NL2019198B1

NL2019198B1 - lnrichting en werkwijze voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal

Info

Publication number: NL2019198B1
Application number: NL2019198A
Authority: NL
Inventors: Sabine Van Der Vliet Mariska; Paul Emerentiana Welling Niels
Original assignee: R Solution Medical B V
Priority date: 2017-07-07
Filing date: 2017-07-07
Publication date: 2019-01-16
Also published as: HRP20220849T1; PL3648714T3; EP3648714A1; JP2020527520A; EP3648714B1; US20200237472A1; US11766305B2; ES2922156T3; DK3648714T3; PT3648714T; AU2018296065A1; US20230397967A1; JP7176783B2; US11413107B2; CA3069298A1; EP4074295A1; AU2018296065B2; HUE059455T2; WO2019009724A1; US20220346905A1

Abstract

Inrichting voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal, omvattende een ondersteuningsvlak voor het ondersteunen van het instrumentennet tijdens het invouwen van het instrumentennet in het verpakkingsmateriaal, een eerste vouwplaat en een tweede vouwplaat, een verplaatsbaar vouwhulpstuk voor het overeen vooraf bepaald Iijnstuk fixeren van het verpakkingsmateriaal voor en/of tijdens het maken van een vouw, ten minste één verplaatsbare klem voor het vastpakken en verplaatsen van het verpakkingsmateriaal, een besturing, voor het aansturen van de verplaatsing van de eerste vouwplaat tussen zijn respectievelijke eerste en tweede positie, de verplaatsing van de tweede vouwplaat tussen zijn respectievelijke eerste en tweede positie, de verplaatsing van het vouwhulpstuk en de verplaatsing en doen klemmen en loslaten van de ten minste éne klem.

Description

A61F 13/15(2018.01) B65H 45/12 (2018.01) A61B

50/30 (2018.01)

Aanvraag ingeschreven:	© Octrooihouder(s):
16 januari 2019	R-Solution Medical B.V. te Hilversum.
(43) Aanvraag gepubliceerd:
-	© Uitvinder(s):
	Mariska Sabine van der Vliet te Hilversum.
© Octrooi verleend:	Niels Paul Emerentiana Welling te Oosterbeek.
16 januari 2019
© Octrooischrift uitgegeven:	© Gemachtigde:
9 mei 2019	ir. H.Th. van den Heuvel c.s.
	te 's-Hertogenbosch.

54) Inrichting en werkwijze voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal

57) Inrichting voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal, omvattende een ondersteuningsvlak voor het ondersteunen van het instrumentennet tijdens het invouwen van het instrumentennet in het verpakkingsmateriaal, een eerste vouwplaat en een tweede vouwplaat, een verplaatsbaar vouwhulpstuk voor het over een vooraf bepaald lijnstuk fixeren van het verpakkingsmateriaal voor en/of tijdens het maken van een vouw, ten minste één verplaatsbare klem voor het vastpakken en verplaatsen van het verpakkingsmateriaal, een besturing, voor het aansturen van de verplaatsing van de eerste vouwplaat tussen zijn respectievelijke eerste en tweede positie, de verplaatsing van de tweede vouwplaat tussen zijn respectievelijke eerste en tweede positie, de verplaatsing van het vouwhulpstuk en de verplaatsing en doen klemmen en loslaten van de ten minste éne klem.

NL B1 2019198

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Inrichting en werkwijze voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal.

Het is van belang dat de medische hulpmiddelen en instrumentaria die gebruikt worden tijdens een medische ingreep steriel aangeleverd worden. Het te gebruiken instrumentarium dient hiervoor opvolgend gereinigd, gedesinfecteerd en gesteriliseerd te worden. Tijdens het machinaal reinigen wordt een eerste vervuilingsgraad verwijderd, waarna het instrumentarium wordt gedesinfecteerd. De gereinigde en gedesinfecteerde medische hulpmiddelen en/of het instrumentarium worden daarna gecontroleerd en/of geassembleerd waarna het geplaatst kan worden in een instrumentennet. Dit instrumentennet wordt vervolgens ingepakt in verpakkingsmateriaal. Het instrumentennet wordt na verpakking gesteriliseerd. Sterilisatie is de essentiële stap, waarbij de vereiste logreductie van micro-organismen plaatsvindt om het instrumentennet steriel te kunnen presenteren voor en/of tijdens een medische ingreep.

Sinds jaar en dag gebeurt het verpakken van instrumentarium door speciaal opgeleid medisch personeel op de Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA) en/of een ge-outsourcete leverancier van een ziekenhuis. Het inpakken vereist een aantal opvolgende handelingen waarbij het essentieel is dat een vooraf bepaald vouwpatroon volgens een protocol uitgevoerd wordt. Om de steriliteit van de instrumenten in het instrumentennet te waarborgen is het essentieel dat de uiteinden van het verpakkingsmateriaal een structuur vormen waarbij het verpakkingsmateriaal meerdere zogenaamde slingeringen (tortuous path) omvat. Deze labyrint-achtige structuur is nodig om tegen te gaan dat micro-organismen, partikels en aanverwante van buitenaf via de uiteinden van het verpakkingsmateriaal het instrumentennet binnen kunnen dringen. Door het aanbrengen van slingeringen in de te vouwen uiteinden van het verpakkingsmateriaal kan een blokkerend pad gecreëerd worden. Het volgens een protocol inpakken van de instrumentennetten leidt er tevens toe dat het operatiekamer personeel welke de instrumenten gebruikt deze volgens een vaste werkwijze uit kan pakken, zodanig dat de instrumenten voor gebruik steriel kunnen worden gepresenteerd.

Het handmatig invouwen van de instrumentennetten in het verpakkingsmateriaal zorgt voor een nauwelijks reproduceerbaar proces. Het kan voorkomen dat een instrumentennet handmatig niet op de juiste positie van het verpakkingsmateriaal gepositioneerd wordt, waardoor tijdens het invouwen blijkt dat de vereiste overlap van verpakkingsdelen niet haalbaar is.

Tevens bestaat het risico dat het juiste vouwpatroon niet wordt bereikt door onvolkomenheden, waarbij bijvoorbeeld het minimale aantal slingeringen in de labyrintstructuur niet bereikt wordt, hetgeen zoals reeds aangegeven resulteert in een verhoogd risico op het binnendringen van micro-organismen, partikels en aanverwante.

Indien in de operatiekamer tijdens het uitpakken van het instrumentennet blijkt dat de het verpakkingsmateriaal onjuist gevouwen is en/of er contaminaties aanwezig zijn in het instrumentennet wordt de gehele instrumentenset afgekeurd en mag deze niet gebruikt worden. Indien er in een dergelijke situatie geen identieke, steriele instrumentenset voorradig is kan de operatie vertraging oplopen.

Een verder nadeel van het manueel inpakken van de instrumentensets is dat het fysiek belastend werk is, waarbij met name (chronische) pols-, schouder-, elleboog-, nek- en rugproblemen veelvoorkomende klachten zijn.

Het is daarom een doel van de uitvinding om een verbeterde oplossing voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal te verschaffen.

De uitvinding verschaft hiertoe een inrichting voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal, omvattende een ondersteuningsvlak voor het ondersteunen van het instrumentennet tijdens het invouwen van het instrumentennet in het verpakkingsmateriaal, een eerste vouwplaat die verplaatsbaar is tussen een eerste positie waarbij de eerste vouwplaat in hoofdzaak in lijn is gelegen met het ondersteuningsvlak of onder het ondersteuningsvlak is gepositioneerd, en een tweede positie waarbij de eerste vouwplaat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van het ondersteuningsvlak en aldus een eerste snijlijn met het ondersteuningsvlak heeft voor het vormen van een begrenzing tegen het verplaatsen van het instrumentennet, een tweede vouwplaat die verplaatsbaar is tussen een eerste positie waarbij de tweede vouwplaat in hoofdzaak in lijn is gelegen met het ondersteuningsvlak of onder het ondersteuningsvlak is gepositioneerd, en een tweede positie waarbij de tweede vouwplaat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van het ondersteuningsvlak en aldus een tweede snijlijn met het ondersteuningsvlak heeft voor het vormen van een begrenzing tegen het verplaatsen van het instrumentennet, waarbij de eerste snijlijn en de tweede snijlijn in hoofdzaak parallel aan elkaar gelegen zijn, een verplaatsbaar vouwhulpstuk voor het over een vooraf bepaald lijnstuk fixeren van het verpakkingsmateriaal voor en/of tijdens het maken van een vouw, ten minste één verplaatsbare klem voor het vastpakken en verplaatsen van het verpakkingsmateriaal, een besturing, voor het aansturen van de verplaatsing van de eerste vouwplaat tussen zijn respectievelijke eerste en tweede positie, de verplaatsing van de tweede vouwplaat tussen zijn respectievelijke eerste en tweede positie, de verplaatsing van het vouwhulpstuk en de verplaatsing en doen klemmen en loslaten van de ten minste éne klem.

De inrichting volgens de uitvinding kan het manueel inpakken van instrumentennetten in verpakkingsmateriaal in hoofdzaak volledig automatiseren. Een voordeel van het inpakken van instrumentennetten in verpakkingsmateriaal middels een inrichting volgens de uitvinding is dat dit een hoog reproduceerbaar resultaat oplevert. Hierdoor kan het aantal afwijkende en daarmee mogelijk af te keuren instrumentensets in de operatiekamer teruggedrongen worden.

Een verder voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de kans op vervuilingen en contaminatie door aangrijping op het verpakkingsmateriaal geminimaliseerd wordt. Met name aangrijping op de binnenzijde van het verpakkingsmateriaal, dat wil zeggen, de van het ondersteuningsvlak afgekeerde zijde, brengt een risico met zich mee. Bij het handmatig inpakken van het instrumentennet in het verpakkingsmateriaal komt het geregeld voor dat de betrokken medewerker zijn of haar hand en/of elleboog moet gebruiken om het, relatief grote, verpakkingsmateriaal plaatselijk te fixeren ten einde het verpakkingsmateriaal te kunnen invouwen en/of om het instrumentennet te (her)positioneren. De inrichting volgens de uitvinding zorgt ervoor dat aangrijping op de binnenzijde van het verpakkingsmateriaal, met name nabij het instrumentennet, voorkomen wordt.

Het ondersteuningsvlak is bij voorkeur zodanig ingericht zodat dit tijdens gebruik van de inrichting in hoofdzaak horizontaal gepositioneerd is.

Het verpakkingsmateriaal kan gevormd worden door ieder geschikt verpakkingsmateriaal dat in hoofdzaak stoom doorlatend is, zoals bijvoorbeeld doek, linnen, crêpepapier, SMS-materiaal en/of wetlaid nonwoven materiaal. Doordat de eerste vouwplaat ten minste verplaatsbaar is tussen de eerste positie en de tweede positie kan de eerste vouwplaat optimaal benut worden tijdens het invouwen van het instrumentennet in het verpakkingsmateriaal. Het doel van de eerste positie is dat de eerste vouwplaat hierin geen belemmering vormt ten opzichte van het ondersteuningsvlak tijdens, met name de eerste fase(n) van, het invouwen. Indien de eerste vouwplaat in de tweede positie is gepositioneerd vormt deze een begrenzing tegen het verplaatsen van het instrumentennet. De eerste vouwplaat is hierbij niet in direct contact met het instrumentennet, maar zal onder tussenkomst van het verpakkingsmateriaal het instrumentennet begrenzen. Het voordeel hiervan is dat de eerste vouwplaat enkel aangrijpt op de buitenzijde, dat wil zeggen de aanvankelijk naar het ondersteuningsvlak toegekeerde zijde, van het verpakkingsmateriaal, zodat geen gevaar voor vervuiling ontstaat.

De functie van de tweede vouwplaat is in beginsel gelijk aan de functie van de eerste vouwplaat. In de eerste positie vormt de tweede vouwplaat geen belemmering ten opzichte van het ondersteuningsvlak. In de tweede positie is de tweede vouwplaat ingericht voor het vormen van een begrenzing tegen het verplaatsen van het instrumentennet. Ook voor de tweede vouwplaat geldt dat deze niet in direct contact is met het instrumentennet maar middels tussenkomst van het verpakkingsmateriaal de begrenzende functie kan vervullen.

Het is tevens denkbaar dat de eerste en/of de tweede vouwplaat tijdens het verplaatsen tussen ieders respectievelijke eerste en tweede positie een begeleidende functie vervult door het (be)geleiden van het verpakkingsmateriaal tijdens het invouwen.

De eerste snijlijn en de tweede snijlijn zijn in hoofdzaak parallel aan elkaar gelegen doordat de eerste vouwplaat en de tweede vouwplaat zijn ingericht voor tweezijdige begrenzing van het instrumentennet. Het begrenzen van het instrumentennet vereenvoudigt het invouwen van het instrumentennet in het verpakkingsmateriaal. Het vouwhulpstuk is bij voorkeur ingericht voor aangrijping op de buitenzijde, dat wil zeggen de aanvankelijk naar het ondersteuningsvlak toegekeerde zijde, van het verpakkingsmateriaal. Het vouwhulpstuk is ingericht voor het bij voorkeur tijdelijk fixeren van het verpakkingsmateriaal voor en/of tijdens het maken van een vouw.

De ten minste ene verplaatsbare klem is bij voorkeur ingericht voor het vastpakken en verplaatsen van zowel een enkele laag verpakkingsmateriaal als meerlaags en/of dubbel- of meermaals gevouwen verpakkingsmateriaal. De klem grijpt het verpakkingsmateriaal in de initiële, uitgevouwen toestand bij voorkeur enkel aan nabij de omtreksranden van het verpakkingsmateriaal zodat contact tussen de klem en de binnenzijde van het verpakkingsmateriaal tot een minimum beperkt wordt.

In een uitvoeringsvorm is de inrichting zodanig uitgevoerd dat de eerste vouwplaat en/of de tweede vouwplaat roteerbaar verbonden is met het ondersteuningsvlak. De eerste en/of tweede vouwplaat kunnen bijvoorbeeld roteerbaar zijn om of ter hoogte van respectievelijk de eerste en tweede snijlijn.

In een andere mogelijke uitvoeringvariant is de eerste vouwplaat en/of de tweede vouwplaat zwenkbaar verbonden met het ondersteuningsvlak. De verplaatsing kan bijvoorbeeld bewerkstelligd worden door een luchtcilinder.

In een voorkeursuitvoering van de inrichting is ten minste de eerste of de tweede vouwplaat voorzien van ten minste één rond een althans in de tweede positie van de eerste of tweede vouwplaat verticale zwenkas met de eerste of tweede vouwplaat verbonden vouwdeel. Het toepassen van een dergelijk vouwdeel kan het vouwen vereenvoudigen doordat het vouwdeel het verpakkingsmateriaal ter hoogte van de te maken vouw kan geleiden. Indien de inrichting is voorzien van één of meerdere vouwdelen zal bij voorkeur de besturing zijn ingericht voor het aansturen van de zwenking en/of verplaatsing van het vouwdeel.

Bij voorkeur is er nabij ten minste een uiteinde van een vouwplaat een duwelement aanwezig voor het naar een tussen de snijlijnen gelegen gebied duwen van zich buiten een door de vouwplaten begrensd gebied uitstrekkend deel van het verpakkingsmateriaal. Het in bovengenoemde richting duwen van het verpakkingsmateriaal resulteert in een verbeterde vouw indien het duwelement wordt gebruikt alvorens de te vouwen zijde van het verpakkingsmateriaal wordt omgeslagen. Het duwelement kan hierbij bijdragen aan het verkrijgen van een additionele slingering in het verpakkingsmateriaal ter hoogte van de vouw, hetgeen de mogelijkheid tot het van buitenaf binnendringen van micro-organismen tegengaat. Bij voorkeur is de besturing ingericht voor aansturen van de verplaatsing van het duwelement.

In een mogelijke uitvoering kan het duwelement bijvoorbeeld gevormd wordt door een uitkraging op het vouwdeel. Het is eveneens mogelijk dat het duwelement integraal onderdeel uitmaakt van het vouwdeel. In een mogelijke uitvoeringsvorm bevindt de uitkraging zich op afstand van het ondersteuningsvlak. Experimenten hebben aangetoond dat het toepassing van een uitkraging, en in het bijzonder een uitkraging die zich op afstand van het ondersteuningsvlak bevindt, het omvouwen van het verpakkingsmateriaal en het verkrijgen van de additionele slingering verder kan vereenvoudigen.

Bij voorkeur zijn de eerste en de tweede snijlijn op een onderlinge afstand geplaatst die in hoofdzaak overeenstemt met een lengte of breedte van een in te pakken instrumentennet, en in het bijzonder tussen de 10 en 80 cm is gelegen. In het bijzonder zijn deze afstand zodanig gekozen dat deze overeenstemt met de in het ziekenhuis toegepaste instrumentennetten. De inrichting is bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de afstand tussen de eerste snijlijn en de tweede snijlijn instelbaar is. Ziekenhuizen werken over het algemeen met een aantal verschillende uitvoeringsvormen van instrumentennetten. De lengte en/of de breedte van de verschillende uitvoeringsvormen van de instrumentennetten kan variëren, waardoor het voordelig is als afstand tussen de eerste snijlijn en de tweede snijlijn, en daarmee de afstand tussen de eerste vouwplaat en de tweede vouwplaat onderling, instelbaar is. Het is denkbaar dat de afstand tussen de eerste snijlijn en de tweede snijlijn aanpasbaar is door de onderlinge verplaatsing van de eerste vouwplaat en de tweede vouwplaat. Het is tevens denkbaar dat de afstand tussen de eerste snijlijn en de tweede snijlijn instelbaar is doordat een vouwplaat gesegmenteerd is opgebouwd.

Het vouwhulpstuk is bij voorkeur zodanig vormgegeven dat dit ten minste gedeeltelijk een vlakke vormgeving heeft. Dit is voordelig voor het tijdelijk fixeren van het verpakkingsmateriaal over een vooraf bepaald lijnstuk. Een dergelijk vouwhulpstuk is geschikt voor het tijdelijk fixeren van het verpakkingsmateriaal voor en/of tijdens het maken van een vouw doordat het vouwhulpstuk hierbij het verpakkingsmateriaal tijdens het vouwproces niet onnodig hindert. Het vouwhulpstuk kan bijvoorbeeld verbonden zijn met een beweegbare mechanische arm, waarbij de mechanische arm ertoe is ingericht dat het vouwhulpstuk tijdens het invouwen van het instrumentennet in het verpakkingsmateriaal vanaf een bovenzijde vanuit het instrumentennet gezien aan- en afgevoerd kan worden. Een voordeel hiervan is dat het vouwhulpstuk niet onnodig in contact komt met naar binnen gekeerde delen van het verpakkingsmateriaal, en dat er minder complexe en ruimte-vereisende bewegingen nodig zijn dan in configuraties waarbij de vouwhulpstukken in een zijdelingse richting verwijderd worden.

Het vouwhulpstuk heeft bij voorkeur ten minste gedeeltelijk een vlakke vormgeving en is bij nadere voorkeur zodanig vormgegeven dat het bij aangrijping met verpakkingsmateriaal geen schade aan het verpakkingsmateriaal aanricht. Het vouwhulpstuk heeft derhalve ten minste gedeeltelijk een afgeronde of gladde vormgeving.

In een voorkeursuitvoering omvat de inrichting een aanvoermiddel voor het aanvoeren van verpakkingsmateriaal en een aanvoermiddel voor het aanvoeren van een instrumentennet. In een verdere voorkeursuitvoering wordt het aanvoermiddel voor het aanvoeren van het instrumentennet gevormd door de ten minste ene klem. Het voordeel dat het aanvoervoermiddel wordt gevormd door de ten minste ene klem is dat de inrichting geen verdere inrichtingsonderdelen behoeft, hetgeen vanuit ruimtelijk en financieel oogpunt voordelig is.

In een alternatieve uitvoeringsvariant is het echter tevens denkbaar dat het instrumentennet wordt aangevoerd met behulp van het vouwhulpstuk.

In een overige voorkeursuitvoering wordt het aanvoermiddel voor het aanvoeren van verpakkingsmateriaal gevormd door de ten minste ene klem. Het verpakkingsmateriaal kan hierbij bijvoorbeeld vanaf een rol aangevoerd worden, maar het is tevens denkbaar dat separate verpakkingsmateriaalen aangevoerd worden. Indien het verpakkingsmateriaal vanaf een rol aangevoerd wordt zal dit op een vooraf bepaalde afstand moeten worden afgesneden ten einde een in hoofdzaak rechthoekig verpakkingsmateriaal te vormen. Het is tevens mogelijk dat er een controlemiddel, bijvoorbeeld in de vorm van een scaninrichting, aanwezig is ter verificatie of het verpakkingsmateriaal vrij is van onzuiverheden.

In een verder geautomatiseerde inrichting is het tevens denkbaar dat het verpakkingsmateriaal en/of het instrumentennet middels een transportinrichting zoals een transportband worden aangevoerd.

In een mogelijke uitvoeringsvorm omvat de inrichting middelen voor het aanbrengen van een fixering van het verpakkingsmateriaal in een vooraf bepaalde positie. Dit kunnen bijvoorbeeld middelen betreffen voor het aanbrengen van adhesieve middelen, zoals kleefstoffen en/of plakband. Het is tevens denkbaar dat de middelen zijn ingericht voor het aanbrengen van een fixering middels thermische binding.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal, omvattende de opvolgende stappen van het positioneren van een verpakkingsmateriaal op een ondersteuningsvlak; waarbij het verpakkingsmateriaal in hoofdzaak rechthoekig is en respectievelijk een eerste, tweede, derde en vierde primaire zijde omvat waarbij de eerste primaire zijde tegenover de tweede primaire zijde is gelegen, en waarbij de derde primaire zijde tegenover de vierde primaire zijde is gelegen, het positioneren van een instrumentennet op het verpakkingsmateriaal, het vastpakken en omvouwen van de eerste primaire zijde van het verpakkingsmateriaal over het instrumentennet tot een vooraf bepaalde afstand van de tweede primaire zijde aldus een eerste secundaire zijde vormend, het plaatsen van een eerste begrenzing die zich uitstrekt vanaf het ondersteuningsvlak ter hoogte van de eerste secundaire zijde, het vastpakken en omvouwen van de tweede primaire zijde over de eerste primaire zijde aldus een tweede secundaire zijde vormend, het fixeren van het verpakkingsmateriaal ten opzichte van het ondersteuningsvlak in de nabijheid van een van de eerste begrenzing afgekeerde zijde van het instrumentennet, het vastpakken en omvouwen van de tweede secundaire zijde zodat de tweede secundaire zijde op een bovenzijde van het instrumentennet gepositioneerd wordt en aldus een tertiaire zijde vormend, het plaatsen van een tweede begrenzing die zich uitstrekt vanaf het ondersteuningsvlak ter hoogte de tertiaire zijde, het over een in lijn met de derde primaire zijde gelegen lijnstuk fixeren van het verpakkingsmateriaal nabij het instrumentennet, het omvouwen van de derde primaire zijde van het verpakkingsmateriaal zodat de derde primaire zijde ten minste gedeeltelijk over een bovenzijde van het instrumentennet gepositioneerd wordt, het over op een in lijn met de vierde primaire zijde gelegen lijnstuk een fixeren van het verpakkingsmateriaal nabij het instrumentennet en het omvouwen van de vierde primaire zijde van het verpakkingsmateriaal zodat de vierde primaire zijde op een bovenzijde van het instrumentennet gepositioneerd wordt.

Met de werkwijze volgens de uitvinding wordt een ingevouwen instrumentennet verkregen waarvan het verpakkingsmateriaal de vereiste labyrint structuur omvat voor het tegengaan van het binnendringen van microorganismenverpakkingsmateriaal.

Bij voorkeur wordt het vastpakken en omvouwen van de tweede secundaire zijde zodat de tweede secundaire zijde op een bovenzijde van het instrumentennet gepositioneerd wordt en aldus een tertiaire zijde vormend en het plaatsen van een tweede begrenzing die zich uitstrekt vanaf het ondersteuningsvlak ter hoogte de tertiaire zijde in hoofdzaak gelijktijdig uitgevoerd. Het in hoofdzaak gelijktijdig plaatsen van de begrenzing heeft als voordeel dat de begrenzing tevens een geleidende functie vervuld tijdens het vouwen.

Bij voorkeur omvat de werkwijze verder het ter hoogte van het lijnstuk invouwen van ten minste een deel van het verpakkingsmateriaal. Deze stap vindt bij voorkeur plaats na het over een in lijn met de derde primaire zijde gelegen lijnstuk fixeren van het verpakkingsmateriaal nabij het instrumentennet. Dit vereenvoudigt de opvolgende stap van het omvouwen van de derde primaire zijde van het verpakkingsmateriaal zodat de derde primaire zijde ten minste gedeeltelijk over een bovenzijde van het instrumentennet gepositioneerd wordt. Tevens resulteert het invouwen van ten minste een deel van het verpakkingsmateriaal ter hoogte van het lijnstuk in een extra slingering van het verpakkingsmateriaal ter hoogte van de vouw, hetgeen binnendringen van micro-organismen tegengaat. Bij voorkeur wordt het verpakkingsmateriaal tweezijdig ter hoogte van het lijnstuk ingevouwen.

In een mogelijke variant van de werkwijze omvat deze het verbinden van de derde primaire zijde en het verpakkingsmateriaal op de bovenzijde van het instrumentennet. Deze verbinding kan bijvoorbeeld gemaakt worden middels de toepassing van een adhesief. Het is tevens denkbaar dat in een dergelijke verbinding voorzien wordt onder toepassing van thermische middelen.

De werkwijze kan tevens het verbinden van de vierde primaire zijde en het verpakkingsmateriaal op de bovenzijde van het instrumentennet omvatten. Het maken van de bovengenoemde verbinding brengt als voordeel met zich mee dat het ingevouwen verpakkingsmateriaal gefixeerd wordt in de gevouwen positie, zodat deze gehandhaafd kan blijven totdat de verbinding actief verbroken worden.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt bij voorkeur uitgevoerd met een inrichting volgens de uitvinding. Hierbij wordt het vastpakken en omvouwen van de primaire en secundaire zijden van het verpakkingsmateriaal uitgevoerd door de ten minste ene klem, het plaatsen van de eerste en tweede begrenzing door het verplaatsen van respectievelijk de eerste vouwplaat en de tweede vouwplaat van ieders eerste positie naar de tweede positie en het fixeren van het verpakkingsmateriaal wordt uitgevoerd door het verplaatsbare vouwhulpstuk.

Doorgaans wordt het positioneren van het verpakkingsmateriaal op het ondersteuningsvlak hierbij uitgevoerd door de ten minste ene klem. Het positioneren van het instrumentennet op het verpakkingsmateriaal wordt doorgaans eveneens uitgevoerd middels de ten minste ene klem maar kan mogelijkerwijs ook via een transportband geschieden. De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont:

- figuur 1 een schematische weergave van een mogelijke uitvoeringsvariant van een inrichting voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal volgens de uitvinding; en tonen

- de figuren 2a-i een schematische weergave van de opvolgende werkwijzestappen volgens de uitvinding uitgevoerd door een inrichting volgens de uitvinding

- de figuren 3a-c een schematische weergave van mogelijke uitvoeringsvormen van een duwelement voor toepassing in een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een inrichting (1) voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal, omvattende een ondersteuningsvlak (2) voor het ondersteunen van het instrumentennet (niet getoond) tijdens het invouwen van het instrumentennet in het verpakkingsmateriaal (niet getoond). Verder omvat de inrichting (1) een eerste vouwplaat (3) die verplaatsbaar is tussen een eerste positie waarbij de eerste vouwplaat (3) in hoofdzaak in lijn is gelegen met het ondersteuningsvlak (2) of onder het ondersteuningsvlak is gepositioneerd en een tweede positie waarbij de eerste vouwplaat (3) zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van het ondersteuningsvlak (2) en aldus een eerste snijlijn (5) met het ondersteuningsvlak (2) heeft voor het vormen van een begrenzing tegen het verplaatsen van het instrumentennet. In de getoonde uitvoeringsvorm bevindt de eerste vouwplaat (3) zich nabij de tweede positie. Tevens omvat de inrichting (1) een tweede vouwplaat (4) die verplaatsbaar is tussen een eerste positie waarbij de tweede vouwplaat (4) in hoofdzaak in lijn is gelegen met het ondersteuningsvlak (2) of onder het ondersteuningsvlak (2) is gepositioneerd en een tweede positie waarbij de tweede vouwplaat (4) zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van het ondersteuningsvlak (2) en aldus een tweede snijlijn (6) met het ondersteuningsvlak (2) heeft voor het vormen van een begrenzing tegen het verplaatsen van het instrumentennet. In figuur 1 bevindt de tweede vouwplaat (4) zich ter illustratie in een positie gelegen tussen de eerste positie en de tweede positie. De eerst snijlijn (5) en de tweede snijlijn (6) zijn in hoofdzaak parallel aan elkaar gelegen. De eerste vouwplaat (3) en de tweede vouwplaat (4) zijn roteerbaar verbonden met het ondersteuningsvlak (2). De figuur toont dat de tweede vouwplaat (4) middels een cilinder (11), bij voorkeur een luchtcilinder (11), van de eerste positie naar de tweede positie kan worden verplaatst. De eerste vouwplaat (3) is voorzien van een tweetal rond een verticale zwenkas met de vouwplaat (3) verbonden vouwdelen (12a, 12b). De tweede vouwplaat (4) is eveneens voorzien van een tweetal rond een verticale zwenkas verbonden vouwdelen (13a, 13b). In de getoonde uitvoeringsvariant zijn de vouwdelen (12a, 12b, 13a, 13b) voorzien van duwelementen (14a, 14b, 15a, 15b). leder duwelement (14a, 14b, 15a, 15b) is ingericht voor het naar een tussen de snijlijnen (5, 6) gelegen gebied duwen van zich buiten een door de vouwplaten (3, 4) begrensd gebied uitstrekkend deel van het verpakkingsmateriaal. De duwelementen (14a, 14b, 15a, 15b) worden in de getoonde uitvoering gevormd door een uitkraging op de vouwdelen (12a, 12b, 13a, 13b), in het bijzonder door een uitkraging met een gebolde vormgeving.

De inrichting (1) omvat een verplaatsbaar vouwhulpstuk (7) voor het over een vooraf bepaald lijnstuk fixeren van het verpakkingsmateriaal voor en/of tijdens het maken van een vouw. Het vouwhulpstuk (7) is in de getoonde uitvoeringsvariant verbonden met een verplaatsbare, mechanische robotarm (16). Het vouwhulpstuk (7) heeft ten minste gedeeltelijk een vlakke vormgeving ten einde op efficiënte wijze het verpakkingsmateriaal over een lijnstuk te kunnen fixeren.

In de getoonde uitvoeringsvorm omvat de inrichting (1) een eerste verplaatsbare klem (8) voor het vastpakken en verplaatsen van het verpakkingsmateriaal en tevens een tweede verplaatsbare (9) voor het vastpakken en verplaatsen van het verpakkingsmateriaal. De eerste klem (8) en de tweede klem (9) zijn tevens ingericht voor het aanvoeren van het verpakkingsmateriaal.

Verder omvat de inrichting (1) een besturing (10) voor het aansturen van de verplaatsing van de eerste vouwplaat (3) tussen zijn respectievelijke eerste en tweede positie, de verplaatsing van de tweede vouwplaat (4) tussen zijn respectievelijke eerste en tweede positie, de verplaatsing van het vouwhulpstuk (7) en de verplaatsing en doen klemmen en loslaten van de eerste klem (8) en de tweede klem (9).

Figuren 2a-2i tonen een schematische weergave van de opvolgende werkwijzestappen voor het invouwen van een instrumentennet (20) in een verpakkingsmateriaal (19) middels een inrichting (21) volgens de uitvinding. Figuren 2a-d vormen tonen hierbij een zijaanzicht van de stappen die uitgevoerd worden in een eerste horizontale vouwrichting en figuren 2e-2i tonen een bovenaanzicht van de stappen die uitgevoerd worden in een tweede horizontale vouwrichting die in hoofdzaak loodrecht staat op de eerste horizontale vouwrichting. Corresponderende referentiecijfers in de figuren 2a-2i komen overeen met corresponderende onderdelen.

Figuur 2a toont een instrumentennet (20) welke is gepositioneerd op een verpakkingsmateriaal (19) op een ondersteuningsvlak (22). De inrichting (21) toont dat een eerste vouwplaat (23) en een tweede vouwplaat (24) ieder in een eerste positie zijn gelegen, waarbij de vouwplaten (23, 24) in hoofdzaak onder het ondersteuningsvlak (22) zijn gepositioneerd. Figuur 2a toont een zijaanzicht van de inrichting (21), waarbij eerste primaire zijde (P1) en een tweede primaire zijde (P2) van het verpakkingsmateriaal (19) getoond worden.

In figuur 2b is de eerste primaire zijde (P1) reeds vastgepakt en omgevouwen over het instrumentennet (20) tot een vooraf bepaalde afstand (D1) van de tweede primaire zijde (P2). Bij deze verplaatsing van de eerste primaire zijde (P1) over het instrumentennet (20) is aldus een eerste secundaire zijde (S1) gevormd. De eerste secundaire zijde (S1) omsluit hierbij een zijwand van het instrumentennet (20). Tevens is de eerste begrenzing (23), in de vorm van de eerste vouwplaat (23) geplaatst die zich uitstrekt vanaf het ondersteuningsvlak (22) ter hoogte van de eerste secundaire zijde (S1). De eerste begrenzing (23) voorkomt verplaatsing van het verpakkingsmateriaal (19) en het instrumentennet (20) in een eerste richting van de eerste horizontale vouwrichting.

In figuur 2c is de tweede primaire zijde (P2) reeds vastgepakt en omgevouwen over de eerste primaire zijde (P1) waarbij aldus een tweede secundaire zijde (S2) is gevormd. Het verpakkingsmateriaal (19) zal opvolgend gefixeerd worden in de nabijheid van een van de eerste begrenzing (23) afgekeerde zijde van het instrumentennet (20), in de figuur is een mogelijke voorkeurspositie voor het fixeren van het verpakkingsmateriaal (19) weer gegeven met referentie F1. Wanneer fixatie op de aangegeven fixatiepositie (F1) plaatsvindt, zal een additionele slingering van het verpakkingsmateriaal (19) gecreëerd worden.

Figuur 2d toont de laatste stap van het vouwproces van het verpakkingsmateriaal (19) in de in figuren 2a-2d getoonde vouwrichting. Hierbij is de tweede secundaire zijde (S2) reeds vastgepakt en omgevouwen, om fixatiepositie F1, zodat de tweede secundaire zijde (S2) op een bovenzijde van het instrumentennet (20) gepositioneerd is, waarbij aldus een tertiaire zijde (T1) gevormd is. De tweede begrenzing (24), ofwel de tweede vouwplaat (24) is gepositioneerd, waarbij de begrenzing (24) zich uitstrekt vanaf het ondersteuningsvlak (22) ter hoogte de tertiaire zijde (T1). De tweede begrenzing (24) voorkomt verplaatsing van het verpakkingsmateriaal (19) en het instrumentennet (20) in een tweede richting van de eerste horizontale vouwrichting. Figuur 2d toont de labyrint structuur van het gevouwen verpakkingsmateriaal (19). De figuur geeft echter enkel een schematische weergave, hoewel in de praktijk zal het verpakkingsmateriaal (19) eveneens niet volledig strak gevouwen zal worden, omdat dit het naderhand uit te voeren sterilisatieproces tegenwerkt. Daarbij resulteert het strak trekken van het verpakkingsmateriaal (19) en/of het te strak inpakken van het instrumentennet (20) in het verpakkingsmateriaal (19) in ongewenste risico’s op beschadiging van het verpakkingsmateriaal.

Figuur 2e toont een bovenaanzicht van de situatie zoals verkregen door het uitvoeren van werkwijzestappen 2a-2d. Het instrumentennet (20) is inmiddels tweezijdig opgesloten in het verpakkingsmateriaal (19). De derde primaire zijde (P3) en de vierde primaire zijde (P4) dienen nog gevouwen te worden. De eerste vouwplaat (23) en de tweede vouwplaat (24) zijn voorzien van vouwdelen (25a, 25b, 26a, 26b) welke voorzien van duwelementen (25a, 25b, 26a, 26b). In de getoonde uitvoeringsvorm maken de duwelementen (25a, 25b, 26a, 26b) integraal deel uit van de vouwdelen (25a, 25b, 26a, 26b).

In figuur 2f zijn twee duwelementen (25a, 26a) om een zwenkas verplaatst, zodanig dat de duwelementen (25a, 26a) het verpakkingsmateriaal (19) dat zich buiten een door de vouwplaten (23, 24) begrensd gebied bevindt ten minste gedeeltelijk naar een tussen de snijlijnen (niet getoond) gelegen gebied duwen. Hiermee wordt een inwaartse knik in het verpakkingsmateriaal (19) verkregen. De figuur toont tevens een voorkeurspositie van een volgende fixatiepositie (F2). Het verpakkingsmateriaal (19) zal nabij het instrumentennet (20) over een in lijn met de derde primaire zijde (P3) gelegen lijnstuk, ter hoogte van F2, gefixeerd worden. Een dergelijke fixatie kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden door het vouwhulpstuk (niet getoond).

In figuur 2g is de derde primaire zijde (P3) van het verpakkingsmateriaal (19) reeds omgevouwen, waarbij de derde primaire zijde (P3) op een bovenzijde van het instrumentennet (20) gepositioneerd is. Het is tevens denkbaar dat de derde primaire zijde (P3) over het instrumentennet (20) gepositioneerd wordt op een afstand nabij de vierde primaire zijde (P4).

In figuur 2h zijn twee andere duwelementen (25b, 26b) om een zwenkas verplaatst, zodanig dat de duwelementen (25b, 26b) het verpakkingsmateriaal (19) dat zich buiten een door de vouwplaten (23, 24) begrensd gebied bevindt ten minste gedeeltelijk naar een tussen de snijlijnen (niet getoond) gelegen gebied duwen. De figuur geeft tevens een voorkeurspositie weer voor een derde fixatiepositie (F3) voor het over op een in lijn met de vierde primaire zijde (P4) gelegen lijnstuk een fixeren van het verpakkingsmateriaal (19) nabij het instrumentennet (20).

In figuur 2i is de vierde primaire zijde (P4) van het verpakkingsmateriaal (19) reeds omgevouwen waarbij de vierde primaire zijde (P4) op een bovenzijde van het instrumentennet (20) gepositioneerd is. Ter completering kunnen opvolgend middelen aangebracht worden voor het in de getoonde positie fixeren van het verpakkingsmateriaal (19) ten opzichte van het instrumentennet (20).

Figuren 3a-c tonen een schematische weergaven van mogelijke uitvoeringsvormen van een duwelement (30a, 30b, 30c) voor toepassing in een inrichting volgens de uitvinding (niet getoond). Het duwelement (30a, 30b, 30c) is ingericht voor het naar een tussen de snijlijnen gelegen gebied duwen van zich buiten een door de vouwplaten begrensd gebied uitstrekkend deel van het verpakkingsmateriaal. De figuren tonen ieder een dwarsdoorsnede, waarbij het duwelement (30a, 30b, 30c) is gepositioneerd op een ondersteuningsvlak (31a, 31b, 31c).

Figuur 3a toont een eerste mogelijke uitvoeringsvorm waarbij het duwelement (30a) met hoogte h1 in hoofdzaak druppelvormig is weergegeven. Het duwelement (30a) omvat hierbij een uitkraging welke een glooiende vorm omvat. De glooiende vormgeving draagt bij aan het voorkomen dat tijdens het vouwen het te vouwen verpakkingsmateriaal beschadigd kan raken wanneer deze in contact staat met het duwelement (30a). De boiling van het druppelvormig duwelement (30a) vangt aan op een vooraf bepaalde afstand x1 ten opzichte van het ondersteuningsvlak (31a).

Figuur 3b toont een tweede mogelijke uitvoeringsvorm waarbij het duwelement (30b) met hoogte h2 is voorzien van uitkraging in de vorm van een in hoofdzaak ronde boiling. De uitkraging van het duwelement (30b) is op een ten opzichte van het ondersteuningsvlak (31b) gezien bovenste gedeelte van het duwelement (30b) gepositioneerd. Het onderste gedeelte van het duwelement (31b) heeft een in hoofdzaak vlakke vormgeving. De uitkraging, ofwel boiling, van het duwelement (30b) is hierbij op een vooraf bepaalde afstand x2 van het ondersteuningsvlak 5 (31b) geplaatst.

Figuur 3c toont een derde mogelijke uitvoeringsvorm waarbij het duwelement (30c) met hoogte h3 is voorzien van een uitkraging voorzien van een gehoekte vormgeving. Het gehoekt vormgegeven duwgedeelte is hierbij op een vooraf bepaalde afstand x3 geplaatst gezien vanaf het ondersteuningsvlak (31c) waarop het duwelement (30c) gepositioneerd is.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

Claims

Conclusies

1. Inrichting voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal, omvattende:

- een ondersteuningsvlak voor het ondersteunen van het instrumentennet tijdens het invouwen van het instrumentennet in het verpakkingsmateriaal;

- een eerste vouwplaat die verplaatsbaar is tussen o een eerste positie waarbij de eerste vouwplaat in hoofdzaak in lijn is gelegen met het ondersteuningsvlak of onder het ondersteuningsvlak is gepositioneerd, en o een tweede positie waarbij de eerste vouwplaat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van het ondersteuningsvlak en aldus een eerste snijlijn met het ondersteuningsvlak heeft voor het vormen van een begrenzing tegen het verplaatsen van het instrumentennet;

- een tweede vouwplaat die verplaatsbaar is tussen o een eerste positie waarbij de tweede vouwplaat in hoofdzaak in lijn is gelegen met het ondersteuningsvlak of onder het ondersteuningsvlak is gepositioneerd, en o een tweede positie waarbij de tweede vouwplaat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van het ondersteuningsvlak en aldus een tweede snijlijn met het ondersteuningsvlak heeft voor het vormen van een begrenzing tegen het verplaatsen van het instrumentennet;

- waarbij de eerste snijlijn en de tweede snijlijn in hoofdzaak parallel aan elkaar gelegen zijn;

- een verplaatsbaar vouwhulpstuk voor het over een vooraf bepaald lijnstuk fixeren van het verpakkingsmateriaal voor en/of tijdens het maken van een vouw;

- ten minste één verplaatsbare klem voor het vastpakken en verplaatsen van het verpakkingsmateriaal;

- een besturing, voor het aansturen van de verplaatsing van de eerste vouwplaat tussen zijn respectievelijke eerste en tweede positie, de verplaatsing van de tweede vouwplaat tussen zijn respectievelijke eerste en tweede positie, de verplaatsing van het vouwhulpstuk en de verplaatsing en doen klemmen en loslaten van de ten minste éne klem.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste vouwplaat en/of de tweede vouwplaat roteerbaar verbonden is met het ondersteuningsvlak.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij ten minste de eerste of de tweede vouwplaat is voorzien van ten minste één rond een althans in de tweede positie van de eerste of tweede vouwplaat verticale zwenkas met de eerste of tweede vouwplaat verbonden vouwdeel.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij er nabij ten minste een uiteinde van een vouwplaat een duwelement voorzien is voor het naar een tussen de snijlijnen gelegen gebied duwen van zich buiten een door de vouwplaten begrensd gebied uitstrekkend deel van het verpakkingsmateriaal.
5. Inrichting volgens conclusies 3 en 4, waarbij het duwelement gevormd wordt door een uitkraging op het vouwdeel.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de uitkraging zich op afstand van het ondersteuningsvlak bevindt.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en de tweede snijlijn op een onderlinge afstand zijn geplaatst die in hoofdzaak overeenstemt met een lengte of breedte van een in te pakken instrumentennet, en in het bijzonder tussen de 10 en 80 cm is gelegen.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen de eerste snijlijn en de tweede snijlijn instelbaar is.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het vouwhulpstuk een ten minste gedeeltelijk vlakke vormgeving heeft.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende:

- een aanvoermiddel voor het aanvoeren van verpakkingsmateriaal;

- een aanvoermiddel voor het aanvoeren van een instrumentennet.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het aanvoermiddel voor het aanvoeren van het instrumentennet wordt gevormd door de ten minste ene klem.
12. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het aanvoermiddel voor het aanvoeren van verpakkingsmateriaal wordt gevormd door de ten minste ene klem.
13. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting middelen omvat voor het aanbrengen van een fixering van het verpakkingsmateriaal in een vooraf bepaalde positie.
14. Werkwijze voor het invouwen van een instrumentennet in een verpakkingsmateriaal, omvattende de opvolgende stappen:

a) het positioneren van een verpakkingsmateriaal op een ondersteuningsvlak; waarbij het verpakkingsmateriaal in hoofdzaak rechthoekig is en respectievelijk een eerste, tweede, derde en vierde primaire zijde omvat waarbij de eerste primaire zijde tegenover de tweede primaire zijde is gelegen, en waarbij de derde primaire zijde tegenover de vierde primaire zijde is gelegen;

b) het positioneren van een instrumentennet op het verpakkingsmateriaal;

c) het vastpakken en omvouwen van de eerste primaire zijde van het verpakkingsmateriaal over het instrumentennet tot een vooraf bepaalde afstand van de tweede primaire zijde aldus een eerste secundaire zijde vormend;

d) het plaatsen van een eerste begrenzing die zich uitstrekt vanaf het ondersteuningsvlak ter hoogte van de eerste secundaire zijde;

e) het vastpakken en omvouwen van de tweede primaire zijde over de eerste primaire zijde aldus een tweede secundaire zijde vormend;

f) het fixeren van het verpakkingsmateriaal ten opzichte van het ondersteuningsvlak in de nabijheid van een van de eerste begrenzing afgekeerde zijde van het instrumentennet;

g) het vastpakken en omvouwen van de tweede secundaire zijde zodat de tweede secundaire zijde op een bovenzijde van het instrumentennet gepositioneerd wordt en aldus een tertiaire zijde vormend;

h) het plaatsen van een tweede begrenzing die zich uitstrekt vanaf het ondersteuningsvlak ter hoogte de tertiaire zijde;

i) het over een in lijn met de derde primaire zijde gelegen lijnstuk fixeren van het verpakkingsmateriaal nabij het instrumentennet;

j) het omvouwen van de derde primaire zijde van het verpakkingsmateriaal zodat de derde primaire zijde ten minste gedeeltelijk over een bovenzijde van het instrumentennet gepositioneerd wordt;

k) het over op een in lijn met de vierde primaire zijde gelegen lijnstuk een fixeren van het verpakkingsmateriaal nabij het instrumentennet; en

l) het omvouwen van de vierde primaire zijde van het verpakkingsmateriaal zodat de vierde primaire zijde op een bovenzijde van het instrumentennet gepositioneerd wordt.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij stappen g) en h) in hoofdzaak gelijktijdig plaatsvinden.
16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, verder omvattende de stap:

i2) het ter hoogte van het lijnstuk invouwen van ten minste een deel van het verpakkingsmateriaal.
17. Werkwijze volgens een van de conclusie 14-16, verder omvattende de stap j2) het verbinden van de derde primaire zijde en het verpakkingsmateriaal op de bovenzijde van het instrumentennet.
18. Werkwijze volgens een van de conclusies 14-17, verder omvattende de stap I2) het verbinden van de vierde primaire zijde en het verpakkingsmateriaal op de bovenzijde van het instrumentennet.
19. Werkwijze volgens conclusie 14, middels gebruik van een inrichting volgens één van de conclusies 1-12.
20. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij

- stappen c), e), g), j) en I) worden uitgevoerd door de ten minste ene klem;

- stap d) geschiedt door het verplaatsen van de eerste vouwplaat van de eerste positie naar de tweede positie;

- stappen f), i) en k) worden uitgevoerd door het verplaatsbare vouwhulpstuk; en

- stap h) geschiedt door het verplaatsen van de tweede vouwplaat van de eerste positie naar de tweede positie.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarbij stap a) wordt uitgevoerd door de 5 ten minste ene klem.
22. Werkwijze volgens conclusie 20 of 21, waarbij stap b) wordt uitgevoerd middels de ten minste ene klem of via een transportband.

1/4