting noodzakelijk, teneinde het daardoor bepaalde 25 deflektiecentrum op de as van de buishals te brengen. Het instellen van de deflektieinrichting op het trechterdeel is een tijdrovende en kostenverhogende stap in het productieproces. Er bestaat derhalve behoefte aan een systeem, dat het aantal handelingen en instellingen voor het justeren 30 van een deflektieinrichting op het trechterdeel van een beeldbuis tot een minimum terugbrengt.

Het is het doel van de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een kleurentelevisiebeeldbuis te vers.chaffen, welke tot resultaat heeft dat binnen toelaat-35 bare toleranties het justeren van een deflektieinrichting op het trechterdeel van de buis tot enkele eenvoudige haA.de- 78 1 25 4 3 A- 3 PHN 9322 lingen kan worden teruggebracht.

Een werkwijze voor het vervaardigen van een kleurentelevisiebeeldbuis bevattende een hals, een conusdeel, een beeldvenster en een in de hals gemonteerd elek-5 tronenkanon voor bd; opwekken van drie elektronenbundels, waarbij, onder gebruikmaking van een referentiesysteem de genoemde onderdelen van de buis ten opzichte van elkaar worden gejusteerd, heeft volgens de uitvinding het kenmerk, dat voor het justeren van tenminste twee van de genoemde 10 onderdelen een referentiesysteem wordt toegepast, dat een referentiepunt vastlegt waaraan bij het justeren van de onderdelen wordt gerefereerd, welk referentiepunt in of nagenoeg in het deflektiecentrum van een later op de vervaardigde buis aangebrachte deflektieinriehting is gelegen. 15 Het vervaardigen van een deflektieinriehting kan met geringe toleranties plaatsvinden. Dit betekent dat de plaats van het deflektiecentrum ten opzichte van gedefinieerde punten van de inrichting nauwkeurig vastligt. Door nu bij het vervaardigen van de beeldbuis de plaats van het 20 deflektiecentrum in de buis als uitgangspunt te kiezen en het aanbrengen van merktekens voor het justeren van de verschillende onderdelen, zoals b.v. beeldvenster, conusdeel, hals en elektronenkanon aan de plaats van het deflektiecentrum te fefereren, wordt bereikt dat het deflektiecentrum 25 van een later op de beeldbuis aangebrachte deflektie- inrichting samenvalt met het door het referentiesysteem bepaalde deflektiecentrum. Bij voorkeur wordt een referentiesysteem toegepast dat tevens de elektronen-optische as van de later op de vervaardigde buis aangebrachte deflektie- 30 inrichting vastlegt, zodat ook de elektronenoptische as de van de deflektieinriehting samenvalt met/door het referen-iiesysteem bepaalde as. Nodig is dus, dat de plaats van althans het deflektiecentrum al in een vroeg stadium van het vervaardigingsprocédé van de buis bekend is. Volgens 35 ©en uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is het referentiesysteem in hoofdzaak bepaald door een 78 1 25 4 3

-^S

* h PHN 9322 centreergestel, dat het conusdeel fixeert en in de conus het deflektiecentrum bepaalt.

In een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is bet referentiesysteem in hoofdzaak bepaald 5 door een centreergestel, dat het conusdeel fixeert en in de conus het deflektiecentrum en de elektronenoptische as bepaalt. In een nog verdere uitvoeringsvorm is het referentiesysteem in hoofdzaak bepaald door een centreergestel, dat het conusdeel fixeert en in het conusdeel, het deflek-10 tiecentrum, de elektronenoptische as en de richtingen van de beide hoofdassen welke evenwijdig zijn aan de recht-hoekszijden van het in hoofdzaak rechthoekige einde van het conusdeel bepaalt. De uniformiteit in het vervaardigings-procédé van de buis wordt volgens een verdere uitvoerings-15 vorm vergroot, doordat bij tenminste twee stappen in het vervaardigingsprocédé van de buis, waarbij in elk dezer stappen een onderdeel van de buis ten opzichte van de conus wordt gejusteerd een centreergestel wordt toegepast, dat het conusdeel op identieke wijze fixeert.

20 ¥orden voor het justeren van de .onderdelen merk tekens aan althans het conusdeel aangebracht, ten opzichte van welke merktekens één of meer van de andere onderdelen worden gejusteerd, dan worden de merktekens gerefereerd aan het door het referentiesysteem vastgelegde deflektie-25 centrum.

Een werkwijze, waarbij de hals aan het conusdeel van de buis wordt bevestigd heeft volgens de uitvinding het kenmerk, dat het conusdeel met het centreergestel wordt gefixeerd en de lengteas van de hals althans in 30 hoofdzaak in het verlengde van de met het centreergestel bepaalde elektronenoptische as wordt gebracht.

Een werkwijze, waarbij in de hals een elektronenkanon wordt gemonteerd is gekenmerkt, doordat het conusdeel met het centreergestel wordt gefixeerd en de as van het 35 elektronenkanon althans in hoofdzaak in het verlengde van cfe met het centreergestel bepaalde elektronenoptische as wordt 78 1 25 43 5 * PHN 9322 gebracht. De rotatiepositie van het kanon om zijn as kan hier.-door liet centreergestel worden bepaald.

Een werkwijze waarbij een beeldvenster aan een conus-deel wordt bevestigd is gekenmerkt, doordat het conusdeel 5 met het centreergestel wordt gefixeerd en het beeldvenster op het rechthoekige einde van het conusdeel wordt bevestigd zodanig, dat de vooraf bepaalde assen van het in hoofdzaak rechthoekig beeldvenster althans in hoofdzaak evenwijdig zijn aan de richtingen van de overeenkomstige hoofdassen 10 van het in hoofdzaak rechthoekige einde van het conusdeel en de as door het snijpunt van de assen van het beeldvenster en loodrecht op het daardoor vastgelegde vlak althans in hoofdzaak door het met het centreergestel bepaalde deflek-. tiecentrum gaat.

15 ' De basisgedachte, die aan de uitvinding ten grond slag ligt is dus dat in een vrneg stadium van het vervaar-digingsprocéde van de buis het deflektiecentrum en zo nodig ook de elektronenoptische as van de later op de buis gemonteerde deflektieinrichting worden vastgelegd. Het positio-20 neren van de deflektieinrichting op de buis wordt daardoor aanmerkelijk vereenvoudigd. Vanneer het centreergestel, waarmee het conusdeel wordt gefixeerd uit een dummy-deflektieinrichting b.estaat beperkt de. positionering"van· de deflektieinrichting zich zelfs tot het eenvoudig op de 25 buis schuiven daarvan totdat de deflektieinrichting op het ------- conusdeel rust.

De uitvinding wordt bij wijze van voorbeeld toegelicht aan de hand van een tekening waarin: figuur 1(a) en 1(b) schematisch het aanbrengen 30 van een beeldscherm op een beeldvenster met behulp van een belichtingstafel in bovenaanzicht, respektievelijc zijaanzicht tonen, figuur 2 een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeeft waarin een hals aan het conusdeel wordt be-35 vestigd, figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm van de uitvin- 78 1 25 4 3 6 PHN 9322 ding illustreert waarin in de hals een elektronenkanon wordt gemonteerd, figuur 4 een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding illustreert waarin een beeldvenster op het conusdeel 5 wordt bevestigd en figuur 5 ©©n vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding illustreert, waarin op het conusdeel merktekens worden aangebracht ter positionering van verdere onderdelen van de buis.

10 Volgens figuur 1(a) wordt het beeldvenster op een belichtingstafel (niet weergegeven) tegen drie aanslagen 31, 32 en 33 gelegd. Ten opzichte van de punten 31> 32 en 33 ia een venster-as loodrecht op het vlak van tekening gedefinieerd, waarop het belichtingspunt P* ligt, alsmede 15 ©au hoofdassenstelsel met de oorsprong in P’ en asrichting evenwijdig aan de lijn door de puntesn.32 en 33 · en loodrecht op deze lijn. Het hoofdassenstelsel is voorts evenwijdig aan het vlak van tekening. De venster-as is in figuur 1(b) met P*M* aangegeven. De afstand van punt 31 tot een vlak 20 door P* loodrecht op het vlak van tekening en evenwijdig aan de hoofdas richting volgens een korte zijde van het venster 30 is aangegeven met 1. De afstand van punt P’ tot een vlak door de punten 32 en 33 ©n loodrecht op het vlak van tekening is aangegeven met m. Terwille van de 25 duidelijkheid wordt het proces beschreven voor het aanbrengen van de groene fosforgebieden, zodat punt P' het belichtingspunt voor de groene fosforgebieden van het •beeldscherm is. In feite zijn er nog twee belichtingspunten voor de rode respektievelijk de blauwe fosforgebieden.

30 Deze punten liggen zeer dicht bij punt P’ en vormen tezamen een belichtingscentrum overeenkomend met het deflektie-centrum van de later op de beeldbuis aangebrachte defiek-tieinrichting. Voorts wordt de uitvinding verduidelijkt aan de hand van een beeldbuis waarin de fosforgebieden 35 volgens aan de korte zijden van het beeldvenster evenwijdig verlopende fosforlijnen zijn aangebracht. Deze uitgangs- y \ 78 1 25 43 7 PHN 9322- punt en voor het toelichten van de uitvinding houden geen beperking van de toepasbaarheid van de uitvinding in. De uitvinding is voor elk patroon van fosforgebieden toe te passen en de ingevoerde vereenvoudigingen doen aan het 5 principe van de uitvinding geen afbreuk. Zoals blijkt uit figuur 1(b) wordt vanuit punt P* het beeldvenster met een daarop aangebrachte fosforlaag via het schaduwmasker 34 belicht, waarbij punt P* op een afstand r van het ondersteuningsvlak 35 van de belichtingstafel is gelegen.

10 Voor een juiste positionering van het beeldvenster op het trechterdeel van de buis is het voldoende, dat het punt P* met een punt in de buis overeenkomt dat in of in hoofdzaak in het deflektiecentrum rond de -as van de deflektieinrich-ting is gelegen.

15 In figuur 2 wordt een hals 60 aan een conusdeel 61 gesmolten. .Het conusdeel 61 wordt op punten 62 ondersteund en is voorzien van aangepaste nokken, waarvan een nok 63 op de korte zijde van het rechthoekige einde van het conusdeel is weergegeven. Op het conusdeel wordt een centreergestel 20 64 geplaatst, dat in het conusdeel het deflektiecentrum D’ vastlegt alsmede de elektronenoptische as 65. Het centreergestel wordt zodanig over het conusoppervlak verschoven tot de afstand van D’ tot het vlak 66, dat loodrecht op het vlak van tekening staat, gelijk is aan de figuren 1a en 1b 25 weergegeven afstand 1. De hals 60 wordt in het centreer gestel 64 geschoven aan de buitenzijde gefixeerd door drie aanslagen 67 die een punt van de elektronenoptische as 65 bepalen. Met behulp van een mal 68 die een tweede punt van de elektronenoptische as bepaalt, wordt de as van 30 de hals 60 in het verlengde van de as 65 gebracht. In deze toestand worden de hals 60 en het. conusdeel 61 gefixeerd door een fixeerinrichting fcriet weergegeven). Het centreergestel 64 en de mal 68 worden verwijderd en de hals 60 wordt aan. het conusdeel 61 gesmolten. Het is ook mogelijk 35 de hals op de punten Φ te fixeren en aan de smeltnaad 69 de buitenomtrek van de hals zo goed mogelijk te laten aanpas- * 78 1 25 43 8 ΡΗΝ 9322 sen aan de buitenomtrek van liet conusdeel. In het algemeen valt dan de as van de hals niet samen met de as 65. Deze fout -wordt echter gecorrigeerd door bij het monteren van het elektronenkanon in de hals de as van het kanon samen 5 te brengen met de as 65. Na het aansmelten van de hals 60 wordt het aldus verkregen trechterdeel op lengte geslepen en weer in een centreergestel overeenkomstig het centreer-gestel .6.4 geplaatst. Van het rechthoekige einde van het trechterdeel wordt zoveel afgeslepen totdat de afstand van 10 punt D* tot hst geslepen conusvlak gelijk is aan de in figuur 1 b weergegeven afstand r.

Figuur 3 illustreert het insmelten van een elektronenkanon 70 in de hals 71 van een trechterdeel 72. Op het trechterdeel 72 is weer een centreergestel 74 geschoven 15 dat in het trechterdeel de elektronenoptische as 73 en het daarop gelegen deflektiecentrum D' vastlegt. Het kanon 70 is op een insmeltpen 75 gestoken waarvan de stengel 7-6 in het verlengde van de as van het kanon 70 ligt. De stengel 76 wordt in het verlengde van de as 73 gebracht 20 waarna het kanon wordt ingesmolten.

Figuur 4 illustreert het bevestigen van een beeld-venster 80 op een trechterdeel 81. Een centreergestel 82 is draaibaar om een as loodrecht op het vlak van tekening in een frame 83 opgehangen. Het trechterdeel 81 wordt door 25 het centreergestel 82 gefixeerd. Het overeenkomstig fig. 1a en fig. 1b van een beeldscherm voorziene venster 80 wordt op plinten 84 overeenkomstig de punten 31 » 32 en 33 gefixeerd. De afstand van D* tot het vlak 85 door punt 84 en loodrecht op het vlak van tekening komt overeen met de 30 af stand 1'(fig. 1a). Het venster 80 wordt daarna tegen het rechthoekige einde van het trechterdeel 81 aangedrukt door de aandrukmal 87 met behulp van de geleiding 86 naar beneden te schuiven. De venster-as wordt daarbij door het punt D* gebracht en doordat het centreergestel 82 draai-35 baar’ is opgesteld om. D·’ richt het rechthoekige einde van het trechterdeel' 81 zich naar de rechthoekige plakrand van 78 1 25 4 3 • 9 PHN 9322 liet venster 80. In deze toestand wordt het venster 80 aan het trechterdeel 81 bevestigd.

Het is ook mogelijk om voor de justering'van verschillende onderdelen het conusdeel te voorzien van merk-5 tekens. Een dergelijk voorbeeld wordt in figuur 5 gegeven.

Een trechterdeel 90 is voorzien van nokken waarvan een het nok 91 aan de korte zijde van/rechthoekige einde van het trechterdeel. Het trechterdeel 90 wordt gefixeerd door een centreergestel 92 dat draaibaar om een as loodrecht op i 10 het vlak van tekening in een frame 93 is opgehangen. De nok 91 wordt geslepen totdat de afstand van het geslepen oppervlak tot een vlak door D’ evenwijdig aan de korte rechthodsszijde en loodrecht op het vlak- van tekening gelijk is aan de afstand 1 (fig. 1a). Overeenkomstig worden 15 nokken op een lange rechthoekszijde geslepen zodat de afstand van D’ tot het vlak door de geslepen nokken en evenwijdig aan het vlak van tekening gelijk is aan de afstand m (fig. 1a). Wordt de positionering van het venster aan de aldus geslepen nokken gerefereerd dan gaat de as 20 van het venster door het punt D?.

In de aan de hand van de figuren 4 en 5 besproken uitvoeringsvoorbeelden kan het centreergestel 82, respek-tievelijk 92 ook cardanisch rond het punt D' zijn opgehangen hetgeen in het geval van een hexagonale structuur 25 van de fosforgebieden van het beeldscherm nodig is.

781 25 4 3

Claims (11)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een kleuren-televisiebeeldbuis bevattende een hals, een conusdeel, een beeldvenster en een in de hals gemonteerd elektronenkanon voor het opwekken van drie elektronenbundels, waarbij 5 onder gebruikmaking van een referentiesysteem de genoemde onderdelen van de buis ten opzichte van elkaar worden gejusteerd, met het kenmerk, dat voor het justeren van tenminste twee van de genoemde onderdelen een referentiesysteem wordt toegepast, dat een referentiepunt vastlegt. 10 waaraan bij het justeren van de onderdelen wordt gerefereerd, welk referentiepunt in of nagenoeg in het deflektie-centrum van een later op de vervaardigde buis aangebrachte deflektieinrichting is gelegen.

2. Merkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 1.5 dat het referentiesysteem tevens de elektronen-optische as van de later op de vervaardigde buis aangebrachte deflektieinrichting vastlegt. 3« Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, •dat het referentiesysteem in hoofdzaak is.bepaald door een 20 centreergestel, dat het conusdeel fixeert en in de conus het deflektiecentrum bepaalt.

4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3> met het kenmerk, dat het referentiesysteem in hoofdzaak is bepaald door een centreergestel, dat het conusdeel fixeert en in 25 de conus het deflekt ie centrum en'de elektronenoptische^ as_____ bepaalt.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat het referentiesysteem in hoofdzaak is bepaald door een centreergestel, dat het conusdeel fixeert en in 30 het conusdeel, het deflektiecentrum, de elektronen-optische as en de richtingen van de beide hoofdassen welke evenwijdig zijn aan de rechthoekszijden van het in hoofdzaak rechthoekige einde van het conusdeel bepaalt.

6. Werkwijze Volgens condusie 3» 4 of 5> met het ken-35 merk, dat bij tenminste twee stappen in het vervaardigings- 78 1 25 43 \ * PHN 9322 procédé van de buis waarbij in elk dezer stappen een onderdeel van de buis ten opzichte van de conus wordt gejusteerd een centreergestel wordt toegepast, dat het conusdeel op identieke wijze fixeert.

5 Werwkijze volgens conclusie 1, 2, 3, ^ of 5» waar bij voor het justeren van de onderdelen merktekens aan althans het conusdeel worden aangebracht, ten opzichte van welke merktekens één of meer van de andere onderdelen worden gejusteerd, met het kenmerk, dat de merktekens ge-10 refereerd aan het door het referentiesysteem vastgelegde deflektiëcentrum worden aangebracht.

8. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de hals aan het conusdeel van de buis wordt bevestigd, met het kenmerk, dat het conusdeel met het centreergestel wordt gefixeerd 15 en de lengte as van de hals althans in hoofdzaak in het verlengde van de met het centreergestel bepaalde elektronen-optische as wordt gebracht.

9. Werkwijze volgens condusie 6 of 8, waarbij in de ” hals het elektronenkanon wordt gemonteerd, met het kenmerk, 20 dat het conusdeel met het centreergestel wordt gefixeerd en de as van het elektronenkanon althans in hoofdzaak in het verlengde van de met het centreergestel bepaalde elek-tronen-optische as wordt gebracht.

10. Werkwijze volgens conclusie 6. of 8, waarbij het 25 beeldvenster aan het conusdeel wordt bevestigd, met het kenmerk, dat het conusdeel met het centreergestel wordt gefixeerd en het beeldvenster wordt op het rechthoekige einde van het conusdeel bevestigd zodanig, dat de vooraf-bepaalde assen van het in hoofdzaak rechthoekige beeldven-30 ster althans in hoofdzaak evenwijiig zijn aan de richtingen van de overeenkomstige hoofdassen van het in hoofdzaak rechthoekige einde van het cónusdeel en de as door het snijpunt van de assen van het beeldvenster en loodrecht op het daardoor vastgelegde vlak althans in hoofdzaak door het 35 met het centreergestel bepaalde deflektiecentrum gaat.

11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, met het ken- 78 1 25 4 3 >* ' - t' 12 PHN 9322 merk, dat de rotatiepositie van het elektronenkanon om zijn as door het centreergestel wordt bepaald.

12. Kleurentelevisiebeeldbuis vervaardigd volgens de werkwijze van één of meer der voorgaande conclusies. 781 25 43