NL2005123C2 - Doseersluis met rechthoekig huis. - Google Patents

Doseersluis met rechthoekig huis. Download PDF

Info

Publication number
NL2005123C2
NL2005123C2 NL2005123A NL2005123A NL2005123C2 NL 2005123 C2 NL2005123 C2 NL 2005123C2 NL 2005123 A NL2005123 A NL 2005123A NL 2005123 A NL2005123 A NL 2005123A NL 2005123 C2 NL2005123 C2 NL 2005123C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotor
sealing member
dosing
dosing lock
lock
Prior art date
Application number
NL2005123A
Other languages
English (en)
Inventor
Robert Jan Vasbinder
Original Assignee
Decision Support Consultancy B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Decision Support Consultancy B V filed Critical Decision Support Consultancy B V
Priority to NL2005123A priority Critical patent/NL2005123C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2005123C2 publication Critical patent/NL2005123C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G65/00Loading or unloading
    • B65G65/30Methods or devices for filling or emptying bunkers, hoppers, tanks, or like containers, of interest apart from their use in particular chemical or physical processes or their application in particular machines, e.g. not covered by a single other subclass
    • B65G65/34Emptying devices
    • B65G65/40Devices for emptying otherwise than from the top
    • B65G65/48Devices for emptying otherwise than from the top using other rotating means, e.g. rotating pressure sluices in pneumatic systems
    • B65G65/4881Devices for emptying otherwise than from the top using other rotating means, e.g. rotating pressure sluices in pneumatic systems rotating about a substantially horizontal axis

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)

Description

Korte aanduiding: Doseersluis met rechthoekig huis.
BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect 5 betrekking op een doseersluis omvattende een huis met een invoer met een invoeropening, een uitlaat met een uitlaat opening en een binnen het huis om een horizontale rotatieas roteerbare rotor, met rotorbladen waarvan distale uiteinden bij rotatie van de rotor gedurende een deel van een omwenteling in ten minste in hoofdzaak afdichtend contact met ten minste één afdichtorgaan langs het ten minste 10 ene afdichtorgaan van de invoer richting uitlaat bewegen, waarbij spanmiddelen zijn voorzien, die het ten minste ene afdichtorgaan in de richting van de rotatieas van de rotor voorspannen, maar waarbij het afdichtorgaan tegen de voorspankracht weg van de rotor beweegbaar is. De definitie van de doseersluis gaat in dit document uit van een oriëntatie waarbij stortgoed van boven naar beneden door de doseersluis 15 stroomt. De doseerbuis zou overigens in een andere oriëntatie kunnen worden toegepast.
Een bekende doseersluis heeft een in hoofdzaak cilindrisch huis dat een rotor in de vorm van een schoepenrad grotendeels omsluit en een invoer en een uitvoer omvat. Twee zijwanden aan kopse zijden van de rotor strekken zich verticaal 20 langs de rotor uit. Een afdichting voorkomt dat stortgoed tussen de zijranden van de rotor en de daar tegenovergelegen respectievelijk zijwanden kan stromen. Tussen de twee zijwanden zijn twee verdere zijwanden voorzien, die ter hoogte van de rotor gebogen zijn en zich langs een deel van de baan van de rotor op in hoofdzaak constante afstand van het huis uitstrekken waardoor het huis de cilindrische vorm 25 krijgt. Tussen het huis en het rotorblad bevindt zich een afdichtorgaan dat door middel van veren richting de rotor en tegen passerende rotorbladen is voorgespannen voor het verschaffen van een in hoofdzaak lekvrije afdichting tussen het rotorblad en het afdichtorgaan. Wanneer materiaal onbedoeld tussen een rotorblad en het afdichtorgaan geraakt, wordt het afdichtorgaan tegen de 30 voorspanning in van de rotor weggeduwd om een vastlopen of een beschadiging van de doseersluis te voorkomen.
Een nadeel van de bekende doseersluis is dat de afstemming tussen huis en rotor van de doseersluis een hoge nauwkeurigheid vereist waardoor 2 de fabricage om een bewerkelijk productieproces vraagt.
De onderhavige uitvinding beoogt daarom een doseersluis van het in de inleiding genoemde type te verschaffen, die eenvoudiger kan worden vervaardigd dan de bekende doseersluis. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt 5 doordat het huis vier rechte wanden omvat die het huis gezamenlijk een rechthoekige horizontale dwarsdoorsnede verschaffen. Hierdoor is het mogelijk het huis eenvoudig van vier onderling te verbinden stukken plaatmateriaal te samen te stellen. In combinatie met een geschikt afdichtorgaan, bijvoorbeeld in de vorm van een geschikte afdichtwand kan met een dergelijke doseersluis de toevoer van stortgoed 10 net zo goed worden gedoseerd als met een sluis met wanden die deels de baan van de rotor volgen. Een ander voordeel is dat in één formaat huis verschillende formaten rotors en corresponderende afdichtorganen, bijvoorbeeld in de vorm van afdichtwanden kunnen worden voorzien, zodat de afmetingen van een rotor niet bepalend hoeven te zijn voor de afmetingen van een huis waarin de rotor wordt 15 toegepast. Aldus is het doel van de onderhavige uitvinding bereikt.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is het ten minste ene afdichtorgaan gevormd door een veerkrachtig plaatelement, waarvan een afdichtoppervlak bij toepassing tegen een uiteinde van een passend rotorblad is gespannen. Een veerkrachtig afdichtorgaan met een plat 20 contactoppervlak, zoals bijvoorbeeld een veerkrachtig plaatelement, is uitstekend geschikt voor het maken van een afdichtend contact met een recht uiteinde van een passerend rotorblad. Bovendien is een veerkrachtig plaatelement eenvoudig te vervaardigen en biedt een dergelijk veerkrachtig plaatelement mogelijkheden voor een eenvoudige vervanging in geval van slijtage of schade.
25 Het heeft daarbij de voorkeur dat het veerkrachtig plaatelement aan slechts één uiteinde, het bevestigingsuiteinde genoemd, is bevestigd aan het huis. Een dergelijke inrichting is eenvoudig en belemmert het veren van het plaatelement niet of nauwelijks, met name wanneer het tegenover het bevestigingsuiteinde gelegen uiteinde relatief vrij kan bewegen.
30 Wanneer het veerkrachtig plaatelement aan slechts diens bovenuiteinde is bevestigd aan het huis kan de invoerzijde van de doseersluis worden afgesloten tegen ongewenste doorstroming van materiaal tussen het ten minste ene afdichtorgaan en de corresponderende zijwanden van het huis, zodat hier 3 geen ongewenste lekstroom of andere onnauwkeurigheid bij het doseren kan optreden.
Het heeft de voorkeur dat het veerkrachtig plaatelement in ontspannen toestand in hoofdzaak plat is, dat wil zeggen dat het veerkrachtig 5 plaatelement, althans voorafgaand aan toepassing ervan, in hoofdzaak plat is. Gedurende het gebruik zou eventueel een kleine kromming kunnen optreden die ook bij de ontspannen toestand niet geheel wordt opgeheven. Doordat het veerkrachtig plaatelement in horizontale richting rechtlijnig is wordt een goede afdichting met een passerend rotorblad verschaft. Wanneer het veerkrachtig plaatelement ook in 10 verticale toestand in hoofdzaak rechtlijnig is, neemt de kracht die een passerend rotorblad bij toepassing op het veerkrachtig plaatelement uitoefent, geleidelijk toe tot een maximale kracht en vervolgens geleidelijk af tot nul wanneer het contact tussen het rotorblad en het veerkrachtig plaatelement wordt verbroken.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding 15 rust het veerkrachtig plaatelement nabij het tegenover diens bevestigingsuiteinde gelegen uiteinde met diens aan de keerzijde van het afdichtoppervlak gelegen oppervlak tegen een spanorgaan. Aldus kan door het spanorgaan steeds een weerstand van het veerkrachtig plaatelement tegen het van de rotor wegduwen van het veerkrachtig plaatelement worden verschaft. Wanneer de rotor in contact komt 20 met het afdichtoppervlak van het veerkrachtig blad zal het plaatelement veerkrachtig vervormen om na het passeren van het rotorblad weer in de oorspronkelijke toestand terug te keren.
Bij een eenvoudige uitvoeringsvorm omvatten de spanmiddelen een spanorgaan in de vorm van een zich in hoofzaak parallel aan de rotatieas van de 25 rotor uitstrekkende as. Die as bevindt zich bij voorkeur aan de ten opzichte van de rotor tegenover het bevestigingsuiteinde gelegen zijde van het veerkrachtig plaatelement. Wanneer het spanorgaan zich in hoofdzaak parallel aan de rotatieas van de rotor uitstrekt wordt de spankracht van het spanorgaan regelmatig over de breedte van het veerkrachtig plaatelement verdeeld.
30 Het heeft daarbij de voorkeur dat een imaginaire rechte door het bevestigingsuiteinde van het ten minste ene veerkrachtig plaatelement en het spanorgaan bij elke stand van de rotor ten minste één van de rotorbladen kruist. Aldus zal het ten minste ene rotorblad dat door de rechte wordt gekruist het ten 4 minste ene veerkrachtig plaatelement in de richting weg van de rotor spannen, waardoor een goede afdichting tussen het ten minste ene rotorblad en het veerkrachtig plaatelement kan worden gerealiseerd.
Het heeft de voorkeur dat de kortste onderlinge afstand tussen de 5 baan van de distale uiteinden van de rotorbladen en een zijwand van het huis zodanig is gekozen, dat wanneer bij toepassing een vast deeltje tussen een rotorblad en het afdichtorgaan komt en het afdichtorgaan daardoor van de rotor in de richting van de betreffende zijwand wordt gedreven, het ten minste ene afdichtorgaan door de betreffende zijwand wordt tegengehouden voordat de vloeigrens van het 10 materiaal van het afdichtorgaan wordt overschreden. De vloeigrens van het afdichtorgaan wordt bepaald door de materiaaleigenschappen. Deze materiaaleigenschappen en de vorm van het afdichtorgaan zijn aldus een belangrijk gegeven voor het berekenen van de maximale afstand tussen het rotorblad en de betreffende behuizingswand. De afstand bepaalt de maximale verbuiging van het 15 afdichtorgaan. De vakman weet hoe de onderlinge afstand te bepalen.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het ten minste ene afdichtorgaan een afdichtelement van elastisch materiaal. Wanneer het elastisch afdichtelement tegen de rotor wordt gespannen wordt de voorspankracht verschaft door de elasticiteit van het afdichtelement dat door een 20 spanelement onder spanningb in positie wordt gehouden. Het afdichtorgaan omvat daartoe als afdichtelement bij een voorkeursuitvoeringsvorm een wand van elastisch materiaal, bijvoorbeeld een elastisch doek.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is een tweede beweegbare en in de richting van de rotor voorgespannen 25 afdichtorgaan voorzien, waarlangs de rotorbladen in afdichtend contact van de uitlaatrichtinginvoer bewegen. Het tweede afdichtorgaan zal zich normaliter aan de tegenover het eerste afdichtorgaan gelegen zijde van de rotor bevinden. Het tweede afdichtorgaan kan identiek of symmetrisch zij aan het eerste afdichtorgaan, maar kan ook van een ander type zijn. Ook dit tweede afdichtorgaan kan aan slechts één 30 uiteinde aan het huis zijn bevestigd. Dat ene uiteinde kan het onderuiteinde zijn, maar wanneer het tweede afdichtorgaan aan de bovenkant van het huis is bevestigd, sluit ook dit afdichtorgaan de bovenzijde van de doseersluis op betrouwbare wijze tegen een ongewenste lekstroom af.
5
Volgens een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het gedoseerd naar een verwerkingseenheid toevoeren van stortgoed, omvattende het in een invoer van een doseersluis storten van het stortgoed en het met behulp van een rotor in de doseersluis richting een 5 uitlaat transporteren van stortgoed. Wanneer daarbij een doseersluis volgens het eerste aspect volgens de onderhavige uitvinding wordt toegepast worden daarmee de reeds besproken voordelen bereikt, zoals hierboven aan de hand van het eerste aspect is toegelicht.
De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend worden toegelicht aan 10 de hand van een voorbeelduitvoeringsvorm en onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin: figuur 1 een verticaal langsdoorsnedeaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een doseersluis volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2 een horizontaal doorsnedeaanzicht toont van de doseersluis 15 uit figuur 1; figuur 3 een onderaanzicht toont van de doseersluis uit figuur 1; figuren 4a en 4b de werking van de doseersluis uit figuur 1 tonen wanneer zich materie tussen een rotorblad en een afdichtwand bevindt; figuur 4c een schematisch zijaanzicht toont van een detail van de 20 doseersluis uit Figuur 1 met maximale uitslag van het afdichtorgaan; figuur 5 een verticaal langsdoorsnedeaanzicht toont door een alternatieve uitvoeringsvorm van een doseersluis volgens de onderhavige uitvinding; figuur 6 een verticaal langsdoorsnedeaanzicht toont van nog een alternatieve uitvoeringsvorm van een doseersluis volgens de onderhavige uitvinding; 25 en figuur 7 een verticaal langsdoorsnedeaanzicht toont van nog een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een doseersluis volgens de onderhavige uitvinding.
30 Nu kijkend naar figuur 1 wordt een verticaal doorsnedeaanzicht getoond van een uitvoeringsvorm van een doseersluis 1 volgens de onderhavige uitvinding. De doseersluis heeft een huis 2 met vier onderling verbonden verticale wanden 2a-2d (waarvan er in figuur 1 slechts drie zichtbaar zijn) van aluminium. De 6 verticale wanden 2a-2d definiëren een invoeropening 3, een doorvoerkanaal 4 en een uitlaatopening 5. Binnen doorvoerkanaal 4 is een rotor 6 met een rotoras 7 en rotorbladen 8 roteerbaar opgenomen. Met bouten 9 zijn twee buigzame verenstaalplaten 10 bevestigd aan wanden 2a-2c die hiertoe zijn voorzien van gaten 5 met inwendig schroefdraad. Aan hun onderzijden steunen platen 10a-10b af tegen assen 11. Aan de boven- respectievelijk onderzijde van de verticale wanden 2a-2d zijn flenzen 12a, 12b met doorgaande gaten 13 voorzien. Met Pr wordt de rotatierichting van de rotor 6 aangeduid.
Figuur 2 toont een horizontaal dwarsdoorsnedeaanzicht van de 10 doseersluis 1 volgens lijn ll-ll uit figuur 1. Voor dezelfde elementen zijn in figuren 2-4 dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als in figuur 1. In de door verticale wanden 2a-2d gedefinieerde invoeropening 3 is zichtbaar dat verenstaalplaten 10a, 10b met behulp van bouten 9 in wanden 2a en 2c zijn bevestigd. Rotorbladen 8g, 8h, 8a, 8b, 8c en 8d zijn van bovenaf door de invoeropening 3 zichtbaar en bevinden zich in de positie 15 zoals weergegeven in figuur 1.
Figuur 3 toont een onderaanzicht van doseersluis 1 uit figuur 1. De verticale wanden 2a-2d zijn omgeven door flens 12b en definiëren aan hun binnenzijden uitlaatopening 5. Door uitlaatopening 5 zijn verenstaalplaten 10a, 10b, assen 11a, 11 b en rotorbladen 8e en 8f zichtbaar.
20 Figuren 4a en 4b geven schematisch in verticaal doorsnedeaanzicht de interactie weer tussen rotor 6, met name bladen 8 van rotor 6, enerzijds en verenstaalplaat 10a en as 11a anderzijds. Figuur 4a toont rotor 6 met rotorbladen 8, waarbij tussen rotorblad 8a en verenstaalplaat 10a een vast materiaal 14, hier in de vorm van een houtsnipper, is geraakt. Figuur 4b toont dezelfde elementen nadat de 25 rotor 6 in de richting van pijl Pr is geroteerd.
Figuur 4c toont een schematisch zijaanzicht in langsdoorsnede van een detail van de doseersluis uit figuur 1, waarbij een relatief groot vast deel 14 tussen het uiteinde van rotorblad 8a en verenstaalplaat 10a aanwezig is. Hierbij drukt het vaste deel 14 verenstaalplaat 8a maximaal naar opzij waarbij verenstaalplaat 10a 30 contact maakt met wand 2c.
Figuur 5 toont een schematisch verticaal langsdoorsnedeaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van een doseersluis 31 volgens de onderhavige uitvinding. Wand 32 van doseersluis 31 strekt zich hellend uit en wand 32c strekt zich 7 verticaal uit. Doorvoerkanaal 34 is aldus in de doorvoerrichting van invoeropening 33 naar uitlaatopening 35 convergerend. Doseersluis 31 heeft een rotor 36 met een rotoras 37 en rotorbladen 38. Aan wand 32a is met bouten 39 een verenstaalplaat 40 bevestigd die aan het van rotor 37 gekeerde oppervlak afsteunt tegen as 41. Aan 5 verticale wand 32c is een gekromd afdichtorgaan 43 bevestigd. Pijl Pq toont de rotatierichting van doseersluis 31 aan.
Figuur 6 geeft een schematisch verticaal langsdoorsnedeaanzicht weer van nog een alternatieve uitvoeringsvorm van een doseersluis 51 volgens de onderhavige uitvinding met twee schuine wanden 52a, 52c waartussen een rotor 56 10 roteerbaar om rotatieas 57 tussen twee verenstaalplaten 60 die afsteunen tegen assen 61 is opgenomen.
Figuur 7 geeft een schematisch verticaal langsdoorsnedeaanzicht weer van nog een alternatieve uitvoeringsvorm van een doseersluis 73 volgens de onderhavige uitvinding met twee verticale wanden 62a, 62c waartussen een rotor 66 15 roteerbaar om rotatieas 67 tussen twee elastische wanden 70, in dit geval in de vorm van elastische doeken, die gefixeerd zijn tussen bouten 69 en assen 71 is opgenomen.
Hierna volgend zal de werking van doseersluis 1 aan de hand van de figuren worden toegelicht. Figuur 1 toont doseersluis 1 waarin bij toepassing door 20 invoeropening 3 stortgoed wordt gestort. Dit stortgoed kan een poederachtig materiaal zijn, maar kan ook uit vaste deeltjes, zoals korrelachtig materiaal of snippers van bijvoorbeeld hout, bestaan. Rotorbladen 8a-8h draaien in de richting van pijl Pr, althans in figuur 1, in de richting van de wijzers van de klok waardoor stortgoed dat tussen twee naburige rotorbladen 8 komt door die rotorbladen wordt 25 meegenomen in de rotatie van rotor 6. Een rotorblad 8 dat zich met diens distale uiteinden boven rotoras 7 bevindt zal na verloop van tijd door de rotatie contact maken met verenstaalplaat 10a, waardoor het betreffende rotorblad in samenwerking met verenstaalplaat 10a een afdichting realiseert tussen invoeropening 3 en uitlaatopening 5 van de doseersluis. Wanneer acht of meer rotorbladen op onderling 30 gelijke afstanden van elkaar zijn voorzien zal steeds ten minste één rotorblad in samenwerking met verenstaalplaat 10a een dergelijke afsluiting realiseren. Dit heeft de voorkeur bij de onderhavige uitvinding. Het is mogelijk zodanig veel rotorbladen te voorzien dat steeds ten minste twee rotorbladen in samenwerking met 8 verenstaalplaat 10a een afgesloten kamer definiëren. Nadat de rotor verder in de richting van pijl Pr is geroteerd komt het betreffende rotorblad 8 aan de onderzijde los van de verenstaalplaat 10a en kan het stortgoed dat door het betreffende rotorblad 8 werd tegengehouden door uitlaatopening 5 de doseersluis verlaten. Doordat 5 verenstaalplaat 10a enigszins flexibel is en de rotorbladen een goed contact maken met verenstaalplaat 10a zal een rotorblad 8 verenstaalplaat 10a steeds enigszins naar buiten duwen waardoor een afdichtende spankracht wordt gerealiseerd. Hiertoe is verenstaalplaat 10a aan diens bovenzijde door middel van bouten 9 afdichtend bevestigd aan verticale wand 2c en rust verenstaalplaat 10a aan het 10 tegenovergelegen uiteinde aan de van rotor 6 afgekeerde zijde tegen as 11. Verenstaalplaat 10a zal de neiging hebben zich recht tussen de bovenste bevestigingsrand en de onderste vrije uiteinde wand uit te strekken maar wordt daarin steeds belemmerd door ten minste één van de rotorbladen 8. Het vrije onderuiteinde van verenstaalplaat 10a maakt het mogelijk dat de plaat niet alleen in 15 horizontale richting kan worden verbogen, maar dat de onderrand van verenstaalplaat 10a afhankelijk van de verbuiging van de verenstaalplaat 10a ook in verticale richting kan bewegen.
Wanneer een rotorblad 8 vanuit een positie onder rotoras 7 met rotor 6 in de richting van pijl Pr roteert zal het betreffend rotorblad eveneens contact 20 maken met verenstaalplaat 10a. Hoewel de bewegingsrichting omgekeerd is, wordt daarbij hetzelfde principe gehanteerd waarbij plaat 10b en het betreffend rotorblad afdichtend contact met elkaar maken. Dit voorkomt dat stortgoed aan de verkeerde zijde (in de tekening aan de linkerzijde) van de rotor door doseersluis 1 kan lekken. Stortgoed dat op een rotorblad in een dergelijke positie valt zal uiteindelijk worden 25 meegenomen naar de andere zijde van de rotor om tussen rotorbladen en verenstaalplaat 10a richting uitlaatopening 5 te worden gevoerd.
Wanneer materiaal, zoals bijvoorbeeld een houtsnipper 14 tussen een rotorblad, rotorblad 8a in figuur 4a, en verenstaalplaat 10a geraakt zal verenstaalplaat 10a iets verder richting verticale wand 2c neigen dan in het “normale” 30 geval zoals beschreven onder verwijzing naar figuur 1, waarbij de uiteindewand van een rotorblad 8 afdichtend contact met verenstaalplaat 10a. Omdat verenstaalplaat 10a aan de onderzijde een vrij uiteinde heeft en omdat verenstaalplaat 10a voldoende flexibel is wordt bij een dergelijke situatie verenstaalplaat door rotorblad 9 8a en houtsnipper 14 dus meer richting verticale wand 2c van het huis gedreven. Wanneer rotor 6 enigszins verder in de richting van pijl Pr roteert bestaat de mogelijkheid dat de houtsnipper 14 tussen rotorblad 8a en verenstaalplaat 10a geklemd richting uitlaatopening 5 wordt meegenomen (zie figuur 4b). Het is uiteraard 5 ook mogelijk dat als gevolg van de wrijving van houtsnipper 14 met plaat 10a houtsnipper 14 alsnog uit de klemming loskomt en, waarschijnlijk, boven rotorblad 8a in de door het rotorblad 8a ten minste deels afgedichte ruimte geraakt. Wanneer dat echter niet het geval is zal houtsnipper 14 uiteindelijk het uiteinde van verenstaalplaat 10a passeren en door uitlaatopening 5 uit doseersluis 1 verdwijnen. 10 Een en ander kan zodanig worden uitgevoerd dat er slechts relatief weinig weerstand in de rotor tegen rotatie optreedt, waardoor het motorvermogen van een aandrijving voor rotoras 7 beperkt kan zijn. Bovendien leidt de veerkrachtige samenwerking tussen rotorbladen 8 en verenstaalplaat 10a (en ook verenstaalplaat 10b) ertoe dat een aanzienlijk deel van de door bijvoorbeeld een ingeklemde houtsnipper 14 15 verstoorde werking van doseersluis 1 nauwelijks leidt tot schade aan de doseersluis 1 en/of de houtsnipper. Aldus kan de doseersluis 1 relatief licht worden uitgevoerd en is relatief weinig onderhoud nodig. Mocht onderhoud nodig zijn, bijvoorbeeld aan verenstaalplaten 10a, 10b dan kan dat eenvoudig worden uitgevoerd door met bouten 9 nieuwe verenstaalplaten aan te brengen.
20 Figuur 4c toont een detail van een schematisch langsdoor- snedeaanzicht van de doseersluis 1 uit figuur 1, waarbij een relatief groot vast deel 14c tussen rotorblad 8a en verenstaalplaat 10a terecht is gekomen. Dit is vergelijkbaar met de situatie in figuur 4a, maar het vast deeltje 14 is nu groter. Hierdoor wordt deeltje 14 tussen rotorblad 8a en verenstaalplaat 10a geklemd, 25 waardoor verenstaalplaat 10a, verder dan bij de situatie in figuur 4a, richting wand 2c wordt gedrukt. De afstand tussen het distale uiteinde van rotorblad 8a en wand 2c bedraagt d. De afstand d is zodanig gekozen dat de vloeigrens van verenstaalplaat 10a bij deze maximale uitslag niet kan worden overschreden. Wanneer een vast deeltje met een doorsnede groter dan d tussen het rotorblad 8a en verenstaalplaat 30 10 zou komen, wordt deeltje 14 “platgedrukt”, blijft deeltje 14 als gevolg van wrijving achter bij de rotatiebeweging van rotorblad 8a en komt het in een ruimte boven rotorblad 8a terecht.
Figuur 5 toont een schematisch langsdoorsnedeaanzicht van een 10 doseersluis 31 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij twee wanden 32a, 32c waarlangs de rotor 36 roteert, schuin respectievelijk verticaal zijn opgesteld. Rotor 36 in figuur 5 roteert in de richting van pijl Pq, dus tegen de wijzers van de klok in. De samenwerking tussen bladen 38 van rotor 36 en verenstaalplaat 40, eventueel in 5 samenwerking met schuine wand 32a komt in grote lijnen overeen met de werking tussen rotor 6 en verenstaalplaat 10a van het eerder beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Aan de tegenovergelegen wand 32c is een afdichtorgaan 43 met een deels cilindervormige wand voorzien. Aan de bovenkant steekt het afdichtorgaan 43 enigszins in huis 32 naar binnen en overlapt daarmee een deel van 10 de baan van de rotorbladen die langs afdichtorgaan 43 omhoog bewegen. Aldus wordt een lekstroom aan de tegenover afdichtplaat 40 gelegen zijde voorkomen, of althans ten minste in grote mate belemmerd. Door het voorkomen of belemmeren van de lekstroom is er nauwelijks of geen kans dat zich materiaal tussen rotorbladen 38 en afdichtorgaan 43 kan komen als gevolg waarvan onderdelen van de 15 doseersluis zouden kunnen beschadigen. Net als de doseersluis uit figuur 4a kan de rotor van doseersluis uit figuur 5 in omgekeerde rotatierichting worden aangedreven, althans wanneer afdichtorgaan 43 van een veerkrachtig materiaal, zoals verenstaal is vervaardigd. Wanneer zich dan een vast deeltje van enige omvang tussen een rotorblad 38 en het afdichtorgaan 43 geraakt, zullen de boven-en onderwanden 43a, 20 43b naar elkaar neigen wanneer het daartussen gelegen cilindervormig deel van afdichtorgaan 43 van rotor 36 weg wordt gedreven.
Figuur 6 toont een schematisch verticaal langsdoorsnedeaanzicht door nog een alternatieve uitvoeringsvorm van een doseersluis volgens de onderhavige uitvinding. Bij doseersluis 51 zijn beide wanden 52a, 52c hellend en 25 convergerend ten opzichte van elkaar opgesteld. Net als bij de uitvoeringsvorm uit figuur 5 zijn de beide andere wanden van het huis 52 verticaal opgesteld en maken zij op zodanige wijze contact met de respectievelijke kopse zijden van de rotor 56 met rotorbladen 58 dat een lekstroom tussen de niet getoonde verticale zijwanden en de rotor 56 wordt verhinderd. De werking tussen rotorbladen 58 en verenstaalplaten 30 69, die zijn voorgespannen door assen 61, komt in hoofdzaak overeen met die bij de eerste uitvoeringsvorm.
Figuur 7 tenslotte toont een schematisch verticaal langsdoorsnedeaanzicht van een uitvoeringsvorm van een doseersluis 73 volgens de 11 onderhavige uitvinding met twee verticale wanden 62a, 62c waartussen een rotor 66 roteerbaar om rotatieas 67 tussen twee elastische wanden, in dit geval in de vorm van elastische doeken 70, die gefixeerd zijn tussen bouten 69 en assen 71 is opgenomen. De elastische doeken 70 strekken zich steeds in een rechte lijn uit 5 tussen de bouten 69 en het bovenste rotorblad 68 waarmee het betreffende doek 70 momentaan contact maakt, tussen het onderste rotorblad 68 waarmee het betreffende doek 70 momentaan contact maakt en eventueel tussen twee naburige rotorbladen 68 waarmee het betreffende doek 70 momentaan contact maakt. Wanneer een relatief groot deeltje tussen een rotorblad 68 en een doek 70 geraakt 10 zal het doek 70 zich elastisch uitrekken. Nadat het deeltje tussen het rotorblad 68 en het doek 70 uit is geraakt spant het doek zich elastisch weer direct tegen de rotor.
Een belangrijk voordeel van de doseersluis volgens de onderhavige uitvinding is dat het huis van een dergelijke doseersluis eenvoudig rechthoekig kan worden uitgevoerd. Gewoonlijk worden huizen voor doseersluizen gegoten, omdat zij 15 een bepaalde ronding hebben die aansluit bij bewegingen van de rotorbladen. Dat is bij een doseersluis volgens de onderhavige uitvinding niet nodig.
De onderhavige uitvinding is in de bijgaande figuren en de hier bovenstaande tekst weergegeven en beschreven aan de hand van slechts één uitvoeringsvoorbeeld. Het moge echter duidelijk zijn dat vele, al dan niet voor een 20 vakman voor de hand liggende, uitvoeringsvarianten mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding die wordt gedefinieerd door de hierna volgende conclusies. Zo hoeft het huis niet van aluminium te zijn vervaardigd maar kan elk ander geschikt materiaal worden toegepast dat het huis de juiste eigenschappen, zoals stijfheid, verschaft. In de plaats van verenstaalplaten kunnen 25 voor de afdichting met de rotorbladen ook andere materialen, zoals andere metalen of kunststoffen, worden toegepast, zolang ze enige flexibiliteit cq. elasticiteit en vormvastheid hebben. Van belang is dat een voldoende afdichting tussen een betreffende plaat en rotorbladen wordt verschaft. Hoewel de afdichtende verenstaal platen in het voorbeeld zijn aangeduid als oorspronkelijk vlakke platen die door de 30 samenwerking met assen 11a,b in een gebogen toestand worden gebracht is het denkbaar dat in plaats daarvan reeds gebogen platen worden toegepast. In het uitvoeringsvoorbeeld bevindt zich aan de van de rotor afgekeerde zijde van de verenstaalplaat slechts lucht. Het is ook mogelijk dat zich tussen de betreffende 12 verticale wand en de verenstaalplaat een, bijvoorbeeld eveneens veerkrachtig, materiaal bevindt voor verdere isolatie tussen invoeropening 3 en uitlaatopening 5. In het uitvoeringsvoorbeeld is besproken dat de onderuiteinden van de verenstaalplaten vrije uiteinden zijn. Het is ook mogelijk dat de uiteinden, bijvoorbeeld aan het huis 5 van de doseersluis, zijn bevestigd. Hoewel het de voorkeur heeft dat de doseersluis spiegelsymmetrisch is ten opzichte van een verticaal vlak dat zich door het hart van rotoras uitstrekt is dat niet noodzakelijk. Verder is bij het uitvoeringsvoorbeeld besproken dat de rotor in één richting roteert. Het is echter ook mogelijk dat de rotor in twee richtingen kan roteren, hetgeen bij het beschreven uitvoeringsvoorbeeld geen 10 wezenlijk verschil in de werking ervan zal opleveren. Het huis heeft bij het uitvoeringsvoorbeeld een constante dwarsdoorsnede, maar wanden zouden zich ook hellend kunnen uitstrekken, bijvoorbeeld convergerend.

Claims (13)

1. Doseersluis omvattende een huis met een invoer met een invoeropening, een uitlaat met een uitlaat opening en een binnen het huis om een 5 horizontale rotatieas roteerbare rotor, met rotorbladen waarvan distale uiteinden bij rotatie van de rotor gedurende een deel van een omwenteling in ten minste in hoofdzaak afdichtend contact met ten minste één afdichtorgaan langs het ten minste ene afdichtorgaan van de invoer richting uitlaat bewegen, waarbij spanmiddelen zijn voorzien die het ten minste ene afdichtorgaan in de richting van de rotatieas van de 10 rotor voorspannen, waarbij het afdichtorgaan tegen de voorspankracht weg van de rotor beweegbaar is, met het kenmerk, dat het huis vier rechte wanden omvat die het huis gezamenlijk een rechthoekige horizontale dwarsdoorsnede verschaffen.
2. Doseersluis volgens conclusie 1 ,met het kenmerk, dat het ten minste ene afdichtorgaan is gevormd door een veerkrachtig plaatelement, waarvan een 15 afdichtoppervlak bij toepassing tegen een uiteinde van een passerend rotorblad is gespannen.
3. Doseersluis volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het veerkrachtig plaatelement aan slechts één uiteinde, het bevestigingsuiteinde genoemd, is bevestigd aan het huis.
4. Doseersluis volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het veerkrachtig plaatelement aan slechts diens bovenuiteinde is bevestigd aan het huis.
5. Doseersluis volgens één of meer van de conclusies 2 tot en met 4, met het kenmerk, dat het veerkrachtig plaatelement in ontspannen toestand in hoofdzaak plat is.
6. Doseersluis volgens één of meer van de conclusies 2 tot en met 5, met het kenmerk, dat het veerkrachtig plaatelement nabij het tegenover diens bevestiginguiteinde gelegen uiteinde met diens aan de keerzijde van het afdichtoppervlak gelegen oppervlak tegen een spanorgaan rust.
7. Doseersluis volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 30 spanmiddelen een spanorgaan in de vorm van een zich in hoofdzaak parallel aan de rotatieas van de rotor uitstrekkende as omvatten.
8. Doseersluis volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een imaginaire rechte door het bevestigingsuiteinde van het ten minste ene veerkrachtig plaatelement en het spanorgaan bij elke stand van de rotor ten minste één van de rotorbladen kruist.
9. Doseersluis volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kleinste onderlinge afstand tussen de baan van de distale 5 uiteinden van de rotorbladen en een zijwand van het huis zodanig is gekozen, dat wanneer bij toepassing een vast deeltje tussen een rotorblad en het afdichtorgaan komt en het afdichtorgaan daardoor van de rotor in de richting van de betreffende zijwand wordt gedreven, het ten minste ene afdichtorgaan door de betreffende zijwand wordt tegengehouden voordat de vloeigrens van het materiaal van het 10 afdichtorgaan wordt overschreden.
10. Doseersluis volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het ten minste ene afdichtorgaan een afdichtelement van elastisch materiaal omvat.
11. Doseersluis volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het afdichtorgaan een wand van elastisch materiaal omvat.
12. Doseersluis volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een tweede beweegbare en in de richting van de rotor voorgespannen afdichtorgaan is voorzien, waarlangs de rotorbladen in afdichtend contact van de uitlaat richting invoer bewegen.
13. Werkwijze voor het gedoseerd naar een verwerkingsinrichting 20 toevoeren van stortgoed, omvattende het in een invoer van een doseersluis storten van het stortgoed en het met behulp van een rotor in de doseersluis richting een uitlaat transporteren van het stortgoed, met het kenmerk, dat de doseersluis van het in één of meer van de voorgaande conclusies gedefinieerde type is. 25
NL2005123A 2010-07-21 2010-07-21 Doseersluis met rechthoekig huis. NL2005123C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005123A NL2005123C2 (nl) 2010-07-21 2010-07-21 Doseersluis met rechthoekig huis.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005123A NL2005123C2 (nl) 2010-07-21 2010-07-21 Doseersluis met rechthoekig huis.
NL2005123 2010-07-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005123C2 true NL2005123C2 (nl) 2012-01-24

Family

ID=43660036

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005123A NL2005123C2 (nl) 2010-07-21 2010-07-21 Doseersluis met rechthoekig huis.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2005123C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL90268C (nl) *
DE1255038B (de) * 1962-06-07 1967-11-23 Svenska Flaektfabriken Ab Zellenradschleuse fuer pulverfoermiges oder koerniges Gut
DE1903776A1 (de) * 1968-01-30 1969-09-04 Service D Expl Ind Des Tabacs Drehschleuse
US4076150A (en) * 1976-05-14 1978-02-28 Didrickson Donald D Rotary airlock having adjustable blades to maintain a seal
US4259032A (en) * 1978-01-18 1981-03-31 Rothmans Of Pall Mall Canada Limited Air lock

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL90268C (nl) *
DE1255038B (de) * 1962-06-07 1967-11-23 Svenska Flaektfabriken Ab Zellenradschleuse fuer pulverfoermiges oder koerniges Gut
DE1903776A1 (de) * 1968-01-30 1969-09-04 Service D Expl Ind Des Tabacs Drehschleuse
US4076150A (en) * 1976-05-14 1978-02-28 Didrickson Donald D Rotary airlock having adjustable blades to maintain a seal
US4259032A (en) * 1978-01-18 1981-03-31 Rothmans Of Pall Mall Canada Limited Air lock

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9365351B2 (en) Conveying device, carrier, and feeding device for conveying bulk goods
DE112006000130B4 (de) Lüfteranordnung für Kühlsysteme
JP6029696B2 (ja) 回転ローブポンプ
DE602006021069D1 (de) Mehrtrichterbeschickungsvorrichtung für einen schachtofen
JP6149143B1 (ja) 篩装置のスクリーン用の流れ阻害具、篩装置用のスクリーン及び篩装置
DE602006014999D1 (de) Dreitrichterbeschickungsvorrichtung für einen schachtofen
NL2005123C2 (nl) Doseersluis met rechthoekig huis.
JP2007117998A5 (nl)
RU2271980C2 (ru) Устройство для пневматического или гидравлического транспортирования пылевидного, порошкообразного или зернистого сыпучего материала
US11360015B2 (en) Sensor for measuring the concentration of particles in air
SK284773B6 (sk) Čerpadlo odstredivého alebo poloaxiálneho typu
JP2019535513A (ja) 分級機、および分級機を備える粉砕機
US376357A (en) Water-wheel
AU2014289330A1 (en) Wastewater lifting station
US3006367A (en) Valve
JP6798815B2 (ja) シュート
CN104743352A (zh) 机械缩分装置
JP6415298B2 (ja) 回転式分級機および竪型ミル
JP2018173325A (ja) 粒状混合物搬送装置
CN109384057A (zh) 固体散料稳定连续排料装置
CN115218985B (zh) 一种防堵楔形流量计
US2241587A (en) Channel construction for comminutors
KR101611686B1 (ko) 슬릿이 형성된 공기 역학 렌즈
US354063A (en) johxson
RU198189U1 (ru) Устройство ограничения ширины рассева минеральных удобрений

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150201