NL7812286A - Werkwijze voor het lezen en/of schrijven van informatie en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het lezen en/of schrijven van informatie en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL7812286A
NL7812286A NL7812286A NL7812286A NL7812286A NL 7812286 A NL7812286 A NL 7812286A NL 7812286 A NL7812286 A NL 7812286A NL 7812286 A NL7812286 A NL 7812286A NL 7812286 A NL7812286 A NL 7812286A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
heads
head
control signal
resp
transducer
Prior art date
Application number
NL7812286A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL7812286A priority Critical patent/NL7812286A/nl
Priority to FR7924260A priority patent/FR2444989B1/fr
Priority to US06/090,964 priority patent/US4309730A/en
Priority to CA000341809A priority patent/CA1150401A/en
Priority to AU53860/79A priority patent/AU531734B2/en
Priority to GB7943089A priority patent/GB2039098B/en
Priority to IT69412/79A priority patent/IT1119986B/it
Priority to DK533179A priority patent/DK151657C/da
Priority to DE19792950607 priority patent/DE2950607A1/de
Priority to ES486965A priority patent/ES486965A1/es
Priority to BE0/198599A priority patent/BE880661A/fr
Priority to CH11169/79A priority patent/CH651692A5/de
Priority to NZ192414A priority patent/NZ192414A/xx
Priority to SE7910352A priority patent/SE444871B/sv
Priority to JP16368979A priority patent/JPS5584029A/ja
Priority to AT0801779A priority patent/AT365806B/de
Publication of NL7812286A publication Critical patent/NL7812286A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/58Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head for the purpose of maintaining alignment of the head relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
    • G11B5/584Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head for the purpose of maintaining alignment of the head relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following for track following on tapes
    • G11B5/588Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head for the purpose of maintaining alignment of the head relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following for track following on tapes by controlling the position of the rotating heads

Landscapes

  • Adjustment Of The Magnetic Head Position Track Following On Tapes (AREA)

Description

* Λ # 4- - ΡΗΝ 9305 N.V.PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN.
Werkwijze voor het lezen en/of schrijven van informatie en een-inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het positioneren van koppen voor het lezen en/of schrijven van informatie, welke koppen onderling nagenoeg evenwijdige en een hoek met de lengteas van een bandvormig regi-5 stratiemedium makende registratiesporen beurtelings aan eensluitend volgen en door middel van een eerste respek-tievelijk tweede transducent in een richting dwars op de richting van die registratiesporen in positie bestuurd worden.
10 Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Nederland se ter. visie gelegde octrooiaanvrage 7^-09513« In inrichtingen waarin informatie in naast elkaar gelegen sporen op een registratiedrager wordt vastgelegd en weer uitgelezen, in het bijzonder inrichtingen voor het opnemen en 15 weergeven van videosignalen van het type waarbij de re gistratiedrager volgens een schroeflijn om een trommel is geslagen en door een roterende kop wordt afgetast, is het een vereiste, dat bij het uitlezen de leeskop nauwkeurig het gewenste spoor volgt. Dit is des te meer wenselijk om-20 dat, teneinde de informatiedichtheid te vergroten de af stand tussen de sporen steeds kleiner gekozen wordt en de sporen zelfs direkt^zonder enige tussenruimte tegen elkaar geschreven worden, terwijl tegelijkertijd de breedte van de sporen steeds kleiner wordt en spoorbreedten van + 25 30 yum reeds toegepast, worden, waarbij men geneigd is tot een verdere verkleining van deze reeds uiterst kleine spoorbreedten. Een geringe afwijking van het juiste spoor van de leeskop heeft dan'direkt een ontoelaatbare overspaak 78 1 22 8 6 ' „ 2 PHN 9305_________________________________________________________________________ van informatie uit het ernaast gelegen spoor tengevolge.
Bij deze bekende werkwijze worden de in de sporen geschreven pilootsignalen uitgelezen en gebruikt om de positie van de weergeefkoppen ten opzichte van het midden 5 van het spoor, dat door de betreffende weergeefkop wordt uitgelezen, te regelen.
Een nadeel van deze bekende werkwijze is, dat de positiefout een heel spoor, of in de gevallen waar binnen een groep van sporen de pilootsignalen van elkaar onder-10 scheidbaar zijn een bepaald aantal sporen kan bedragen zonder dat dit gedetekteerd wordt. Bij toepassing van de bekende werkwijze kan het dan voorkomen dat een weergeefkop óp het midden van een verkeerd spoor geregeld wordt.
De uitvinding beoogt een werkwijze aan te geven 15 voor het onderling positioneren van de weergeefkoppen zo danig dat zij opeenvolgende sporen aftasten.
De uitvinding wordt daartoe gekenmerkt, doordat wanneer de posities yan beide koppen meer dan in vooraf-bepaal.de mate van elkaar afwijken aan de eerste transducent 20 een van een aan de tweede transducent toegevoerd stuursig naal afgeleid stuursignaal wordt toegevoerd.
De uitvinding berust op het inzicht, dat, mits de relatie tussen de stuursignalen en de posities van de koppen voldoende nauwkeurig is, een eventuele spoorvolgfout 25 gecorrigeerd kan worden door beide transducenten hetzelfde stuursignaal toe te voeren waardoor beide koppen voldoende dicht naar elkaar toegestuurd worden opdat het spoorvolg-systeem beide koppen achtereenvolgens op het midden van opeenvolgende sporen kan regelen.
30 In. een door onderhavige aanvraagster eerder ingediende Nederlandse octrooiaanvrage no. 78Ο8639 _ (PHN 9203) wordt éen oplossing gegeven voor het detekteren van een eventuele spoorvolgfout. Hiertoe zijn in de regi-stratiesporen op steeds dezelfde tijdsafstanden van het 33 begin 'van elke registratiespoor pilootsignalen opgenomen, zodat de pilootsignalen .van telkens twee opeenvolgende 781 22 8 6 _ 3 _ Ψ Jr PHN .93.05____________________________________________________________________________________________________________________________________ _________ registratiesporen op een nominale tijdsafstand, die bij tweekops videorecorders gelijk is aan de halve omwentelings-tijd van de koppenaandrijving en gelijk is aan de duur van een videoraster, zijn gelegen. Doordat de sporen schuin op 5 de band zijn gelegen, is het tijdsverschil tussen twee op eenvolgend. uitgelezen pilootsignalen afhankelijk van het aantal sporen dat gelegen is tussen twee achtereenvolgens uitgelezen sporen. Door vergelijking van dat tijdverschil met genoemde nominale tijdsafstand is de spoorvolgfout te 10 bepalen. Deze voornoemde methode om een spoorvolgfout te detekteren is bruikbaar in combinatie met de correctie-maatregel volgens onderhavige uitvinding. Echter deze oplossing blijkt relatief veel electronica te kosten.
Voor wat betreft de detektie van eventuele spoor-15 volgfouten bij de werkwijze volgens de uitvinding is het ten opzichte van voorgenoemde oplossing voordelig, dat de onderlinge positie van beide koppen bewaakt wordt door vergelijking van de aan beide transducenten toegevoerde stuursignalen en dat wanneer het verschil tussen beide 20 stuursignalen een vooraf bepaalde waarde overschrijdt het stuursignaal voor de tweede transducent van het stuursignaal voor de eerste transducent wordt afgeleid.
Deze maatregel berust op het inzicht, dat uit de gestelde eis dat de relatie tussen de stuursignalen en de 25 positie van de koppen voldoende nauwkeurig is volgt dat het verschil tussen die stuursignalen dan een voldoend nauwkeurige maat is voor de onderlinge positie van die koppen.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een in-30 richting voor het uitvoeren van de werkwijze met een eerste en tweede kop voor het lezen en/of schrijven van informatie door onderlinge nagenoeg evenwijdige en een hoek met de lengteas van een bandvormig registratiemedium makende registratiesporen beurtelings aaneensluitend te volgen, 35 en met een eerste en een tweede transducent voor het ver plaatsen van de eerste respektievelijk tweede kop in een 781 22 86 PHN 9305___L______________________________________________ richting dwars op de richting van de registratiesporen als funktie van een eerste respektievelijk tweede stuursignaal waarbij de inrichting verder omvat detektiemiddelen voor het vergelijken van de onderlinge posities van de eersté 5· en dè~; tweede kop en het detekteren van het overschrijden van een voorafbepaalde waarde van het verschil tussen de posities van de eerste en tweede kop in een richting dwars ;op de richting van de registratiesporen en correctie-; middelen voor het toevoeren van een van het tweede stuur-10 ' signaal afgeleid stuursignaal aan de eerste transducent
• I
wanneer genoemde verschil een voorafbepaalde waarde over- * . * »>· .
schrijdt.
Voor wa# betreft de genoemde detektiemiddelen kan de inrichting volgens de uitvinding nader gekenmerkt worden 15 doordat genoemde detektiemiddelen zijn ingericht voor het vergelijken van het eerste en tweede stuursignaal en het detekteren van het overschrijden van een voorafbepaalde waarde van het verschil tussen het eerste en het tweede stuursignaal.
20 Voor wat betreft de correktiemiddelen kan de in richting volgens de uitvinding nader worden gekenmerkt door middien voor het detekteren van. in genoemde registratiesporen opgetekende en achtereenvolgens door de eerste en y.VQlg tweede kop uitgelezen spoovsignalen en het hieruit afleiden 25 van het eerste en tweede stuursignaal, eerste en tweede geheugenmiddelen voor het opslaan van de waarde van het . eerste respektievelijk tweede stuursignaal telkens aan het begin van elke periode dat de eerste respektievelijk het tweede kop een registratiespoor volgt en eerste schakel-30 middelen voor het toevoeren van de in het eerste respektieveli jk tweede geheugenelement opgeslagen waarde aan de .*· eerste respektievelijk tweede transducent tijdens de periode volgend op de periode dat de eerste respektievelijk tweede kop een registratiespoor volgt, waarbij genoemde 35 correctiemiddelen zijn ingericht voor het toevoeren van de in het eerste geheugenelement· opgeslagen waarde aan het 78 1 22 8 6 £ * 5 PHN.....9305______________________________________________________ ______________________________________________________________________________ tweede geheugenelement nadat genoemde detektiemiddelen overschrijding van genoemde voorafbepaalde waarden hebben gedekteerd.
Bij deze oplossing kan een voorkeursuitvoeringsvorm 5 van een inrichting volgens de uitvinding voorwat betreft de detektiemiddelen nader worden gekenmerkt, doordat genoemde detektiemiddelen omvatten een verschilversterker voor het -bepalen van het verschil tussen de in beide geheugenelemen-; ten opgeslagen waarde en een drempelschakelaar waarvan een 10 ingang verbonden is met een uitgang van de verschilversterker en een uitgang is met genoemde correctiemiddelen.
Daarbij kan het uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding voor wat betreft de correctiemiddelen nader worden gekenmerkt, doordat het eerste res-15 pektievelijk tweede geheugenelement omvat een eerste res-pektievelijk tweede geheugencapaciteit die via tweede scha— kelmiddelen met een uitgang van genoemde middelen voor het detekteren van in de registratiesporen opgetekende en achtereenvolgens door de eerste en tweede kop uitgelezen.
20 spoorvolgsignalen is verbonden voor het opslaan van de waarde van het eerste respektievelijk tweede stuursignaal telkens aan het begin van elke periode dat de eerste res-pektievelijk het tweede kop een registratiespoor volgt en welke eerste respektievelijk tweede geheugencapaciteit via 25 een eerste respektievelijk tweede isolatieversterker met genoemde eerste schakelmiddelen ia verbonden, waarbij genoemde correctiemiddelen gevormd worden door een schakelaar tussen de uitgang van de eerste isolatieversterker en de ingang van de tweede isolatieversterker, welke schakelaar 30 door het uitgangssignaal van de drempelschakelaar bediend wordt, en waarbij ingangen van genoemde verschilversterker . met uitgangen van de eerste en tweede isolatieversterker zijn verbonden.
Om instabiliteiten te voorkomen, is het verder 35 voordelig, dat tussen de verschilversterker en de drempel-schakelaar een vertragingsnetwerk is opgenomen.
78 1 22 8 6 6 ί ” · - ' ΡΗΝ 9305_________________________________________________________________________________________
De uitvinder zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarvan:
Fig. 1A schematisch de opeenvolging van spoorvolg-5 signalen op een band toont,
Fig. 1B het verloop van een regelsignaal als funk-tie van het uitgelezen spoor toont en ; Fig. 2 het schema van een voorkeursuitvoeringsvoor- ! i beeld van een inrichting vólgens de uitvinding toont.
10 Fig. 1A toont schematisch de opeenvolging van spoorvolgsignalen met achtereenvolgens de frequenties f1, f2, f3 en f4 op een band T. Een kop 1 leest deze frequenties uit en deze frequenties worden gemergü met een signaal met frequentie f0. Figuur 1B toont het verloop van een 15 regelsignaal S dat ontstaat wanneer een kop 1, die een spoor met spoorvolgfrequentie f2 dient te volgen, waarbij de mengfrequentie f0 in overeenstemming daarmee juist gekozen .is, langs de band T dwars op de spoorrichting in de richting P wordt bewogen.
20 Figuur 2 toont het schema van een spoorvolginrich- ting volgens de uitvinding. De kop 1 resp. 2 is bevestigd op een transducent 3 resp. h voor het in hoogte verstellen van de positie van de kop 1 resp. 2. De uitleesspoelen van de koppen 1 en 2 zijn in serie geschakeld en via bijvoor-25 beeldeen roterende transformator 5 verbonden met de ingang van een mengtrap 6, waaraan ook het uitgangssignaal van een frequentiegenerator 7 wordt toegevoerd. De frequentie f0 van dat signaal wisselt ha e,lk spoor zodat steeds een . met hét uit te lezen spoor korresponderende mengfrequentie 30 wordt toegevoerd. Uit het uitganssignaal worden met band- filters 8 en 9 twee bepaalde, mengprodukten uitgefilterd.
Van deze mengprodukten' wordt met een als aftrekschakeling geschakelde operationele versterker 10 het verschil bepaald welk.verschil het in figuur 1B getoonde signaal S is.
33 Dient kop 1 spoor met spoorvolgfrequentie f2 te volgen, dan genereert frequentiegenerator 7 een frequentie f0 die met de frequentie f1 resp. f3 van het linkse, resp._____ 78 1 22 8 6 , ί · -7-.
ehn.-93.0-5___________________________________________________________________________________________________________________— rech.tse nabuurspoor een mengprodukt geeft dat door bandfil-ter 8 resp. 9 wordt uitgefilterd. Volgt kop 1 dat spoor met spoorvolgfrequentie f2 precies, dan zijn de mengprodukten qua amplitude gelijk en heeft het signaal S een waarde OV.
5 Volgt kop 1 het spoor met spoorvolgfrequentie fl, dan is het mengprodukt van frequentie f1 met frequentie f0 maximaal en heeft het signaal S een minimale waarde Vmin.
Volgt kop 1 het spoor met spoorvolgfrequentie f3, dan is het mengprodukt van frequentie f3 met frequentie f0 maximaal 10 en heeft het signaal S een maximale waarde Vmax. Volgt kop t een spoor met spoorvolgfrequentie f4 dan zijn de m&ngpro-dukten van de frequenties f1 en f3 met frequentie f0 gelijk in amplitude en heeft het signaal S de waarde OV. Op deze wijze onstaat de discriminatiekarakteristiek volgens Fig.
15 1^ voor de waarde van signaal S als funktie van de kop positie P.
Nadat kop 1 het spoor met spoorvolgsignaal met fre-. queiitie f2 heeft uitgelezen dient kop 2 het daaropvolgende spoor met spoorvolgsignaal f3 uit te lezen. De frequentie 20 f0 wisselt daarbij zodanig, dat het mengprodukt met frequentie f2 resp. f4 door bandfilter 9 resp. 8 wordt doorgelaten. Eenzelfde discriminatiekarakteristiek geldt dan, echter over één spoorafstand in de richting P verschoven.
. Gesteld kan worden, dat de in figuur 1B getoonde karakter-23 istiek voor elk van beide koppen 1 en 2 geldt waarbij het spoor met spoorvolgsignaal met frequentie f2 het te volgen -i spoor is.
Teneinde de koppen 1 en 2 de gewenste sporen te doen volgen, wordt het aan de uitgang van versterker 10 30 verschijnende signaal S versterkt toegevoerd aan de bij die koppen behorende traneducenten 3 en 4, waarbij alleen die van de koppen 1 en 2 die op dat moment uitleest, in hoogte bestuurd wordt als funktie van het signaal S op dat moment.
Hiertoe omvat de inrichting een wisselschakelaar 13 die de 35 uitgang van versterker 10 met de ingang van versterker 11 verbindt wanneer kop 1 uitleest en een wisselschakelaar 14 78 1 22 8 6 _ 8_ ehel .91305__________________________________________________ die de uitgang van versterker 10 met de ingang van een versterker 12 verbindt wanneer kop 2 uitleest. De uitgang van versterker 11 resp. 12 is via bijvoorbeeld een sleepring 15 resp. 16 met transducent 3 resp. k verbonden. Het 5 geheel is qua signaalpolariteiten zo gedimensioneerd, dat bij een negatief signaal S de betreffende kop naar links gestuurd wordt en bij een positief signaal S naar rechts.
De schakelaars 13 en 14 worden bediend door een inrichting : 17 synchroom met de beweging van de koppen 1 en 2 zodat 10 steeds de juiste transducent. het versterkte signaal S ontvangt.
In figuur 1B worden de posities Aq resp. Bq van de koppen 1 en 2 in niet gestuurde toestand getoond ten opzichte van de discriminatiekarakteristiek. Deze posities 15 zullen tengevolge van hysteresis en mechanische afwijkingen niet gelijk zijn. De gemiddelde positie van de koppen 1 en 2 ligt echter wel midden op het te volgen spoor door toedoen van een niet nader beschreven bandsnelheidsservome-chanisme, dat bijvoorbeeld rastersynchronisatieinpulsen 20 van een videosignaal vergelijkt met een tac-hosignaal. Een andere mogelijkheid is om het uitgangssignaal van versterker 10, dus achtereenvolgens de spoorvolgsignalen afkomstig van beide koppen 1 en 2, als regelsignaal voor het band-servomechanisme te gebruiken. Is het bandmechanisme vol-25 doende traag, dan regelt dit als het ware op het gemiddelde van beide achtereenvolgens gedekteerde spoorvolgsignalen en wordt dus de gemiddelde positie, yan beide koppen 1 en 2 naar het midden van de te volgen sporen geregeld door regeling van de bandsnelheid. Door toedoen van het spoorvolg-30 mechanisme wordt kop 2 langs de werkli jii - V in figuur 1B naar rechts bewogen en kop 2 langs een soortgelijke werkli jn naar links. De werklijn V geeft de positie van kop 1 als funktie van de spanning aan de ingang van versterker -11, terwijl de karakteristiek S die ingangsspanning als 35 funktie van de koppositie geeft. De koppen zullen zich dan instellen op het snijpunt van de bijbehorende werklijn en 78 1 22 8 6 ,. 9 _
Jt '*· PHN 9305________ ___________________ __ _ .. _ _ ___________________________________ de karakteristiek S. In figuur 1B zijn dit de posities A^ respektievelijk , waarmee de waarden +Vg resp. -V^ van het signaal S corresponderen.
De kopposities A1 en B1 liggen symmetrisch t.o.v.
5 die positie waarbij het signaal S de waarde OV heeft door-· dat de uitgangsposities AO en BO zo'n symmetrische ligging hadden. Zou dit niet het geval zijn geweest, dan zouden in eerste instantie die posities A1 en B1 niet symmetrisch geweest zijn. Echter het bandsnelheidsservomechanisme cor-10 rigeert dit doordat de bandsnelheid bijgestuurd wordt totdat de gemiddelde positie van de koppen 1 en 2 op het nulpunt van de karakteristiek S is gelegen.
Tijdens het aftais .ten van een spoor door telkens één van de koppen 1 en 2 wordt die kop steeds nagenoeg op 15 het midden van het spoor geregeld. Wanneer de bandsnelheid en de koppensnelheid voldoende constant zijn, zal de positie van die kop bij het begin van het spoor eerder in overeenstemming zijn met de positie die de kop innam aan het begin van het vorige door die kop gevolgde spoor/ Het is 20 daarom gunstig om die kop in die halve omwentelingsperiode van de koppenschijf waarin de betreffende kop niet uitleest en derhalve niet in hoogte bestuurd wordt, te sturen naar zelfde positie als de kop had aan het begin van het laatst uitgelezen spoor. Hiertoe is de uitgang van versterker 10' 25 via een laadweerstand 18 en een schakelaar 19 verbonden met condensator 21 en via de laadweerstand en een'schakelaar 20 verbonden met condensator 22. Schakelaar 19 resp. 20 wordt op commando van inrichting 17 kortstondig gesloten aan het begin van uitlezing van een spoor door kop 1 resp.
30 2, zodat de spanning over condensator 21 resp.22 correspon deert met de waarde van het signaal S aan het begin van uitlezing van een spoor door kop 1 resp. 2. Deze spanning over condensator 21 resp. 22 wordt via een als volger geschakelde operationele versterker 23 resp. 24 toegevoerd 35 aan-contakt C2 van schakelaar 13 resp. 14, met welk contakt
Cg de schakelaar 13 resp. 14 contakt maakt wanneer kop 1 / dan met de positie die die kop innam aan het einde van dat vorige spoor 4 78 1 22 8 6 -10- ΕΗΝ__930·5_____________________________________________-________________________________ resp. 2 gedurende een halve omwenteling van de koppenschij-ven niet uitleest·. Hierdoor worden de koppen 1 en 2 tijdens de "terugslag" dit is de periode dat die koppen beurtelings niet uitlezen, gebracht naar een positie die cor-5 respondeert met de positie van die koppen aan het begin van de vorige uitleesperiode.
Bij het beschreven spoorvblgsysteem kan het voorkomen, dat de koppen een onderling hoogteverschil overeenkomend met vier sporen of* een veelvoud van vier sporen ver-10 tonen. Deze situaties zijn stabiel en kunnen bijvoorbeeld door verkeerd invangen aan het begin van weergave onstaan. Zo'n situatie toont figuur 1B, waar de ongeregelde positie A2 resp. B2 van kop 1 re.sp. 2 aangegeven is symmetrisch t.o.v. het spoor met het spoorvolgsignaal met frequentie 1'5 f4 terwijl de discriminatiekarakterstiek S, tengevolge van een niet met de werkelijke situatie corresponderende frequentie f0 van frequentiegenerator 7> behoort bij een te volgen spoor met spoorvolgsignaal met frequentie f2. Omdat de waarde van het signaal S behorende bij positie A2 resp.
20 B2 positief resp. negatief is wordt kop 1 naar links geregeld en kop 2 naar rechts, De koppen 1 resp. 2 worden daardoor naar positie A3 resp, B3 geregeld, welke posities na- genoeg vier sporen uiteenliggen en welke posities stabiel zijn. Bij de posities A3 en B3 heeft het signaal S een 25 waarde V1 resp. -Y1.
Uit figuur 1B is te zien dat wanneer de onderlinge afwijking van de koppen 1 en 2 in de ongeregelde toestand tengevolge van hysteresis en mechanische afwijkingen minder dan twee sporen bedraagt, met andere woorden als de posities 30 Ao en Bo'in elk geval tussen de posities Amax en Bmax gelegen zijn, de spanning V1 _stejedsL_.grot_er_JLs dan de spanning V2. 'Immers de spanning V3 = (V1+V2) ontstaat wanneer kop 1 vanuit positie Amax bijgestuurd wordt. Daarom zal wanneer positie AO steeds binnen positie Amax gelegen is, de span-35 ning V2 steeds kleiner .zijn dan de spanning V3 terwijl de spanning V1 steeds groter dan de spanning V3 zal zijn.
78 1 22 8 5
·» V
„ 1 1 _ PHN 9305______________________________________________________________________________________________________ ______________
In situaties waar de uitgangsposities A0 en BO resp. A2 en B2 niet symmetrisch gelegen zijn, geldt dat het verschil van de waarden van het bij de geregelde posities van de koppen I en 2 behorende signaal S bij correcte po- 5 sities steeds groter is dan dat verschil bij een onderlinge fout van vier sporen of een veelvoud van vier sporen mits de onderlinge beginposities minder dan twee sporen uiteenliggen. Bij de spoorvolgmethode volgens de uitvinding wordt van dit gegeven gebruikt gemaakt. In het gekozen uitvoerings-10 voorbeeld is de waarde van het signaal S aan het begin van - uitlezing van een spoor door kop 1 resp. kop 2 aanwezig op kondensator 21 resp. 22. Om het genoemde verschil in waarde •van het signaal S te bepalen kan dan met vrucht van deze beginwaarde gebruikt worden gemaakt. Daartoe zijn in de 15 inrichting volgens figuur 2 de uitgangen van volgers 23 en 24 met ingangen van een verschilversterker 25 verbonden.
De uitgang van die verschilversterker voert dus een signaal dat in waarde met het verschil tussen de beginwaarden van het signaal S correspondeert. Dit uitgangsignaal wordt 20 vertraagd door RC-netwerk 26, 27, toegevoerd aan een drem- pelschakeling 28 met een met de waarde 2V3 corresponderende drempel.
Volgens de uitvinding kan aan de ongewenste situatie met de koppen 1 en 2 op de posities A3 en B3 een eind ge-25 maakt worden door aan de transducent van een van beide kop pen de aan de transducent van de andere kop toegevoerde spanning toe te voeren. In het aan de hand van figuur 1B beschreven voorbeeld wordt aan de transducent van kop 1 de spanning toegevoerd die de transducent van kop 2 toegevoerd 30 krijgt. Hierdoor verplaatst kop 1 zich van positie A3 naar positie A4 welke positie 4ahyafgezien van hysteresisver-schijnselen op dezelfde afstand rechts van beginpositie A2 is gelegen als kop 2 rechts van B2 is gelegen en onder de gestelde voorwaarde is dit op minder dan twee sporen van 35 de positie B3 van kop 2 vandaan. Het spoorvolgmechanisme verplaatst dan kop 1 vanaf positie A4 langs de werklijn 78 1 22 8 6 „12 _ PHN 930¾______________________________________ ____________________________________________________ naar rechts tot positie A5. Beide koppen 1 en 2 zijn dan links van het spoor met spoorvolgfrequentie f2 gelegen.
Door verandering van de bandsnelheid zal het bandsnelheids-servomechanisme de gemiddelde positie van de koppen 1 en 2 5 symmetrisch t.o.v. het spoor regelen zodat uiteindelijk de posities A6 en B6 bereikt worden, hetgeen weer een stabiele positie is.
In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2 wordt het voorgaande bereikt doordat een schakelaar 29 is opgenomen 10 tussen de. uitgang van de volger 2k en condensator 21. De schakelaar wordt bediend door het uitgangssignaal van drem.-pelschakeling 28 en sluit wanneer het ingangssignaal van drempelschakeling 28 het gestelde niveau 2V3 overschrijdt.
Door het sluiten van schakelaar 29 wordt konden-15 sator 21 opgeladen tot dezelfde spanning als kondensator 22 zodat tijdens de terugslag van kop 1 deze kop 1 door transducent 3 verplaatst wordt naar positie A4 waarna tijdens het uitlezen van het eerstvolgende spoor door kop 1 deze naar positie A5 en gelijktijdig doch langzamer door 20 het bandservomechanisme naar positie A6 wordt verplaatst.
Nadat schakelaar 29 gesloten is, wordt het uitgangssignaal van verschilversterker 25 gelijk aan 0 volt.
Dit is beneden de drempel 2V3 van drempelschakelaar 28, waardoor schakelaar 29 weer opent. RC netwerk 26, 27 ver-25 traagt het uitgangssignaal van verschilversterker 25 om te voorkomen dat schakelaar 29 te snel opent nadat deze op commando van drempelschakeling 28 gesloten werd.
Zoals reeds is opgemerkt speelt bij de verplaatsing van kop 1 van positie A3 naar positie A4 hysteresis een rol. 30 .Zo zou t.g.v. hysteresis kop I vanaf de positie A3 op een positie links van de in figuur 1B met A7 aangeduide positie terecht kunnen komen, waarna het spoorvolgmechanisme kop 1 weer naar links terug zou regelen en een instabiele toestand zou ontstaan. Een oplossing wordt gevormd door het onderwer-35 pen van beide koppen aan nagenoeg dezelfde hysteresis door de transducent 2 en 3 na het -detekteren van een onderlinge 78 1 22 8 6 ! -13- PM..93Q3._________________________________________________________________________________________________________________________________- positieafwijking gedurende korte tijd vol naar één richting uit te sturen. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2 geschiedt dit door de ingangen van versterkers 11 en 12 op een hoog niveau te brengen door de uitgang van drempelscha-5 keling 28 via diode 30 resp. 31 met de ingang van versterker 11 resp. 12 te verbinden. Dioden 30 en 31 isoleren in de gewenste situatie, waarbij de uitgangsspanning van drem-pelschakeling 28 laag is, de uitgang van die drempelscha-keling 28 van de versterkers 11 en 12.
10 Deze voornoemde methode om nadelige effecten ten gevolge van hysteresis te voorkomen is, alhoewel in de praktijk voldoende, niet optimaal. Het kan immers zijn dat op het moment dat de transducenten 3 en k vol naar een richting uitgestuurd worden, kop 2 aan het uitlezen is waar-15 bij schakelaar 13 in de getekende stand staat. Transducent 3 krijgt dan pas nadat beide transducenten uitgestuurd zijn dezelfde regelspanning toegevoerd als transducent k toegevoerd kreeg een halve omwenteling van de koppenschijf eerder en wordt dan alsnog aan een hysteresis onderworpen 20 die niet meer gecorrigeerd wordt. Een oplossing voor dit probleem is het toevoeren van de uitstuurimpuls aan transducent 1 pas nadat schakelaar 13 wisselt en contact maakt met contact C^·
De uitvinding beperkt zich niet tot de getoonde in-25 'richting voor het uitvoeren van de beschreven werkwijze. -De werkwijze volgens de uitvinding leent zich goed om met behulp van een programmeerbare eenheid, bijvoorbeeld een microprocessor, uitgevoerd te worden. Hiertoe kan de funktie van het binnen de stippellijnen 32 gedeelte van de schake-30 ling volgens figuur 2 met behulp van een microprocessor worden verricht waarbij capaciteiten 21 en 22 dan door geil eugenplaat sen worden gevormd. Het programma van de microprocessor is dan zo dat de telkens aan het begin van een spooraftasting op die geheugenplaatse.n opgeslagen waarden 35 vergeleken worden en dat wanneer deze waarden meer dan in voorafbepaalde mate van elkaar afwijken in de met capaciteit 781 22 8 6'

Claims (9)

  1. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderlinge positie van beide koppen bewaakt wordt door vergelijking van de aan beide transducenten toegevoerde stuursignalen en dat wanneer het verschil tussen beide 35 stuursignalen een vaorafbepaalde waarde overschrijdt het stuursignaal voor de tweede transducent van het stuursig- * ï 78 1 22 8 6 τ i -15- ΡΗΝ 9305 _____________________________________________________________________________________________________ naai voor de eerste transducent wordt afgeleid..
  2. 3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met een eerste of tweede kop voor het uitlezen en/of schrijven van informatie door onderling 5 nagenoeg evenwijdige en een hoek met de lengteas van een bandvormig registratiemedium makende registratiesporen beurtelings aaneensluitend te volgen, en met een eerste en een tweede transducent voor het verplaatsen van de eerste en de tweede kop en het detekteren van het overschrijden 10 van een voorafbepaalde waarde van het verschil tussen de posities van de eerste en tweede kop in een richting dwars op de richting van de registratiesporen en correctiemiddelen voor het toevoeren van een van hettweede stuursignaal afgeleid stuursignaal aan de eerste transducent wanneer 15 genoemde verschil een voorafbepaalde waarde overschrijdt.
  3. 4. Inrichting volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat genoemde detektiemiddelen zijn ingericht voor het vergelijken van het eerste en tweede stuursignaal en het detekteren van het overschrijden van een voorafbepaalde 20 waarde van het verschil tussen het eerste en het tweede stuursignaal.
  4. 5· Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het ken merk, door middelen voor het detekteren van in genoemde re-gistratiedrager opgetekende en achtereenvolgens door de 23 eerste en tweede kop uitgelezen spoorvolgsignalen en het hieruit afleiden van het eerste en tweede stuursignaal, eerste en tweede geheugenmiddelen voor het opslaan van de waarde van het eerste respektievelijk tweede stuursignaal telkens aan het begin van elke periode dat de eerste resp. 30 de tweede kop een registratiespoor volgt en eerste schakel-middelen voor het toevoeren van de in het eerste resp. tweede geheugenelement opgeslagen waarde aan die eerste respektievelijk tweede transducent tijdens telkens de periode volgend op de periode dat de eerste resp. tweede kop 35 een registratiespoor volgt, waarbij genoemde correctiemiddelen, zijn ingericht voor het toevoeren van de in het eerste 78 1 22 8 8 _ 1· 6 _ ΡΗΝ 9305 __'________________________________________________________________________________ geheugenelement opgeslagen waarde aan het tweede geheugen-element nadat genoemde detektiemiddelen overschrijding van genoemde voorafbepaalde waarde hebben gedetekteerd.
  5. 6. Inrichting volgens conclusie 5» met het kenmerk, 5 dat genoemde detektiemiddelen omvatten een verschilverster-ker voor het bepalen van het verschil tussen de in beide - geheugenelementen opgeslagen waarde en een drempelschakela.ar .. waarvan een ingang verbonden is met een uitgang van de ver-schilversterker en een uitgang verbonden is met genoemde 10 correctiemiddelen.
  6. 7· Inrichting volgens conclusie.6, met het kenmerk, dat het eerste resp. tweede geheugenelement omvat een eer-te resp. tweede geheugencapaciteit die via tweede schakel-middelen voor het detekteren van in de registratiesporen 15 opgetëkende en achtereenvolgens door de eerste en tweede kop uitgelezen spoorvolgsignalen is verbonden voor het op-.slaan van de waarde van het eerste resp. tweede stuursignaal telkens aan het begin van elke periode dat de eerste resp. tweede .kop een registratiespoor volgt en welke eerste resp. 20 tweede geheugencapaciteit via een eerste resp. tweede iso- lati.evers terker met genoemde eerste schakelmiddelen is ver- . bonden, waarbij genoemde correctiemiddelen gevormd worden door een schakelaar tussen de uitgang van de eerste iso-latieversterker en de ingang van de tweede isolatieverster-25 ker, welke schakelaar door het uitgangssignaal van de drempelschakelaar bediend wordt en waarbij ingangen van genoemde verschilversterker met uitgangen van de eerste en twee-. de isolatieversterker zijn verbonden.
  7. 8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7> met het ken-30 merk, dat tussen de verschilversterker en de drempelschakelaar een vertragingsnetwerk is opgenoemen.
  8. 9. Werkwijze volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het bewaken van de onderlinge positie van beide koppen en het afleiden van een stuursignaal voor de tweede transdueent 35 van het. stuursignaal voor de eerste transdueent met' bëhulp .van. êen^. . - ;ri'r-·? - · i- . v 78 1 22 8 8 -17 - - PHN 9305 ________________________________________________________________________________ programmeerbare eenheid geschiedt.
  9. 10. Inrichting volgens conclusie 3> ^ of 5 met het ken merk, dat genoemde detektiemiddelen en correctiemiddelen door een programmeerbare eenheid worden gevormd. \ ' l - 78 1 22 8 6
NL7812286A 1978-12-19 1978-12-19 Werkwijze voor het lezen en/of schrijven van informatie en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. NL7812286A (nl)

Priority Applications (16)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7812286A NL7812286A (nl) 1978-12-19 1978-12-19 Werkwijze voor het lezen en/of schrijven van informatie en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
FR7924260A FR2444989B1 (fr) 1978-12-19 1979-09-28 Procede pour lire et/ou enregistrer de l'information et dispositif pour la mise en oeuvre de ce procede
US06/090,964 US4309730A (en) 1978-12-19 1979-11-05 Method of reading and/or writing information and apparatus for carrying out the method
CA000341809A CA1150401A (en) 1978-12-19 1979-12-13 Method of reading and/or writing information and apparatus for carrying out the method
AU53860/79A AU531734B2 (en) 1978-12-19 1979-12-14 Positioning of recording heads
GB7943089A GB2039098B (en) 1978-12-19 1979-12-14 Head tracking in a two-head scan video recorder
IT69412/79A IT1119986B (it) 1978-12-19 1979-12-14 Procedimento ed apparecchio per posizionare testine di lettura e o registrazione di informazioni particolarmente di segnali video
DK533179A DK151657C (da) 1978-12-19 1979-12-14 Fremgangsmaade og apparat til udlaesning og/eller indskrivning af information
DE19792950607 DE2950607A1 (de) 1978-12-19 1979-12-15 Verfahren zum lesen und/oder schreiben von information und vorrichtung zum durchfuehren dieses verfahrens
ES486965A ES486965A1 (es) 1978-12-19 1979-12-17 Un aparato para establecer la posicion de cabezas para leer o inscribir informacion
BE0/198599A BE880661A (fr) 1978-12-19 1979-12-17 Procede pour lire et/ou enregistrer de l'information et dispositif pour la mise en oeuvre de ce procede
CH11169/79A CH651692A5 (de) 1978-12-19 1979-12-17 Verfahren zur positionierung von koepfen zum lesen und/oder schreiben von information und vorrichtung zur ausfuehrung des verfahrens.
NZ192414A NZ192414A (en) 1978-12-19 1979-12-17 Rotating head helical tape recorder tracking alignment of consecutive heads
SE7910352A SE444871B (sv) 1978-12-19 1979-12-17 Sett och apparat for legesinstellning av huvuden for avlesning och/eller uppteckning av information
JP16368979A JPS5584029A (en) 1978-12-19 1979-12-18 Information read and * or write head positioning method and device therefor
AT0801779A AT365806B (de) 1978-12-19 1979-12-19 Verfahren zur positionierung von koepfen zum wiedergeben und/oder aufzeichnen von information und vorrichtung zum durchfuehren dieses verfahrens

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7812286A NL7812286A (nl) 1978-12-19 1978-12-19 Werkwijze voor het lezen en/of schrijven van informatie en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
NL7812286 1978-12-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7812286A true NL7812286A (nl) 1980-06-23

Family

ID=19832089

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7812286A NL7812286A (nl) 1978-12-19 1978-12-19 Werkwijze voor het lezen en/of schrijven van informatie en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Country Status (16)

Country Link
US (1) US4309730A (nl)
JP (1) JPS5584029A (nl)
AT (1) AT365806B (nl)
AU (1) AU531734B2 (nl)
BE (1) BE880661A (nl)
CA (1) CA1150401A (nl)
CH (1) CH651692A5 (nl)
DE (1) DE2950607A1 (nl)
DK (1) DK151657C (nl)
ES (1) ES486965A1 (nl)
FR (1) FR2444989B1 (nl)
GB (1) GB2039098B (nl)
IT (1) IT1119986B (nl)
NL (1) NL7812286A (nl)
NZ (1) NZ192414A (nl)
SE (1) SE444871B (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0051428A1 (en) * 1980-11-12 1982-05-12 Sony Corporation Video signal recording and reproducing apparatus

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5690419A (en) * 1979-12-21 1981-07-22 Matsushita Electric Ind Co Ltd Rotary head type magnetic picture recording and reproducing device
JPS5727421A (en) * 1980-07-23 1982-02-13 Sony Corp Track following device
JPS5746318A (en) * 1980-09-01 1982-03-16 Matsushita Electric Ind Co Ltd Tracking device
USRE32075E (en) * 1980-09-24 1986-01-28 Quantum Corporation Data transducer position control system for rotating disk data storage equipment
US4660106A (en) * 1980-09-24 1987-04-21 Quantum Corporation Data transducer position control system for rotating disk data storage equipment
AT368822B (de) * 1981-03-25 1982-11-10 Philips Nv Wiedergabegeraet
US4447835A (en) * 1982-01-11 1984-05-08 Sony Corporation Method and apparatus for single frame recording on video tape
JPS58194162A (ja) * 1982-05-07 1983-11-12 Matsushita Electric Ind Co Ltd 回転ヘツド型磁気記録再生装置
JPS5940784A (ja) * 1982-08-31 1984-03-06 Sony Corp 映像再生装置
JPS59110062A (ja) * 1982-12-13 1984-06-25 Canon Inc 情報信号記録再生装置
US4628378A (en) * 1983-08-26 1986-12-09 Canon Kabushiki Kaisha Information signal recording and/or reproducing apparatus
JPS60140554A (ja) * 1983-12-28 1985-07-25 Canon Inc ビデオ信号再生装置
NL8801363A (nl) * 1988-05-27 1989-12-18 Philips Nv Inrichting voor het opnemen of weergeven van een elektrisch signaal.
US5808435A (en) * 1996-05-28 1998-09-15 Kmy Instruments Micropositioning device for disk head testing system

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1067997A (en) * 1974-07-15 1979-12-11 Jacob De Boer Servo system for controlling the position of a reading head
US4165523A (en) * 1976-03-19 1979-08-21 Ampex Corporation Automatic scan tracking using an additional sensing means on a bimorph
JPS5378716A (en) * 1976-12-23 1978-07-12 Sony Corp Magnetic picture recorder/reproducer
JPS5436709A (en) * 1977-08-26 1979-03-17 Sony Corp Position control circuit for rotary magnetic head
JPS5460522A (en) * 1977-10-24 1979-05-16 Sony Corp Reproducer
NL7808639A (nl) * 1978-08-22 1980-02-26 Philips Nv Werkwijze voor het positioneren van weergeefelementen en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0051428A1 (en) * 1980-11-12 1982-05-12 Sony Corporation Video signal recording and reproducing apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
DK151657C (da) 1988-06-06
FR2444989A1 (fr) 1980-07-18
AU531734B2 (en) 1983-09-01
AT365806B (de) 1982-02-25
NZ192414A (en) 1983-06-17
GB2039098A (en) 1980-07-30
CH651692A5 (de) 1985-09-30
BE880661A (fr) 1980-06-17
JPS6319928B2 (nl) 1988-04-25
DK151657B (da) 1987-12-21
CA1150401A (en) 1983-07-19
AU5386079A (en) 1980-06-26
DK533179A (da) 1980-06-20
IT1119986B (it) 1986-03-19
FR2444989B1 (fr) 1986-07-25
DE2950607A1 (de) 1980-07-03
IT7969412A0 (it) 1979-12-14
ATA801779A (de) 1981-06-15
SE7910352L (sv) 1980-06-20
GB2039098B (en) 1983-02-16
US4309730A (en) 1982-01-05
DE2950607C2 (nl) 1989-06-08
ES486965A1 (es) 1980-05-16
JPS5584029A (en) 1980-06-24
SE444871B (sv) 1986-05-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7812286A (nl) Werkwijze voor het lezen en/of schrijven van informatie en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US4110799A (en) Servo system for controlling the position of a magnetic head relative to a track to be followed using periodically interrupted long-wave positioning signals
NL192899C (nl) Inrichting voor weergave van een uit een videosignaal en een audiosignaal bestaand informatiesignaal
NL8201827A (nl) Apparaat voor opname en/of weergave van een informatiesignaal.
US4236105A (en) Digital center tracking system
NL8005621A (nl) Spoorfoutcorrectiesysteem voor een videoschijfafspeel- inrichting.
NL192810C (nl) Magnetische opneem- en weergeefinrichting van het schroeflijnvormige aftasttype.
NL8200435A (nl) Stelsel voor magnetische opname en weergave van een kleurentelevisiesignaal met een videosignaaldeel en een audiosignaaldeel.
JPS603697B2 (ja) 長時間演奏レコ−ドを再生する装置を具える装置
JPH0341900B2 (nl)
NL8100740A (nl) Apparaat voor weergave van op een registratiemedium opgenomen informatiesignalen.
US4543650A (en) Servo system including velocity and phase servo circuits for digital audio record disc reproducing apparatus
EP0409516B1 (en) Apparatus for deriving synchronizing signal from pre-formed marks on record carrier
NL7808639A (nl) Werkwijze voor het positioneren van weergeefelementen en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US4337532A (en) System for controlling the change of read side for an optical reader for an information carrier
US3947640A (en) Method and device for recording data as holograms in a multi-channel storage tape
NL7904885A (nl) Inrichting voor het uitlezen van informatie.
NL8005930A (nl) Koppositioneringssignaalgenerator.
EP0128426A2 (en) Video signal recording and reproducing apparatus
NL8300173A (nl) Inrichting voor snelle verplaatsing van de uitleesmiddelen van een informatiesignaalweergeefinrichting, benevens een met een dergelijke verplaatsingsinrichting uitgeruste weergeefinrichting.
US4005260A (en) Device for reading a disk-shaped record carrier with time base correction
US4489354A (en) Information recording system with recording process monitoring function
NL8102581A (nl) Beeldbandafspeler.
US5633855A (en) Optical information reproduction apparatus
NL192862C (nl) Videobandafspeelapparaat met middelen voor afspelen bij onderbroken bandtransport.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed