NL2005199C2 - CONDUCTION GUIDANCE AND SHELF THEREFORE. - Google Patents

Description

Geleiderailconstructie alsmede plank daarvoorGuide rail construction and shelf therefor

De uitvinding betreft een geleiderailconstructie, omvattende een geleiderail uit geleiderailplanken van plaatmateriaal, zoals metaalplaat, die elkaar gedeeltelijk 5 overlappen en die onderling zijn verbonden door een haakconstructie waarbij telkens een haak van een der geleiderailplanken is gehaakt in een uitsparing in een aangrenzende, overlappende geleiderailplank, alsmede in een ondergrond gefundeerde of bevestigde steunen waaraan de geleiderail is opgehangen.The invention relates to a guide rail construction, comprising a guide rail from guide rail planks of sheet material, such as metal plate, which partially overlap each other and which are mutually connected by a hook construction wherein one hook of one of the guide rail boards is hooked into a recess in an adjacent overlapping guide rail board, and supports supported or fixed in a substrate on which the guide rail is suspended.

Een dergelijke geleiderailconstructie is bekend uit EP-A-886702. De 10 haakverbindingen die daarin voorkomen hebben ten doel de planken ten opzichte van elkaar in een overlappende positie te houden, waarna de planken in de respectievelijke overlappinggebieden definitief aan elkaar worden bevestigd door middel van zelftappende schroeven die door telkens beide planken worden geschroefd. De haken zijn uit het materiaal van de plank geponst of gestanst, en bezitten een gekromde of 15 gegolfde uitvoering in de vorm van tegengesteld gerichte, flauwe bogen. De haken en gaten worden zover in elkaar geschoven totdat zij tegen elkaar aan komen te liggen. De gatrand van een gat komt daarbij in aanraking met een schuin gericht, gekromd gedeelte van een haak.Such a guide rail construction is known from EP-A-886702. The purpose of the hook connections occurring therein is to hold the boards in an overlapping position relative to each other, whereafter the boards in the respective overlapping areas are permanently attached to each other by means of self-tapping screws which are screwed through each of the two boards. The hooks are punched or punched from the material of the board, and have a curved or corrugated design in the form of oppositely directed, faint arches. The hooks and holes are pushed into each other until they touch each other. The hole edge of a hole thereby comes into contact with an obliquely directed, curved portion of a hook.

Het gevolg van deze aanligging van de gatrand van de ene plank tegen de 20 gekromde haak is dat de aanslagpositie van de planken ten opzichte van elkaar enigszins kan variëren, afhankelijk van de grootte van de kracht waarmee de haakverbindingen in elkaar worden geschoven. Dit levert een niet uniforme onderlinge positie van de planken ten opzichte van elkaar op. Bovendien is het toch nog noodzakelijk om de planken onderling definitief te verbinden door de schroeven. Een 25 verbinding met dergelijke haken alleen levert onvoldoende sterkte, bijvoorbeeld om een botsend voertuig te kunnen tegen houden.The consequence of this abutment of the hole edge of the one board against the curved hook is that the stop position of the boards can vary slightly relative to each other, depending on the magnitude of the force with which the hook connections are pushed together. This results in a non-uniform mutual position of the boards relative to each other. Moreover, it is still necessary to permanently connect the boards to each other through the screws. A connection to such hooks alone provides insufficient strength, for example, to be able to stop a colliding vehicle.

Het doel van de uitvinding is een geleiderailconstructie te verschaffen waarbij de haakverbindingen op zich reeds voldoende betrouwbaar zijn om de samenhang tussen de planken te verzekeren. Bovendien is van belang dat de planken op een uniforme, van 30 te voren goed te bepalen wijze ten opzichte van elkaar ondersteund zijn door de haakverbindingen. Dat doel wordt bereikt doordat elke haak is uitgevoerd met een dwars ten opzichte van de metaalplaat gericht vlak haakbeen en een daarop aansluitende vlakke haaklip.The object of the invention is to provide a guide rail construction in which the hook connections per se are already sufficiently reliable to ensure the cohesion between the boards. Moreover, it is important that the boards are supported relative to each other in a uniform manner that can be determined in advance by the hook connections. This object is achieved in that each hook is designed with a flat hook leg directed transversely to the metal plate and a flat hook lip adjoining it.

22

Bij de geleiderailconstructie volgens de uitvinding is de onderlinge positie van elkaar overlappende planken goed gedefinieerd door de duidelijke aanslag die het vlakke haakbeen vormt voor de gatrand van het met de betreffende haak samenwerkende gat. De aanslag levert bovendien een stevige doorverbinding op tussen 5 de planken, zodanig dat uitwendige belastingen, zoals voorkomen onder invloed van een botsend voertuig, zonder ander hulpmiddelen zoals schroeven kunnen worden doorgeleid. Vanwege de vlakke, niet gekromde of gewelfde vorm van het haakbeen verschaft dit ook een duidelijk bepaalde aanslagpositie voor de gatrand van de overlappende plank. De vlakke vorm houdt in dat het haakbeen en de haaklip recht zijn 10 zowel in langsdoorsnede als in dwarsdoorsnede van de plank.In the guide rail construction according to the invention, the mutual position of boards that overlap each other is well defined by the clear stop that the flat hook leg forms for the hole edge of the hole cooperating with the respective hook. Moreover, the stop provides a strong interconnection between the boards, such that external loads, such as occurring under the influence of a colliding vehicle, can be passed through without other aids such as screws. Because of the flat, non-curved or curved shape of the hook leg, this also provides a clearly defined stop position for the hole edge of the overlapping board. The flat shape means that the hook leg and the hook lip are straight both in longitudinal section and in cross section of the board.

Bij voorkeur zijn het haakbeen en de haaklip in een geheel geponst uit het plaatmateriaal van de plaatuitslag, zoals de metaalplaat. Het haakbeen kan onder een in wezen rechte hoek zijn omgezet ten opzichte van de plaat; ook kan de haaklip over een in wezen rechte hoek zijn omgezet ten opzichte van het haakbeen. De ruimte die aldus 15 is gevormd onder de haaklip is geschikt om het betreffende deel van de overlappende plank daaronder op te nemen. Dit wordt bevorderd doordat de haaklip in wezen evenwijdig loopt aan althans het naburige gedeelte van de metaalplaat.Preferably the hook leg and the hook lip are punched in one piece from the plate material of the plate deflection, such as the metal plate. The hook leg can be angled at a substantially right angle to the plate; the hook lip can also be bent over a substantially right angle with respect to the hook leg. The space thus formed under the hook tab is suitable for receiving the relevant part of the overlapping board underneath. This is promoted in that the hook lip runs substantially parallel to at least the neighboring part of the metal plate.

Volgens een uitvoering kunnen de geleiderailplanken in dwarsdoorsnede een gewelfd verloop bezitten met een viertal langsgebieden die in die dwarsdoorsnede 20 achtereenvolgens onder tegengestelde hoeken gericht zijn; in dat geval bevinden de haakconstructies zich bij voorkeur in tenminste twee, bij voorkeur drie, meer bij voorkeur vier der langsgebieden. Ter verdere vergroting van de sterkte en stijfheid van de plankverbindingen kunnen telkens twee in langsrichting zich op afstand van elkaar bevindende haakconstructies zijn voorzien in een of meerdere langsgebieden. Verder is 25 bij voorkeur de onderlinge afstand van de haakconstructies in de in dwarsdoorsnede buitenste langsgebieden groter dan de onderlinge afstand van de haakconstructies in de binnenste langsgebieden.According to an embodiment the guide rail planks can have a curved cross-section with four longitudinal areas which in that cross-section 20 are successively directed at opposite angles; in that case the hook constructions are preferably in at least two, preferably three, more preferably four of the longitudinal areas. In order to further increase the strength and rigidity of the plank connections, two hook constructions which are spaced apart in the longitudinal direction can in each case be provided in one or more longitudinal regions. Furthermore, the mutual distance of the hook constructions in the longitudinal section outermost in cross section is preferably greater than the mutual distance of the hook constructions in the inner longitudinal regions.

De langsgebieden kunnen in dwarsdoorsnede gezien vlak zijn, in welk geval een haak een breedte heeft die bij voorkeur overeenkomt met de breedte van een 30 bijbehorend langsgebied. De aldus verkregen, relatief brede haakverbindingen leveren een verdere vergroting op van de stevigheid van de geleiderailconstructie. Op gebruikelijke wijze kan de geleiderail door middel van een boutverbinding zijn bevestigd aan een steun. Volgens een eerste mogelijkheid kan de boutverbinding zich 3 bevinden buiten het overlappinggebied van naburige geleiderailplanken; het is echter ook mogelijk om de boutverbindingen in het overlapgebied te maken. In het laatste geval heeft de boutverbinding waarmee de planken aan de steun zijn opgehangen, tevens een stabiliserende invloed op de haakverbindingen. Daardoor kan worden 5 verhinderd dat bij, voorbeeld als gevolg van uitzettingen respectievelijk krimp van de planken onder invloed van temperatuurverschillen, sommige haken los zouden kunnen komen van de bijbehorende gaten. De boutverbinding verhindert een dergelijk losraken, maar geeft verder geen functie bij het doorleiden van krachten tussen de planken. De boutverbinding is niet benodigd voor de sterkte van de verbinding tussen 10 de planken.The longitudinal areas may be flat when viewed in cross-section, in which case a hook has a width that preferably corresponds to the width of an associated longitudinal area. The relatively wide hook connections thus obtained provide a further increase in the rigidity of the guide rail construction. In the usual manner, the guide rail can be attached to a support by means of a bolt connection. According to a first possibility, the bolt connection 3 may be located outside the overlap area of adjacent guide rail boards; however, it is also possible to make the bolt connections in the overlap area. In the latter case, the bolt connection with which the boards are suspended from the support also has a stabilizing effect on the hook connections. As a result, it can be prevented that, for example as a result of expansions or shrinkage of the boards under the influence of temperature differences, some hooks could become detached from the associated holes. The bolt connection prevents such a loosening, but furthermore does not provide a function for passing forces between the boards. The bolt connection is not required for the strength of the connection between the boards.

De uitvinding betreft tevens een plank voor een geleiderailconstructie zoals hiervoor beschreven, uit plaatmateriaal, zoals metaalplaat, omvattende aan een eind tenminste een haak en aan het andere eind een uitsparing waarin een overeenkomstige haak van een naburige geleiderail haakbaar is. Elke haak is uitgevoerd met een dwars 15 ten opzichte van de metaalplaat uitstekend vlak haakbeen en een daarop aansluitende vlakke haaklip.The invention also relates to a board for a guide rail construction as described above, of sheet material, such as metal plate, comprising at least one hook at the end and a recess at the other end in which a corresponding hook of an adjacent guide rail can be hooked. Each hook is provided with a flat hook leg extending transversely to the metal plate and a flat hook lip adjoining it.

De gaten in de plank hebben elk een gatrand waar tegen de haak van een naburige plank aanbrengbaar is. Deze gatrand kan bij voorbeeld stomp zijn uitgevoerd. De voorkeur gaat echter uit naar de variant waarbij de gatrand verdikt is, bij voorbeeld 20 is omgezet onder vorming van een zoom. In het bijzonder kan de zoom of verdikking zich bevinden aan de zijde van de plank die is afgekeerd van de zijde van de plank waar zich de haak bevindt. Evenwel kan de zoom zich in een alternatieve uitvoering bevinden aan de zijde van de plank die is gekeerd naar de zijde van de plank waar zich de haak bevindt.The holes in the board each have a hole edge where you can fit against the hook of a neighboring board. This hole edge can, for example, be made blunt. However, preference is given to the variant in which the hole edge is thickened, for example 20 is converted to form a hem. In particular, the hem or thickening may be on the side of the board that is remote from the side of the board where the hook is located. However, in an alternative embodiment, the zoom may be located on the side of the board that faces the side of the board where the hook is located.

25 De haaklip van de haken is bij voorkeur gericht in de langsrichting van de planken. De haaklip kan de ene of de andere kant op gericht zijn in langsrichting; bij voorkeur is de haaklip weggericht van de eindrand die zich nabij de haak bevindt van de betreffende plank. Evenwel is ook een uitvoering denkbaar waarbij de lippen in dwarsrichting zijn gericht In het algemeen kan gesteld worden dat de haken en gaten 30 verkregen worden uit een plaatuitslag door middel van geschikte bewerkingstechnieken waaronder ponsen, nibbelen, snijden door middel van laser, snijden door middel van waterstraal, kanten, zetten en forceren. Als alternatief is een gelaste verbinding tussen haak en plank mogelijk. Ook de zoom kan aan de plaat zijn gelast. Het aantal haak-gat 4 verbindingen wordt gekozen in samenhang met de afmetingen en de aard van het plaatmateriaal, en hangt af van de voorgeschreven sterkte van de plankverbindingen.The hook lip of the hooks is preferably directed in the longitudinal direction of the boards. The hook tab can be directed one way or the other in the longitudinal direction; the hook lip is preferably directed away from the end edge which is located near the hook of the relevant board. However, an embodiment is also conceivable in which the lips are directed transversely. In general, it can be stated that the hooks and holes 30 are obtained from a plate deflection by means of suitable processing techniques including punching, nibbling, laser cutting, cutting by means of water jet, edging, setting and forcing. Alternatively, a welded connection between hook and plank is possible. The hem can also be welded to the plate. The number of hook-hole connections is selected in connection with the dimensions and nature of the board material, and depends on the prescribed strength of the board connections.

Verder is van belang dat de resterende dwarsdoorsnede van de planken buiten de gaten voldoende is om de voorgeschreven belastingen op te nemen. Deze belastingen 5 hangen samen met de botsingsenergie van voertuigen die tegen de geleiderailconstructie botsen. De randen van de uitsparingen kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd, zoals hiervoor reeds genoemd. Volgens een eenvoudige mogelijkheid is de rand stomp, dat wil zeggen even dik als het plaatmateriaal zelf. Volgens een bijzonder stevige uitvoeringsvorm is een rand van een uitsparing verdikt.It is also important that the remaining cross-section of the boards outside the holes is sufficient to absorb the prescribed loads. These loads are related to the collision energy of vehicles that collide with the guide rail construction. The edges of the recesses can be designed in various ways, as already mentioned above. According to a simple possibility, the edge is blunt, i.e. as thick as the sheet material itself. According to a particularly sturdy embodiment, an edge of a recess is thickened.

10 Deze verdikking kan bijvoorbeeld zijn verkregen door omzetten van het plaatmateriaal onder vorming van een zoom. De voorkeur gaat uit naar de uitvoeringsvorm waarbij de verdikking of omzetting is afgekeerd van de bijbehorende haak. De aangrijping tussen de gatrand en de haak, in het bijzonder tussen de gatrand en het haakbeen, is dan niet of nauwelijks excentrisch ten opzichte van het plaatmateriaal waaruit de haak is geponst 15 of waaraan de haak anderszins is bevestigd, zoals door lassen. In het bijzonder kan daarbij de overgang tussen de zoom en het aangrenzende plaatmateriaal convex gekromd zijn. Een dergelijke convex gekromde overgang ligt op gunstige wijze aan tegen de bijbehorende gatrand, zodanig dat deze overgang vrijwel in het vlak van het plaatmateriaal waaruit de bijbehorende haak is geponst. Het voordeel van een degelijke 20 (bijna) centrische aangrijping is dat de door een dergelijke gatrand op de haak uitgeoefende krachten geen of slechts een gering buigend moment in de haak opwekken. Het gevaar voor uitbuigen van de haak blijft dan zeer beperkt of zelfs afwezig.This thickening can be obtained, for example, by converting the plate material to form a hem. Preference is given to the embodiment in which the thickening or conversion is turned away from the associated hook. The engagement between the hole edge and the hook, in particular between the hole edge and the hook leg, is then not or hardly eccentric with respect to the sheet material from which the hook is punched or to which the hook is otherwise attached, such as by welding. In particular, the transition between the hem and the adjacent sheet material can be convexly curved. Such a convex curved transition advantageously abuts the associated hole edge, such that this transition is substantially in the plane of the sheet material from which the associated hook is punched. The advantage of such a (almost) centric engagement is that the forces exerted on the hook by such a hole edge generate no or only a slight bending moment in the hook. The risk of bending the hook then remains very limited or even absent.

De haaklippen zijn bij voorkeur gericht volgens de langsrichting der planken. In 25 het bijzonder kan een haaklip evenwijdig zijn aan een bijbehorend vlak langsgebied der planken. Daaronder kan worden verstaan evenwijdige zowel in de langsrichting als in de dwarsrichting van het langsgebied.The hook lips are preferably oriented in the longitudinal direction of the boards. In particular, a hook tab can be parallel to an associated flat longitudinal area of the boards. This can be understood to mean parallel both in the longitudinal direction and in the transverse direction of the longitudinal area.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment shown in the figures.

30 Figuur 1 toont een aanzicht op een geleiderailconstructie in uiteengenomen toestand.Figure 1 shows a view of a guide rail construction in the dismantled state.

Figuur 2 toont een aanzicht op twee naburige einden van twee geleiderailplanken.Figure 2 shows a view of two adjacent ends of two guide rail planks.

Figuur 3 toont een doorsnede door de geleiderailconstructie van een.Figure 3 shows a cross-section through the guide rail construction of one.

55

Figuur 4 toont de doorsnede volgens IV-IV van figuur 3.Figure 4 shows the section according to IV-IV of Figure 3.

Figuren 5a-d tonen verschillende uitvoeringen van een haakverbinding.Figures 5a-d show different embodiments of a hook connection.

De in de figuren 2 en 3 weergegeven planken 1, waarvan de einden zijn weergegeven, bezitten de in figuur 3 weergegeven dwarsdoorsnede. De 5 dwarsdoorsnede van elke plank 1 bestaat uit een viertal vlakke langsgebieden 2-5, die onder hoeken met wisselend teken staan. De twee bovenste vlakke langsgebieden 2 en 3 zijn onderling verbonden door het gekromde langsgebied 6, de twee onderste vlakke langsgebieden 4, 5 zijn onderling verbonden door het eveneens gekromde langsgebied 7. Tussen de bovenste langsgebieden en de onderste langsgebieden strekt zich een vlak 10 centraal gebied 8 uit, dat via krommingen overgaat in de aansluitende vlakke langsgebieden 3 en 4. De bovenkant en onderkant van de dwarsdoorsneden zijn bepaald door de flenzen 9 en 10. De langsgebieden 2-8 en de flenzen 9 bepalen samen een binnenzijde 17 van de plank 1 en een buitenzijde 16. De aan elkaar bevestigde planken 1 vormen samen een geleiderail 18. Aan de binnenzijde 17 is de geleiderail 18 15 opgehangen aan paaltjes 15. De buitenzijde 16 van de planken 1 is naar het verkeerstraject gekeerd waarlangs de geleiderailconstructie is opgesteld.The boards 1 shown in Figures 2 and 3, the ends of which are shown, have the cross-section shown in Figure 3. The cross-section of each board 1 consists of four flat longitudinal areas 2-5, which are at angles with alternating marks. The two upper flat longitudinal areas 2 and 3 are mutually connected by the curved longitudinal area 6, the two lower flat longitudinal areas 4, 5 are mutually connected by the also curved longitudinal area 7. A flat central area extends between the upper longitudinal areas and the lower longitudinal areas 8, which curves into the adjacent flat longitudinal areas 3 and 4. The top and bottom of the cross-sections are defined by the flanges 9 and 10. The longitudinal areas 2-8 and the flanges 9 together define an inner side 17 of the plank 1 and an outer side 16. The boards 1 attached to each other together form a guide rail 18. On the inner side 17 the guide rail 18 is suspended from posts 15. The outer side 16 of the boards 1 faces the traffic path along which the guide rail construction is arranged.

Aan het in figuren 1 en 2 rechter eind van elke plank 1 zijn haken 11 geponst uit de metaalplaat 19 van de vlakke langsgebieden 2-5. Deze haken 11 steken uit aan de binnenzijde 17 van de plank 1. Het is echter ook mogelijk om de haken aan de 20 buitenzijde van de planken te laten uitsteken. Elke haak 11 bestaat uit het haakbeen 12 dat is omgezet ten opzichte van het betreffende vlakke langsgebied, alsmede een haaklip 13 die eveneens is omgezet, en wel ten opzichte van het haakbeen 12, zoals weergegeven in de doorsnede van figuur 4. Het haakbeen 12 ligt in deze uitvoering aan tegen de stompe gatrand 20 van het gat 14.At the right-hand end of each board 1 in figures 1 and 2, hooks 11 are punched out of the metal plate 19 of the flat longitudinal areas 2-5. These hooks 11 protrude on the inside 17 of the shelf 1. However, it is also possible to have the hooks protrude on the outside of the boards. Each hook 11 consists of the hook leg 12 which is turned over with respect to the relevant flat longitudinal area, as well as a hook lip 13 which is also turned down, namely with respect to the hook leg 12, as shown in the section of figure 4. The hook leg 12 lies in this embodiment against the blunt hole edge 20 of the hole 14.

25 Zoals weergegeven is elke haaklip 13 gericht in de langsrichting van de planken.As shown, each hook lip 13 is directed in the longitudinal direction of the boards.

Noodzakelijk is dat echter niet: de haken kunnen ook een in dwarsrichting gerichte haaklip bezitten. De haaklip kan ten opzichte van het haakbeen zijn omgebogen over een hoek die een teken heeft dat tegengesteld is aan het teken van de hoek waarover het haakbeen is omgebogen ten opzichte van de metaalplaat. De haaklip strekt zich dan 30 min of meer zigzagvormig uit over een gedeelte van het gat dat ontstaan is door de haak uit het plaatmetaal te ponsen. Als alternatief kan de haaklip echter ook in dezelfde richting gebogen zijn als het haakbeen, en bijvoorbeeld over 180 graden zijn omgebogen ten opzichte van de metaalplaat, zodat de haaklip is afgekeerd van 6 genoemd gat. De haaklip 13 kan evenwijdig zijn aan de plaat waaruit deze is geponst; in het bijzonder kan de haaklip 13 kan in het bijzonder evenwijdig zijn aan het betreffende vlakke langsgebied 2-5.However, this is not necessary: the hooks can also have a hook lip directed in the transverse direction. The hook tab can be bent over an angle with respect to the hook leg that is opposite to the sign of the angle over which the hook leg is bent with respect to the metal plate. The hook tab then extends for 30 more or less zigzag-shaped over a part of the hole that is created by punching the hook from the sheet metal. Alternatively, however, the hook tab can also be bent in the same direction as the hook leg, and for example be bent through 180 degrees with respect to the metal plate, so that the hook tab is turned away from said hole. The hook tab 13 can be parallel to the plate from which it is punched; in particular the hook lip 13 can in particular be parallel to the relevant flat longitudinal area 2-5.

Aan de linkerzijde van elke plank 1 is een overeenkomstig patroon met gaten 14 5 voorzien. In elk van deze gaten kan een haak 11 worden gehaakt die zich bevindt aan de rechterkant van een naburige plank 1, zoals weergegeven in de doorsnede van figuur 3. De gatrand 20 van een gat 14 komt daarbij aan te liggen tegen een haakbeen 12 van de bijbehorende haak 11.A corresponding pattern with holes 14 is provided on the left-hand side of each board 1. A hook 11 can be hooked into each of these holes, which hook is located on the right-hand side of an adjacent board 1, as shown in the cross-section of Figure 3. The hole edge 20 of a hole 14 thereby comes to abut against a hook leg 12 of the corresponding hook 11.

Zoals reeds genoemd zijn de planken 1 telkens twee aan twee opgehangen aan de 10 paaltjes 16. Daartoe bezitten de planken 1 centraal ten opzichte van het gatenpatroon respectievelijk hakenpatroon aan elk eind van de plank 1, ophanggaten 22. Door deze ophanggaten 22, die elkaar precies overlappen nadat de betreffende haken en gaten in elkaar zijn gehaakt, is de boutverbinding 23 gestoken waarmee tegelijkertijd de planken aan de paaltjes 15 zijn opgehangen. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de 15 boutverbinding 23 aangebracht in het centrale vlakke lansgebied 8, hoewel een niet-centrale positie eveneens mogelijk is.As already mentioned, the boards 1 are in each case suspended two by two on the posts 16. To that end, the boards 1 have suspension holes 22 centrally, relative to the hole pattern or hook pattern at each end of the board 1, respectively. after the respective hooks and holes have been hooked into each other, the bolt connection 23 is inserted, with which at the same time the boards are suspended from the posts 15. In the exemplary embodiment shown, the bolt connection 23 is arranged in the central flat lance region 8, although a non-central position is also possible.

Zoals getoond in de varianten van de figuren 5a-d, kan de rand van een uitsparing 14 zijn uitgevoerd met een zogenaamde zoom 21. Deze is verkregen door de plaatuitslag nabij de rand van de uitsparing 14 om te zetten, waardoor een stevige 20 randconstructie wordt verkregen. De haak 11 kan stevig tegen de omgezette rand worden ondersteund. De zoom 21 kan naar de haak 11 zijn toe gekeerd, zoals weergegeven in de figuren 5a, b, danwel van de haak 1 zijn afgekeerd zoals weergegeven in de figuren 5c, d. Het voordeel van deze laatste uitvoering is dat de haak 11 nauwelijks of niet op buigende momenten wordt belast wanneer de gatrand of zoom 25 21 tegen het haakbeen 12 wordt gedrukt. Het haakbeen 12 kan daarbij onder een stompe hoek zijn gevormd, zoals weergegeven in de figuren 5 a, c, dan wel onder een rechte hoek zoals weergegeven in de figuren 5b, d. Ook is het mogelijk om een scherpe hoek tussen haakbeen en haaklip en tussen haakbeen en plaatmateriaal toe te passen.As shown in the variants of figures 5a-d, the edge of a recess 14 can be designed with a so-called hem 21. This is obtained by converting the plate deflection near the edge of the recess 14, so that a sturdy edge construction becomes obtained. The hook 11 can be supported firmly against the flanged edge. The hem 21 can be turned towards the hook 11, as shown in figures 5a, b, or turned away from the hook 1 as shown in figures 5c, d. The advantage of this latter embodiment is that the hook 11 is hardly or not loaded at bending moments when the hole edge or hem 21 is pressed against the hook leg 12. The hook leg 12 can be formed at an obtuse angle, as shown in Figures 5a, c, or at a right angle as shown in Figures 5b, d. It is also possible to use a sharp angle between hook leg and hook lip and between hook leg and plate material.

77

Lijst van verwijzingstekens I. Plank 5 2.-5. Vlak langsgebied 6.; 7. Gekromd langsgebied 8. Centraal vlak langsgebied 9. ; 10. Flens II. Haak 10 12. Haakbeen 13. Haaklip 14. Gat 15. Paaltje 16. Buitenzijde geleiderailconstructie 15 17. Binnenzijde geleiderailconstructie 18. Geleiderail 19. Metaalplaat 20. Rand van gat 21. Zoom 20 22. Ophanggat 23. Boutverbinding 24. Gekromde overgang zoomList of reference signs I. Shelf 5 2.-5. Flat longitudinal area 6 .; 7. Curved longitudinal area 8. Central plane longitudinal area 9.; 10. Flange II. Hook 10 12. Hook leg 13. Hook lip 14. Hole 15. Pole 16. Outside guide rail construction 15 17. Inside guide rail construction 18. Guide rail 19. Metal plate 20. Edge of hole 21. Zoom 20 22. Suspension hole 23. Bolt connection 24. Curved transition zoom

Claims (30)

1. Geleiderailconstructie, omvattende een geleiderad (18) uit geleiderailplanken (I) van plaatmateriaal, zoals metaalplaat, die elkaar gedeeltelijk overlappen en die onderling zijn verbonden door een haakconstructie (11, 14) waarbij telkens een haak (II) van een der geleiderailplanken (1) is gehaakt in een uitsparing (14) in een aangrenzende, overlappende geleiderailplank (1), alsmede in een ondergrond 10 gefundeerde of bevestigde steunen (15) waaraan de geleiderad (18) is opgehangen, met het kenmerk dat elke haak (11) is uitgevoerd met een dwars ten opzichte van de metaalplaat uitstekend vlak haakbeen (12) en een daarop aansluitende vlakke haaklip (13).A guide rail construction, comprising a guide rail (18) of guide rail boards (I) of sheet material, such as metal plate, which partially overlap each other and which are mutually connected by a hook construction (11, 14), wherein each time a hook (II) of one of the guide rail boards ( 1) is hooked into a recess (14) in an adjacent, overlapping guide rail board (1), as well as in a base 10 supports (15) based or fixed on which the guide rail (18) is suspended, characterized in that each hook (11) is provided with a flat hook leg (12) extending transversely to the metal plate and a flat hook lip (13) connecting thereto. 2. Geleiderailconstructie volgens conclusie 1, waarbij het haakbeen (12) en de haaklip (13) bij voorkeur in een geheel zijn geponst uit de metaalplaat.The guide rail construction according to claim 1, wherein the hook leg (12) and the hook lip (13) are preferably punched in one piece from the metal plate. 3. Geleiderailconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij het haakbeen (12) onder een in wezen rechte hoek is omgezet ten opzichte van het plaatmateriaal, zoals 20 een metaalplaat (19).3. Guide rail construction according to claim 1 or 2, wherein the hook leg (12) is bent at a substantially right angle with respect to the plate material, such as a metal plate (19). 4. Geleiderailconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de haaklip (13) over een in wezen rechte hoek is omgezet ten opzichte van het haakbeen (12). 25Guide rail construction according to one of the preceding claims, wherein the hook lip (13) is bent over a substantially right angle with respect to the hook leg (12). 25 5. Geleiderailconstructie volgens conclusie 4, waarbij de haaklip (13) is omgezet over een hoek met een teken dat tegengesteld is aan het teken van de hoek waarover het haakbeen is omgezet ten opzichte van het plaatmateriaal (zigzagvormig).The guide rail construction according to claim 4, wherein the hook lip (13) is angled over an angle with a sign that is opposite to the sign of the angle over which the hook leg is angled with respect to the sheet material (zigzag-shaped). 6. Geleiderailconstructie volgens conclusie 4, waarbij de haaklip (13) is omgezet over een hoek met een teken dat gelijk is aan het teken van de hoek waarover het haakbeen is omgezet ten opzichte van het plaatmateriaal (180 graden).The guide rail construction as claimed in claim 4, wherein the hook lip (13) is angled over an angle with a mark equal to the sign of the angle over which the hook leg is angled with respect to the sheet material (180 degrees). 7. Geleiderailconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de geleiderailplanken (1) in dwarsdoorsnede een gewelfd verloop bezitten met een viertal langsgebieden (2-5) die in die dwarsdoorsnede achtereenvolgens onder tegengestelde hoeken gericht zijn, en de haakconstructies (11, 14) zich in tenminste twee, bij 5 voorkeur drie, meer bij voorkeur vier der langsgebieden bevinden.Guide rail construction according to one of the preceding claims, wherein the guide rail boards (1) have a curved cross-section with four longitudinal areas (2-5) which are successively directed at opposite angles in that cross-section, and the hook constructions (11, 14) are located in at least two, preferably three, more preferably four of the longitudinal areas. 8. Geleiderailconstructie volgens conclusie 7, waarbij telkens twee in langsrichting zich op afstand van elkaar bevindende haakconstructies (11, 14) zijn voorzien in elk langsgebied (2-5). 10Guide rail construction as claimed in claim 7, wherein in each case two hook constructions (11, 14) which are spaced apart in the longitudinal direction are provided in each longitudinal region (2-5). 10 9. Geleiderailconstructie volgens conclusie 8, waarbij de onderlinge afstand van de haakconstructies (11, 14) in de in dwarsdoorsnede en in hoogterichting buitenste langsgebieden (2, 5) groter is dan de onderlinge afstand van de haakconstructies (11, 14. in de in hoogterichting binnenste langsgebieden (3, 4). 15Guide rail construction according to claim 8, wherein the mutual distance of the hook constructions (11, 14) in the longitudinal sections (2, 5) in cross-section and in height direction is greater than the mutual distance of the hook constructions (11, 14. in the in height direction inner longitudinal areas (3, 4) 10. Geleiderailconstructie volgens een der conclusies 7-9, waarbij de langsgebieden (2-5) in dwarsdoorsnede gezien vlak zijn, en een haak (11) een breedte heeft die overeenkomt met de breedte van een bijbehorend vlak langsgebied (2-5).Guide rail construction according to any of claims 7-9, wherein the longitudinal areas (2-5) are flat when viewed in cross-section, and a hook (11) has a width corresponding to the width of an associated flat longitudinal area (2-5). 11. Geleiderailconstructie volgens een der conclusies 7-10, waarbij een haaklip (13) evenwijdig is aan het bijbehorende vlakke langsgebied (2-5).The guide rail construction according to any of claims 7-10, wherein a hook tab (13) is parallel to the associated flat longitudinal region (2-5). 12. Geleiderailconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de geleiderail (18) door middel van een boutverbinding (22, 23) is bevestigd aan een steun 25 (15).A guide rail construction according to any one of the preceding claims, wherein the guide rail (18) is attached to a support 25 (15) by means of a bolt connection (22, 23). 13. Geleiderailconstructie volgens conclusie 12, waarbij de boutverbinding (22, 23. zich bevindt in het overlappinggebied van naburige geleiderailplanken (1).The guide rail construction according to claim 12, wherein the bolt connection (22, 23.) is in the overlap area of adjacent guide rail boards (1). 14. Geleiderailconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een haaklip (13) is gericht volgens de langsrichting der planken (1).14. Guide rail construction according to one of the preceding claims, wherein a hook lip (13) is oriented in the longitudinal direction of the boards (1). 15. Geleiderailconstructie volgens een der conclusies 1-13, waarbij een haaklip (13) is gericht volgens de dwarsrichting der planken (1).The guide rail construction according to any of claims 1-13, wherein a hook lip (13) is oriented in the transverse direction of the boards (1). 16. Geleiderailconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke 5 haakconstructie (11, 14) een in het plaatmateriaal, zoals een metaalplaat (19), van een geleiderailplank (1) aangebrachte uitsparing (14) omvat waarvan een gatrand (20) aanligt tegen het als aanslag fungerende haakbeen (12) van een haak (11) van een overlappende geleiderailplank (1).16. Guide rail construction as claimed in any of the foregoing claims, wherein each hook construction (11, 14) comprises a recess (14) arranged in the plate material, such as a metal plate (19), of a guide rail board (1), a hole edge (20) of which abuts against the stop leg (12) acting as a stop of a hook (11) of an overlapping guide rail board (1). 17. Geleiderailconstructie volgens conclusie 16, waarbij een gatrand (20) stomp aanligt tegen een haakbeen (12).The guide rail construction according to claim 16, wherein a hole edge (20) abuts against a hook leg (12). 18. Geleiderailconstructie volgens conclusie 16, waarbij een gatrand (20) van een gat (14) een verdikking omvat, bij voorbeeld is omgezet, onder vorming van een 15 zoom (21).18. Guide rail construction as claimed in claim 16, wherein a hole edge (20) of a hole (14) comprises a thickening, for example converted, to form a hem (21). 19. Geleiderailconstructie volgens conclusie 17, waarbij de zoom (21) is afgekeerd van de bijbehorende haaklip (13).The guide rail construction according to claim 17, wherein the hem (21) faces away from the associated hook lip (13). 20. Geleiderailconstructie volgens conclusie 17, waarbij de zoom (21) is gekeerd naar de bijbehorende haaklip (13).The guide rail construction of claim 17, wherein the hem (21) faces the associated hook lip (13). 21. Geleiderailconstructie volgens conclusie 18 of 9, waarbij de overgang (24) tussen de zoom (21) en het aangrenzende plaatmateriaal convex gekromd is, welke 25 convex gekromde overgang (24) aanligt tegen de bijbehorende gatrand (20).21. Guide rail construction according to claim 18 or 9, wherein the transition (24) between the seam (21) and the adjacent plate material is convexly curved, which convexly curved transition (24) abuts the associated hole edge (20). 22. Plank (1) voor een geleiderailconstructie volgens een der voorgaande conclusies, uit metaalplaat, omvattende aan een eind tenminste een haak (11) en aan het andere eind een gat (14) waarin een overeenkomstige haak van een naburige geleiderail 30 haakbaar is, met het kenmerk dat elke haak (11) is uitgevoerd met een dwars ten opzichte van de metaalplaat (19) gericht vlak haakbeen (12) en een daarop aansluitende vlakke haaklip (13).22. Plank (1) for a guide rail construction according to any one of the preceding claims, made of metal sheet, comprising at least one hook (11) at one end and a hole (14) at the other end into which a corresponding hook of an adjacent guide rail 30 can be hooked, characterized in that each hook (11) is formed with a flat hook leg (12) directed transversely to the metal plate (19) and a flat hook lip (13) connecting thereto. 23. Plank (1) volgens conclusie 22, waarbij het gat (14) een gatrand (20) bezit waar tegen de haak van een naburige plank (1) aanbrengbaar is.The shelf (1) according to claim 22, wherein the hole (14) has a hole edge (20) against which the hook of an adjacent board (1) can be fitted. 24. Plank (1) volgens conclusie 23, waarbij de gatrand (2) een verdikking omvat, 5 bij voorbeeld is omgezet, onder vorming van een zoom (21).Plank (1) as claimed in claim 23, wherein the hole edge (2) comprises a thickening, for example converted, to form a hem (21). 25. Plank (1) volgens conclusie 24, waarbij de zoom (21) zich bevindt aan de zijde van de plank die is afgekeerd van de zijde van de plank waar zich de haak (11) bevindt. 10The shelf (1) according to claim 24, wherein the hem (21) is located on the side of the shelf that faces away from the side of the shelf where the hook (11) is located. 10 26. Plank (1 ) volgens conclusie 24, waarbij de zoom (21) zich bevindt aan de zijde van de plank die is gekeerd naar de zijde van de plank waar zich de haak (11) bevindt.The shelf (1) of claim 24, wherein the hem (21) is located on the side of the shelf facing the side of the shelf where the hook (11) is located. 27. Plank (1) volgens een der conclusies 22-26, waarbij het haakbeen (12) in langsdoorsnede van de plank gezien een rechte vorm heeft.Plank (1) according to one of claims 22-26, wherein the hook leg (12) has a straight shape when viewed in longitudinal section of the plank. 28. Plank (1) volgens een der conclusies 22-27, waarbij de haaklip (13) in langsdoorsnede van de plank gezien een rechte vorm heeft. 20Shelf (1) according to one of claims 22-27, wherein the hook lip (13) has a straight shape when viewed in longitudinal section of the shelf. 20 29. Plank (1) volgens een der conclusies 22-28, waarbij het haakbeen (12) in dwarsdoorsnede van de plank gezien een rechte vorm heeft.The shelf (1) according to any of claims 22-28, wherein the hook leg (12) has a straight shape when viewed in cross-section of the shelf. 30. Plank (1) volgens een der conclusies 22-9 waarbij de haaklip (13) in 25 dwarsdoorsnede van de plank gezien een rechte vorm heeft. 3030. Plank (1) according to any one of claims 22-9, wherein the hook lip (13) has a straight shape seen in cross-section of the plank. 30