NL2017543B1 - Werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal - Google Patents

Werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal Download PDF

Info

Publication number
NL2017543B1
NL2017543B1 NL2017543A NL2017543A NL2017543B1 NL 2017543 B1 NL2017543 B1 NL 2017543B1 NL 2017543 A NL2017543 A NL 2017543A NL 2017543 A NL2017543 A NL 2017543A NL 2017543 B1 NL2017543 B1 NL 2017543B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plant
holder
holders
water
pot
Prior art date
Application number
NL2017543A
Other languages
English (en)
Inventor
Van Der Stoel Andries
Original Assignee
A Van Der Stoel Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by A Van Der Stoel Holding B V filed Critical A Van Der Stoel Holding B V
Priority to NL2017543A priority Critical patent/NL2017543B1/nl
Priority to PCT/NL2017/000015 priority patent/WO2018062987A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2017543B1 publication Critical patent/NL2017543B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/04Flower-pot saucers
    • A01G9/045Trays for receiving multiple pots
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/029Receptacles for seedlings
    • A01G9/0295Units comprising two or more connected receptacles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G31/00Soilless cultivation, e.g. hydroponics
    • A01G31/02Special apparatus therefor
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P60/00Technologies relating to agriculture, livestock or agroalimentary industries
    • Y02P60/20Reduction of greenhouse gas [GHG] emissions in agriculture, e.g. CO2
    • Y02P60/21Dinitrogen oxide [N2O], e.g. using aquaponics, hydroponics or efficiency measures

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het voor het kweken van plantmateriaal omvattende de stappen van: - het verschaffen van een planthouder, in het bijzonder een pot, met plantmateriaal, waarbij wortelmateriaal zich uitstrekt onder de bodem van de houder; - het verschaffen van een waterlichaam, in het bijzonder een waterlichaam voorzien van voedingsstoffen voor het plantmateriaal; - het plaatsen van de planthouder boven het waterlichaam, waarbij de bodem van de planthouder zich bevindt op een afstand boven het wateroppervlak en waarbij het wortelmateriaal in contact staat met het waterlichaam.

Description

Werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal.
Naast de meer traditionele manieren van kweken waarbij plantmateriaal, bijvoorbeeld in de vorm van zaad, een zaailing, kiemplant of een stek, al dan niet in een houder, in de grond wordt opgekweekt, bestaat er het kweken in een zogenoemde hydrocultuur. Volgens dit systeem voor het kweken van planten worden de nodige voedingsstoffen toegevoegd aan water en wordt de grond vervangen door kleikorrels of een ander geschikt draagmateriaal. Anders dan op de traditionele manier waarbij de het plantmateriaal de voedingsstoffen uit de grond haalt, haalt het plantmateriaal in de hydrocultuur de voedingsstoffen direct uit het water dat in contact staat met het plantmateriaal.
Bij Nutrient Film Technique (NFT) wordt het plantmateriaal bijvoorbeeld op onderlinge afstanden op buisvormige kweekgoten aangebracht, waardoor een laag (film) voedingsrijk water langs het plantmateriaal stroomt. Bij een andere bekende techniek, Deep Flow Technique (DFT) genoemd, w'ordt het plantmateriaal op vlotten aangebracht, waarbij de vlotten met plantmateriaal drijven op een waterlichaam waaraan de voedingsstoffen zijn toegevoegd.
Volgens deze systemen wordt alleen het wortelmateriaal van de planten in contact gebracht met het water. Dit heeft echter als nadeel dat bij het begin van de kweek, wanneer er nog geen of onvoldoende wortelmateriaal aanwezig is bij de planten, de planten alsnog extra bew'aterd moeten worden, bijvoorbeeld van bovenaf met behulp van een bewateringssysteem. De groei is hierbij niet ideaal en bovendien vergt deze oplossing additionele bewateringssystemen.
Als alternatief is het bekend om de houders met draagmateriaal, bijvoorbeeld in de vorm van kleikorrels, glaswol of steenachtig materiaal, direct in contact te brengen met het water. Flet plantmateriaal blijkt dan echter meer vatbaar voor schimmels en bacteriën die de groei nadelig beïnvloeden zodat deze oplossing de kw'eek niet ten goede komt.
Het is daarom een doel, naast andere doelen, van de onderhavige uitvinding om bovengenoemde problemen althans deels op te lossen en/of te voorzien in een verbeterde, efficiënte en/of effectieve werkwijze voor het kweken van plantmateriaal.
Hiertoe is er voorzien in een werkwijze voor het kweken van plantmateriaal volgens conclusie 1.
Bij voorkeur omvat de step van verschaffen van de planthouder met plantmaleriaal, waarbij wortelmateriaal zich uitstrekt onder de bodem van de houder, de stappen van: - het verschaffen van een planthouder, in het bijzonder een pot, met plantmateriaal; - het creëren van een althans in hoofdzaak afgesloten ruimte onder de bodem van de planthouder; en - het opkweken van het plantmateriaal zodat wortelmateriaal zich ontwikkelt onder de bodem in de gecreëerde ruimte.
Bij voorkeur wordt onder de bodem van de houder, die bij voorkeur is voorzien van ten minste één doorgang voor wortels, een in hoofdzaak donkere en in hoofdzaak windstille omgeving gecreëerd. Onder deze omstandigheden zullen wortels snel groeien. Aldus wordt op efficiënte manier een houder met plantmateriaal, eventueel draagmateriaal, en wortels verschaft, die dan in een volgende stap boven een waterlichaam kan worden geplaatst. Het is dan niet langer nodig de bodem van de houder in contact te brengen met het water aangezien de uitgegroeide wortels in contact kunnen worden gebracht met het water. Tegelijkertijd is het van bovenaf bewateren zoals nu gebruikelijk is in de eerste fase van kweken op een hydrocultuur niet langer nodig. Dit zal bovendien de groei bevorderen, aangezien door de plant geen energie gestoken hoeft te worden in de worlelgroei.
Het opkweken van het plantmateriaal geschiedt bij voorkeur onder normale kweekomstandigheden, bijvoorbeeld in een kas of dergelijke. Het plantmateriaal aan de bovenkant van de houder bevindt zich hierbij bij voorkeur buiten de gecreëerde ruimte, zodat het plantmateriaal voldoende licht en water kan ontvangen voor groei. Van belang volgens de vinding is dat aan of nabij de bodem een omge ving wordt gecreëerd waarin wortels goed groeien.
Het is hierbij niet noodzakelijk dat de gecreëerde ruimte hermetisch is afgesloten van de omgeving. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat hel creëren van de ruimte omvat het creëren van een beschutte omgeving, bij voorbeeld door hel omgeven van de bodem van de houder met een geschikte afscherming. Op deze wijze worden luchtverplaatsingen aan en nabij de bodem verminderd en kan in een voldoende donkere omgeving worden voorzien.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de vinding omvat de stap van het opkweken het verschaffen van een althans in hoofdzaak droge omgeving in de ruimte onder de bodem. Anders dan bij het kweken in een hydrocultuur waar de planthouders boven een waterlichaam worden gebracht, is de omgeving onder de bodem van de planthouder bij voorkeur in hoofdzaak droog, of bevindt zich geen waterlichaam, in het bijzonder met voedingsmiddelen, in de ruimte of wordt er althans niet direct water toegevoegd aan de ruimte. De werkwijze omvat bij voorkeur de stap omvatten van het afvoeren van water uit de ruimte. De tweede houder kan daartoe voorzien van waterafvoeren.
Bij voorkeur omvat het creëren van de ruimte het plaatsen van de planthouder in een tweede houder, waarbij de tweede houder de ruimte onder de bodem van de planthouder vormt. Die tweede houder sluit bij voorkeur nauw aan op de eerste houder om zo efficiënt een afgesloten, of althans beschutte, ruimte te creëren. Bij voorkeur heeft de tweede houder in dw'arsdoorsnede een vorm die overeenkomt met de dwarsdoorsnede van de planthouder, waarbij de tweede dieper is uitgevoerd.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de vinding omvat het verschaffen van de planthouder hel verschaffen van een veelheid aan naast elkaar gelegen planthouders met plantmateriaal. Voor het laten uitgroeien van de wortels is geen grote onderlinge afstand tussen de planten nodig, anders dan bijvoorbeeld bij het tot volgroeiing brengen van het plantmateriaal. In deze eerste fase van het laten groeien van de wortels kunnen de houders derhalve naast elkaar worden aangebracht. Een efficiënte verwerking is bovendien mogelijk indien de veelheid aan planthouders onderling zijn verbonden, bij voorkeur losneembaar zoals later in groter detail zal worden besproken.
Hoew'el het mogelijk is om voor iedere planthouder een aparte ruimte te creëren, verdient het de voorkeur wanneer de tweede houder ten minste één goot met althans in hoofdzaak U-vormige dwarssnede omvat voor het daarin ontvangen van de veelheid aan planthouders. Aldus wordt op efficiënte wijze door het plaatsen van de veelheid aan planthouders in een corresponderende goot een ruimte gecreëerd onder de bodems van de planthouders. De verschillende planthouders, in het bijzonder de bodems daarvan, strekken zich hierbij uit de in dezelfde ruimte, die althans in hoofdzaak afgesloten, bijvoorbeeld van het interieur van een kas of dergelijke.
De vinding heeft betrekking op een werkwijze voor het voor het kweken van plantmateriaal omvattende de stappen van: - het verschaffen een planthouder met plantmateriaal, waarbij w'ortelmateriaal zich uitstrekt onder de bodem van houder; - het verschaffen van een waterlichaam, in het bijzonder een waterlichaam voorzien van voedingsstoffen voor het plantmateriaal; - het plaatsen van de planthouder boven het waterlichaam, waarbij de bodem van de planthouder zich bevindt op een afstand boven het wateroppervlak en waarbij het wortelmateriaal in contact staat met het waterlichaam.
Het verschaffen van de planthouder met plantmateriaal omvat bij voorkeur het opkweken van plantmateriaal zoals hierboven beschreven. Aldus is efficiënte een houder met uit de houder stekende wortels te verkrijgen. Volgens de vinding wordt in een eerste stap voorzien in voldoende wortels onder de houder, dat wil zeggen dat die uitsteken voorbij de bodem, om die dan vervolgens in contact te brengen met een waterlichaam zonder daarbij de bodem van de planthouder, en het bijvoorbeeld daarin gehouden draagmateriaal met plantmateriaal, in aanraking komt het w'ater. Het is echter ook denkbaar dat planthouders met uitstekende wortels als zodanig worden verschaft. Een voordeel van het op een afstand plaatsen van de bodem van de planthouder van het water is dat de wortels zich ook gedeeltelijk in de lucht uitstrekken. Dergelijke luchtwortels bevorderen de groei.
Zo tils al aangehaald is - anders dan bij de bekende technieken - de planthouder al voorzien van wortels, hetgeen de groei versnelt. De stap van het later groeien van wortels is in de eerste fase immers al gedaan.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het verschaffen van de planthouder het separeren van een veelheid aan onderling verbonden planthouders en waarbij de planthouders op een onderlinge afstand worden geplaatst boven het waterlichaam die groter is dan de onderlinge afstand tussen de planthouders in onderling verbonden toestand. Tijdens de eerste fase van het laten groeien van wortels is nog geen grote onderlinge afstand tussen de planten nodig. De planthouders zijn dan bij voorkeur onderling verbonden op een korte afstand van elkaar. In de tweede fase van het tot volgroeiing brengen is wel een grotere afstand nodig. De planthouders worden dan op grotere onderlinge afstand aangebracht en daartoe bij voorkeur gescheiden indien de planthouders onderling zijn verbonden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een systeem voor het kweken van plantmateriaal, in het bijzonder voor gebruik in de werkwijze volgens de vinding, waarbij het systeem een planthouder, in het bijzonder een pot, die is ingericht voor het houden van plantmateriaal en eventueel draagmateriaal voor het plantmateriaal en een tweede houder omvat, waarbij de tweede houder is ingericht voor het opnemen van de planthouder waarbij in de opgenomen toestand de tweede houder een althans in hoofdzaak afgesloten ruimte onder de bodem van de planthouder vormt. Zoals hierboven al aangehaald wordt er voorzien in een althans in hoofdzaak afgeschermde omgeving aan de onderzijde van de planlhouder zodat in die althans in hoofdzaak donkere en windstille omgeving efficiënte wortelgroei kan plaatsvinden. De tweede houder verschaft die omgeving, bijvoorbeeld door te voorzien in een geschikte afscherming door een zich rond de bodem van de planthouder uitstrekkende wand, al dan niet voorzien van een bodem.
Een efficiënte plaatsing van een planthouder in de tweede houder wordt bereikt indien de planthouder nestbaar in de tweede houder kan worden ogenomen. Dit voorziet bovendien in een nauw sluitende verbinding. Een stevige verbinding wordt bovendien verkregen terwijl wordt verzekerd in een voldoende grote ruimte onder de bodem van de planthouder indien de planthouder en de tweede houder samenwerkende steunvlakken omvatten voor het op een afstand van de bodem van de tweede houder houden van de bodem van de planthouder in de opgenomen toestand. Ter verdere afsluiting van de ruimte is het voordelig wanneer ten minste de bovenzijde van de tweede houder een dwarsdoorsnede heeft die overeenkomt met de dwarsdoorsnede van de planthouder voor het nauwsluitend opnemen van die planthouder.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de bodem van de tweede houder voorzien van een afvoerdoorgang voor het afvoeren van water uit de tweede houder. Dit maakt het mogelijk dat eventueel water dat door het van bovenaf bewateren van de planthouder door die houder naar beneden is gelopen, afgevoerd kan worden. Als alternatief is de onderzijde van de tweede houder open en voorziet ten minste één wand in een afgeschermde omgeving voor wortelgroei.
Om efficiënt gebruik te maken van de beschikbare ruimte omvat een verdere voorkeursuitvoeringsvorm een veelheid aan onderling verbonden planthouders met plantmateriaal. Voor het laten groeien van de wortels kunnen de planthouders zoals al besproken relatief dicht op elkaar worden gezet. Een efficiënte verweking van de houders wordt dan bereikt indien de houders ook nog eens onderling zijn verbonden zoals al hierboven besproken.
Een planthouder zoals gebruikt in het systeem volgens de vinding omvat bij voorkeur een pot, of wordt althans in hoofdzaak gevorm door een pot. Een dergelijke houder kan bij voorbeeld zijn vervaardigd uit een geschikt kunststof. Om de bovenkant van de te vormen ruimte goed af te sluiten verdient het de voorkeur wanneer de houder een aan de bovenzijde van een pot voorziene flens omvat. De flens kan bijvoorbeeld een rechthoekige of zelfs vierkante vorm hebben, gezien in bovenaanzicht, terwijl de pot een ronde vorm kan hebben in bovenaanzicht. Het is hierbij voordelig wanneer een flens van een eerste planthouder is verbonden met een flens van een tweede planthouder. Bij voorkeur zijn een veelheid aan planthouders onderling verbonden. Om de planthouders in de tweede fase van het tot volgroeiing brengen van de planten efficiënt te kunnen scheiden, zijn twee flenzen bij voorkeur losneembaar verbonden, bij voorkeur door middel van een verzwakking in het materiaal van de flenzen.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de tweede houder ten minste één goot met althans in hoofdzaak U-vormige dwarssnede voor het daarin ontvangen van de veelheid aan planthouders. De goot vormt hierbij één ruimte voor een veelheid aan planthouders. Dit levert een compact samenstelling op. Bij voorkeur sluiten naast gelegen planthouders aan de bovenzijde van de goot nauw op elkaar aan zodat de bovenzijde van de goot afgesloten is. Bij voorkeur omvatten de planthouders hiertoe geschikte flenzen zoals hierboven ook al besproken.
Bij voorkeur vormen de flenzen in opgenomen toestand van de planthouders een althans in hoofdzaak gesloten oppervlak voor het van bovenaf afsluiten van de goot.
Een nog efficiëntere verwerking is dan mogelijk indien de tweede houder een veelheid aan zich naast elkaar uitstrekkende U-vormige goten omvat. In ieder van de goten kan dan een veelheid aan planthouders worden aangebracht, waarbij de planthouders bij voorkeur in rijen met elkaar zijn verbonden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een veelheid aan onderling verbonden planthouders en een tweede houder voor gebruik in de werkwijze of het systeem volgens de vinding.
De onderhavige uitvinding wordt verder geïllustreerd aan de hand van de volgende figuren, die een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze en het systeem volgens de uitvinding weergeven, en zijn niet bedoeld om de reikwijdte van de uitvinding op enige manier in te perken, waarbij:
Figuren la-c schematisch de verschillende stappen voor het opkweken van een plantenpot met uitstekende wortels;
Figuren 2a-b schematisch het een op een waterlichaam opkweken van een gewas tonen; Figuur 3 schematisch in perspectief een samenstel van aantal verbonden plantenpotten toont; Figuur 4 schematisch in perspectief een onderzetbak volgens de vinding toont;
Figuur 5 schematisch in perspectief de plantenpotsamenstel in aangebrachte toestand in de onderzetbak toont;
Figuur 6 schematisch in dwarsdoorsnede het plantenpotsamenstel in de onderbak toont; figuur en 7A-B schematisch in perspectief, respectievelijk in doorsnede, een vlot met een veelheid aan plantenpotten loont.
In figuren 1A-C worden schematisch de stappen voor het uit een pot 1 laten groeien van wortels 41 getoond. In een eerste stap wordt een houder of wel een plantenpot 1 verschaft die in hoofdzaak de vorm heeft van een afgesneden kegel met een schuin naar beneden en naar binnen lopende zijwand 10 die aan de bovenkant wordt omsloten door een rechthoekige flens 11. In figuur 3 is de vorm van de flens 11, in dat figuur aangeduid met 1 la, beter zichtbaar. Zoals is getoond in figuur la, is de plantenpot 1 voorzien van een bodem 12 waarin een opening 12a is aangebracht, in dit voorbeeld beslaat de opening 12a circa 70% van het oppervlak van de bodem 12. De plantenpot 1 bevat draagmateriaal 3 in de vorm van kleikorrels waarin plantmateriaal in de vorm van een kiemplant 4 is aangebracht. Het draagmateriaal 3 is voldoende stevig om te voorkomen dat het bij de verwerking van de pot 1 door de opening 12a valt.
Om efficiënt in een stevige wortelbos 41 te voorzien, zie figuur lc, wordt de plantenpot 1 in een overeenkomstig gevormde onderzetbak 2 geplaatst die in dwarsdoorsnede is voorzien van zijwanden 20 die zijn ingericht om de zijwanden 10 de plantenpot 1 nauw te omsluiten bij het inbrengen (aangegeven met pijl A in figuur IA) van de pot 1 in de onderzetbak 2. De aangebrachte toestand is zichtbaar in figuur lb. De opname 23 van de onderzetbak 2 is dieper uitgevoerd dan de plantenpot 1, aangeven met de afstand h in figuur lb, zodat tussen de bodem 12 van de plantenpot 1 en de bodem 22 van de opname 23 een ruimte 5 wordt gevormd. De ruimte 5 wordt in dit voorbeeld in dwarsdoorsnede omsloten door de zijwanden 20 van de onderzetbak 2, de bodem 22 van de bak 2, de bodem 12 en de onderkant van het draagmateriaal 3 in de pot 1.
De ruimte 5 is hierbij althans in hoofdzaak afgesloten van de buitenruimte, schematisch aangegeven met 200 in figuur lb. In de ruimte 5 is het nagenoeg donker terwijl er ook amper sprake zal zijn van luchtverplaatsingen. Het heeft de voorkeur wanneer de ruimte 5 bovendien droog is. De condities in de ruimte 5 zijn derhalve zeer goed voor de ontwikkeling van wortels 41 die door de opening 12a in de bodem 12 van de pot 1 uit het plantmateriaal 4 zullen ontstaan en die zullen worden opgenomen in de ruimte 5 om die te vullen. Opgemerkt wordt dat de bovenkant van de pot 1 met de plant 42 (of daar waar de plant 42 zal groeien) zich niet bevindt in de ruimte 5. De ruimte 5 bevindt zich derhalve aan de onderzijde van de pot 1, terwijl de bovenzijde zich wel in de ruimte 200, bijvoorbeeld het binnenste van een kas dergelijke, bevindt. Het plantmateriaal 4, in het bijzonder de plant 42 daarvan, kan derhalve voldoende licht ontvangen terwijl ook bewatering van boven mogelijk is.
Na een vooraf bepaalde tijd, bijvoorbeeld wanneer de ruimte 5 nagenoeg is gevuld met wortels 41 of wanneer is vastgesteld dat de wortels 41 voldoende lang zijn voor het bereiken van het wateroppervlak in de hydrocultuur (zie hieronder), kan de pot 1 met wortels 41 en al uit de onderzetbak 2 worden verwijderd, schematisch aangegeven met de pijl B in figuur lc. In de onderzetbak 2 kan dan een volgende pot 1 worden gezet voor het opnieuw ontwikkelen van een wortelbos.
De aldus verkregen pot 1 met daaruit stekende wortels 41 (zie figuur 2a) is uitermate geschikt om opgekweekt te worden in een hydrocultuur. In figuur 2a is schematisch een kweekgoot 7 voor gebruik in de hydrocultuur in dwarsdoorsnede getoond waarin zichtbaar is dat op de bodem 72 van de teeltgoot 72 een laag water W stroomt. De bovenzijde 71 van de kweekgoot 7 is voorzien van een opening 71a die zodanige afmetingen heeft dat deze de pot 1 kan ontvangen, waarbij de flens 11 van de pol 1 in dit voorbeeld steunt op de kweekgoot 7. In een dergelijke kweekgoot 7 is een veelheid aan op onderlinge afstand geplaatste openingen 71a aangebracht voor het op onderlinge afstand van elkaar opnemen van potten 1.
Bij het in de opening 71a inbrengen van een pot 1 (aangegeven met de pijl A in figuur 2a) zal de pot 1 uiteindelijk afsteunen, op de kweekgoot 7, in dit voorbeeld direct met de flens 11 op de bovenzijde 71, waarbij de bodem 12 van de pot 1 op afstand h2 (zie figuur 2b) zal blijven van het oppervlak van het water W. Er zal derhalve geen direct contact zijn tussen de pot 1, en in het bijzonder het draagmateriaal 3 in die pot 1, en het water W. Anders dan in de bekende hydrocultuur, heeft een pol 1 al een wortels 41 die voldoende lang zijn voor het bereiken van het water W. Bij het inbrengen zullen de wortels 41 derhalve wel in contact komen met het water W, zodat van bovenaf bewateren niet meer nodig is.
In figuur 7 is een alternatief systeem getoond voor het kweken boven een waterlichaam W. In plaats van de kweekgoot 7 uit figuren 2a en 2b, is er voorzien in een vlot 8 voorzien van een veelheid aan openingen. In deze openingen worden potten 1 aangebracht waarbij de wortels 41 (zie figuur 7b) het water W raken, terwijl de bodem 12 van de potten 1 op aftand van het water W blijven.
Anders dan in de uitvoering zoals getoond in figuren 2a-b zijn de potten 1 in deze uitvoering met behulp van een inzetstuk 9 aangebracht in de openingen. Een inzetstuk 9 is voorzien van een ringstruetuur 92 die een met de wand 10 van de pot 1 overeenkomende wand vormt. De pot 1 wordt daarmee stevig gehouden in het inzetstuk 9. Een inzetstuk 9 is voorzien van flenzen 91 die vallen over opstaande randen 81 van het vlot 8. Meer algemeen is een dergelijk inzetstuk 9 voorzien van een op de pot 1 afgestemde opname 92 voor het in een afwijkend gedimensioneerde opening opnemen van de pot 1. De verbindende structuur 91 dient dan ter overbrugging van de opening voor verbinding met het vlot 8, of eventueel een kweekgoot 7.
Uit figuur 7 wordt ook duidelijk dat bij hel verder opkweken van het plantmateriaal 4 boven het waterlichaam W de planten 4 op een redelijk grote onderlinge afstand staan om ineengroeien van de volgroeide planten 4 te voorkomen. In de eerste fase van het stimuleren van de wortelgroei (zie figuren la-c) is deze onderlinge afstand nog niet nodig. Daarom verdient het de voorkeur om te voorzien in een veelheid aan elkaar verbonden potten 1 die samen een potsamenstel of tray 100 vormen, zie figuren 3 en 5. In figuur 3 is in groter detail een rij 100 van potten 1 getoond die aan weerszijden van de flenzen 11a, 1 lc en 11c met behulp van verzwakkingen 13 zijn verbonden. In deze uitvoering bestaat een potsamenstel 100 uit een enkele rij potten. In figuur 5, dat een combinatie van de potten 100 en de onderzetbak 2 toont, is bijvoorbeeld zichtbaar dat een enkele rij 100a is opgeheven. Uit dit figuur is bovendien duidelijk dat de flenzen 11 van de potten 1 in een onderzetbak 2 een althans in hoofdzaak gesloten bovenoppervlak vormen.
Om de rijvormige potsamenstellen 100 efficiënt op te nemen, is de onderzetbak 2 in dit voorbeeld (zie figuur 4) voorzien van veelheid, in dit voorbeeld acht, parallelle goten 23 die de opnames voor de potten 1 vormen. Mede met verwijzing naar figuur 6, heeft een goot twee eindwanden 26, zijwanden 20 die zijn ingericht om de zijwanden 10 van een pot 1 te ontvangen en een bodem 22, waarbij de zijwanden 20 van twee naastgelegen goten 23 worden verbonden door een steunvlak 21. Op een steunvlak 23 kunnen verdikkingen 14 in de wand 10 van de pot 1 afsteunen. Als alternatief kunnen de flenzen I I van een pot 1 direct afsteunen op de steunvlakken 23. De samenwerkende steun vlakken 23 en de verdikkingen 14 (of de flenzen 11) zijn ingericht voor het houden van een pot 1 in de opname 23 zodanig dat de bodem van de pot 1 op een afstand staat van de bodem 22 van een opname 23. In de aldus gecreëerde ruimtes 5 kunnen dan de wortels 41 uitgroeien.
De goten 23 vormen een althans in hoofdzaak afgesloten ruimte, waarbij de bovenkant bij voorkeur mede wordt afgesloten door de flenzen 11 van de potten 1. Het is niet noodzakelijk dat de ruimte luchtdicht is, van belang is dat de ruimte 5 voldoende is afgesloten van de buitenruimte, bijvoorbeeld de binnenkant van een kas, om te voorzien in een windstille en donkere omgeving om wortelgroei te bevorderen. Zo is zichtbaar in de figuren dat de bodems 22 van de goten 23 zijn voorzien van doorgangen 24 om water afkomstig van bovenaf af te voeren. In de zijwanden 20 zijn corresponderende openingen 24a aangebracht om het water af te voeren indien de bak 2 op een vlakke ondergrond is geplaatst.
In figuur 5 is bovendien zichtbaar dat een goot 23 voorzien kan zijn van uitlijnmiddelen 25 in de vorm van een met de vorm van een pot corresponderend uitsteekslel 25. Deze uitsteeksels vergemakkelijken het plaatsen van de potten 1 in de goot en voorkomen bovendien het schuiven in de goten.
Wanneer de wortels 41 voldoende ver zijn uitgegroeid, kunnen de potten 1 uit de bak 2 worden gehaald. In dit voorbeeld zijn de potten 1 in rijen (zie in het bijzonder figuur 5) aangebracht, zodat de potten rij voor rij kunnen worden verwijderd. Na verwijdering kunnen de afzonderlijke potten 1 worden gesepareerd door de potjes los te breken langs de verzwakkingen om ze vervolgens op een grotere onderlinge afstand aan te brengen in bij voorbeeld een kweekgoot 7 (zie figuren 2a -b) of een drijvend vlot (zie figuren 7a-b).
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven uitvoeringsvormen, maar strekt zich ook uit tot andere uitvoeringsvormen, die vallen binnen de reikwijdte van de aangehechte conclusies.

Claims (18)

1. Werkwijze voor het voor het kweken van plantmateriaal, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een planthouder, in het bijzonder een pot, met plantmateriaal, waarbij wortelmateriaal zich uitstrekt onder de bodem van de houder; - het verschaffen van een waterlichaam, in het bijzonder een waterlichaam voorzien van voedingsstoffen voor het plantmateriaal; - het plaatsen van de planthouder boven het waterlichaam, waarbij de bodem van de planthouder zich bevindt op een afstand boven het wateroppervlak en waarbij het wortelmateriaal in contact staat met het waterlichaam.
2. Werkwijze voor het kweken van plantmateriaal volgens conclusie 1, waarbij de stap van het verschaffen van de planthouder met plantmateriaal, waarbij wortelmateriaal zich uitstrekt onder de bodem van de houder, de stappen omvat van: - het verschaffen van een planthouder, in het bijzonder een pot, met plantmateriaal; - het creëren van een althans in hoofdzaak afgesloten ruimte onder de bodem van de planthouder; en - het opkweken van het plantmateriaal zodat wortelmateriaal zich ontwikkelt onder de bodem in de gecreëerde ruimte.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het creëren van de ruimte omvat het plaatsen van de planthouder in een tweede houder, waarbij de tweede houder de ruimte onder de bodem van de planthouder vormt.
4. Werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 1-3, waarbij het verschaffen van de planthouder omvat het verschaffen van een veelheid aan onderling verbonden planthouders met plantmateriaal.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het verschaffen van de planthouder omvat het separeren van de veelheid aan onderling verbonden planthouders en waarbij de planthouders op een onderlinge afstand worden geplaatst boven het waterlichaam die groter is dan de onderlinge afstand tussen de planthouders in onderling verbonden toestand.
6. Werkwijze volgens ten minste conclusies 3 en 4, waarbij de tweede houder ten minste één goot met althans in hoofdzaak U-vormige dwarssnede omvat voor het daarin ontvangen van de veelheid aan planthouders.
7. Werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de stap van het opkweken omvat hel verschaffen van een althans in hoofdzaak droge omgeving in de ruimte onder de bodem.
8. Systeem voor het kweken van plantmateriaal, in het bijzonder voor gebruik in de werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij het systeem een planthouder, in het bijzonder een pot, die is ingericht voor het houden van plantmateriaal en eventueel draagmateriaal voor het plantmateriaal en een tweede houder omvat, waarbij de tweede houder is ingerichl voor het opnemen van de planthouder waarbij in de opgenomen toestand de tweede houder een althans in hoofdzaak afgesloten ruimte onder de bodem van de planthouder vormt.
9. Systeem volgens conclusie 8, waarbij de planthouder nestbaar in de tweede houder kan worden ogenomen.
10. Systeem volgens conclusie 8 of 9, waarbij de planthouder en de tweede houder samenwerkende steunvlakken omvatten voor het op een afstand van de bodem van de tweede houder houden van de bodem van de planthouder in de opgenomen toestand.
11. Systeem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 8 - 10, waarbij de bodem van de tweede houder is voorzien van een afvoerdoorgang voor het afvoeren van water uit de tweede houder.
12. Systeem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 8-11, waarbij ten minste de bovenzijde van de tweede houder een dwarsdoorsnede heeft die overeenkomt met de dwarsdoorsnede van de planthouder voor het nauwsluitend opnemen van die planthouder.
13. Systeem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 8-12, omvattende een veelheid aan onderling verbonden planthouders met plantmateriaal.
14. Systeem volgens conclusie 13, waarbij een planthouder een aan de bovenzijde van een pot voorziene flens omvat, waarbij een flens van een eerste planthouder losneembaar is verbonden met een flens van een tweede planthouder, waarbij de twee flenzen door middel van een verzwakking in het materiaal van de flenzen zijn verbonden.
15. Systeem volgens conclusie 13 of 14, waarbij de tweede houder ten minste één goot met althans in hoofdzaak U-vormige dwarssnede omvat voor het daarin ontvangen van de veelheid aan planthouders.
16. Systeem volgens conclusie 14 en 15, waarbij in opgenomen toestand de flenzen van de planthouders een althans in hoofdzaak gesloten oppervlak vormen voor het van bovenaf afsluiten van de goot.
17. Systeem volgens conclusie 15 of 16, waarbij de tweede houder een veelheid aan zich naast elkaar uitstrekkende U-vormige goten omvat.
18. Veelheid aan onderling verbonden planthouders en tweede houder voor gebruik in het systeem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 8-17.
NL2017543A 2016-09-28 2016-09-28 Werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal NL2017543B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2017543A NL2017543B1 (nl) 2016-09-28 2016-09-28 Werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal
PCT/NL2017/000015 WO2018062987A1 (en) 2016-09-28 2017-09-28 Method and system for cultivating plant material

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2017543A NL2017543B1 (nl) 2016-09-28 2016-09-28 Werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2017543B1 true NL2017543B1 (nl) 2018-04-06

Family

ID=57796904

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2017543A NL2017543B1 (nl) 2016-09-28 2016-09-28 Werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2017543B1 (nl)
WO (1) WO2018062987A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3091143B1 (fr) * 2018-12-28 2021-04-02 Combagroup Sa Support de culture hors sol
NL2027177B1 (nl) * 2020-12-21 2022-07-15 A J M De Koning Beheer B V Planthouder voor het opkweken van jonge planten, in het bijzonder epifytische planten zoals bijvoorbeeld epifytische orchideeën
NL2029529B1 (nl) * 2021-10-27 2023-05-25 Plantlab Groep B V Verpakking voor een plant en teelinrichting
US20230232753A1 (en) * 2022-01-24 2023-07-27 Local Bounti Operating Company, Llc Apparatus for providing a root air gap

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0988783A2 (de) * 1998-09-25 2000-03-29 Marga Dümmen Kulturplatte zum Bewurzeln von Jungpflanzen
EP2368424A1 (en) * 2008-12-24 2011-09-28 Happaya Co., Ltd. Hydroponic method for leaf vegetables and hydroponic unit
US20160174469A1 (en) * 2014-12-19 2016-06-23 Selfeco LLC Biodegradable horticulture container

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0988783A2 (de) * 1998-09-25 2000-03-29 Marga Dümmen Kulturplatte zum Bewurzeln von Jungpflanzen
EP2368424A1 (en) * 2008-12-24 2011-09-28 Happaya Co., Ltd. Hydroponic method for leaf vegetables and hydroponic unit
US20160174469A1 (en) * 2014-12-19 2016-06-23 Selfeco LLC Biodegradable horticulture container

Also Published As

Publication number Publication date
WO2018062987A1 (en) 2018-04-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2017543B1 (nl) Werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal
FI63651B (fi) Plantodlingsenhet
CA2028290C (en) Tray, apparatus and method for propagating, growing and handling plants
US4050188A (en) Seedling growing container
AU2015288412B2 (en) Method for the cultivation of plants using a carrier with a removable side support structure arranged thereon
US20120047802A1 (en) Invertomato dual purpose invertible planter
KR20150130898A (ko) 화분식 묘목 생산용 기구
IL268086A (en) Method of transplanting plants
CA2389143C (en) Push-pull root air-pruning tray and container systems
EP3148320B1 (en) Systems for cultivating plants with aerial roots
EP3504960B1 (en) Growth system, use, and method for planting out or transplanting
AU2018202143B1 (en) Apparatus for cultivating plants and method of cultivating plants using the apparatus
CA1104346A (en) Propagator for growing and transplanting plants
KR20180137538A (ko) 원예 장치
CA2853147C (en) Plant nursery and storage system for use in the growth of field ready plants
CA2567198C (en) Apparatus for growing plants
HU195067B (en) Method and vessel and vessel set for raising ligneous plants particularly saplings
JP7507781B2 (ja) 土壌なしで植物生産物を栽培するためのシステム及び方法
JP3059665B2 (ja) 育苗装置
CN106508481A (zh) 茶树苗的种植培育装置
KR101653557B1 (ko) 척박지용 저면관수 식물식재 용기
CN210746292U (zh) 一种育苗盘
US20220151173A1 (en) Plant nursery and storage system for use in the growth of field-ready plants
NL2012907C2 (en) Systems for cultivating plants with aerial roots.
US20230172126A1 (en) Hydroponic system and method for cultivating a crop and set of a carrier and a plurality of gutters