NL2008839C2 - Glass element. - Google Patents

Claims (19)

1. Element dat twee lagen glas omvat, waarbij een transparante polymeerlaag aanwezig is 5 tussen de twee lagen glas, en waarbij de polymeerlaag ten minste één luminescente ’’downshiftende” verbinding omvat voor het tenminste gedeeltelijk absorberen van straling met een bepaalde golflengte, en het opnieuw uitzenden van straling met een langere golflengte dan de golflengte van de geabsorbeerde straling.

2. Element volgens conclusie 1, waarbij het polymeer ethyleenvinylacetaat (EVA), polyvinylbutyral (PVB), polymethylmethacrylaat (PMMA), alkylmethacrylaat, alkylacrylaat co-polymeren, polyurethanen, gefunctionaliseerde polyolefinen, ionomeren, tweecomponenten polydimethylsiloxanen, thermoplastische co-polymeren van polydimethylsiloxanen, dan wel mengsels daarvan is. 15

3. Element volgens conclusie 2, waarbij het polymeer ethyleenvinylacetaat (EVA), polyvinylbutyral (PVB), siliconen, polymetylmethacrylaat (PMMA), of alkylacrylaat co-polymeren is.

4. Element volgens conclusie 2, waarbij het polymeer een ethyleenvinylacetaat is met een acetaatgehalte van 12% tot 45% op gewichtsbasis.

5. Element volgens één der conclusies 1-4, waarbij het glas van de glazen lagen een boorsilicaatglas of een natriumkalkglas is. 25

6. Element volgens één der conclusies 1-5, waarbij de totale dikte van het glazen element kleiner is dan 5 mm.

7. Element volgens één der conclusies 1-6, waarbij ten minste één van de glazen lagen een 30 dikte heeft die gelegen is tussen 0,1 en 2 mm.

8. Element volgens conclusie 7, waarbij één van de glazen lagen een dikte heeft die gelegen is tussen 0,1 en 4 mm, terwijl de andere glazen laag een dikte heeft die gelegen is tussen 0,1 en 2 mm. 5

9. Element volgens één der conclusies 1-8, waarbij ten minste één glazen laag in het bezit is van een oppervlak dat niet gericht is naar de polymeerlaag en dat bedekt is met een anti-weerkaatsende coating.

10. Element volgens één der conclusies 1-9, waarbij ten minste één glazen laag in het bezit is van een van een reliëf voorzien oppervlak dat niet naar de polymeerlaag gericht is.

11. Element volgens één der conclusies 1-10, waarbij de polymeerlaag twee of meer verschillende luminescente “downshiftende” verbindingen omvat, waarbij de 15 verbindingen op een zodanige wijze gekozen worden dat ze een cascade vormen, en waarbij de cascade wordt gedefinieerd doordat een verbinding in de cascade straling opnieuw uitzendt in een golflengtebereik in hetwelk de volgende verbinding straling absorbeert.

12. Element volgens één der conclusies 1-11, waarbij de polymeerlaag ten minste twee co- geëxtrudeerde polymeerlagen omvat, en waarbij de een of meerdere verschillende luminescente “downshiftende” verbindingen die aanwezig zijn in een eerste laag, straling zullen absorberen met een golflengte die lager ligt dan de een of meerdere luminescente “downshiftende” verbindingen die aanwezig zijn in een volgende laag. 25

13. Element volgens conclusie 12, waarbij de twee buitenste lagen die naar de glazen lagen gericht zijn, een silaanbindend middel omvatten.

14. Gebruik van het element volgens één der conclusies 1-13, voor het wijzigen van de 30 eigenschappen van zonlicht in een werkwijze voor het doen groeien van planten.

15. Gebruik van het element volgens één der conclusies 1-13, voor het wijzigen van de eigenschappen van zonlicht in een werkwijze voor het genereren van elektriciteit.

16. Gebouw met een dak dat een element volgens één der conclusies 1-13 omvat.

17. Fotovoltaïsche module die een laag omvat die op haar beurt een fotovoltaïsche cel omvat, alsook een deklaag die het element omvat volgens één der conclusies 1-13.

18. Fotovoltaïsche module volgens conclusie 17, waarbij de fotovoltaïsche cel een dunne- film cadmium telluride fotovoltaïsche cel is.

19. CdTe fotovoltaïsche zonnecel die het glazen element volgens één der conclusies 1-13 omvat, alsook (a) een transparante elektrodelaag, (b) een halfgeleidende laag van het n-15 type, (c) een cadmium telluride absorberende laag, en (d) een contactlaag.