NL2011765C2 - Inrichting en werkwijze voor het begrenzen van de hoeveelheid fluïdum. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het begrenzen van de hoeveelheid fluïdum

Schoon drinkwater is in veel gebieden van de wereld een schaars goed. In de westerse wereld wordt het meeste water door particulieren verspild bij het nemen van een bad of stortbad (douche).

Ondanks dat er in de westerse landen veel maatregelen zijn genomen is de hoeveelheid energie die gemoeid is met een douche of bad, zeker relatief, steeds groter geworden.

Door aanvraagster worden drukonafhankelijk doorstoombegrenzers met veel succes vooral in het Verenigd Koninkrijk op de markt gebracht. Een dergelijke doorstoombegrenzer is beschreven in EP -A- 1.131.687.

In tegenstelling tot andere bekende doorstoombegrenzers, die veelal gebruik maken van rubberen ringen e.d., behoudt de bovengenoemde doorstoombegrenzer over een lengte van jaren een vast debiet van bijv. ca 5,0 liter per minuut of bijv. 7,8 liter per minuut, binnen een (dynamisch) drinkinterval van 2,5-10 bar. DE 202011108603 beschrijft een inrichting voor het begrenzen van een daardoorheen stromende hoeveelheid fluïdum, omvattende een huis met voor en achterkamer, een in het huis aangebracht schot voorzien van twee of meer openingen en in een of beide openingen aangebrachte doorstromingsbegrenzingselement. Een nadeel van deze bekende inrichting is dat het gebruikte doorstroomelement gebruikt maakt van flexibele elementen bijv. rubber en kunststof waardoor in de praktijk is gebleken dat bij wisselende drukintervallen de werking onvoldoende is.

Ook de werking van de in het Duitse octrooischrift DE 10228490 beschreven inrichting maakt gebruik van een rubberen ring.

Ook in hotels, cruiseschepen en in de petrochemische industrie is behoefte aan doorstoombegrenzers teneinde de hoeveelheid fluïdum te beperken en/of constant te houden.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding bekende doorstoombegrenzers verder te verbeteren en ook over een groot bereik van debieten ter beschikking te stellen.

De onderhavige uitvinding verschaft een werkwijze voor het begrenzen of constant houden van een hoeveelheid stromend fluïdum, waarbij het fluïdum wordt gemengd in een voorkamer in een huis, door openingen in een, in het huis aangebrachte schot stroom en weer bij elkaar komt in een achter het schot in het huis opgenomen achterkamer, waarbij in ten minste één opening het debiet van het fluïdum wordt begrensd, waarbij een vast debiet binnen een dynamisch drukinterval van 2,5 - 10 bar voor lange tijd blijft gehandhaafd.

Dankzij deze werkwijze wordt het mogelijk de piekbelasting van het watergebruik in een grote stad aanzienlijk te verminderen, te meer door de inrichting kan worden aangebracht op elke denkbare locatie in een leidingnetwerk.

Door het verminderen van die piekbelasting kunnen vele honderden miljoenen tot boven een miljard euro worden bespaard.

Voorts verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting voor het begrenzen of constant houden van een hoeveelheid stromend fluïdum, waarbij het fluïdum wordt gemengd in een voorkamer in een huis, door openingen in een, in het huis aangebrachte schot stroom en weer bij elkaar komt in een achter het schot in het huis opgenomen achterkamer, waarbij in ten minste één opening het debiet van het fluïdum wordt begrensd, waarbij een vast debiet binnen een dynamisch drukinterval van 2,5 - 10 bar voor lange tijd blijft gehandhaafd die in het bijzonder toegepast kan worden bij het afspuiten van vrachtautomobielen en dergelijke teneinde kostbaar water te besparen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het schot schijfvormig en zijn daarin zes openingen aangebracht. In ten minste één van die openingen is een doorstroombegrenzer aangebracht, die bij voorkeur een verend gedeelte omvat teneinde bij drukverhoging het debiet te beperken. Het huis is voorts bij voorkeur opgebouwd uit drie delen met afdichtingsringen daartussen opdat het met schroefbouten gemakkelijk uit elkaar te nemen is en een opening met een stroombegrenzer kan worden afgedekt met een afdekplaat en vervolgens eenvoudig opnieuw in elkaar kan worden gezet.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen waarin tonen:

Fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 een in aanzicht in perspectief van de inrichting uit fig. 1 met een groter debiet;

Fig. 3 een uit elkaar getrokken aanzicht van de inrichting volgens fig. 1 en 2;

Fig. 4 een aanzicht gedeeltelijk in doorsnede over de lijn IV-IV in fig. 2;

Fig. 5 een aanzicht gedeeltelijk in doorsnede over de lijn V-V in fig. 1;

Fig. 6 een gedeeltelijk open gewerkt aanzicht van een andere voorkeursuitvoeringsvorm;

Fig. 7 een langsdoorsnede over de uitvoeringsvorm van fig. 6; en

Fig. 8 een dwarsdoorsnede over de uitvoeringsvorm van fig.6.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting 10 (fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding omvat een huis 11 waarin een middelste schot 12 is opgenomen met zes openingen 13, 14, 15, 16, 17 en 18 waarvan er in fig. 1 drie te weten 14, 16 en 18 zijn afgedekt met afdekplaten 19. Op het huis is een ingangshuis 21 aan en een uitgangsbuis 22 aangesloten. De ingangshuis 21 mondt uit in een met gebroken lijnen aangeduide voorkamer 23 die zich ter zijde van afvoerbuis 22 in de achterkamer 24 bevindt. In figuur 2 zijn de afdekplaten 19 verwijderd zodat de inrichting 10 volgens figuur 2 zes keer de hoeveelheid fluïdum laat passeren binnen een bepaald drukbereik van bijvoorbeeld 6 x 5,0 liter per minuut of 6 x 7,8 liter per minuut, in tegenstelling tot de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm waar slechts driemaal dat debiet doorstroomd kan worden.

Het moge duidelijk zijn dat de voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding een grote variatie aan mogelijkheden qua debiet heeft, dat wil zeggen van 1 x 5,0 liter tot 6 x 7,8 liter en alle debieten daartussen, bijvoorbeeld 2 x 5,0 liter en 3 x 7,8 liter.

De doorstroombegrenzingselementen 31 (fig. 3) zijn gemakkelijk verwisselbaar vanuit een schijfvormig middengedeelte 32. Het voorste gedeelte 23 van het huis omsluit een pakking 24 die anderzijds met behulp van schroefbouten 34 tegen de schijf 35 aan, vast wordt getrokken en afdicht daarop, terwijl verdere afdichtingen 36 en 37 de afdichting tussen resp. schijf 35 en middengedeelte 32 alsmede achtergedeelte 24 en schijf 32 bewerkstelligt.

In fig. 4 steken schroefbouten 33 vanaf achterhuisgedeelte 24 door gaten in middengedeelte 32; deze worden vastgeschroefd in voorhuisgedeelte 23 waarbij schijf 35 de doorstroomelementen 31 op hun plaats houdt.

De afdekplaten 19 (fig. 5) dekken de doorstroombegrenzingselementen 31 af die een verend gedeelte met een beperkte slag omvatten, alsmede verdeler 51 en een uitgaand gedeelte 52.

Een dergelijk element 31 kan binnen een dynamisch oppervlak van 2,5-10 bar een uiterst constante fluïdum stromen waarborgen.

Zoals uit het bovenstaande duidelijk moge zijn kan een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding voor velerlei toepassingen geschikt worden gemaakt waarbij zes (of meer of minder) doorstroombegrenzers met verschillende debieten, bijvoorbeeld 5 liter per minuut of 7,8 liter per minuut in een variëteit kunnen worden toegepast. Dankzij de kamers aan de inloop- en uitloopzijde worden de vloeistofstromen goed gemengd terwijl het product gemakkelijk uit elkaar te nemen is en in elkaar kan worden gezet voor een toepassing waarbij meer of minder debiet gewenst is. Een gebruiker kan eenvoudig de verschillende doorstroombegrenzingselementen verwisselen en al dan niet voorzien van een afdekplaat. Een relatief ruime voorkamer biedt weinig weerstand, kan gemakkelijk warm en koud fluïdum mengen en veroorzaakt vrijwel geen onnodig geruis of lawaai.

De voor- en achterkamers kunnen volledig koepelvormig gemaakt worden hetgeen naar alle waarschijnlijkheid een nog betere werking verschaft dan de afgeknotte kegelvormige vorm zoals getoond en beschreven.

In een verdere uitvoeringsvorm (fig. 6, 7 en 8) zijn twee koepelvormige huisdelen 61, 62 aan elkaar vast geschroefd. Na het losschroeven komt een schotvormig onderdeel opdat een of meer van de begrenzingselementen kan worden verwisseld.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de boven beschreven voorkeursuitvoeringsvorm; de rechten worden bepaald door de conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (12)

1. Werkwijze voor het begrenzen of constant houden van een hoeveelheid stromend fluïdum, waarbij het fluïdum wordt gemengd in een voorkamer in een huis, door openingen in een, in het huis aangebrachte schot stroom en weer bij elkaar komt in een achter het schot in het huis opgenomen achterkamer, waarbij in ten minste één opening het debiet van het fluïdum wordt begrensd, waarbij een vast debiet binnen een dynamisch drukinterval van 2,5 - 10 bar voor lange tijd blijft gehandhaafd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het debiet afhankelijk is van één of meer openingen met doorstroombegrenzers en één of meer openingen die zijn afgedekt.

3. Werkwijze voor het afspuiten van muren, wanden, vliegtuigen, automobielen, vrachtautomobielen en dergelijke waarbij het debiet wordt bepaald door het debiet van één doorstromingselement vermenigvuldigd met het aantal openingen waarin de doorstroombegrenzers zijn aangebracht.

4. Inrichting voor het begrenzen of vasthouden van een daar doorheen stromende hoeveelheid fluïdum, omvattende: een huis dat omvat een voorkamer en een achterkamer; een in het huis aangebracht schot voorzien van twee of meer openingen; en een in één of beide openingen aangebracht doorstromingsbegrenzingselement, waarbij een vast debiet binnen een dynamisch drukinterval van 2,5 - 10 bar onder lange tijd blijft gehandhaafd.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het schot schijfvormig is.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij het schot is voorzien van drie, vier, vijf en bij voorkeur zes of zeven openingen, of meer.

7. Inrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij het doorstromingsbegrenzingselement is voorzien van een doorstroomopening die verend is uitgevoerd ten einde bij verhoging van de druk een kleinere doorstroomopening toe te staan, waarbij het verende gedeelte bij voorkeur van kunststof of metaal is uitgevoerd.

8. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 4-7, waarbij in één of meer van de openingen een afdekplaat is aangebracht.

9. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 4-8, waarbij het huis drie delen omvat, een voorste gedeelte dat de voorkamer omvat, een middengedeelte waarin het schot is aangebracht en een achtergedeelte dat de achterkamer omvat.

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de delen van het huis afdichtingen daartussen omvatten en met behulp van schroefbouten aan elkaar zijn bevestigd.

11. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 4-10, waarbij het huis twee delen omvat.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de delen koepelvormig zijn en bij voorkeur aan elkaar vast te schroeven zijn.