NL2014951B1 - Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder. - Google Patents

Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder. Download PDF

Info

Publication number
NL2014951B1
NL2014951B1 NL2014951A NL2014951A NL2014951B1 NL 2014951 B1 NL2014951 B1 NL 2014951B1 NL 2014951 A NL2014951 A NL 2014951A NL 2014951 A NL2014951 A NL 2014951A NL 2014951 B1 NL2014951 B1 NL 2014951B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floating
openings
drifting
cover part
holder
Prior art date
Application number
NL2014951A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2014951A (nl
Inventor
Visser Anthony
Original Assignee
Viscon Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Viscon Bv filed Critical Viscon Bv
Priority to NL2014951A priority Critical patent/NL2014951B1/nl
Priority to NL2016087A priority patent/NL2016087B1/nl
Priority to PCT/NL2016/050413 priority patent/WO2016200258A1/en
Publication of NL2014951A publication Critical patent/NL2014951A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2014951B1 publication Critical patent/NL2014951B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G31/00Soilless cultivation, e.g. hydroponics
    • A01G31/02Special apparatus therefor
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P60/00Technologies relating to agriculture, livestock or agroalimentary industries
    • Y02P60/20Reduction of greenhouse gas [GHG] emissions in agriculture, e.g. CO2
    • Y02P60/21Dinitrogen oxide [N2O], e.g. using aquaponics, hydroponics or efficiency measures

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
  • Hydroponics (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een drijfbak voor het op water telen van gewassen, omvattende: - een langgerekt drijfdeel, omvattende ten minste één drijflichaam dat hol is of van een drijvend materiaal is vervaardigd, en dat zich in langsrichting van het drijfdeel uitstrekt, waarbij het langgerekt drijfdeel is voorzien van openingen; -een dekseldeel dat aan de bovenzijde op het langgerekt drijfdeel aanbrengbaar is, en dat is voorzien van openingen; en - waarbij het drijfdeel en het dekseldeel losmaakbaar met elkaar verbindbaar zijn, waarbij één of meer openingen in het dekseldeel telkens zijn uitgelijnd met corresponderende openingen in het drijfdeel, opdat doorgaande openingen ontstaan die mogelijke teeltplaatsen voor de gewassen vormen. Verder heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder voor het opkweken van gewassen, alsmede op een dergelijke houder.

Description

Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder
De uitvinding heeft betrekking op een drijfbak voor het op water telen van gewassen. De drijfbakken volgens de uitvinding zijn in het bijzonder ingericht om in een bassin van een teeltsysteem te worden toegepast.
Verder heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder voor het opkweken van gewassen, alsmede op een dergelijke houder.
Teeltsystemen voor telen op water in een bassin zijn algemeen bekend. Het is eveneens algemeen bekend hierbij gebruik te maken van drijfbakken in het bassin, welke een rechthoekige vorm hebben en met teeltplaatsen daarin, welke doorgangen vormen voor het verschaffen van toegang tot water in het bassin aan wortels van de gewassen. Dergelijke drijfbakken zijn bijvoorbeeld bekend uit WO-2010/093248, en dergelijke drijfbakken hebben meer in het bijzonder de algemene vorm, die vergelijkbaar is met een tray, dat wil zeggen bij benadering vierkant en slechts weinig rechthoekig en in ieder geval niet langgerekt. In gebruik neerwaarts uitstrekkende zijwanden sluiten een luchtlaag in om deze bekende tray-vormige drijfbakken drijfvermogen te geven. De bekende tray-vormige drijfbakken worden bijvoorbeeld uit een dunne laag kunststof gespoten of geperst en zijn slap, hetgeen voor het drijfvermogen van de drijfbakken wellicht kan volstaan. Hiermee is beoogd om eenvoudige en goedkope drijfbakken te verschaffen met een gewenst drijfvermogen en een gewenste mate van (handmatige) hanteerbaarheid van dergelijke drijfbakken en juist daarin schuilt een probleem van veel teeltsystemen uit de stand der techniek.
In het bijzonder in het geval van gewassen, zoals sla, wordt bulkproductie beoogd, en in samenhang hiermee een verregaande mate van automatisering. Het opschalen van de omvang van de bekende drijfbakken biedt hiertoe geen oplossing.
In WO-2015/002529 van Aanvraagster wordt een teeltsysteem voorgesteld voor het telen van bepaalde gewassen op water in een bassin, welke zich leent voor verregaande automatisering en bulkproductie. Met dit teeltsysteem is een verregaand geautomatiseerde uitvoeringsvorm mogelijk gemaakt voor het telen van bepaalde gewassen, zoals sla, op water in een bassin. De drijfbakken zijn afdoende stevig en sterk, zelfs als zeer lange drijfbakken worden toegepast, hetgeen machinale verwerking toelaat, zoals het met een lift heffen van drijfbakken uit het bassin, met daarin ten minste bij benadering volgroeide gewassen en het daarmee samenhangende gewicht als aanvulling op het gewicht van de drijfbakken zelf. Ook zijn dergelijke versterkte drijfbakken geschikt om te worden aangegrepen met een zwenkmechanisme.
Een nadeel van de in WO-2015/002529 beschreven drijfbakken is dat iedere drijfbak een patroon van openingen vertoont dat is geoptimaliseerd voor een bepaald type gewas, bijvoorbeeld sla. Indien een ander gewas dient te worden geteeld, zal de bak suboptimaal presteren, en wordt deze bij voorkeur uitgewisseld voor een voor deze andere gewassoort geoptimaliseerde drijfbak. Daarnaast bleken de balken soms lastig afsluitbaar, waardoor lekkage kon ontstaan en het drijfvermogen van de drijfbakken afnam.
Een doel van de onderhavige uitvinding is om een drijfbak voor het op water telen van gewassen te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen zich niet, of althans in mindere mate voordoen.
Het genoemde doel is volgens de uitvinding bereikt met de drijfbak voor het op water telen van gewassen volgens de onderhavige uitvinding, omvattende: - een langgerekt drijfdeel, omvattende ten minste één drijflichaam dat hol is of van een drijvend materiaal is vervaardigd, en dat zich in langsrichting van het drijfdeel uitstrekt, waarbij het langgerekt drijfdeel is voorzien van openingen; - een dekseldeel dat aan de bovenzijde op het langgerekt drijfdeel aanbrengbaar is, en dat is voorzien van openingen; en - waarbij het drijfdeel en het dekseldeel losmaakbaar met elkaar verbindbaar zijn, waarbij één of meer openingen in het dekseldeel telkens zijn uitgelijnd met corresponderende openingen in het drijfdeel, opdat doorgaande openingen ontstaan die mogelijke teeltplaatsen voor de gewassen vormen.
Doordat het drijfdeel en het dekseldeel losmaakbaar met elkaar verbindbaar zijn, ontstaat een modulair en eenvoudig assembleerbaar systeem waarbij een drijfdeel naar wens van een type dekseldeel kan worden voorzien dat voor het telen van specifieke gewassen is geoptimaliseerd. Wanneer het drijfdeel en het dekseldeel met elkaar worden verbonden, worden één of meer openingen in het dekseldeel en in het drijfdeel in hoofdzaak met elkaar uitgelijnd, zodat doorgaande openingen worden gevormd waardoorheen houders voor het specieke gewas of wortels van dit gewas tot in het water kunnen reiken. De losmaakbaarheid van de verbinding tussen het drijfdeel en het dekseldeel maakt het mogelijk om het dekseldeel uit te wisselen, zodat het drijfdeel telkens kan worden voorzien van een dekseldeel dat voor het op dat moment te telen gewas geoptimaliseerd is. Het drijfdeel kan van een vast patroon van openingen zijn voorzien, terwijl de keuze van het dekseldeel bepaalt welk samengesteld patroon van teeltplaatsen na verbinding van het drijfdeel en dekseldeel beschikbaar is.
Opgemerkt wordt dat het drijfdeel is voorzien van drijflichamen, en dat deze daardoor onafhankelijk van het dekseldeel in het drijfdeel aanwezig zijn. Doordat de drijflichamen in het drijfdeel zijn voorzien, en niet pas na samenstelling van het drijfdeel en dekseldeel worden gevormd, wordt een relatief stijve en goed controleerbare dwarsdoorsnedevorm van het drijflichaam verschaft, wat een betrouwbare afsluiting, bijvoorbeeld met afsluitdoppen, mogelijk maakt.
Een bijzonder eenvoudig vastmaakbare en losmaakbare, en tegelijkertijd betrouwbare verbinding wordt verkregen indien volgens een voorkeursuitvoeringsvorm een klikverbinding is voorzien waarmee het drijfdeel en het dekseldeel losmaakbaar met elkaar verbindbaar zijn.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het langgerekt drijfdeel van een groter aantal openingen voorzien dan het in het dekseldeel aangebrachte aantal openingen.
Wanneer het drijfdeel en het dekseldeel met elkaar zijn verbonden, zullen enkel doorgaande openingen worden gevormd op de lokaties waar zowel het drijfdeel als het dekseldeel van een opening is voorzien. Doordat het dekseldeel van minder openingen is voorzien, zijn deze openingen in het deksel bepalend voor de plaatsen waar in samengestelde toestand van het drijfdeel en het dekseldeel doorgaande openingen worden gevormd waardoorheen houders voor de gewassen of wortels van de gewassen tot in het water kunnen reiken.
Het dekseldeel is van minder openingen voorzien dan het drijfdeel, waardoor het dekseldeel één of meer in het drijfdeel aangebrachte openingen zal afsluiten. Deze afscherming van openingen die op dat moment niet voor het telen van gewassen worden gebruikt is voordelig, aangezien zo wordt voorkomen dat (zon)licht door doorgaande openingen, die niet in gebruik zijn, op het water kan stralen. Als (zon)licht in het water straalt kan dit een ongewenste stijging van de watertemperatuur, waardoor ongewenste algengroei wordt bevorderd, veroorzaken.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het drijfdeel van ten minste twee in langsrichting daarvan uitstrekkende rijen openingen voorzien, waarbij de openingen van naastgelegen rijen in hoofdzaak gelijk geplaatst zijn.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het dekseldeel van ten minste twee in langsrichting daarvan uitstrekkende rijen openingen voorzien, waarbij de openingen van naastgelegen rijen ten opzichte van elkaar versprongen zijn.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het drijfdeel ten minste twee drijflichamen die met een brugdeel met elkaar zijn verbonden, en waarbij ten minste één rij openingen in het brugdeel tussen deze drijflichamen is aangebracht.
Het voordeel van het tussen naburige drijflichamen aanbrengen van een rij met openingen is tweeledig. Enerzijds wordt de constructie vereenvoudigd, doordat de drijflichamen -die hol kunnen zijn en in dat geval waterdicht afgesloten dienen te zijn - zelf doorgaande openingen kunnen ontberen. Anderzijds zullen tussen de drijflichamen aangebrachte teeltplaatsen het voordeel genieten dat onder de teeltplaatsen een langgerekt luchtkanaal wordt gevormd. Dit luchtkanaal wordt aan de zijkanten ingesloten tussen twee naburige drijflichamen, aan de onderzijde door het wateroppervlak, en aan de bovenzijde door de naar het wateroppervlak gekeerde zijde van het drijfdeel. Een dergelijk langgerekt luchtkanaal dat de verschillende teeltplaatsen verbindt is voordelig, omdat alle op met langgerekt luchtkanaal verbonden teeltplaatsen aan dezelfde atmosferische condities worden blootgesteld, wat de reguleerbaarheid daarvan bevordert. In het luchtkanaal vindt een interactie tussen zuurstof en water plaats, en wordt koolstofdioxide gevormd. Ook voor de afvoer van deze stikstofdioxide is een langgerekt luchtkanaal bevorderlijk, omdat er een ventilatie door dit kanaal kan plaatsvinden. Bovendien kunnen aanvullend slechts enkele ontluchtingsopeningen worden voorzien, die tezamen koolstofdioxide uit het gehele langgerekt ontluchtingskanaal afvoeren.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het drijfdeel ten minste drie in langsrichting van het drijfdeel uitstrekkende drijflichamen, waarbij naastgelegen drijflichamen telkens met een brugdeel met elkaar zijn verbonden, en waarbij in ten minste twee brugdelen ten minste één rij openingen is aangebracht.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het drijfdeel vier in langsrichting van het drijfdeel uitstrekkende drijflichamen, waarbij naastgelegen drijflichamen telkens met een brugdeel met elkaar zijn verbonden, en waarbij enkel in de twee buitenste brugdelen ten minste één rij doorgaande openingen voor het vormen van teeltplaatsen is aangebracht. Door het drijfdeel van een viertal drijflichamen te voorzien, wordt het benodigde drijfvermogen verlaagd en volstaat een drijflichaam met kleinere afmetingen. In het geval van buisvormige drijflichamen kan de diameter van de buizen worden gereduceerd, waardoor de totale hoogte van de drijfbak wordt verkleind.
Indien de drijflichamen volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm ten minste aan hun uiteinden een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede vertonen, kan een betrouwbare waterdichte afsluiting worden verkregen, waardoor de drijfbak minder gevoelig is voor lekkage.
Indien het drijflichaam volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm over in hoofdzaak haar gehele lengte een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede vertoont, kunnen ronde buizen worden toegepast. Deze ronde vorm heeft naast de ruime beschikbaarheid daarvan een bijkomend voordeel dat het drijfvermogen daarvan niet-lineair toeneemt. Naarmate de drijfbakken zwaarder worden belast en de ronde buizen dieper in het water komen te liggen, neemt het drijfvermogen daarvan toe. Dit niet-lineaire drijfvermogen is bijzonder voordelig, omdat het drijfvermogen toeneemt naarmate de plant groeit en de drijfbak zwaarder belast.
Hoewel het denkbaar is dat één of meer doorgaande openingen niet voor het telen van gewas worden benut doch bewust worden vrijgehouden om koolstofdioxide uit de luchtkanalen tussen de drijfbak en het wateroppervlak af te voeren, is het bijzonder voordelig indien volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm in het drijfdeel en in het dekseldeel ontluchtingsopeningen zijn voorzien die in een samengestelde toestand van het drijfdeel en het dekseldeel een ontluchtingskanaal verschaffen.
Opgemerkt wordt dat de ontluchtingsopeningen in een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm enigszins ten opzichte van elkaar versprongen zijn aangebracht, zodat wordt voorkomen dat (zon)licht door het ontluchtingskanaal dat door deze ontluchtingsopeningen loopt op het water kan stralen. De ontluchtingsopeningen kunnen zowel in een van openingen voor het vormen van teeltplaatsen voorzien brugdeel, als in een brugdeel dat zich tussen teeltplaatsen in bevindt, zijn aangebracht.
De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van een drijfbak zoals in het voorgaande beschreven en een houder voor het opkweken van gewassen, de houder omvattende ten minste twee uitstekende delen die corresponderen met in het dekseldeel voorziene openingen, en waarbij de uitstekende delen zich zodanig ver vanaf de onderzijde van de houder uitstrekken dat de houder op ten minste twee plaatsen met de uitstekende delen door de drijfbak heen tot in het water kan reiken.
Een dergelijke houder kan met een substraat worden gevuld dat water uit een waterbassin van een teeltsysteem opzuigt, en is daarmee geschikt voor het kweken van gewassen die niet als een enkele plant groeien, maar als losse blaadjes. Een voorbeeld van een dergelijk gewas is ‘babyleaf’ sla.
Indien de uitstekende delen van de houder volgens een voorkeursuitvoeringsvorm een potvorm vertonen, kan een drijfbak zonder verdere aanpassing zowel worden ingezet voor de toepassing van normale potten, als voor de toepassing van een dergelijke houder. Het is zelfs mogelijk dat een enkele drijfbak deels van potten en deels van dergelijke houders wordt voorzien.
De uitvinding heeft verder betrekking op een houder voor het opkweken van gewassen zoals in deze aanvraag beschreven.
In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin toont:
Figuur 1: een schematisch bovenaanzicht van een teeltsysteem volgens de stand der techniek gevormd door WO-2015/002529;
Figuur 2: een perspectivisch doorsnedeaanzicht van een drijfbak volgens de stand der techniek gevormd door WO-2015/002529;
Figuur 3: een schematische doorsnedeaanzicht van de drijfbak van figuur 2;
Figuur 4: een perspectivisch aanzicht van een drijfbak volgens de uitvinding;
Figuur 5: een opengewerkt perspectivisch aanzicht van de drijfbak volgens figuur 4;
Figuur 6: een zijaanzicht van een drijfbak volgens de uitvinding, waarbij de teeltplaatsen zijn voorzien van potten
Figuur 7: een zijaanzicht van een drijfbak volgens de uitvinding, waarbij het drijfdeel en dekseldeel ontkoppeld zijn; en
Figuren 8 en 9: schematische weergaven van mogelijke configuraties van patronen van in het drijfdeel en dekseldeel aangebrachte uitsparingen.
In figuur 1 is een teeltsysteem 1 voor gewassen getoond voor het tot wasdom brengen van de gewassen, zoals sla, in drijfbakken op water. Dit teeltsysteem 1 is bekend uit WO-2015/002529, en wordt omwille van de volledigheid hier (vereenvoudigd) toegelicht.
Het teeltsysteem 1 omvat een bassin 2 met daarin water. Het bassin 2 omvat twee langwerpige productie vijvers 3. In figuur 1 is aan de rechterzijde een invoereinde 4 getoond aan een korte zijde van de langwerpige productie vijvers 3 en het daaruit samengestelde bassin 2. Tegenover het invoereinde 4 is een uitvoereinde 5 gelegen.
In elke van de productie vijvers 3 drijven grote aantallen langgerekte drijfbakken 6, waarvan er in figuur 1 slechts enkele zijn getoond. De lengte van de drijfbakken 6 komt in hoofdzaak overeen met de breedte van de langwerpige productie vijvers 3 en de drijfbakken 6 drijven of worden voortbewogen in een oriëntatie dwars op een lengterichting van de langwerpige productie vijvers 3. De drijfbakken 6 worden door een betreffende van de twee productie vijvers 3 heen van het invoereinde 4 naar het uitvoereinde 5 verplaatst in een met tot wasdom brengen van de gewassen overeenkomend tempo. Hierop is bijvoorbeeld de lengte van de productie vijvers 3 afgestemd.
Zoals in figuur 2 is getoond, omvatten de drijfbakken 6 elk een aantal teeltplaatsen 7 voor de gewassen. In de teeltplaatsen 7 reiken houders 13 voor de gewassen of wortels van de gewassen tot in het water, zoals in figuur 3 is weergegeven.
Het teeltsysteem 1 in figuur 1 omvat verder een hier niet nader toegelicht transportsysteem dat is ingericht om de drijfbakken 6 bij het uitvoereinde 5 uit het water in het bassin 2 te halen, waarna ze langs een zo kort mogelijke weg via de ten minste ene transporteur 10 weer naar het invoereinde 4 kunnen worden verplaatst.
Langs de transporteur 10 langs de lange zijde 9 van het bassin 2 zijn diverse be- of verwerkingsstations opgesteld, te weten een reinigingsstation 17, een oogststation 18, en een plantstation 19. Het reinigingsstation 17 is symbolisch weergegeven met spuitkoppen. Om een goede reiniging na te streven, zijn de te reinigen drijfbakken 6 bij voorkeur vervaardigd uit een glad kunststof.
Bij het oogststation 18 worden containers of trays aangevoerd en gevuld met geoogste gewassen, en vervolgens afgevoerd. Bij het plantstation 19 worden met jonge planten gevulde containers aangevoerd, waarna de jonge planten/gewassen worden overgezet in teeltplaatsen 7 in de drijfbakken 6.
Het teeltsysteem 1 omvat een voortbewegingsmechanisme voor het door de productie vijvers 3 verplaatsen van de drijfbakken 6. Het voortbewegingsmechanisme omvat een als elastische kabel 27 vormgegeven trekker, welke kabel 27 zich uitstrekt van het uitvoereinde 5 naar een dwarsligger 28 in de productie vijver 3. De kabel 27 oefent een kracht uit in de richting van pijl B op de dwarsligger 28, zodat in de richting van pijl B voor de dwarsligger 28 drijvende drijfbakken 6 naar het uitvoereinde 5 worden getrokken. Verder omvat het voortbewegingsmechanisme een tegenover de kabel 27 ten opzichte van de dwarsligger 28 gelegen terugtrekker, hier in de uitvoeringsvorm van een selectief bekrachtigbare en met de dwarsligger 28 verbonden lier 29. Vanaf het invoereinde 4 worden de drijfbakken 6 met dit voortbewegingsmechanisme voortbewogen naar het uitvoereinde 5 in een tempo, dat overeenkomt met het tot wasdom brengen van de gewassen.
In figuur 2 is een drijfbak 6 getoond, zoals deze bekend is uit WO-2015/002529. Deze drijfbak 6 uit de stand der techniek omvat twee doorgaande balken 52, welke hol zijn maar als alternatief kunnen zijn vervaardigd uit massief of in ieder geval drijvend materiaal. De balken 52 strekken zich als verstevigingsbalken uit over in hoofdzaak de gehele lengte van de langgerekte drijfbak 6. Tussen de balken 52 strekken zich verbindingsplaten 53 uit.
Aanvullend op de verbindingsplaten 53 zijn rugelementen 54 tussen de balken 52 aangebracht. De rug elementen 54 omvatten de openingen 55 voor opname van houders 13, zoals in figuur 3 is getoond. In een specifieke uitvoeringsvorm van de houders, kunnen deze een tweede schouder 56 met een grotere diameter d omvatten, waarbij deze tweede schouder 56 kan komen te rusten op de omtrek van de openingen 55 van de drijfbakken 6. Het is evident, dat ook de verbindingsplaten 53 doorgangen 57 omvatten, voor doorlating van dan wel een bodem 58 van houders 13, dan wel wortels 59 van het in de houders 13 geteelde gewas. Bij voorkeur is (alleen) de bodem van de houders 13 ondergedompeld in het water. De openingen 55 definiëren in combinatie met de doorgangen 57 de teeltplaatsen 7 van de drijfbakken 6.
De drijfbak 60 volgens de onderhavige uitvinding omvat volgens de in figuur 4 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm twee rijen van mogelijke teeltplaatsen 62, waarin houders 13 opneembaar zijn. De drijfbak 60 omvat een langgerekt drijfdeel 64 dat in de getoonde uitvoeringsvorm een viertal drijflichamen 66 omvat. De drijflichamen 66 zijn hol uitgevoerd en worden aan hun uiteinden waterdicht afgesloten met afsluitdoppen 68. In figuur 4 zijn deze afsluitdoppen gedeeltelijk aan het zicht onttrokken door de geleider 74, die optioneel kan zijn voorzien voor het langs de zijwanden van een bassin 2 van een teeltsysteem 1 geleiden van de drijfbak 60.
De drijfbak 60 omvat verder een dekseldeel 86 dat losmaakbaar met het drijfdeel 64 verbindbaar is, bijvoorbeeld met een klikverbinding, zoals nader verklaard aan de hand van figuur 7.
Zowel het drijfdeel 64 en het dekseldeel 86 zijn voorzien van openingen, respectievelijk openingen 78 in het drijfdeel 64 en openingen 88 in het dekseldeel 86. De positie van deze openingen 78, 88 is zodanig gekozen dat, wanneer het drijfdeel 64 en het dekseldeel 86 met elkaar worden verbonden, de openingen 88 in het dekseldeel 86 telkens zijn uitgelijnd met corresponderende openingen 78 in het drijfdeel 64, opdat doorgaande (teelt)openingen ontstaan die mogelijke teeltplaatsen 62 voor de gewassen vormen.
In het een opengewerkt perspectivisch aanzicht van figuur 5 is te zien dat de drijfbak 60 is samengesteld uit een drijfdeel 64 en een dekseldeel 86, die met een klikverbinding losmaakbaar met elkaar verbindbaar zijn. Het drijfdeel 64 is daartoe voorzien van haakorganen 84, en het dekseldeel 86 van haakorganen 96 (figuur 7).
Het drijfdeel 64 is verder voorzien van drijflichamen 66, waardoor deze onafhankelijk van het dekseldeel 86 in het drijfdeel 64 aanwezig zijn. Doordat de drijflichamen 66 in het drijfdeel 64 zijn voorzien, en niet pas na samenstelling van het drijfdeel 64 en dekseldeel 86 worden gevormd, wordt een relatief stijve en goed controleerbare dwarsdoorsnedevorm van het drijflichaam 66 verschaft, wat een betrouwbare waterdichte afsluiting, bijvoorbeeld met afsluitdoppen 68, mogelijk maakt.
De afsluitdoppen 68 kunnen bijvoorbeeld een eerste afsluitdeel 70 en een tweede afsluitdeel 72 omvatten, die bij onderlinge rotatie in omtrek toenemen en zo op afsluitende wijze in de drijflichamen 66 kunnen worden geklemd.
Het drijfdeel 64 omvat een viertal drijflichamen 66 die telkens met een brugdeel 80 met elkaar zijn verbonden. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de twee buitenste brugdelen 80 voorzien van een rij openingen 78. Corresponderende openingen 88 zijn aangebracht in het dekseldeel 86, zodat op gewenste posities doorgaande (teelt)openingen worden gevormd waarin houders 13 opneembaar zijn.
Verder zijn ontluchtingsopeningen 90 voorzien, waardoorheen boven het wateroppervlak gevormd koolstofdioxide afvoerbaar is. Ook in het drijfdeel 64 zijn (hier niet getoonde) ontluchtingsopeningen voorzien, die in een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm versprongen ten opzichte van de ontluchtingsopeningen 90 in het dekseldeel 86 zijn aangebracht. Zo wordt voorkomen dat (zon)licht via de ontluchtingsopeningen het water in het bassin 2 van het teeltsysteem 1 zou kunnen verwarmen.
Onder de teeltplaatsen wordt een langgerekt luchtkanaal gevormd (figuur 6). Dit luchtkanaal wordt aan de zijkanten ingesloten tussen twee naburige drijflichamen 66, aan de onderzijde door het wateroppervlak in het bassin 2 van het teeltsysteem 1, en aan de bovenzijde door de naar het wateroppervlak gekeerde zijde van het drijfdeel 64.
Naast de reeds besproken klikverbinding met haakorganen 84, 94 toont figuur 7 verder dat het dekseldeel 86 van een profilering 92 is voorzien. Enerzijds verschaft deze profilering een verhoging die de houders 13 op de gewenste hoogte ondersteund, en anderzijds verschaft deze extra stijfheid aan het dekseldeel 86.
Doordat het drijfdeel 64 en het dekseldeel 86 losmaakbaar met elkaar verbindbaar zijn, ontstaat een modulair en eenvoudig aanpasbaar systeem waarbij een drijfdeel 64 naar wens van een type dekseldeel 86 kan worden voorzien dat voor het telen van specifieke gewassen is geoptimaliseerd. Figuren 8 en 9 tonen twee mogelijke configuraties van een dekseldeel 86. Wanneer het drijfdeel 64 en het dekseldeel 86 met elkaar worden verbonden, worden één of meer openingen 88, 78 in het dekseldeel 86 en in het drijfdeel 64 in hoofdzaak met elkaar uitgelijnd, zodat doorgaande openingen worden gevormd waardoorheen houders voor het specieke gewas of wortels van dit gewas tot in het water kunnen reiken. In figuur 8 zijn de doorgaande (teelt)openingen donker gearceerd weergegeven.
Opgemerkt wordt dat de openingen 78 van het drijfdeel 64 die in figuur 8 niet zijn gearceerd door het dekseldeel 86 worden afgeschermd, omdat deze een corresponderende opening 88 ontbeert. Deze afscherming van openingen 78 die op dat moment niet voor het telen van gewassen worden gebruikt is voordelig, aangezien zo wordt voorkomen dat (zon)licht door doorgaande openingen, die niet in gebruik zijn, op het water in het bassin 2 van het teeltsysteem 1 kan stralen. Als (zon)licht in het water straalt kan dit een ongewenste stijging van de watertemperatuur, waardoor ongewenste algengroei wordt bevorderd, veroorzaken.
De losmaakbaarheid van de klikverbinding tussen het drijfdeel 64 en het dekseldeel 86 maakt het mogelijk om het dekseldeel 86 uit te wisselen, zodat het drijfdeel 64 telkens kan worden voorzien van een dekseldeel 86 dat voor het op dat moment te telen gewas geoptimaliseerd is. Het drijfdeel 86 is bij voorkeur van een vast patroon van openingen 88 voorzien, terwijl de keuze van het type dekseldeel 86 bepaalt welk samengesteld patroon van teeltplaatsen 62 na verbinding van het drijfdeel 64 met het dekseldeel 86 beschikbaar is.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken.
Wanneer maatregelen in de conclusies gevolgd worden door verwijzingscijfers, dienen dergelijke verwijzingscijfers enkel om bij te dragen aan het begrip van de conclusies, maar zijn ze op geen enkele wijze beperkend voor de beschermingsomvang. In het bijzonder wordt opgemerkt dat de vakman technische maatregelen van de verschillende uitvoeringsvormen kan combineren. De beschreven rechten worden bepaald door de navolgende conclusies in de strekking waarvan vele modificaties denkbaar zijn.

Claims (14)

1. Drijfbak voor het op water telen van gewassen, omvattende: - een langgerekt drijfdeel, omvattende ten minste één drijflichaam dat hol is of van een drijvend materiaal is vervaardigd, en dat zich in langsrichting van het drijfdeel uitstrekt, waarbij het langgerekt drijfdeel is voorzien van openingen; - een dekseldeel dat aan de bovenzijde op het langgerekt drijfdeel aanbrengbaar is, en dat is voorzien van openingen; en - waarbij het drijfdeel en het dekseldeel losmaakbaar met elkaar verbindbaar zijn, waarbij één of meer openingen in het dekseldeel telkens zijn uitgelijnd met corresponderende openingen in het drijfdeel, opdat doorgaande openingen ontstaan die mogelijke teeltplaatsen voor de gewassen vormen.
2. Drijfbak volgens conclusie 1, waarbij een klikverbinding is voorzien waarmee het drijfdeel en het dekseldeel losmaakbaar met elkaar verbindbaar zijn.
3. Drijfbak volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het langgerekt drijfdeel van een groter aantal openingen is voorzien dan het in het dekseldeel aangebrachte aantal openingen.
4. Drijfbak volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het drijfdeel van ten minste twee in langsrichting daarvan uitstrekkende rijen openingen is voorzien, waarbij de openingen van naastgelegen rijen in hoofdzaak gelijk geplaatst zijn.
5. Drijfbak volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het dekseldeel van ten minste twee in langsrichting daarvan uitstrekkende rijen openingen is voorzien, waarbij de openingen van naastgelegen rijen ten opzichte van elkaar versprongen zijn.
6. Drijfbak volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het drijfdeel ten minste twee drijflichamen omvat die met een brugdeel met elkaar zijn verbonden, en waarbij ten minste één rij openingen in het brugdeel tussen deze drijflichamen is aangebracht.
7. Drijfbak volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het drijfdeel ten minste drie in langsrichting van het drijfdeel uitstrekkende drijflichamen omvat, waarbij naastgelegen drijflichamen telkens met een brugdeel met elkaar zijn verbonden, en waarbij in ten minste twee brugdelen ten minste één rij openingen is aangebracht.
8. Drijfbak volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het drijfdeel vier in langsrichting van het drijfdeel uitstrekkende drijflichamen omvat, waarbij naastgelegen drijflichamen telkens met een brugdeel met elkaar zijn verbonden, en waarbij enkel in de twee buitenste brugdelen ten minste één rij doorgaande openingen voor het vormen van teeltplaatsen is aangebracht.
9. Drijfbak volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de drijflichamen ten minste aan hun uiteinden een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede vertonen.
10. Drijfbak volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de drijflichamen in hoofdzaak ronde buizen zijn.
11. Drijfbak volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in het drijfdeel en in het dekseldeel ontluchtingsopeningen zijn voorzien die in een samengestelde toestand van het drijfdeel en het dekseldeel een ontluchtingskanaal verschaffen.
12. Samenstel van een drijfbak volgens één van de conclusies 1-11 en een houder voor het opkweken van gewassen, de houder omvattende ten minste twee uitstekende delen die corresponderen met in het dekseldeel voorziene openingen, en waarbij de uitstekende delen zich zodanig ver vanaf de onderzijde van de houder uitstrekken dat de houder op ten minste twee plaatsen met de uitstekende delen door de drijfbak heen tot in het water kan reiken.
13. Samenstel volgens conclusie 12, waarbij de uitstekende delen van de houder een potvorm vertonen.
14. Houder voor het opkweken van gewassen, waarbij de houder de maatregelen van de houder volgens conclusie 12 of 13 vertoont.
NL2014951A 2015-06-10 2015-06-10 Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder. NL2014951B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014951A NL2014951B1 (nl) 2015-06-10 2015-06-10 Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder.
NL2016087A NL2016087B1 (nl) 2015-06-10 2016-01-13 Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder.
PCT/NL2016/050413 WO2016200258A1 (en) 2015-06-10 2016-06-09 Floating carrier for crop cultivation on water and method for crop cultivation

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014951A NL2014951B1 (nl) 2015-06-10 2015-06-10 Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014951A NL2014951A (nl) 2016-12-14
NL2014951B1 true NL2014951B1 (nl) 2017-02-03

Family

ID=53540817

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014951A NL2014951B1 (nl) 2015-06-10 2015-06-10 Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder.
NL2016087A NL2016087B1 (nl) 2015-06-10 2016-01-13 Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016087A NL2016087B1 (nl) 2015-06-10 2016-01-13 Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL2014951B1 (nl)

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4513533A (en) * 1982-11-30 1985-04-30 Kraft, Inc. Method and apparatus for hydroponic farming
JPH086445Y2 (ja) * 1991-03-08 1996-02-28 積水化成品工業株式会社 水耕栽培用栽培物保持器
NL2011089C2 (nl) * 2013-07-04 2015-01-06 Viscon B V Teeltsysteem voor telen op water in een bassin en drijfbakken daarvoor.

Also Published As

Publication number Publication date
NL2016087A (nl) 2016-12-12
NL2014951A (nl) 2016-12-14
NL2016087B1 (nl) 2017-06-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2011089C2 (nl) Teeltsysteem voor telen op water in een bassin en drijfbakken daarvoor.
CA2890726C (en) Growing system and method for growing plants on water
DK2704553T3 (en) METHOD AND APPARATUS FOR CULTIVATING PLANTS ALONG A WAVE
US20210267148A1 (en) Methods systems and apparatus for cultivating densely seeded crops
US20060201058A1 (en) Multipurpose growing system
US20120137578A1 (en) Apparatus for growing plants
WO2016200258A1 (en) Floating carrier for crop cultivation on water and method for crop cultivation
JP6557579B2 (ja) 水耕栽培装置
US6451590B1 (en) Apparatus and method for propagating plants
NL2014951B1 (nl) Drijfbak voor het op water telen van gewassen, alsmede samenstel van een dergelijke drijfbak en een houder.
CA2086748A1 (en) Apparatus for transplant propagation
NL2017543B1 (nl) Werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal
CN211909818U (zh) 一种白玉翠黄瓜栽培架
AU2007211877A1 (en) Plant container
NL2018311B1 (en) Tray and adapter tray
US20230172126A1 (en) Hydroponic system and method for cultivating a crop and set of a carrier and a plurality of gutters
US20230180675A1 (en) Gutter system and set for use in a hydroponic system and method for cultivating a crop
Raudales Algae on the nutrient solution and surfaces
WO2021107777A1 (en) Cultivation pot, container and method for growing plants
NL2001913C (nl) Teeltgootsamenstel en werkwijze voor het telen van gewas.
KR20160001429U (ko) 수경재배용 화분
JP2019122285A (ja) 水耕栽培容器
AU2008200684A1 (en) Hydroponic Growing System
CN107484650A (zh) 种植槽单元
SK7514Y1 (sk) Zariadenie s rúrkovým rozvodným systémom na hydroponické pestovanie rastlín

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200701